“Enig kinderen zijn niet anders”

Zijn enig kinderen minder sociaal en zieliger dan kinderen die opgroeien in een gezin met broers of zussen? Volgens Jacqueline van Swet, orthopedagoog en schrijver van het boek Enig kind, niet.

Mirjam kijkt verveeld naar buiten. Ze heeft geen zin om te spelen met haar nieuwe pop en alleen kleuren of fietsen, dat wil ze ook niet. Enig kinderen zijn zielig en verwend. Zomaar twee van de vele vooroordelen die bestaan over kinderen die opgroeien zonder broers en zussen. Met die vooroordelen maakt Van Swet korte metten. ‘Natuurlijk is er een verschil met gezinnen die één kind hebben en gezinnen met meerdere kinderen’, vertelt ze. ‘Maar ieder gezin is anders. Een gezin met drie dochters is ook weer anders dan een met drie zonen, in die zin verschilt een gezin met één kind niet van andere gezinnen. En ook binnen een gezin met meerdere kinderen groeit elk kind weer anders op. Bij mijn oudste kind las ik het boekje voor dat hij leuk vond, waarom zou ik iets voorlezen wat hij niet wilde? Maar de jongste moest mee luisteren met het boekje dat iedereen leuk vond. Als psycholoog kreeg ik veel ouders met kinderen in mijn praktijk die zich zorgen maakten over hun opvoeding. Wanneer er dan ouders kwamen met één kind, dacht ik niet: “O, bij gezinnen met één kind geldt dit of dat.” Ik zie enig kinderen niet als een aparte groep.’

Verbazing

Toen Rozemarijn van Harderwijk moeder werd van een zoon verbaasde ze zich er over dat mensen na anderhalf jaar begonnen te vragen: ‘En, wanneer komt de tweede?’ Het intrigeerde haar zo dat ze er een paar jaar geleden een boek over schreef met de gelijknamige titel. In het boek tekent ze tien gesprekken op met moeders van één kind, waarvan twee daar bewust voor kozen. Van Harderwijk: ‘Ik vond het krijgen van een kind en het moederschap zo overweldigend, ik was na anderhalf jaar nog helemaal niet bezig met denken aan een tweede kind. Het leek wel een maatschappelijk norm dat je om de twee jaar een kind krijgt en het taboe is om één kind te hebben. Natuurlijk mogen mensen wel vragen of je graag nog een kindje wilt, maar dan zonder een oordeel dat anders je kind zielig of je gezin niet compleet zou zijn.’

Volgens Van Swet is de reden dat ouders één kind hebben niet altijd hun eigen keuze. ‘Dat maakt het des te pijnlijker.’ Zoals bijvoorbeeld bij de ouders van Jacob. Jan Kingma (begin zestig): ‘Toen mijn vrouw en ik trouwden was er een kinderwens. Uiteindelijk is Jacob spontaan geboren, maar daar is het bij gebleven. We kregen niet meer.’ Hij ontkent niet dat alle aandacht voor Jakob was. ‘Maar we hebben wel geprobeerd hem niet te verwennen. We gaven hem bijvoorbeeld geen kamers vol met speelgoed. Misschien hebben we daar wel extra opgelet om reacties als “wat is jullie kind verwend ” te voorkomen.’

Zegeningen tellen

Ook Kata Ottovay koos niet bewust voor een gezin met één kind. Ze vertelt: ‘Mijn man heeft een taaislijmziekte  waardoor het de vraag was of we überhaupt kinderen konden krijgen, in ieder geval moest het via IVF. Het is een geweldig wonder dát we een kind hebben. Ons eerste kindje (Otto) overleed door een extreme vroeggeboorte. Dat was heel verdrietig. Bij de volgende zwangerschap ging het ook bijna mis. Toen Donja er was, gezond en voldragen, hadden mijn man en ik allebei het gevoel dat we nu alleen nog onze zegeningen wilden tellen. We waren zo gelukkig met haar en het voelde zo compleet, we konden ons niet voorstellen dat we gelukkiger zouden zijn met nog een kind erbij.’ Over de vooroordelen maakt Ottovay zich niet zo druk. ‘Ik heb er veel over gelezen, en tot mijn grote opluchting zijn enig kinderen net zo gelukkig als kinderen met broers en zussen! En ook zijn ze net zo sociaal, in staat te delen en samen te werken enzovoorts. Natuurlijk leren ze wel delen en zich aanpassen. Als Donja (6) met iemand wil spelen, zal ze moeten zorgen dat ze vrienden maakt.’

