David Vann: ‘Ik hoor nergens meer thuis’

Sinds zijn doorbraak als schrijver reist David Vann de wereld over, heen en weer tussen zijn huis in Nieuw-Zeeland, zijn werk in Londen en de vele auteursbezoeken of optredens op festivals overal ter wereld. Een indringend gesprek over alleen-zijn, scheiding, midlife crisis en vergeving. 'De gedachte dat ik misschien een goed mens ben, is in rook opgegaan.'

In het appartement waar hij tijdelijk verblijft, hangt David Vann (1966) een beetje onderuit op de bank, moe van drukte en doorwaakte nachten ten gevolge van telefoongesprekken met de andere kant van de wereld. Niet al te lang geleden strandde Vanns huwelijk, niet zonder slag of stoot, en de juridische afwikkeling is nog gaande. Hij zucht: ‘Het was het ergste jaar van mijn leven.’

Uit de mond van David Vann zegt dat wel iets. Vijf zelfmoorden en één moord telt zijn familiegeschiedenis, en hij verloor zijn vader aan zelfdoding toen hij dertien was. Hij verwerkte dit in de semi-autobiografische verhalenbundel Legende van een zelfmoord, een boek dat geen uitgever wilde publiceren. Vann koos voor een carrière op zee, die eindigde met een gezonken boot en een faillissement. Toen hij alsnog schrijver werd, vond zijn erflast een literaire uitweg in zijn intense en heftige romans. Zijn meest recente roman, Aquarium, het eerste niet-autobiografische boek dat van hem is verschenen, is niet minder heftig: het gaat over de twaalfjarige Caitlin, wier veilige wereld ruw wordt verstoord als een oude man die zij ontmoet haar grootvader blijkt te zijn en het traumatische verleden van haar moeder Sheri oprakelt.

Inmiddels heeft hij alweer een nieuwe roman afgerond: Woman, Desiring, een boek waarin hij zijn echtscheiding van zich heeft afgeschreven. David Vann lacht uitbundig. ‘Ja, dat was leuk om te doen. One of those guilty pleasures… De sluier is dun; het boek bevat echt ál mijn gedachten over huwelijk en scheiding, alleen is de hoofdpersoon een vrouw. Het moment dat je op het dieptepunt zit als het gaat om je eigen waardigheid… well, there it is. Ik ben benieuwd wat het publiek ervan zal vinden. Misschien vindt men het wel vreselijk.’

Iemand van buitenaf ziet een man met een mooie literaire carrière, een spannend leven, een goed huwelijk. Waarom was je niet gelukkig?

‘Die vraag heb ik mezelf eindeloos gesteld, jarenlang. Ik heb er geen sluitend antwoord op. Nancy was een geweldige echtgenote, en er erg op gericht mij gelukkig te maken. Ik zal nooit meer iemand vinden die zo goed voor me is. Waarom kon ik dan niet gewoon gelukkig zijn en bij haar blijven? En waarom heb ik het gevoel dat ik weg moest drie jaar lang laten doorwoekeren voordat ik er met haar over sprak?

Er zijn denk ik een paar factoren die meespelen. We hebben geen kinderen, en waren zestien jaar elke dag de hele dag met z’n tweeën. We hebben de vergissing gemaakt dat we nergens bij hoorden; omdat we verder geen familie of vrienden om ons heen hadden, moest onze relatie alles zijn. De dingen waarvan we droomden hadden we gerealiseerd: we hadden een boot in Turkije, een huis in Nieuw-Zeeland, de vrijheid om te reizen. En als je eenmaal je doel hebt bereikt… tja…

Een midlifecrisis is totaal anders dan wat ik altijd dacht. Het gaat er niet om dat de dood nadert en dat je een laatste uitspatting wilt hebben en nog het bed in wilt duiken met vrouwen die jonger zijn dan jij, of een sportwagen wilt bezitten. Althans, voor mij niet. Het gaat erom dat de dood niet snel genoeg komt: dát is de kern van een midlifecrisis. Het was de gedachte dat ik nog veertig jaar zo verder moest terwijl ik me halfdood en leeg voelde vanbinnen, die ik niet aankon.’

