Halverwege de jaren tachtig ging ik voor het eerst op bezoek bij Jaap Dirkmaat. Jaap had in 1981 de vereniging Das en Boom opgericht, een natuurclub die het opnam voor de dassen in Nederland. Want daar hadden we er toen nog maar zo’n 800 van en die werden ook nog in hoog tempo doodgereden. Jaap en zijn medewerkers knokten voor de aanleg van dassentunnels op plekken waar de meeste verkeersdoden vielen, vingen verweesde dasjes op en protesteerden tegen bouwplannen bovenop eeuwenoude dassenburchten. Het resultaat: tegenwoordig leven er weer zo’n 6000 dassen in Nederland, al sneuvelen daarvan toch elk jaar weer bijna duizend op ons drukke wegennet.
Anno 2016 wordt het herstellende dassenvolk opnieuw bedreigd. Door de nieuwe natuurwet die op 1 januari 2017 van kracht wordt in Nederland. Deze wet biedt voor dassen, maar ook voor boommarters, adders, vuursalamanders en vele andere kwetsbare soorten namelijk minder bescherming dan tot nog toe het geval was. Hoe kan dat nou?
Politiek voert Blekerbeleid uit
Op naar Beek-Ubbergen. Zodra ik mijn memorecordertje op zijn bureau heb neergelegd, barst Jaap meteen los in de voor hem zo kenmerkende monoloog waar geen speld tussen te krijgen is:
“Hoe het kan dat dassen straks minder goed beschermd zijn? Opeenvolgende staatssecretarissen zijn gewoon het beleid van Henk Bleker aan het uitvoeren. Toen deze man in 2010 aan de macht kwam op het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dacht hij: zo, en nu afrekenen met al die klotenatuurbeschermingsregels!
Zijn ambtenaren zeiden: ja, dat kan, maar niet die van Europa, want daar komen we niet mee weg. Nederlandse liberalen en christenen in Brussel doen samen met de liberalen en christenen uit andere landen namelijk steeds hun uiterste best om Europese natuurbeschermingsregels af te zwakken. Dat lukt niet, want ze hebben elke keer een meerderheid tegen, dus daarvan balen ze als een stekker.
Toen zei Bleker: nou, als we dan niet van de internationale regels voor natuur afkunnen, dan schaffen we in ieder geval onze eigen nationale regels voor natuur af! Nationale parken, nationale landschappen, Ecologische Hoofd Structuur en bufferzones weg, alle verbindingszones schrappen, Staatsbosbeheer moet gebieden verkopen aan de hoogste bieders… Hele velden die al met belastinggeld waren ingericht, zijn gewoon omgeploegd met korenwolven en al. De draconische bezuinigingen van Bleker betekenden 80% minder overheidsgeld voor natuur, wat toch al de kleinste begroting van Nederland was.
In 2012 kwam aan het kabinet Rutte 1 een voortijdig einde en verdween Bleker gelukkig van het toneel. Maar de huidige staatssecretaris Martijn van Dam (en daarvoor Sharon Dijksma) blijkt toch in de geest van Bleker verder te gaan en heeft nu met die nieuwe wet de hele natuurwetgeving gewoon over de heg gegooid, richting provincies. Die mogen nu de details van de nieuwe natuurwet gaan uitwerken. In 12 verschillende smaken. Landelijke politici gaan er niet meer over. Lekker makkelijk.”
Nederland het op een na leegste land van Europa
“Het grote verschil met de oude Flora- en Fauna wet, de Boswet en de Natuurbeschermingswet, die vanaf januari volgend jaar door de nieuwe wet worden vervangen, is dat het begrip ‘heel ernstige schade’ wordt uitgebreid. Dus als wilde dieren uit categorie twee straks schade veroorzaken aan sportvelden, golfbanen of andere mensenbelangen, dan mogen deze dieren zodanig in aantallen worden gereduceerd dat er geen noemenswaardige schade meer wordt aangericht.
Helaas zit ook de das in deze minder strikt beschermde categorie twee. Samen met de ringslang, de adder, boommarter, vuursalamander en nog veel meer andere diersoorten. Ook de kuifleeuwerik zit in categorie twee, terwijl we daar nog maar 1 broedpaartje van hebben. En de eikelmuis, waarvan er nog maar 75 exemplaren in Nederland zitten. Plus de orchideeën. Omdat ze niet op de Europese lijsten staan. Een afschuwelijke gedachtenkronkel, rechtstreeks afkomstig van Henk Bleker en overgenomen door de regerende politici van nu.
Deze in ons land kwetsbare soorten komen elders in Europa nog zo royaal voor, dat Brussel strenge Europese bescherming niet noodzakelijk vindt. In veel grotere landen met een minder dicht wegennet worden dassen niet zo bedreigd als in volgepakt Nederland en dat geldt ook voor boommarters, adders en al die andere soorten. Al moet ik erbij zeggen dat dassen in Frankrijk en Duitsland nog altijd belachelijk intensief worden bejaagd, en dat er in Frankrijk zelfs nog ‘concours de déterrage des blaireaux’ worden gehouden, een traditie van middeleeuwse gruwelijkheid, waarbij één das (blind gemaakt en met uitgetrokken nagels) moet vechten tegen meerdere honden.
