De ramp met het Kleurrijk Elftal: een barrel van een kist, een incapabele crew en onverwachte mist

De DC8 was op leeftijd en vertoonde gebreken. De crew was te oud en beschikte niet over de juiste papieren. En vlak voor de landing bleek het weer (mist) een tikje anders dan voorspeld. De Wet van Murphy vloog op 7 juni 1989 mee van Amsterdam naar Paramaribo. Dat elf van de 187 inzittenden het konden navertellen, is een klein wonder.

Café De Draver, aan de Ruyschstraat 377 in Amsterdam-Oost, is midden jaren tachtig een ontmoetingsplek waar veel Surinamers samen komen. Onder hen opvallend veel voetballers en muzikanten. Ook Mohamed Rafiek ‘Sonny’ Hasnoe is een graag geziene gast in het etablissement. Hasnoe is sociaal werker en bemerkt de positieve werking die uitgaat van het voetbal op jonge Surinamers. Hun gedrag wordt beter, en ze lijken makkelijker te integreren in de Nederlandse samenleving, ziet hij.

Dat brengt hem in 1986 op een lumineus idee. Hij komt met het plan om het Kleurrijk Elftal op te richten.

Het team moet bestaan uit spelers van Surinaamse origine, vindt Sonny Hasnoe. Talentvolle spelers die als (semi-)prof hun brood verdienen met voetbal, en die in juni, als de competities toch stilliggen, met elkaar wat vriendschappelijke wedstrijden gaan spelen. Doel: plezier maken, saamhorigheid kweken, jeugd enthousiasmeren, en geld inzamelen voor goede doelen in Suriname. Dit alles onder het genot van een drankje, veel en lekker eten, en de muzikale klanken van orkest de Draver Boys.

Het wordt een groot succes: de Surinaamse gemeenschap kijkt ieder jaar reikhalzend uit naar de maand juni, naar de voetbalfeestjes rondom het Kleurrijk elftal, die veelal in en rond Amsterdam plaatsvinden. Logisch dat er na drie jaar nóg groter wordt gedroomd: waarom met dat Kleurrijk Elftal eigenlijk niet een keer afreizen naar het moederland? Naar de bron, naar de roots?

Zo gezegd, zo gedaan. In juni van 1989 zal het Kleurrijk elftal z’n voorlopige hoogtepunt beleven: het zal een voetbaltoernooi spelen in Suriname, met wedstrijden tegen Boxel, Transvaal en Robin Hood, in het gezelschap van familie en vrienden, en natuurlijk óók in het bijzijn van de Draver Boys.

*

Mei 1989. Mijn (vorig jaar overleden) collega Bert Nederlof is in zijn nopjes. Hij is uitverkoren om namens Voetbal International mee te reizen met het Kleurrijk Elftal naar Suriname. Bert vloog als verslaggever van zowel VI als Langs de Lijn tig keer de wereld over, maar Suriname is een noviteit. Daar kom je als voetbaljournalist zelden of nooit.

Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven

Maar nu dus wel. Het Kleurrijk Elftal heeft namelijk een aantal Nederlandse wereldsterren in de gelederen. Dat maakt de trip ook voor VI interessant. De Milanezen Ruud Gullit en Frank Rijkaard zijn bijvoorbeeld geselecteerd door coach Nick Stienstra. Net als de Ajacieden Bryan Roy, Aaron Winter, Stanley Menzo, Henny Meijer en Lloyd Doesburg, Feyenoorder Regi Blinker, PSV’er Gerald Vanenburg, Henk Fraser van Roda JC en Fortunees Marcel Liesdek.

Een paar weken later is Bert in mineur. Gullit en Rijkaard krijgen van AC Milan namelijk geen toestemming om mee te gaan. En ook Roy, Winter, Blinker, Vanenburg en Fraser mogen van hun clubs niet afreizen. Paul Nortan zegt af omdat hij bij de geboorte van zijn kind wil zijn. Marcel Liesdek is nog niet rond met zijn club Fortuna en heeft dus andere zaken aan zijn hoofd. Winnie Haatrecht zit nog met Heerenveen in de nacompetitie, en moet dus ook verstek laten gaan. Hij stuurt zijn broer Jerry als vervanger.

Cees van Cuilenborg, de hoofdredacteur, annuleert de trip van Nederlof, omdat de reis voor VI nu een stuk minder relevant is geworden. Nederlof baalt en moppert er vrolijk op los, maar dat doen de spelers die noodgedwongen moeten afzeggen óók. Voor hen had de reis naar hun moederland een absoluut hoogtepunt moeten worden. Overigens slaat zowel Stanley Menzo als Henny Meijer het Ajax-verbod in de wind: het duo reist hun teamgenoten op eigen gelegenheid een dag vooruit.

*

6 juni 1989. Voor de Suriprofs is het wachten geblazen op Schiphol. Aanvankelijk zou er al ’s ochtends worden vertrokken, maar het vliegtuig, een DC8-62 genoemd naar de legendarische zwemmer Anthony Nesty, die op de Olympische Spelen van Seoul namens Suriname goud had gewonnen, is nog niet gearriveerd vanuit Miami. Er zijn problemen met de brandstofmeter en met het ILS, het Instrument Landing System.

Het toestel is ook al een oud beestje. Het was in 1969 gebouwd door Braniff International Airways. In 1983 werd het geleased aan Arrow Air, dat het op zijn beurt weer leaste aan de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij SLM. In 1986 nam de SLM het toestel definitief over. Kort voor vlucht PY764 op 6 juni 1989, had het toestel trouwens nog wel een fikse onderhoudsbeurt gehad. Die grote beurt, à raison van twee miljoen Surinaamse guldens, was een rib uit ’t lijf geweest van de armlastige SLM.

Het toestel zal die dinsdag worden gevlogen door een Amerikaanse bemanning De SLM huurt z’n mensen van Air Crew International (ACI), een Amerikaans uitzendbureau voor luchtvaartpersoneel. De door de ACI geleverde mensen zouden door de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA gecertificeerd moeten zijn, maar dat blijkt – om het zachtjes uit te drukken – niet het geval.

Gezagvoerder Will Rogers heeft gelogen over zijn leeftijd. Hij zegt dat hij 60 is, maar heeft in werkelijkheid de 66 al aangetikt. Hij is bovendien geschorst.

Neem gezagvoerder Wilburt (Will) Rogers. Die heeft gelogen over zijn leeftijd. Hij zegt dat hij 60 is, terwijl hij in werkelijkheid de 66 al heeft aangetikt. Relevant, omdat gezagvoerders volgens FAA-richtlijnen niet ouder mogen zijn dan 60. Rogers mocht sowieso niet (meer) vliegen op een DC8; hij had z’n laatste examen gedaan op een tweemotorige Gulfstream. Bovendien zat hij nog een schorsing uit, vanwege meerdere incidenten. Zo was hij onder meer op de verkeerde baan was geland.

Of neem co-piloot Glyn Tobias. Hij is weliswaar pas 45, maar hij vliegt onder een valse naam, omdat hij waarschijnlijk nooit een brevet gehad voor het vliegen van een commercieel vliegtuig. Op de boordwerktuigkundige van dienst, de 65-jarige Warren Rose, valt zover bekend niets aan te merken.

*

De vertraging van vlucht PY764 loopt uiteindelijk op tot twaalf uur. Pas om vijf voor half twaalf ’s avond stijgt de Anthony Nesty op van Schiphol.

Telstar-voetballer Radjin de Haan had door die vertraging al een slecht voorgevoel, bekende hij twee jaar geleden op exprofs.nl. “Het vliegtuig leek met de hand geschilderd, zo oud zag het er uit. Ik wist dat er iets niet goed zat”, vertelde De Haan.

Ook Sigi Lens, speler bij Fortuna Sittard, heeft een slecht voorgevoel, zei hij vier jaar geleden in het AD. Lens was ’s ochtends vroeg vanuit Portugal – waar hij vakantie had gevierd – geland. Hij zou vanaf Schiphol in één keer doorvliegen. Door de urenlange vertraging had ook hij geen goed gevoel over de vlucht naar Paramaribo. “De hele dag vertraging, dat kon niet goed zijn”, zei hij in het AD. “Ik had er een slecht gevoel bij.”

Ondanks de vertraging van 12 uur is de stemming opperbest. De Draver Boys hebben hun instrumenten gepakt en beginnen in het vliegtuig met spelen.

Toch is de stemming aan boord opperbest, zegt Edu Nandlal op zijn website edufd.nl. Nandlal is een middenvelder in de marge van het betaalde voetballer. Met zijn ploeg Vitesse is hij een maand eerder kampioen geworden van de eerste divisie. De eredivisie wacht.

“Ondanks het wachten was iedereen opgetogen”, aldus Nandlal. Dat was ook Lens opgevallen. “Zet voetballers bij elkaar, en het is lachen, gieren, brullen.” Nandlal: “De Draver Boys hadden hun instrumenten gepakt en waren in het vliegtuig aan het spelen. De gehele oversteek van de oceaan verliep eigenlijk perfect.”

*

­­De vlucht Amsterdam-Paramaribo verloopt inderdaad rimpelloos. Rond vier uur in de ochtend, een half uurtje voor de landing, krijgt de bemanning het weerbericht door.

“Lichte wind, zicht 900 meter in verband met mist, 22 graden celsius”, krijgen ze te lezen.

Die mededeling verrast ze. Een eerdere weersvoorspelling had ze nog beloofd dat het zicht zes kilometer zou bedragen. En da’s problematisch, omdat het Instrument Landing System niet goed werkt en dus ook niet mag worden gebruikt.

“Legaal gezien hebben we geen ILS…”, zegt co-piloot Tobias volgens het uitgeschreven radioverkeer op aviation-safety.net.

“We moeten het gebruiken”, antwoordt gezagvoerder Rogers.

De mist is kennelijk erg plaatselijk. Op zo’n 45 kilometer van de kust ziet Nandlal door het rampje al wat kleine lichtjes in de Surinaamse jungle opdoemen. ‘We zijn er bijna’, denkt hij.

De ILS blijkt inderdaad onbetrouwbaar. Twee pogingen om een connectie te maken mislukken. Pas bij de derde keer lukt het. De informatie die het geeft – de hoek van aanvliegen – lijkt echter niet te kloppen. Tobias kan de landingsbaan in de verte namelijk zien liggen.

Runway at twelve o’clock”, zegt hij. Landingsbaan recht vooruit.

Een minuutje later, vervolgt Tobias: “Klein beetje mist in aantocht. Klein beetje, denk ik .”

Dan begint het Ground Proximity Warning System (GPWS) te loeien. “Glide slope”, zegt de GPWS. Wat zoveel wil zeggen dat er te steil/snel wordt gedaald.

Glide slope.”

“Vertel de toren dat ze de lichten van de landingsbaan feller moeten zetten”, zegt Rogers, als ze door een laaghangende wolk vliegen.

Mogen de lichten alsjeblieft wat feller, vraagt co-piloot Glyn Tobias aan de verkeerstoren.

“Mogen de lichten alsjeblieft wat feller”, vraagt Tobias aan de verkeerstoren.

Glide slope.”

Tobias: “Hoe is het nou?”

Rogers: “Zeg dat ze ze op z’n felst moeten zetten.”

“Zet ze alsjeblieft op z’n felst”, vraagt Tobias opnieuw.

Achterin het vliegtuig wordt Sigi Lens op rij 13 even wakker. “Ik deed mijn ogen open, zag de landingsbaan en deed ze weer dicht. ‘We gaan landen’, hoorde ik iemand zeggen. En een ander: ‘Maar ik zie nergens een landingsbaan’. En daarna volgde een opmerking die ik nooit meer vergeet. ‘De landingsbaan is daarboven’, zei iemand.”

“Honderd meter”, zegt co-piloot Tobias, terug in de cockpit, doelend op de hoogte.

Het GPWS-systeem is door de piloten intussen uitgezet.

Tobias: “75 meter.”

Rogers: “Probeer ‘m vlak te krijgen.”

Tobias: “Vijftig meter.”

Dan voelt boordwerktuigkundige Rose dat één van de motoren een boomtop raakt. “Haal op!”, schreeuwt hij.

“Haal op”, herhaalt Rose nog een keer. En dan: “That’s it. I’m dead.”

De rechtervleugel raakt op dat moment opnieuw een boom. Het gevolg is dat de Anthony Nesty over de kop slaat en op z’n rug in de jungle stort, met de wielen omhoog. Op het moment van de impact knakt het vliegtuig in stukken. Brand breekt uit.

Het is dan 4:27 uur lokale tijd.

*

173 van de in totaal 187 passagiers zijn vrijwel onmiddellijk dood. Drie inzittenden, onder wie Haarlem-voetballer Ortwin Linger, overlijden later in het ziekenhuis. In totaal zijn er slechts elf overlevenden. Onder hen de voetballers Sigi Lens, Edu Nandlal en Radjin de Haan. Allen hadden het ‘geluk’ dat ze op het moment van impact uit het vliegtuig werden geslingerd.

Edu Nandlal had ergens middenin het vliegtuig gezeten. “Ik had geen gordel om. Toen ze me vonden, lag ik ergens in de buurt van de cockpit.” Saillant genoeg werd hij herkend door de redder die was afgekomen op zijn hulpgeroep. “Hey Edu’, zei hij, ‘ik heb bij je in de klas gezeten’.”

