6 nieuwe stromingen in de journalistiek

Journalisten moeten positief doen. Naar oplossingen zoeken. Actie voeren. De lezer meeslepen in verhalen die leiden tot begrip en zelfs innerlijke kracht. Of juist omgekeerd, alleen maar overzicht verschaffen of structureren. Petra ter Doest inventariseert nieuwe stromingen in een vakgebied dat op zijn kop staat.

Windesheim bekeerde zich onlangs tot de constructieve journalistiek. De nieuwe Deense docente Cathrine Gyldensted die net in Zwolle bij de opleiding journalistiek is aangesteld, is een pionier binnen deze stroming. ‘Haar aanstelling past binnen de nadrukkelijke keuze van de opleiding om constructieve oplossingsgerichte journalistiek tot één van de speerpunten te maken.’

De drang tot vernieuwing in de journalistiek heeft tot wel meer nieuwe stromingen geleid. Naast de constructieve, ook wel oplossingsgerichte journalistiek, zijn te ontdekken: de positieve journalistiek, de gestructureerde journalistiek, de activistische journalistiek, de burgerjournalistiek en de curerende journalistiek. De labels suggereren dat de stromingen goed uit elkaar te houden zijn, maar in de praktijk lopen ze in elkaar over. Daarnaast doen ze ook nog eens denken aan oude bekenden zoals de civic journalism en new journalism. Overzichtelijk is de situatie allesbehalve, vandaar mijn poging ordening aan te brengen.

Wat de nieuwe stromingen kenmerkt, is dat de inspiratie van buiten komt. Vanuit de marketing, de psychologie en uit de activistische hoek. En ze zijn aangejaagd door de nieuwe productie- en distributiemogelijkheden die de journalistiek op zijn kop hebben gezet. De lezers gaan hun eigen weg en iedereen kan opeens journalistieke taken vervullen. Dit zijn de belangrijkste oorzaken voor al die herbezinning.

Positieve journalistiek
Eerst maar de positieve journalistiek. Want die is het makkelijkst te begrijpen, althans op het eerste gezicht. Op de radio wordt bij ‘SublimeFM’ de jazzy-funky muziek op het halve uur onderbroken door het ‘Nieuws van de Vooruitgang’ met ‘inspirerende, internationale berichten over innovatie, maatschappelijke ontwikkelingen en de economie.’ ‘De luisteraars zijn hoogopgeleide, zakelijke beslissers,’ aldus de zender, ‘die in hun werk op zoek zijn naar vooruitgang.’

Grappig zo’n feelgood kanaaltje, denk je? Lees dan wat Karel Smouter van de serieuze De Correspondent schrijft: ‘Omdat journalistiek naast kritisch ook lyrisch moet durven zijn. Steeds meer journalisten – ook wij bij De Correspondent – zijn daarmee aan het experimenteren.’ Erik van Gruijthuijsen, directeur journalistiek van De Persgroep, voert al maanden in- en extern campagne om zijn regionale kranten op te vrolijken. ‘Regionale dagbladen moeten veel meer de volheid van het leven pakken en dus ook schrijven over de dingen die goed gaan.’ En: ‘Journalisten zijn zure zeikerds. Dat straalden de kranten ook uit.’

Positiviteit is een doel op zichzelf, lezers winnen en verleiden tot het delen van informatie door ze een goed gevoel te geven. Time verwees al eens naar het jaloersmakende succes van sites als Buzzfeed en Upworthy die illustreren ‘dat het web smacht naar positiviteit.’ De Huffington Post heeft de sectie ‘Good News’ en Elsevier Juist brengt vanuit een positieve levensvisie inspirerende en grenzeloze verhalen.’ Er is ook een Britse nieuwswebsite die letterlijk ‘Positive News’ heet. Met als subtitel: ‘Inspiratie voor verandering.’ Oprichter Seán Dagan Wood: ‘We kiezen een oplossingsgericht perspectief voor de uitdagingen waarvoor onze maatschappij staat.’ Aha, oplossingsgericht? We zijn hier in feite al overgestoken naar de volgende stroming.

