Techno-optimisme gaat ook over eHealth

Willen we de informatiesamenleving tot een succes maken dan moeten we zorgen dat mensen meekomen

In zijn kersverse boek ‘de digitale zondvloed’ spreekt ICT-onderzoeker Brenno de Winter over techno-optimisme in de zorg. Hij noemt daarbij als voorbeeld de enorme druk die er wordt gelegd om over te gaan op een tussen zorgverleners uitwisselbaar elektronisch patiënten dossier (EPD).Terwijl er het nodige op is aan te merken zoals de schrijver onderbouwt. Naar mijn mening had hij ook zorg op afstand (eHealth) als voorbeeld kunnen aanhalen.Willen we de informatiesamenleving tot een succes maken dan moeten we zorgen dat mensen meekomen, zo stelt Brenno de Winter elders in zijn boek. Een cruciale opmerking zoals ik wil onderbouwen.

Patiënten weten vaak niet dat e-consult mogelijk is

In zijn Nieuwsbrief (augustus 2017) constateert emeritus Hoogleraar Guus Schrijvers dat het online consult aanbod stijgt, maar de vraag blijft achter. Patiënten weten vaak niet dat een e-consult mogelijk is. Guus Schrijvers baseert zich op de gegevens van de ehealth monitor, waarvan hij voorzitter is van de onderzoeksbegeleidingscommissie. Al in 2013, in de eerste editie van de eHealth-monitor, werd geadviseerd meer bekendheid te geven aan aangeboden eHealth-toepassingen. Anno 2017 lijkt hier nog steeds een taak weggelegd voor zorgverleners. Sinds 2013 ligt het percentage patiënten dat niet weet dat het mogelijk is online een vraag te stellen aan de huisarts of medisch specialist, respectievelijk rond de 60% en 70%. Daarnaast spelen oude gewoontes mogelijk een rol. Uit de eHealth-monitor 2016 bleek dat patiënten geen online afspraken maken, omdat ze gewend zijn te bellen.

Grip en begrip

Er zijn ook andere geluiden. In een juichend bericht op Twitter lezen we via  Markus Oei (KNO arts en eHealth evangelist), dat het project in Almere over de uitwisseling van zorginformatie een groot succes is. Project CHIP is een landelijk schaalbaar, regionaal project om patiënten meer grip en begrip over hun ziekte en behandeling te geven middels overzichtelijke herhaalbare, deelbare, begrijpelijke informatie. In project CHIP beheert de patiënt zelf de ontvangen informatie. Op maat gestuurd door hun zorgverlener, met respect voor privacy. Essentie van het succes van project CHIP is dat het opgezet is vanuit behoeftes bij zowel patiënten en zorgverleners. En niet vanuit techniek of een specifieke doelgroep, maar bijna alle patiënten en dokters. Met veel samenwerking. En dan blijkt dat de benodigde techniek eenvoudig kan blijven, aldus Markus Oei. In Almere begint de victorie.

Ziekenhuiszorg in de leefomgeving

Ed de Kluiver (Zwolle) stelt dat de basis van goede zorg moet zijn dat de patiënt echt aan de knoppen moet kunnen draaien. Mijn opmerking over het belang van ‘shared decision making’ vindt hij niet ver genoeg gaan. Gezegd mag worden dat in de Isala fraaie resultaten worden geboekt met innovatieve hartzorg in de thuissituatie bij een categorie patiënten waarbij je dat niet in eerste aanleg zou verwachten. Namelijk de categorie (kwetsbare) ouderen met een hartaandoening. De basisgedachte is daarbij dat een ziekenhuisopname riskant en vaak schadelijk is en gereserveerd zou dienen te worden voor ‘high-end’ geneeskunde en diagnostiek en behandeling van complexe pathologie. Houdt de opname ook kort. Delier (een veel ernstiger aandoening dan vaak wordt gedacht met restschade als cognitieve en fysieke achteruitgang), valrisico en ziekenhuisinfecties (Norovirus) liggen immers op de loer. Overtuigend is gebleken dat een episode met bijvoorbeeld acuut hartfalen in de thuissituatie adequaat en veilig is te behandelen. Gesproken wordt over ziekenhuiszorg in de leefomgeving van de patiënt. In het virtuele ziekenhuis is het de opdracht dat de patiënt daadwerkelijk centraal staat. Die kan daarbij beschikken over  face to face contact met een zorgverlener die hiervoor 24/7 beschikbaar is. Meetapparatuur als een digitale weegschaal, electrocardiogram en bloeddrukmeter zijn beschikbaar. De kennis wordt vermeerderd via interactieve e-learning. Ook de mogelijkheden van laboratoriumonderzoek thuis gaan inmiddels verder dan de meting van bloedsuiker. Het monitoren van vitale parameters via sensoren staat nog maar aan het begin.  De resultaten voor diverse subgroepen uit de cardiologische praktijk laten zien dat het ook zo werkt. Denk aan patiënten die revalideren na een hartinfarct of cardiochirurgie. Maar ook patiënten met chronisch hartfalen. Dit jaar wordt ook gestart met een mobiele acute cardiac care unit, die thuisbehandeling nog meer binnen bereik laat komen.

Positief

De conclusie moet zijn dat het beeld zeer divers is en veel bloemen bloeien. Hopelijk leren we van elkaar en betrekken we ook ‘de mensen’ erbij zodat techno-optimisme gerechtvaardigd blijkt.

https://www.ictmagazine.nl/brenno-digitale-stormvloed/

http://guusschrijvers.nl/patienten-weten-niet-dat-e-consult-mogelijk-is/

http://www.projectchip.nl/chip/chip-almere/

https://www.hcathome.com/site/over-hc-home/

 

Mijn gekozen waardering € -