Sigi Lens komt pas weer bij kennis als hij op een brancard ligt. Hij hoort mensen schreeuwen en sirenes loeien. ‘Ik moet invallen, ik moet invallen’, zegt hij. Hij probeert op te staan, maar dat gaat niet.

De schouder en een ruggewervel van Radjin de Haan zijn gebroken, maar daar heeft hij op dat moment nog geen erg in.

Radjin de Haan wordt, temidden van wrakstukken en lijken, wakker van het geschreeuw van een kind. Zijn schouder en één van zijn ruggewervels zijn gebroken, al heeft hij daar op dat moment nog geen erg in. “Ik ben gelijk met dat kind van het wrak weggelopen. Reddingswerkers hebben me opgevangen.”

Brandweerman Lucien Vriese is één van die reddingswerkers. “We zagen het vliegtuig aankomen vanuit de normale hoek”, zei hij in 2009 op parbode.com, “toen er ineens een heftige mist ontstond. Ik heb nog nooit zoiets gezien. De lichten van de Anthony Nesty zagen we, maar 55 seconden later gingen die ineens uit.”

Het gebied was één grote ravage, zag hij toen hij even later bij het moeilijk te bereiken wrak aankwam. “Overal lagen bomen, lijken en bagage. Mensen in nood konden we nauwelijks zien.”

*

Een onderzoekscommissie was onverbiddelijk en duidelijk wat betreft de schuldvraag. De schuld lag onmiskebaar lag bij de bemanning (gezagvoerder Rogers) en bij de SLM. Over Rogers zegt het rapport dat het aan zijn ‘onvoorzichtigheid’ en ‘roekeloosheid’ (sic) te wijten was dat de Anthony Nesty vliegveld Zanderij veel te laag naderde. De vliegtuigmaatschappij werd verweten dat het onzorgvuldig is geweest bij het aanstellen van de bemanning. Hun kwalificaties en papieren hadden beter moeten worden gecontroleerd.

Het foutenfestival gaat op zowel Surinaamse als Nederlandse bodem overigens nog even door. Zo wordt in het postkantoor in Amsterdam een dodenlijst opgehangen, met daarop ook de namen van mensen die helemaal niet dood zijn. Op Zanderij wordt de identificatie van de slachtoffers bemoeilijkt, doordat er ook tijdens de nasleep grove blunders worden gemaakt. Zo worden er persoonlijke bezittingen al van lichamen gescheiden, nog voor er identificatie heeft plaatsgevonden. Ook raken labels van dode lichamen zoek.

De SLM-manager kreijgt een mes in z’n zij. ‘Geef ons twee tickets per persoon, anders vermoorden we je ter plekke’. Die heb ik dus maar gegeven.

Ondertussen bezetten boze familieleden het kantoor van de SLM aan de Weteringsschans. Die eisen met overslaande stem een vlucht naar Paramaribo, om daar te kunnen helpen bij de afwikkeling van de ramp. Robbi Lachmising, manager bij de SLM, wordt zelfs bedreigd. “Ik werd de keuken ingeduwd door twee heren”, zei hij tegen de Parbode. “Ze zetten een mes in m’n zij. ‘Geef ons twee tickets per persoon, anders vermoorden we je ter plekke.’ Ik heb ze die tickets gegeven, wat kon ik anders?”

Uiteindelijk vertrekt er een vlucht vol nabestaanden naae Suriname. Maar ook daarbij gaat het één en ander mis door misbruik. Zo komen er tickets, die worden afgehaald door mensen met dezelfde achternaam, in de verkeerde handen terecht.

De herdenkingsdienst, die een paar dagen na de ramp in de Amsterdamse RAI wordt gehouden, verloopt wel gladjes. Het congrescentrum zit bomvol. Het leed is voelbaar, vooral als een snikkende Ruud Gullit, met naast hem een huilende Frank Rijkaard, het woord neemt.

“Waarom…? Waarom?”, vraag Gullit zich af. En dan, tegen hun beider jeugdvriend Jerry Haatrecht: “Ik zou willen zeggen… Jerry, als je me nu kan horen… We houden van je.”

*

Geloof het of niet, maar Radjin de Haan staat zes maanden na het ongeluk al weer op het veld. Hij speelt zelfs nog even betaald voetbal, al haalt hij nooit meer z’n oude niveau. Hij wordt trainer, onder meer in Libië.

Radjin de Haan haalt zelfs nog weer het betaald voetbal, maar bereikt nooit meer z’n oude niveau.