Constructieve journalistiek
Volgens Gyldensted draait ‘positieve journalistiek’ vooral om het verbeteren van de stemming van de lezers maar constructieve journalisten hebben dezelfde ambities als hun traditionele collega’s. Ze willen net als gewone journalisten belangrijke informatie ontsluiten, de machthebbers verantwoordelijk houden en het publiek op de hoogte brengen van mogelijke gevaren. Maar hierbij zijn ze gericht op oplossingen, in plaats van enkel op wat er misgaat.

Voor een constructief interview kun je bijvoorbeeld terecht bij de positieve psychologie. Gyldensted: ‘We verbeteren onze interviewtechnieken door wel de gebruikelijke vragen te stellen naar mogelijke corruptie en slecht management, maar we vragen onze geïnterviewden ook naar wat goed gaat, want dat bevordert samenwerking en verlegt de focus naar oplossingen. Het gaat om het inruilen van kritisch zijn met een negatieve instelling voor kritisch zijn vanuit een positieve instelling.’

Gyldensted was ook op bezoek bij De Correspondent. Rob Wijnberg: ‘Bij De Correspondent bedrijven we graag journalistiek die vérder gaat dan het beschrijven van de wereld. Journalistiek mag ook de wereld proberen te veranderen.’ Want, zoals hij zegt:  ‘Niet in de laatste plaats omdat journalistiek bedrijven sowieso een vorm van politiek bedrijven is. De onderwerpen die je als journalist belangrijk vindt, de insteek die je kiest, de woorden die je gebruikt, de experts die je aan het woord laat: journalistiek is nooit neutraal.’

In de VS is David Bornstein voorman van de ‘oplossingsgerichte journalistiek’, hij is ook co-founder van de Solutions Journalism Network. ‘Het is niet genoeg om een waakhond te zijn als je bewustzijn en verontwaardiging wilt mobiliseren,’ zegt hij. ‘We moeten met kracht ideeën en modellen onder de aandacht brengen die tot goede resultaten leiden bij onze meest klemmende problemen.’

Onder de titel de ‘Engaging News Project’ is in samenwerking met Universiteit van Texas onderzoek gedaan naar de effecten van oplossingsgerichte journalistiek op lezers. Hieruit blijkt dat: ‘Lezers die oplossingen onder ogen krijgen, behoefte hebben om meer hierover te lezen en op zoek te gaan naar meer oplossingsgerichte artikelen van dezelfde organisatie. Ze voelen zich ook optimistischer.’ Gyldensted citeert soortgelijk onderzoek door de Warton Business School in Pennsylvania: ’Artikelen die verdrietig maken, worden minder snel gedeeld en positieve artikelen waarvan lezers onder de indruk zijn, worden vaker gedeeld.

Constructieve journalistiek is vaak gebonden aan een thema zoals The Education Project van de Seattle Times waarbij journalisten de gebruikelijke deprimerende verhalen over wat er allemaal misgaat in het Amerikaanse onderwijs vermijden en op zoek gaan naar voorbeelden die ‘ouders, leerlingen en docenten verbinden om samen innovatieve wegen in te slaan.’ The Manhattan Project van Bill Keller, voorheen hoofdredacteur van de New York Times, wil urgentie creëren rondom de misstanden in het Amerikaanse strafrechtsysteem. Het Nederlandse tijdschrift Ode, gericht op duurzaamheid, is natuurlijk ook een voorloper die in deze categorie past. Het heet tegenwoordig The Optimist en wordt vanuit San Francisco 4 x per jaar gemaakt door Jurriaan Kamp en richt zich nu op het ‘overbruggen van de problemen van vandaag en de oplossingen van morgen.’

