50 shades of Orange – 20

In de aanloop van de troonswisseling publiceert Mariëtta Nollen elke dag een passage uit haar roman 'Ik, Beatrix'. Nu: Amalia.

Amalia was graag alleen. Dat was Beatrix al vaker opgevallen. Een lastige eigenschap als je bedacht dat je als koningin nooit alleen kon zijn. Of juist een prima eigenschap als je bedacht hoe eenzaam die onvermijdelijke toekomst ook was.

Haar kleindochter was in de tuin. Zonder de anderen. Ze had dopjes in haar oren en danste op muziek die alleen zij kon horen. Ze danste opvallend goed voor een kind van zes. Met draaiende heupen en elegant gebogen handjes in de lucht. Was het de balletles waar ze wekelijks naartoe ging? Of waren dit Zuid-Amerikaanse invloeden? Dat moest haast wel. Haar zonen waren altijd horkerig geweest.

Ze kon dit soort dingen bedenken en tegelijkertijd een telefoongesprek voeren.

‘Heeft u een prettige vakantie?’ vroeg ze aan Balkenende.

‘Ik ben alweer terug,’ zei Balkenende na een lichte aarzeling. Hij had haar niet gebeld voor de gezelligheid, dat wist zij ook wel. En, hoewel ze zelf helemaal niet van small talk hield, kon ze het niet laten hem op te houden.

‘Waar bent u geweest?’ vroeg ze.

Weer die aarzeling.

‘In Zeeland,’ zei hij.

‘Aha! U bent in Nederland gebleven? Wat goed van u. En hoe was dat?’ Haar ogen dansten mee met het meisje in de tuin. 

'Ik, Beatrix' van Mariëtta Nollen als e-book bestellen? Zie hier voor meer informatie.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie