‘Bijna alle Nederlandse kinderen met leukemie fietsen, maar daarmee is fietsen nog niet kankerverwekkend’

Sinds Zembla’s spraakmakende uitzending van begin oktober liggen de rubberkorrels op de kunstgrasvelden in ons land onder vuur. Het rubbergranulaat van gemalen autoband blijkt allerhande schadelijke stoffen te bevatten. Maar een verband met leukemie en lymfeklierkanker bij kinderen en jongvolwassenen? Kankerdeskundige Rob Pieters acht het niet waarschijnlijk.

“Voor deze vormen van kinderkanker is nog nooit een duidelijk verband met een schadelijke factor gevonden. Bovendien is het aantal kinderen met kanker de afgelopen tien jaar stabiel. Wanneer er écht een belangrijk effect zou zijn van de kunstgraskorrels zouden we dat waarschijnlijk hebben opgepikt.” Rob Pieters weet waarover hij het heeft. De medisch directeur van het Prinses Maxima Centrum voor Kinderoncologie in Utrecht, straks het grootste kinderoncologisch centrum van Europa, zit al sinds 1995 ‘in het vak’. Hij ziet wel vaker alarmerende berichten over potentieel kankerverwekkende stoffen in de media langskomen. “Een paar keer per jaar popt er wel iets op. Nu zijn het de rubbertjes op de velden.”

Geen duidelijke factoren

Begin oktober plaatste Zembla in haar uitzending grote vraagtekens over de veiligheid van het rubbergranulaat dat overvloedig over de kunstgras voetbalvelden in Nederland is uitgestort. De korrels blijken kankerverwekkende stoffen te bevatten: zware metalen, vluchtige stoffen en polycyclische koolwaterstoffen (pak’s). Maar of ze ook daadwerkelijk een gevaar voor de gezondheid opleveren, dat is nog maar de vraag. Want zijn de hoeveelheden groot genoeg en komen de toxische stoffen überhaupt in het lichaam van de sporters, die er mee in contact komen, terecht?

Volgens Pieters is de kans dat de stoffen verband hebben met kanker bij kinderen heel klein. “De lijst met kankerverwekkende stoffen is enorm. Als je in proefdieren stoffen inspuit in hoge concentraties, kun je eenvoudiger kanker vinden. Maar met kinderkanker is er nog nooit een echt duidelijk verband gevonden.”

Drie jaar geleden maakte Pieters deel uit van een commissie van de Gezondheidsraad die zich verdiepte in alle mogelijke factoren die in verband waren gebracht met bloedkanker bij kinderen. De conclusie was dat er geen duidelijke factoren bekend zijn die leiden tot kinderleukemie . Pieters: “We hebben alle wetenschappelijke studies naar de mogelijke oorzaken van kinderleukemie op een rij gezet. En wat bleek? Voor geen enkele stof was er een duidelijk verband met het ontstaan van leukemie bij kinderen: wonen onder elektriciteitsmasten, gebruik van alcohol en drugs door de moeder, vervuilde grond, roken door de ouders, bepaalde voedingsmiddelen, het maakte allemaal niks uit.” Voor de volledigheid meldt Pieters dat er slechts twee hele extreme factoren waren die wel een voorspellende waarde hadden: “mega hoeveelheden benzeen en de hoeveelheid radioactiviteit die vrijkomt bij een nucleaire ramp zoals in Tsjernobyl. Maar die ga je uiteraard niet tegenkomen in de rubberen korreltjes.”

Serieuze kanttekening

Zembla spreekt in de uitzending met Nigel Maguire, wiens zoon Lewis als 8-jarige jongen begon te keepen op kunstgras en op zijn 14e leukemie kreeg. Maguire deed eerder zijn verhaal in de Engelse media en vertelt dat hij ruim twintig reacties kreeg van ouders van jonge sporters met leukemie en lymfeklierkanker die ook regelmatig op kunstgras speelden. Aan de andere kant van de grote plas bevat het lijstje van de Amerikaanse voetbaltrainster Amy Griffin zelfs al 230 namen van kinderen en jongvolwassenen die regelmatig op kunstgras sportten en kanker hebben gekregen.