Sigi Lens kaan het voetbal na zijn herstel vergeten, maar blijft wél in de voetballerij werkzaam. Hij richt het bedrijf Pro Athlete op, en wordt na de ramp een succesvol spelersmakelaar.

Edu Nandlal breekt z’n rug en moet veertien maanden revalideren. Hij zal nooit meer lopen, wordt hem verteld. Hij is nog steeds een beetje mank, maar lopen kán hij weer. Hij begint een glazenwassersbedrijf, al gaat hem dat in de loop der jaren dat steeds moeilijker af, omdat zijn eeuwige pijn maar niet verdwijnt

“Ieder jaar op 7 juni”, zegt hij op z’n website, “denk ik aan de mensen die toen stierven. Niet alleen aan de voetballers. Aan alle mensen.”

Sonny Hasnoe verloor in totaal zeventig vrienden en bekenden – die hij kende vanuit café De Draver – bij de SLM-ramp. Hij kwam de klap van ongeluk bij Zanderij eigenlijk nooit te boven, bekende hij in een interview met De Volkskrant in 1997. Drie jaar eerder was hij om – onder andere – die reden teruggekeerd naar Suriname. Begin 2018 overleed hij. Bij zijn overlijden werd Hasnoe ‘één der iconen van de Surinaamse voetbalhistorie’ genoemd. •

 

15 Kleurrijke spelers die het leven lieten bij Zanderij

Bij de vliegramp op zanderij kwamen 176 mensen om het leven. Onder hen deze veertien voetballers van het Kleurrijk elftal.

Rudy Degenaar.

Robuuste verdediger van Heracles. Zoon van oud-prof Dolf Degenaar. Ook Degenaars vriendin kwam bij de ramp om het leven.

Wendel Fräser.

Pingeldoos die de jeugdopleiding bij Feyenoord doorliep, maar niet doorbrak. Pakte de draad daarna op bij RBC en SVV.

Lloyd Doesburg.

Bijgenaamd ‘De Kat’. Verrichtte reddingen bij Vitesse en Excelsior. Was ten tijde van de ramp tweede keus achter Stanley Menzo bij Ajax.

Frits Goodings.

Verdediger van FC Wageningen, die eigenlijk op vakantie naar Amerika zou. Omdat ie net op tijd fit was, werd ’t toch het Kleurrijk elftal.

Steve van Dorpel.

‘Parel van de Bijlmer’ die als spits z’n brood verdiende bij de wijdbroeken van Volendam.

Andy Scharmin.

Evenals Erik ten Hag, die maar een paar jaar jonger is, de trots van Haaksbergen. Kon ook met Jong Oranje naar Toulon, maar koos voor z’n moeder en Suriname.

Florian Vijent.

Geblokte Telstar-keeper, die was uitgeroepen tot beste doelman van de eerste divisie. Vriendjes met Menzo.

Jerry Haatrecht.

Balboa Pleinmaatje van Gullit en Rijkaard. Mocht de plaats innemen van broer Winnie, die nog nacompetitie moest spelen.

Andro Knel.

Goedlachse linksback van NAC en Sparta. Geliefd bij de fans, die jaarlijks om de Andro Knel Bokaal voetballen.

Virgall Joemankhan.

Levensgenieter en uiterst talentvolle middenvelder, die het bij Ajax net niet redde. Raakte bij Cercle Brugge bevriend met Tommy Krommendijk, die óók al vroeg overleed.

Rubel Kogeldans.

Was via VVV bij Willem II terecht gekomen. Verdediger was op het laatste moment bij de selectie gekomen.

Elfried Veldman.

Watervlugge rechtsbuiten, die opgroeide op de bijvelden van De Meer. Speelde bij De Graafschap. Ook broer John werd prof.

Ortwin Linger.

Rechtback bij Haarlem onder Dick Advocaat, die hem nog bijna had meegenomen naar SVV. Overleed drie dagen na de ramp.

Fred Patrick.

Puike spelverdeler bij eerst AZ en vervolgens PEC Zwolle. Kon naar verluidt bijzonder kostelijk Stevie Wonder nadoen. •

 

Bronnen:

YouTube. NOS. Exprofs. AD. FamilieNieuws. Aviation-safety.net (1). Aviation-safety.net (2). Parbode. Justia.com. Edufd.nl. Volkskrant.

Mijn gekozen waardering € -

De interesses van Geert Jan Darwinkel zijn legio. Van (Amerikaanse) sport, tot film, human interest, lifestyle, muziek en reizen. GJ is old skool, maar toch reuze bij de tijd.