Baggeraar werd binnenvaartschipper

A/B MS ILSA – Henry en Willemien Willems – Viegers varen op het vrachtschip Ilsa. Ze hebben hun schip sinds kort te koop staan, omdat Henry 65 wordt en het wel mooi geweest vindt. Henry was ooit sleepbootkapitein in Saudi Arabië, totdat de liefde hem naar de binnenvaart bracht. Een echte binnenvaartschipper werd hij nooit, volgens Willemien. Spijt heeft hij niet van zijn keuze. ‘We zijn tevreden en blij dat de kinderen goed terecht zijn gekomen’, zegt hij daarover.

Willemien zag het destijds niet zitten om naar Saudi Arabië te gaan. Ze hield in die tijd niet van reizen en je moest er dan voor een jaar naartoe. ‘Ik was achttien en er nog niet aan toe om zo’n stap te zetten. In dat land mag je als vrouw niet werken. Ik was altijd bij mijn ouders aan boord geweest. Het was op dat moment voor mij een brug te ver. Hij heeft toen besloten om terug te komen en een baan te zoeken, maar diep in zijn hart wilde hij liever blijven baggeren.’

Baggeren in Saudi Arabië

Henry kwam trouwens geleidelijk in de baggerwereld terecht. Hij ging als schipperszoon naar het internaat in Neuville bij Huy. Op dat Franstalige internaat zaten destijds veel Nederlandse kinderen, waarvan de ouders op de Maas voeren. Hij begon na zijn schooltijd op de olieboot in Maasbracht. Daarna voer hij stenen naar de Deltawerken en begon later op de tanker Benetank die naar Basel voer. Vervolgens werkte hij voor Van Oord en Damen en kwam bij die bedrijven in de baggerwereld terecht. Hij zat veel in Frankrijk, omdat zijn werkgevers hem daar graag hadden. ‘Ik sprak goed Frans, omdat ik op een Franstalige school heb gezeten. Op een gegeven moment werkte ik in Zweden en vanwege het vorstverlet was ik thuis. Het is daar min twintig, min dertig in de winter, dan valt er niet te baggeren. Tijdens dat vorstverlet leerde ik mijn vrouw kennen.’

Hij ging naar Saudi Arabië, omdat zijn baas op dat moment geen ander werk had. ‘Er was geen werk in Frankrijk en toen werd me Saudi Arabië aangeboden, aan de Perzische Golf. Ik vond het een mooi plan. Ik hield van reizen. Ik werd daar kapitein op de snelboot, de landingsvaartuigen, sleepboot, duwboot, eigenlijk op alles wat daar voer. Het was erg avontuurlijk en afwisselend werk en ik kon er goed van sparen, maar het grootste probleem was mijn verkering. Ik draaide daar twee maanden op, een maand af en elkaar zo lang niet zien vonden wij niet prettig.’

Ze besloten wat later samen als zetschipper bij Rijn Kanaal Expeditie (RKE) op de Morea te gaan varen. Daarna kochten ze hun eerste eigen schip dat ze Jubail noemden. ‘Jubail is een plaats aan de Perzische Golf in Saudi Arabië. Ik heb daar in de baggerij gewerkt en dat schip had ik bij elkaar gespaard. Onze dochter is bij RKE geboren en onze zoon op de Jubail. In 1986 kochten we dit schip. De naam is afgeleid van de voornamen van onze kinderen.’

Familie met reisgen

Hun kinderen zijn niet gaan varen, maar volgden beiden een hbo-opleiding. Hun dochter werkt als ergotherapeut in het Rijnland in Rotterdam en hun zoon is vestigingsmanager bij reinigings- en poetslappenfabrikant Berendsen. De kinderen erfden beiden het reisgen. Hun zoon studeerde een jaar in Berlijn en zat voor stage in Belfast en hun dochter werkte in een ziekenhuis in Surabaya op Java en deed vrijwilligerswerk in Kazachstan.
Willemien is inmiddels ook van reizen gaan houden, want tegenwoordig maakt ze met haar man jaarlijks een grote reis. ‘Nu geniet ik ook van reizen. We varen negen maanden per jaar en gaan elk jaar weg. We zijn in Noordwest-Amerika geweest, in Hong Kong, Australië, Zuid Afrika. In september gaan we naar Zuid-Amerika. We boeken meestal via Booking.com, omdat je dan de meeste vrijheid hebt. Zo’n reis duurt meestal vier of vijf weken. Naar Zuid-Amerika gaan we met een georganiseerde reis mee, omdat wij beiden geen Spaans spreken.’

Het vaargebied van hun schip is voor negentig procent Duitsland. Het loopt van Regensburg tot Rijnbestemmingen en de Neckar. Ze vinden het niet lastig om met een kleiner schip op de Rijn te varen, omdat ze het schip erop hebben aangepast. ‘We hebben al zes jaar spudpalen*. Voor anker liggen vinden wij niet prettig, dan varen ze je eraf. Bovendien hoeven wij met spudpalen zelf niet meer naar buiten. Nu we ouder worden is dat prettig. Met een anker moet je in de winter naar voren om het omhoog te draaien. We hebben het schip zoveel mogelijk aangepast om het onszelf gemakkelijk te maken.’
Ze zijn niet bang dat ze zich aan de wal gaan vervelen als hun schip verkocht is. ‘We hebben een grote tuin, dus we kunnen tuinieren, lezen, wandelen, kaarten maken. Henry heeft een motor, maar daar durf ik niet achterop. Fietsen gaat mij hard genoeg’, vertelt Willemien.(HDJ)

*Een spudpaal is een verticale telescopische buizenconstructie, waarmee schepen zichzelf in de bodem kunnen vastleggen. Voorwaarde is dat de bodem niet dieper ligt dan de werkende lengte van de spudpaal.

SCHEEPSGEGEVENS:

Scheepsnaam: Ilsa
Lengte: 70 m
Breedte: 7,20 m
Diepgang: 2,73 m
Tonnage: 930 ton
Europanummer: 02315780
Motor: Volvo 650 pk
Bouwjaar: 1963
Thuishaven: Maasbracht
Eigenaar: VOF Willems-Viegers

 

Mijn gekozen waardering € -