Pieters begrijpt de zorgen van de ouders maar plaatst wel een serieuze kanttekening. “Zo’n lijstje is niet betrouwbaar. Natuurlijk is de kans groot dat er een kind met leukemie is die op kunstgras gesport heeft. En is de kans nog groter dat ouders, die een kind met kanker hebben dat op kunstgras gesport heeft, op zo’n oproep reageren. Maar om even een gek voorbeeld te noemen: misschien hebben ze ook allemaal wel op de fiets gezeten. Als ik morgen zeg dat je van fietsen kanker krijgt omdat alle kinderen met leukemie op een fiets zitten, dan begrijp je mijn bezwaar tegen zo’n lijstje.”

Pech

Eén op de 300 kinderen in Nederland krijgt voor zijn 18e een vorm van kanker. Van hen krijgt een kwart leukemie en één achtste lymfeklierkanker. Het zijn vormen van bloedkanker die ontstaan door een aantal opeenvolgende beschadigingen in het DNA in de witte bloedcellen. “Schade aan het DNA is een natuurlijk voorkomend proces. Alleen als je de pech hebt dat je zo’n zes tot acht beschadigingen oploopt in een en dezelfde cel, dan krijg je kanker”, legt Pieters uit. De incidentie van kinderkanker is de laatste jaren enorm stabiel, niet alleen in Nederland maar ook in de Verenigde Staten. Dat pleit er ook niet voor dat de kunstgraskorrels écht zo gevaarlijk voor kinderen zouden zijn als de mensen in de uitzending van Zembla doen vermoeden, vindt Pieters.

Om zeker te zijn dat de korrels veilig zijn, is bijvoorbeeld epidemiologisch onderzoek nodig, waarbij de gezondheid van grote groepen kinderen, die al dan niet in contact met het kunstgras zijn gekomen, wordt gevolgd. Dat onderzoek is er momenteel niet en zal ook moeilijk uitvoerbaar zijn, denkt Pieters. “Zo’n onderzoek gaat heel lang duren want kinderkanker komt maar weinig voor. Voordat je een statistisch significant effect bereikt moet je lang kijken.” Een plotselinge toename van het aantal kinderen met leukemie op een sportclub of een school doet dan al snel alarmbellen rinkelen. Pieters: “Omdat kanker bij kinderen gelukkig weinig voorkomt, leidt een extra kind die het krijgt vaak al tot bezorgdheid. Wij krijgen ieder jaar regelmatig meldingen van een gemeente of school, waarin in één bepaalde wijk of in één klas meerdere kinderen leukemie krijgen. Dat leidt natuurlijk tot paniek bij de schoolleiding of de ouders: is er geen vervuiling in de omgeving of de grond? Als wij vervolgens onderzoek gaan doen en kijken naar het aantal leukemiegevallen in de jaren ervoor en erna, dan blijkt er tot op heden steeds niks aan de hand en is het gewoon een kwestie van kansverdeling.”

Direct na de Zembla uitzending kondigde het RIVM aan om eerdere onderzoeksresultaten op een rij te zetten en nieuwe metingen naar de samenstelling van de rubberen korrels op een aantal sportvelden in ons land uit te voeren. Voor het einde van het jaar komt het instituut met de resultaten. Pieters kan zich vinden in het onderzoek maar denkt dat de kans groot is dat het geen zekerheid gaat geven bij de mensen. “Ik ga er vanuit dat er geen gezondheidsrisico zal worden gevonden. Maar dat zal niet iedereen kunnen geruststellen. Er zullen altijd mensen blijven die denken dat het niet goed is uitgezocht en bij een kind met leukemie het vermoeden uitspreken dat het met de rubberkorreltjes te maken heeft. Het is heel moeilijk om die ongerustheid weg te nemen.”

Mijn gekozen waardering € -

Jurgen van Teeffelen (1968) is freelance wetenschapsjournalist sinds 2014. Tot die tijd werkte hij als gepromoveerd fysioloog aan universiteiten in Nederland (AMC, Maastricht) en de Verenigde Staten (Yale). Data in plaats van meningen vormen de basis van zijn artikelen. Jurgen schrijft graag over wetenschap in relatie tot sport en bewegen. Hij is auteur van 'Het maakbare uur - een zoektocht naar de ultieme wielerprestatie' en mede-presentator van de 'Slimmer Presteren Podcast'.