Het voordeel van één kind hebbend is volgens Ottovay dat je alle tijd, geld en energie die je hebt kunt richten op dat ene kind. ‘En dat is meteen ook het nadeel. Je moet uitkijken dat je een kind niet overlaadt. Als ouder ben je gefocust op één kind en je hebt weinig vergelijkingsmateriaal. Het gevaar van toch wat over beschermen en verwennen ligt op de loer. Daar moet je dus alert op zijn. Een ander nadeel is dat Donja niet altijd een speelkameraadje bij de hand heeft. En voor de toekomst vind ik het jammer: ik zou haar gunnen dat er iemand anders is met wie ze haar verleden deelt.’

Van Harderwijk, die na vier jaar naar de geboorte van haar eerste kind opnieuw zwanger werd, benadrukt dat ze niet wil zeggen dat het een beter of slechter is. ‘Maar’, zegt ze ‘een aantal moeders die ik sprak ontdekte dat zij leefden vanuit een gemis. Dat betekent dat zij niet waardeerden wat ze wel hadden en dat was niet goed. Dan geef je het kind dat je wel hebt het gevoel dat het niet goed genoeg is. Het gaat om acceptatie en dankbaar zijn met wat je wel hebt.  Anders doe je je kind, je partner, maar ook jezelf tekort. Daar is Van Swet het mee eens: ‘Wees als ouders trots op wat je hebt en zie de voordelen van jouw eigen gezinssituatie. Praat er met je partner over wanneer iemand een vervelende opmerking heeft gemaakt.’ En daarnaast zegt ze: ‘Probeer, net als iedere ouder zou moeten doen, je kind op te voeden zodat het in de maatschappij kan functioneren.’

Het rijk alleen

En de kinderen zelf? Van Swet: ‘Het krijgt voor kinderen vaak pas lading als anderen een opmerking maken als: “Dan zul je wel lekker verwend worden?” Over het algemeen is het verder niet zo’n punt voor ze. Ouders zorgen er meestal wel voor dat hun kind veel contact heeft met bijvoorbeeld neefjes of nichtjes.’  Kingma vertelt dat hij en zijn vrouw daar niet bewust mee bezig waren. ‘Jacob zocht dat zelf wel op. Hij was vaak te vinden bij vrienden die een gezin hadden met vier kinderen en onze buren hadden ook een groot gezin.’

Ottovay zegt daar juist wel bewust mee bezig te zijn: ‘De deur staat altijd open voor vriendinnetjes en we nemen makkelijk iemand mee als we ergens naar toe gaan. En ook met vakanties zorgen we dat we naar een plek gaan waar veel kinderen zijn. Gelukkig maakt Donja binnen vijf minuten nieuwe ‘beste vriendinnen’.  Ze is een spraakzaam, sprankelend en levendig meisje.  Af en toe vindt ze het jammer dat ze enig kind is. Aan de andere kant vindt ze soms ook dat broertjes en zusjes irritant zijn. Dan geniet ze er wel van dat ze thuis het rijk alleen heeft en de aandacht van haar ouders niet hoeft te delen.’

Dit artikel is eerder verschenen in het Nederlands Dagblad

Mijn gekozen waardering € -

Heleen Dekens schrijft interviews en achtergrondartikelen die het verhaal achter het nieuws vertellen. Ze schrijft om te informeren en inspireren. En gewoon omdat ze het niet laten kan.