50 tinten grijs bij dieren

De keiharde realiteit van ruige dierenseks. Lees en huiver, maar onthoud: probeer dit vooral niet thuis!

Denk vooral niet dat mensen uniek zijn met rollenspelletjes rond de thema’s macht en overgave. Zo zijn liefdesbeten aan de orde van de dag in de dierenwereld: parende katers, leeuwen, marters en mangoesten bijten hun geliefde hartstochtelijk in haar nek, soms zelfs tot bloedens toe. Daar komt nog bij dat mannelijke katachtigen een penis met stekels hebben, die de binnekant van de vagina ‘harken’ om zo de ovulatie van het vrouwtjesdier meteen op gang te brengen.

Andere dieren maken gebruik van handboeien tijdens de seks, alleen niet om hun uitgebluste seksleven weer nieuw leven in te blazen. Een aanschouwelijk voorbeeld daarvan zijn de libellen en waterjuffers. Voor de goede orde: waterjuffers zijn klein en slank en vouwen in rust hun vleugels samen, libellen zijn groter en houden hun vleugels altijd gespreid. En zeg nooit libelles, want dan heb je het over damesbladen.

Helemaal aan het eind van zijn lange achterlijf zitten de testikels van de mannetjeslibel. Zijn penis zit veel meer naar voren, pal achter zijn achterpoten (nee, dat is helemaal niet raar: er bestaat ook een vis met een penis aan zijn keel). Voordat hij een vrouwtje kiest, maakt het mannetje eerst in alle rust zijn voortplantingsgerei klaar voor gebruik: met zijn pootjes vist hij een portie sperma uit zijn eigen testikels, en stopt dat vervolgens zorgvuldig in een speciale holle ruimte aan de basis van zijn penis.

Een speciale tang aan zijn achterlijf

Eenmaal gevechtsklaar, gaat hij meteen op zoek naar een vrouwtje, dat hij het liefst in volle vlucht bij de nek grijpt met een speciale tang aan zijn achterlijf. Dat gaat er bepaald niet zachtzinnig aan toe: soms bijt hij daarbij zelfs hard in haar vleugels. Biologen die libellen bestuderen, vangen vaak vrouwtjes met zwarte vlekken op hun grote facetogen. Dat zijn verwondingen, veroorzaakt door hitsige mannetjes.

Mannetje libel laat niet los voordat hij zijn sperma heeft geloosd en zij de eieren heeft gelegd. Dat weet het vrouwtje ook wel, dus nadat ze een tijdje met zo’n vasthoudend type in haar nek heeft rondgevlogen, buigt ze uiteindelijk deemoedig haar achterlijf naar voren om haar vagina in contact te brengen met zijn penis, waarna ze het spermapakketje in ontvangst neemt en meteen daarna de eieren legt.

Zielig? Ach, libellen leven al zo’n 300 miljoen jaar op aarde, dus ga er maar vanuit dat ze alle tijd hebben gehad om uit te knobbelen wat voor hen werkt en wat niet. Het schijnt dat de mannetjes hun sperma eerst op de grond neerlegden, waarna de vrouwtjes het zaad zelf op hun gemak in hun eigen lichaam konden stoppen. Maar in de praktijk pakte dat toch ongunstig uit voor de heren, aangezien de vrouwtjes vaak zowel de man als zijn zaad opaten. Ook al ziet die ijzeren houdgreep van het libellenrad er nog zo romantisch uit – parende libellen vliegen rond in de vorm van een hartje – de realiteit is dus toch wat grimmiger.

Zes uur lang glibberig voorspel

Waarom moet dat nou allemaal zo bruut, vraag je je misschien af. Omdat de mannen anders hun zaak niet zeker zijn. Veel vrouwtjesdieren paren namelijk met meerdere mannetjes. Ze slaan al dit sperma op in hun lichaam en kiezen zelf met wiens zaad ze hun eieren bevruchten. Dat is iets te veel keuzevrijheid voor de dames, vinden de mannen. Daarom verwijderen veel mannetjesdieren met hun penis ook meteen het sperma van voorgaande minnaars en soms brengen ze bij wijze van kuisheidsgordel zelfs een soort buttplug aan in de geslachtsopening van het vrouwtje, zodat andere mannetjes er niet meer bij kunnen.

Degene die het eerst zijn kalkpijl in de ander weet te boren, mag het mannetje zijn

Maar het kan nog veel gekker. Zo doen slakken wel zes uur lang aan glibberig voorspel, waarna ze een liefdespijltje van kalk in de buik van hun geliefde steken. Pas na deze beslissende dolkstoot wordt er gepaard. Sexy slakken die al meerdere keren op deze manier zijn geharpoeneerd, gaan beduidend vroeger dood. Toch is die pijl belangrijk. Aangezien vrijwel alle slakken hermafrodiet zijn, is het voor hen belangrijk om te bepalen of ze tijdens een vrijpartij de man of de vrouw zijn. Degene die het eerst zijn kalkpijl in de ander weet te boren, mag het mannetje zijn. De pijltjes zijn namelijk bekleed met een bepaald hormoon, dat er – heel simpel gezegd – voor zorgt dat de penis van de ander inactief wordt, en zijn/haar vagina juist actief, klaar voor het verwelkomen van andermans sperma.

Ook de zeeslak Chromodoris reticulata is een hermafrodiet, maar hij werpt na de paring zijn penis weg (inderdaad, als in: er af en weg), om vervolgens binnen 24 uur weer een nieuwe te laten groeien, waarna hij klaar is voor een volgende vrijpartij.

Gewelddadige penetraties in jouw bed

En dan bestaat er in de dierenwereld nog een fenomeen dat door biologen zonder blikken of blozen ‘traumatische penetratie’ wordt genoemd. Zo leeft er in Israël een spin met de veelzeggende wetenschappelijke naam Harpactea sadistica, waarvan de mannetjes het onderlijf van het vrouwtje doorboren met een soort holle naalden, waarmee ze hun sperma rechtstreeks in de eileiders van het vrouwtje spuiten. Na de seks hebben de vrouwtjes aan beide zijden van hun achterlichaam acht gaten.

Ook mannelijke bedwantsen boren lukraak een gat ergens achterin een vrouw, en spuiten zo het sperma naar binnen. Dit kan nooit bevorderlijk zijn voor de gezondheid van vrouwtje bedwants: met zo’n onhandig kapot achterlijf liggen infecties op de loer… Althans, dat dachten we voordat wetenschappers de beschikking kregen over geavanceerde laser-microscopen. Dankzij voortschrijdende technologie konden biologen voor het eerst vaststellen dat het achterlijf van vrouwtje bedwants een rubberachtige substantie bevat, waarmee de door het mannetje geboorde gaten weer snel worden dichtgemaakt. Het is dus allemaal minder erg dan het lijkt.

Maar toch, ze doen hun gewelddadige penetraties wel in jouw bed, bij voorkeur als jij er gezellig bij ligt met je opwekkende lichaamswarmte!

Mijn gekozen waardering € -

Journaliste met een zwak voor de natuur EN de menselijke natuur. Werkt(e) onder meer voor natuurmagazine Roots, Wereld Natuur Fonds, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en is mede-auteur van zeven boeken over de natuur.