Hoe komt het dat je er niet over sprak?

‘Aanvankelijk was ik bang dat als ik erover zou praten, het ook werkelijkheid zou worden. Ik dacht dat mijn twijfels wel zouden overwaaien. Maar door er niet over te praten werden mijn gedachten erover juist steeds erger. Het was de tweede keer dat ik min of meer een dubbelleven leidde. De eerste keer was na mijn vaders dood, toen ik ’s nachts buiten rondspookte en van alles kapotschoot. Bij elke interactie met iemand anders bekroop me vervolgens het gevoel dat ik onecht was. Zo voelde het nu ook, als we een leuke avond hadden samen of met vrienden, terwijl ik achter de schermen dacht aan weggaan. Zo’n grote leugen in mijn leven wil ik nooit meer meemaken.

Ik ben altijd trouw geweest gedurende vijftien jaar huwelijk, maar uiteindelijk ben ik in ontrouw vervallen. Ik denk omdat ik voelde dat ik weg moest. We hadden geen problemen, konden prima met elkaar opschieten. Er was gewoon geen reden om weg te gaan, dus heb ik er in feite een gecreëerd. Maar overspel is zó destructief en ik zou willen dat ik het kon terugdraaien. Het stemt me verdrietig dat deze gebeurtenis nu deel uitmaakt van wie ik ben.

Ik denk dat Nancy nu op een bepaalde manier gelukkiger is dan hiervoor, omdat ze in zekere zin in mijn schaduw stond. Ze begeeft zich op een spiritueler pad dan met mij mogelijk was, is bezig met de dingen die voor háár belangrijk zijn in plaats van mij gelukkig te maken. Ik ben de afgelopen maanden niet zo heel blij geweest; hard gewerkt, veel gereisd en allemaal juridische toestanden. Toch voel ik me beter dan in de laatste fase van mijn huwelijk, omdat ik het gewicht van de leugen voelde, en bang was voor de toekomst.

Het volwassen leven bestaat uit een reeks gebeurtenissen die je beschadigen en pijn doen en een litteken achterlaten. Maar dat kan je ook zachter maken, en milder ten opzichte van anderen. Je raakt ontdaan van misplaatste trots of waanideeën over jezelf, en stelt ook minder rigide eisen aan hoe anderen zouden moeten zijn. Ik voel me slecht over heel veel dingen waarvan ik besef dat ik ze niet ongedaan kan maken. Maar over het geheel genomen ben ik gelukkiger dan de afgelopen jaren, en een deel van het geluk ligt juist in dat besef besloten. Ik ben dankbaarder dan voorheen voor alles wat goed gaat.’

In je meest recente roman, Aquarium, speelt vergeving een belangrijke rol. Het is ook de eerste waar een zekere hoop van uitgaat.

‘Dat klopt. Dit is de eerste keer dat ik over vergeving heb geschreven. Ik denk dat dat komt door wat ik op dat moment met mijn moeder meemaakte. Want hoewel de personages en situaties in Aquarium zijn verzonnen, gaat het boek in zekere zin wel degelijk over mijn eigen leven, namelijk over het feit dat mijn moeder en ik jarenlang onenigheid hebben gehad en moeite hadden om elkaar te vergeven. Uiteindelijk is dat toch gebeurd en hebben we ons gerealiseerd dat we elkaar hebben gemist en graag deel willen uitmaken van elkaars leven.

Sheri wil dat Caitlin en haar vader begrijpen wat zij vroeger heeft moeten doormaken, dat ze haar pijn begrijpen. Maar hoe ver ga je daarin? En waarom willen we per se dat de ander onze pijn begrijpt? Dat zijn de vragen die dit boek stelt.