Europa stelt feitelijk: je moet alle zeldzame planten en dieren in je eigen land sowieso beschermen, maar je moet EXTRA je best doen voor soorten die in heel Europa bedreigd zijn. Wij hoeven ons maar voor een paar soortjes uit te sloven van Europa, want wij zijn toch al het land dat na Malta de minste biodiversiteit heeft. Ecologisch gezien zijn wij het op één na leegste land van Europa. Om je dood te schamen! Als wij nu alleen nog maar gaan beschermen wat echt moet van Brussel, dan kun je er donder op zeggen dat de rest straks ook verdwenen is of op de ‘streng beschermd’-lijst terechtkomt.”
Ambtenaren zijn onvoldoende tegengesproken
“Dus waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? Zo komen er alleen maar meer regels bij en wordt de lijst met ernstig bedreigde soorten alleen maar langer! Het wordt ook steeds duurder. Want als das en eikelmuis nu niet fatsoenlijk worden beschermd, dan kost het straks alleen maar méér geld om ze nog van de ondergang te redden. Kijk maar naar het hele project rond de korenwolf en de otter, dat kost miljoenen! Het is veel voordeliger om op tijd je best te doen voor soorten. Die hele wetgeving is gewoon een dwaling. Opgesteld door ambtenaren die niet zijn tegengesproken.
Los van dit alles: zo maak je op de bevolking natuurlijk een bespottelijke indruk. Je hebt voor miljoenen geïnvesteerd, onder meer in dassentunnels, waar ook andere dieren gretig gebruik van maken. Je hebt van alles verlangd en geëist van jagers, van boeren, van gemeentes. Allerlei dingen mochten niet doorgaan, want de das! En nu is dat beest eindelijk gered en dan gaat de overheid ineens zeggen: laat nou maar weer zitten. Als ik alleen al denk aan het aantal campingeigenaars en projectontwikkelaars dat voor miljoenen moest compenseren in aanplant van heggen en houtwallen om dassen een nieuw toevluchtsoord te geven als ze iets in het buitengebied wilden beginnen! Die mensen hebben zich echt uit de naad moeten werken, en nu is dat ineens allemaal achterhaald? Veel bouwplannen zijn teruggefloten omdat er dassen zaten. En nu zegt de overheid plotseling: oh ja, dat was een vergissing. Denk je dat ondernemers dan nog een keer te porren zijn om mee te werken als er een ander dier wordt bedreigd? Weinig kans. Het is gewoon slap beleid.
Wat er nu gaat gebeuren is het volgende: in een provincie als Friesland, waar momenteel zo’n 200 dassen leven, zeg maar bijna een plaag (haha), gaan ze straks zeuren dat het geen zin heeft om mais aan te planten of een mooi gazonnetje te hebben in het buitengebied, omdat het toch allemaal wordt opgevreten en omgewoeld door de das. Maar als wij dan vragen om ons die platgelopen maisvelden en opgerolde grasmatten te tonen, dan blijft het ineens stil. De door dassen veroorzaakte schade bleek in heel Friesland slechts achtduizend euro te bedragen; daar koop je net een tweedehands auto voor. Wij kennen trouwens genoeg dassen die binnen de bebouwde kom leven en ’s nachts hun regenwormen zoeken in gazons. Niemand weet dat ze er zijn. Maar dit soort angsthazen heeft dus straks wel de wet aan hun kant.”
Wegvangen te veel gedoe
“Er zullen meer verzoeken komen voor het wegvangen van dassen, om ze vervolgens te verhuizen naar plekken waar ze minder in de weg lopen. Dat wegvangen gaat nu heel verantwoord. Meestal wordt Das en Boom daarbij ingehuurd, en dan letten wij natuurlijk voor alles op het dierenwelzijn. We merken nu al dat er steeds vaker wordt gezegd: maar dan gaan jullie ze eerst tijdelijk opvangen in jullie opvangcentrum met logies en ontbijt, is dat wel nodig? Ja, want wij willen er zeker van zijn dat die weggevangen dieren allemaal bij dezelfde familie horen. Als we ze meteen naar hun nieuwe huis brengen en ze maken elkaar buiten het oog van de camera af, dan hebben we ze wel verhuisd, maar dan weten we niet waarom ze dood zijn. Het zijn namelijk erg territoriale dieren. Bovendien willen we alleen gezonde dassen uitzetten, dus we kijken ook of ze niet ziek zijn. Straks met die nieuwe natuurwet kunnen mensen besluiten dat wegvangen en verhuizen te veel gedoe is en dat je ze ook gewoon kunt verjagen. Uitroken. Dan wordt de dieren dus ’s ochtends de toegang tot hun heel oude burcht ontzegd en moeten ze maar zien hoe ze tussen het drukke autoverkeer door een nieuwe plek vinden om te wonen. Vergis je niet: elke dag worden er in Nederland gemiddeld 27.000 vogels, zoogdieren en amfibieën doodgereden, ruim 10 miljoen dieren per jaar…
Wij voorzien een grote stijging van het aantal doodgereden dassen als die provincies straks allemaal maar een beetje lukraak hun eigen interpretaties gaan geven aan die nieuwe natuurwet. Als mensen kwaad willen, dan kunnen ze een heel eind komen.”