Een interessante variant op de constructieve journalistiek komt van Mallary Jean Tenore, managing director van ‘ivoh’, een organisatie die media wil gebruiken voor het ‘verbinden van gemeenschappen’. Tenore bepleit het gebruik van de ‘Restorative Narrative’, bijvoorbeeld na de aanslagen in Parijs. ‘De kern is om je bronnen te blijven volgen. Ze niet in de steek te laten als de aanslagen uit het collectief bewustzijn verdwijnen, maar juist terug te gaan en te zien of ze zich er doorheen slaan, en hoe ze dat doen.’ Journalistiek als heler en genezer dus.

Activistische journalistiek
Het aanwijzen van de scheidslijn tussen constructieve en de activistische journalistiek is lastig. Het is maar een klein stapje verder. De Correspondent wijst op de campagne ‘Keep it in the ground’ van The Guardian die de twee grootste liefdadigheidsfondsen ter wereld oproept niet langer te investeren in fossiele brandstoffen. Zulk activisme doet ook denken aan de actiekrant die Sjuul Paradijs met de Telegraaf voor ogen had. Wijnberg vindt dat er niets mis is met activistische journalistiek.’ Wel is het van belang de motieven duidelijk te maken. En, nog belangrijker: de journalist in kwestie moet bereid zijn die motieven te herzien als er nieuwe feiten aan het licht komen die daar aanleiding toe geven. Journalistiek activisme gedijt alleen als dat gepaard gaat met een open blik.‘ De Correspondent wil daarom ook niet met één stem spreken en heeft dus ook geen hoofdredactioneel commentaar.

Zoals er journalisten zijn die de activistische rol niet schuwen, zijn er activisten die de journalistieke rol opzoeken. Zo is er OneWorld, uitgegeven door NCDO, de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. Oneworld is voor veel freelance journalisten een serieuze en respectabele titel waarvoor ze graag schrijven. Dat geldt in de VS ook voor Fusion, een nieuwsservice voor meer diversiteit: ‘We streven een jong, divers Amerika na waarin niemand wordt uitgesloten.’ De oprichter van WorldsBestNews Thomas Havn zegt op zijn website: ‘Decennia van negatieve communicatie over honger en hopeloosheid in de ontwikkelende landen hebben geresulteerd in een algemene veronderstelling dat de strijd tegen armoede niet werkt. We hebben een nieuwe narrative nodig.’

Branchevervaging tussen modern activisme en moderne journalistiek treedt ook op bij Witness, een internationale mensenrechten organisatie die video gebruikt om misstanden vast te leggen. Witness ontstond na de gewelddadige arrestatie van Rodney King door de politie van Los Angeles in 1991, die werd gefilmd door een ooggetuige. De beelden die via televisie werden verspreid, vormden een keerpunt in het Amerikaanse debat over discriminatie. Witness-directeur Yvette Alberdingk Thym schrijft op de website Huffington Post: ‘Video kan het onmogelijk maken om het verhaal te ontkennen, kan een rechter overtuigen of wetgevers aanzetten tot het maken van wetten die slachtoffers van mishandeling beschermen.’ Om dit voor elkaar te krijgen, helpt Witness gewone burgers van Ferguson tot Raqqa en Ouagadougou om hun ervaringen en verhalen op video vast te leggen en op een veilige manier het land uit te brengen. Witness leidt dus burgerjournalisten op.

Burgerjournalistiek
Activistische en burgerjournalistiek hebben ook de nodige raakvlakken. Burgers komen in actie als ze geraakt zijn door iets of voor zichzelf willen opkomen. Die nieuwe hulptroepen voegen in ieder geval waarde toe op plekken waar verslaggeving hard nodig is en waar de professionele journalisten zelf niet kunnen of niet willen verschijnen. Een voorbeeld hiervan is een project van Witness in de favela’s van Rio waarover de New York Times berichtte onder de kop: ‘The Media Doesn’t Care What Happens Here’. Ergens diep in de favela Alemão waar dagelijks mensen omkomen door kogels die zijn afgevuurd door misdadigers dan wel politie, opereert het Coletivo Papo Reto: ‘Geen kranten- of televisiejournalisten wilden een voet zetten in Alemão dus namen ze (Ptd: de burgers) zelf de taak op zich om te berichten over wat er gebeurde in Alemão.’