Ik ben me gaan realiseren dat om tot vergeving te kunnen komen, je die wens moet loslaten en moet accepteren dat anderen niet volledig jouw kant van het verhaal zullen invoelen. En hoe meer stress iemand heeft, hoe erger diens lijden is, hoe minder ruimte hij heeft het lijden van de ander te begrijpen. Het besef dat iemand niet helder kan nadenken of handelen doordat hij zo verwond is vanbinnen, is de eerste stap op weg naar vergeving. Dan kun je sympathie voor de ander opbrengen. Dat hebben Nancy en ik recentelijk ook gedaan in ons scheidingsproces. We hebben elkaar vergeven voor het feit dat we elkaar voor het gerecht hebben gedaagd, omdat we begrijpen dat we ons allebei in het nauw gedreven voelden.’

Eerlijkheid

David Vann neemt een slok en laat zich terugzakken in de kussens. Zoals altijd is hij opgewekt, lacht uitbundig, vooral om zichzelf. ‘Weet je, ik heb het opgegeven om antwoorden te vinden op wat dan ook in het leven. Ik verwacht niet meer volledig te kunnen doorgronden wie ik ben of waarom ik doe wat ik doe. Ik kan niet eens zeggen of ik een goed of slecht mens ben. Het enige wat ik nastreef is: niet ontkennen. Wat ik ook voel of denk, ik probeer eerlijk te zijn. De gedachte dat ik misschien een goed mens ben, iemand die bewonderd kan worden, is in rook opgegaan. Toen A Mile Down verscheen, kreeg ik heel veel reacties, over wat een mislukkeling ik was, en hoe onethisch ik had gehandeld door failliet te gaan. Nu ben ik niet alleen failliet gegaan, maar óók nog gescheiden. Dat zijn twee grote sociale mislukkingen. Om die reden zullen veel mensen me niet meer vertrouwen of waarderen.’ Hij lacht. ‘Mensen die mijn boeken lezen, weten veel over mij, over mijn leven en gevoelens, en op grond daarvan oordelen ze over mij.’

Een zelfportret in boeken?

‘Ik denk dat mensen me beter leren kennen via mijn werk dan in persoonlijk contact. In elk boek heb ik mezelf geofferd. De hoofdpersoon uit Aarde is voor een groot deel gebaseerd op mijzelf; ik geloofde vroeger in al die new age-onzin, en ik had ruzies met mijn moeder. Ik heb mezelf neergezet als een monster. Het boek gaat over de vraag hoe ideologie kan leiden tot wreedheid, en hoe gevaarlijk dat kan uitpakken. Ook in mijn non-fictieboek Last Day on Earth over een schietpartij op een school vertel ik over mijn eigen achtergrond met wapens en de tijd dat ik ’s nachts straatlantaarns kapotschoot, de ergste gedachten die ik had, hoe gevaarlijk ik eigenlijk was. In elk boek opnieuw geef ik mijn gevoel voor schaamte op, en de wens om als een goed mens beschouwd te worden.’

Dat vergt moed.

‘Ja en nee. Misschien is het moedig om niets achter te houden en echt te laten zien wie je bent en wat je denkt. Maar het voelt als iets onvermijdelijks. Ik beleef er ook plezier aan; Aarde heb ik met groot genoegen geschreven. Dat was eerder een misdaad dan een daad van moed. Zo voelde het in elk geval. Bij elke pagina die ik schreef wist ik dat ik een slecht mens was, en toch genoot ik ervan. Gelukzalig stuurde ik het op naar de uitgever.’

Ik begrijp dat je op dit moment opnieuw werkt aan een roman die op je eigen leven is gebaseerd, een roman over je vader.

‘Dat klopt. Het boek gaat over zijn laatste bezoek aan de familie in Californië, vlak voordat hij zichzelf overhoopschoot. Toen ik in maart voor het eerst in drie jaar tijd mijn familie terugzag, ontdekte ik nieuwe feiten. Mijn stiefmoeder vertelde dat ze vlak voor zijn dood nog een keer met hem had geslapen, terwijl ze uit elkaar waren. Ook vertelde ze dat ze in zijn toilettas zijn pistool had gevonden en zich had afgevraagd of hij van plan was geweest haar te doden voordat hij zichzelf doodde.