Wetten horen pijn te doen
Dassen blijven in principe beschermd, maar in de nieuwe wet wordt dat wel minder dan vroeger. Elke das is een beschermd dier, zijn burcht is ook beschermd, want dat is zijn vaste rust en verblijfplaats. Als je straks dassen verstoort met boswerkzaamheden, dan zeg je gewoon dat dit niet je bedoeling was. Eerst was elke vorm van verstoring strafbaar, maar volgens de nieuwe wet alleen als je dat opzettelijk hebt gedaan. Dat is ook vaag!
Vroeger stond er niet in de wet dat een sportveld of golfbaan belangrijker was dan een das. Het was andersom. Alleen bij dringende redenen van groot openbaar belang, als er geen enkel alternatief was, dan mocht je verzoeken om de dassen te laten verhuizen. Nu moeten wij helaas bezwaar gaan maken tegen alle sportvelden en golfbanen die in Nederland worden gevestigd. Want als die er eenmaal zijn, dan moeten de dassen weg bij de minste overlast. Dus in plaats van minder procedures, zullen het er juist veel meer worden. Dat roept de overheid over zichzelf af.
Veel politici vinden dat ze hinder ondervinden van natuurbeschermingswetten. De rechtszaken die ik met mijn team heb aangespannen over korenwolven en zeggekorfslakjes zouden hebben geleid tot een negatief draagvlak onder de bevolking. De strakke Europese regels voor natuurbescherming zouden zelfs contraproductief zijn voor natuurbehoud. Daarmee zeggen ze eigenlijk dat ze er last van hebben. Nogal wiedes! Wetten hòren ook lastig te zijn voor degenen die ze graag willen overtreden. De universele rechten voor de mens zijn ook heel pijnlijk voor dictators en mensenhandelaars. Dat je geen steden mag bombarderen en mensen martelen vinden ze echt reuze lastig.
Wij moeten de natuur tegen onszelf en onze expansiedrang beschermen, dat is nu eenmaal zo. Doen we dat niet, dan ontzeggen we onze kinderen en kindskinderen een toekomst. Mensen die natuurwetgeving willen afzwakken of zelfs afschaffen, trappen daarmee de laatste hoop voor toekomstige generaties de grond in. We leven immers van wat de natuur op deze planeet voortbrengt en nergens anders van. Nou, dat raakt in rap tempo op. De enige hoop gloort nu juist in wetgeving en regels. Dat geldt voor mensenrechten, dat geldt voor discriminatie, voor slavenhandel… er waren wetten voor nodig om dat af te schaffen. Als je de natuur wilt redden, dan zullen er dus wetten moeten komen die de mens gaat voelen. Het is niet anders.
Nergens zoveel draagvlak als hier
Met dat draagvlak voor natuur in Nederland zit het trouwens echt wel goed. Sterker nog: er is op de wereld nergens zoveel draagvlak per hoofd van de bevolking voor natuur als in ons land! Daar zijn genoeg onderzoeken naar gedaan. Als je Nederlanders vraagt of er bezuinigd kan worden op de natuur dan zegt slechts 14% ja. De rest vindt dat ontoelaatbaar. Vraag je mensen wat volgens hen de grootste bedreiging is voor de toekomst van hun kinderen, dan zeggen ze: het verwoesten van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen. Hoe meer mensen zich zorgen maken over de toestand van de natuur, hoe groter de kans dat ze straks hun stemgedrag daarop aanpassen. Helaas staan de meeste verkiezingsprogramma’s standaard vol leugens. Iedereen vindt natuur en milieu zogenaamd belangrijk, maar dat wordt nooit in praktijk gebracht. Behalve bij de Partij voor de Dieren, die dan ook steeds meer mensen trekt die zich terecht zorgen maken om de natuur in Nederland. Jammer genoeg vinden veel kiezers de PvdD net iets te extreem, maar er is nog steeds geen middenpartij die zijn beloftes echt waarmaakt als het om natuur en milieu gaat.
Hoe dan ook, de nieuwe natuurwet is vanaf 1 januari volgend jaar een feit, maar zodra zaken toch fout dreigen te lopen in provinciale maatregelen en bestuur, dan zullen wij dat keihard aanvechten.”