Waar de journalisten ook niet of nauwelijks komen is oorlogsgebied, zoals in Syrië. Informatie over wat er op de grond gebeurt, komt van politieke activisten zoals Rami Jarrah, een Syrische zakenman die zijn eigen nieuwsdienst ANA Press heeft opgezet. Wie ook goed is ingevoerd is een 17-jarige jongen uit Buitenveldert, Thomas van Linge. Hij is al jaren gefascineerd door de oorlogen in het Midden Oosten en maakt kaarten aan de hand van alles wat hij op internet vindt, die gretig worden bestudeerd door inlichtingendiensten en journalisten.

Hoewel stukken minder dramatisch heeft ook het relatief goed georganiseerde Nederland steeds meer plekken waar journalisten niet of nauwelijks komen en burgerjournalisten nodig zijn. Dat is in de regio waar in veel gemeenten onderhand zo weinig journalisten rondlopen dat er grote zorgen zijn over de democratische controle. Dat is uit geldgebrek. Samenwerking met burgers die zich zorgen maken over het een of ander is een oplossing. Maurits Kreijveld en Chris Aalberts schrijven in de ‘Sociale media almanak voor gemeenten 2015’: ‘Een lokaal platform kan daarnaast een logische plaats worden voor burgerjournalistiek op lokaal niveau. Burgers die verslag doen van gebeurtenissen binnen en buiten de politiek.’

Maar burgerjournalistiek is niet alleen relevant omdat het ‘gratis arbeid’ oplevert. De stroming is bovenal van belang omdat het journalistieke publiek niet langer is wat het is ooit is geweest. Jay Rosen, hoogleraar aan New York University, deed er in 2008 al niet moeilijk over: ‘Burgerjournalistiek is wanneer de mensen die voorheen ‘het publiek’ heten, het gereedschap van de pers dat ze in handen hebben gekregen, gebruiken om elkaar te informeren.’ 

Curerende journalistiek
De inspiratie voor de gedachte dat journalisten zich moeten toeleggen op content curation kwam ook van buiten het vak. Marketing strateeg Rohit Bhargava schreef in 2009 al een manifest dat opriep tot een nieuw soort informatiemanager. ‘Om de honger te bevredigen van mensen naar goede content over elk denkbaar onderwerp moet er een nieuw soort individu komen die online werkt. Iemand wiens baan het is om niet nog meer content te creëren maar om betekenis te geven aan de content die anderen creëren.’

Aanhangers van deze stroming die door journalisten is omarmd, leggen de nadruk op het verzamelen en ordenen van informatie met het doel om overzicht te scheppen. Ofwel het omzetten van ‘chaos in orde’ aldus Federico Guerrini, auteur van het boek ‘Newsroom curators and independent storytellers.’ Sommige verhalen laten zich beter cureren dan andere. ‘Dit is typisch het geval met natuurlijke rampen – stormen, aardbevingen, tsunamis en dergelijke – waarbij de verwoesting, samen met het werk van de hulpverleners en de slachtoffers, indien aanwezig, grondig online gedocumenteerd zijn.’ Ook wijst Guerrini op het belang van curatie van verslaggeving in gebieden waar geen journalisten zijn, bijvoorbeeld omdat er oorlog wordt gevoerd. De acitviteiten van de burgerjournalisten vragen zeker ook om curatie. Websites als Global Voices, Crowdvoice, Eyewitness Mediahub en Storyful (inmiddels van News Corp) leggen zich toe op het cureren van belangrijke informatie die online wordt gezet door burgers. Curatie is ook nodig van User Generated Content, dus bijvoorbeeld van scheldtirades van lezers op een website, waar redacties nu vaak mee worstelen, zegt Ezra Eeman innovatiespecialist bij de VRT.