Het boek ontstond doordat ik nadacht over het feit dat we allemaal gefaald hebben. Als ik ja had gezegd op zijn vraag een jaar met hem door te brengen in Alaska, had hij zich op dat moment niet van het leven beroofd. Ik heb op dat punt lang in ontkenning verkeerd. Iedereen voelt zich na een zelfmoord schuldig en dat is een verschrikkelijke last. Terwijl de zelfmoordenaar er zelf voor heeft gekozen en anderen daar niet verantwoordelijk voor zijn. Dat is ook in grote lijnen waar. Maar wat mijzelf betreft, moest ik na vijfendertig jaar toch onder ogen zien dat hij wel degelijk langer had geleefd als ik akkoord was gegaan. De familie heeft op allerlei andere manieren gefaald. Mijn stiefmoeder had niet met hem naar bed moeten gaan terwijl hij suïcidaal was; dat is psychologisch gezien niet heel handig. Mijn oom had zich niet moeten laten afbrengen van het plan om naar Alaska te gaan. En mijn tante… mijn vader had het pistool op tafel gelegd en gezegd: het is zo makkelijk, ik zou het op elk moment kunnen doen. En zij reageerde door te lachen. Wat een ongelooflijke emotionele miskleun! Wat een volslagen gebrek aan betrokkenheid of behulpzaamheid op zo’n moment!

De hoofdpersoon in het boek is niet zoals mijn vader was. Ik kan hem niet neerzetten – het is te lang geleden. Alles is volledig gefictionaliseerd; dingen zijn niet zo gebeurd of uitgesproken, geen van de personages lijkt op werkelijk bestaande figuren. Alleen in mijn hoofd is er een relatie tussen wat ik schrijf en de werkelijkheid.’

Hoe was het om na jaren je familie weer te zien?

‘Ik ben een vreemde geworden voor hen. Toen ik met mijn oom sprak over mijn scheiding zei hij dat mijn boeken slechte dingen hadden gedaan met mijn hoofd. Dat lesgeven aan de universiteit en de literatuur schadelijk voor me zijn geweest. In zijn ogen ben ik een Marsbewoner geworden. Ik ben ver afgedreven van mijn origine, en ben bovendien zelf ook fundamenteel veranderd. Ik hoor nergens meer thuis. Home is gone forever.’

Is dat de prijs die je betaalt voor dit leven?

Ja, de prijs is dat er een kloof is ontstaan tussen mij en mijn familie en vrienden en dat ik nergens echt thuishoor. Ik ben nog nooit zo alleen geweest als op dit moment: niet meer getrouwd, ver weg van vrienden en familie. Ik voel me niet eenzaam, maar soms ben ik jaloers op mensen die wél ergens thuishoren, ook al heeft dat ook zo z’n vervelende kanten en moet je naar verjaardagen waar je helemaal geen zin in hebt.

Ik mis van die vriendschappen waarbij je gewoon bij elkaar kunt binnenvallen en elkaar wekelijks ziet, maar daarvoor moet je op een en dezelfde plek wonen en ik vind het ook fijn om op verschillende plaatsen te wonen. Ik ontmoet wel mensen die ik aardig vind en van wie ik denk dat het vrienden worden. Maar zij hebben hun eigen leven en ik ben er maar een deel van het jaar. Dus als ik er ben, word ik in de agenda ingepland voor een gezellig etentje, en de rest van de tijd zie ik ze niet meer.’

Is dat het waard?

Vann knikt en lacht. ‘Ach,’ zegt hij, ‘ik maak in zekere zin wel deel uit van een grotere gemeenschap; ik ga naar literaire festivals, ken mensen van over de hele wereld. Interessante mensen die met dezelfde dingen bezig zijn. Met Willy Vlautin of David Mitchell zou ik goede vrienden kunnen zijn als we bij elkaar in de buurt woonden. Het is jammer dat het soms jaren duurt voordat je elkaar weer treft. Maar het is ’t me waard. Ik voel me ontzettend bevoorrecht om al die mensen te mogen ontmoeten.’

Het werk van David Vann verschijnt bij De Bezige Bij.

Mijn gekozen waardering € -