Content curatie is meer dan zomaar een nieuwe taak voor de journalistiek. Freelance journalist Josh Sterner ziet de content curator als ‘een betrouwbare menselijke editor die helpt om alle informatie te sorteren en die net zo noodzakelijk is geworden als degene die het oorspronkelijke verslag deed.’ En Javier Guallar, hoogleraar aan de universiteit van Barcelona schrijft: ‘Content curatie en creatie verschijnen als de nieuwe dualiteit van competenties en vaardigheden waarover journalistieke professionals (en journalistieke documentalisten) moeten beschikken.”

Er is ook één wezenlijk verschil tussen deze stroming en de voorafgaande stromingen: De dienstbaarheid en het geen eigen stem laten horen, maken de content curator tot een fundamenteel andere personage dan de constructieve of de activistische journalist die nadrukkelijk zijn eigen boodschap wil uitzenden.

Gestructureerde journalistiek
De gestructureerde journalistiek trekt de gedachte dat je journalistieke informatie op verschillende manieren kunt ordenen verder door. Reg Chua, innovatiespecialist van Thomson Reuters, wordt gedreven door de wens om de duurzaamheid van journalistieke informatie te verlengen. Al was het maar om de business overeind te houden. ‘We moeten meer bestendige content creëren, niet die video die goed is voor één dag maar eentje die nog maandenlang bekeken zal worden. Kunnen goede artikelen nog weken en jaren nadat ze geschreven zijn, gelezen worden? Ja natuurlijk kunnen ze dat.’ De oplossing zit in een nieuwe manier van teksten schrijven. In plaats van het schrijven van hele artikelen, coderen en taggen journalisten brokjes informatie zodat ze op allerlei manieren gerangschikt kunnen worden. Een voorbeeld is de mobile-first app Circa die eerder dit jaar ter ziele ging. Op de website van Structured Stories zijn vooorbeelden te zien van andere experimenten. Bezoekers die een onderwerp kiezen, kunnen zelf bepalen hoe ze dit willen lezen: als artikel, als bulletpoints, als timeline, in beelden of op een kaart. Verschillende nieuwsdiensten experimenteren hiermee zoals de Washington Post en de Boston Globe.

Hoewel pril en broos, is de gestructureerde journalistiek in technisch opzicht een fascinerende stroming. Met opnieuw een dienstbare rol voor de journalist die niet bezig is om zelf te schitteren maar om informatie zo aan te bieden dat lezers er van alles mee kunnen.

6 stromingen
Alles opgeteld kom ik tot zes stromingen van geestverwanten die bezig zijn het grotere doel van de journalistiek opnieuw te definiëren. Ik heb allerlei andere begrippen wel overwogen maar uiteindelijk niet opgenomen omdat ik ze niet zie als aparte stroming, zoals daar zijn: Brandjournalism, storytelling, datajournalism en crowdsponsored journalism en etnografische journalistiek (denk Joris Luyendijk). Vind je dat één daarvan toch in dit overzicht hoort? Mis je een andere stroming? Ben je het niet eens met de indeling? Of heb je andere op- of aanmerkingen? Ik hoor ze graag. Mail naar: petra@petraterdoest.

Andere artikelen van Petra ter Doest over journalistiek
Maakt Silicon Valley de journalistiek overbodig?
De grote Why van de journalistiek
5 oplossingen voor de regionale journalistiek (en 3 oorzaken) 

Mijn gekozen waardering € -

Petra ter Doest is gefascineerd door hoe publiceren verandert. Opeens 'moet' iedereen het, tegelijkertijd heeft niet iedereen de vaardigheden die zij als journalist heeft. Dus traint ze en helpt ze mensen daarbij. En de journalisten dan? Die moeten op zoek naar nieuwe toegevoegde waarde. Ook dat is een spannend proces.