We geven eindeloos betekenis aan een continu veranderende wereld en zien daarom soms door de bomen het bos soms niet meer. Ik sprak met cultureel antropoloog André Droogers die een praktische zingevingsgids schreef om de moderne mens op weg te helpen.
De politieke kieswijzers zijn nog niet uit beeld of er duikt nieuw gereedschap op om de Nederlander door een woud van mogelijkheden te loodsen. Iedereen die zijn levensbeschouwing wil duiden kan zich nu een weg banen door de Kieswijzer levensbeschouwing. Aan de hand van stellingen als ‘de mens is maar een stipje in het heelal’ of ‘de mens is uniek in het heelal en daarom groots’ bepaalt de lezer zijn levensvisie. Auteur en emeritus hoogleraar culturele antropologie André Droogers maakte er een compact boek van. Met onder meer levensstijlen, wereldbeelden en het zelf als thema. Droogers publiceerde eerder Zingeving als spel, waarin hij waarschuwt voor verstarring in georganiseerde levensbeschouwing zoals godsdiensten wanneer macht de overhand krijgt.
Hebben we een levensbeschouwing nodig?
“De globalisering en onttakeling van de zuilen veranderden het Nederlandse levensbeschouwelijke landschap. Religies als de islam verschenen op het toneel. Extra reden om te bedenken waar je zelf staat en hoe je daarmee omgaat. Hoe verhouden we ons tot andere inzichten en visies? Zeker wanneer een levensbeschouwing aanleiding geeft tot conflict is dat zinnig, als we tenminste hechten aan een coherente samenleving. Daarnaast heeft de individualisering ons meer keuzevrijheid gebracht. Dat klinkt positief, maar mensen worden overstelpt met mogelijkheden. De media, de nieuwe leveranciers van betekenisgeving, spelen daarin een grote rol. Tijdschriften als Happinez komen iedere maand met een ander aanbod.
We hebben overigens allemaal een levensbeschouwing, alleen niet altijd expliciet. Soms speelt ze pas op bij belangrijke dilemma’s of wanneer we een situatie moeten interpreteren en denken: wat overkomt me nu? Bekend zijn de momenten waarop we pijnlijk geconfronteerd worden met de onbeheersbaarheid van het leven. Als je merkt dat relaties niet altijd te sturen zijn of dat het leven eindig is.”
U probeert zoals in uw vorige boeken een brug te slaan tussen religieuze en seculiere levensvisies.
“Ik trek het begrip geloof breder. Als je enkel kijkt naar de enquêtes van het tienjaarlijks onderzoek God in Nederland, dan is geloof al gauw religieus. Wanneer je het definieert als een overtuiging gebaseerd op onbewezen vooronderstellingen, dan vallen veel seculiere levensvisies daar ook onder. Het ideaal van een duurzame samenleving bijvoorbeeld, is gefundeerd op aannames over maakbaarheid. Religie wordt geassocieerd met het transcendente, datgene wat ons overstijgt. Daarbij kun je aan God denken, maar ook aan de natuur of de dood. En daarmee hebben we allemaal te maken, religieus of niet.”
Onze ervaring van transcendentie zit hem volgens u in ons vermogen betekenis te geven.
“Daar is de mens geweldig goed in en uniek. We benoemen de wereld om ons heen en krijgen zo grip op wat ons overstijgt. We roepen beelden op waarmee we betekenis geven en communiceren. Heilige geschriften grossieren in die beeldvorming. Maar het goddelijke is er slechts één invulling van. Ook kunst communiceert op die manier. Omdat de wereld continu in beweging is, dekt onze betekenisgeving uiteindelijk nooit de hele lading. Daarom blijven we ermee doorgaan en kunnen we altijd weer verder kijken. Wat je nu voltooid leven noemt, kun je volgende week als onvoltooid beschouwen wanneer het je eigen oma betreft. Levensbeschouwelijke instituties spelen hierop in door dit proces in te dammen en het aantal mogelijkheden te beperken. Zo bouwen we routine in.”
Mensen lijden aan doelloosheid, schrijft u, ze hebben moeite een doel te vinden. Terwijl we volop betekenis geven en daar een doel aan kunnen koppelen. Een mankementje?
“Dat we eindeloos betekenis geven, wordt vaak gepresenteerd als gave. Die maakt ons tot de kroon der schepping. Maar ze heeft een keerzijde, ze gaat met ons op de loop. De keuzemogelijkheden zijn even onbeperkt als de alternatieven die we kunnen bedenken. De kunst is om hier luchtig mee om te gaan. Een landschapsschilder doet iets creatiefs met een panorama. Hij speelt met twee alternatieve werkelijkheden: het landschap dat hij waarneemt en dat wat hij weergeeft.
Als het gaat om wereld-, mens- of zelfbeelden kun je ook alle kanten op. Mensen hebben bewust of onbewust een oriëntatiekader, een levensbeschouwing. Die verandert voortdurend enigszins door hun ervaringen. Ik noem dat een zingevingspel. Als het goed is, neem je de vooronderstellingen die eraan ten grondslag liggen wel serieus. Ze bepalen de spelregels. Maar bijvoorbeeld een crisis in je leven kan uitwijzen dat waar je decennialang in hebt geloofd, toch niet overtuigt. Je vraagt je af waar God was en valt van je geloof. Of de crisis sterkt juist je geloof. Mensen proberen een oplossing te vinden voor het feit dat het leven niet altijd klopt. De Vlaamse hoogleraar wetenschapsfilosofie Jean Paul van Bendegem noemt de mens een geniale prutser. Het geniale zit hem in eindeloze betekenisgeving, het gepruts in de moeizame manier waarop we hiermee omgaan.”
Welk zingevingspel speelt u zelf?
“Ik ben actief in een doopsgezinde gemeente. Volgens mijn kieswijzer zit ik aan de religieus vrijzinnige kant en stel ik me tamelijk inclusief op. Dus met de blik naar buiten gericht. Dat strookt met de activiteiten van onze gemeente. Op de lezingen en poëziemiddagen komen ook mensen van buiten ons genootschap af. Het is een geïnstitutionaliseerde vorm van levensbeschouwing die deels ook op zelfverwerkelijking is gericht en een beperkte hiërarchie kent.”
U heeft uw lidmaatschap van de Protestantse Kerk in Nederland vorig jaar opgezegd. Speelt de PKN het spel te serieus?
“Inderdaad. Mijn ouders hebben me gereformeerd grootgebracht en ik werd hervormd toen ik trouwde. In Brazilië werkte ik bij de theologische faculteit van de Lutherse kerk en deed ik daar mee. Met de PKN kon ik me steeds moeilijker vereenzelvigen, zowel op landelijk als lokaal niveau. De fusie van verschillende kerkgenootschappen waaruit deze organisatie is ontstaan, heeft voor een conservatievere koers gezorgd. In het fusieproces speelden machtsprocessen een rol die niet benoemd zijn, maar wel mede de inhoud bepaalden. Dat proces zet zich voort. Bij het organiseren van een zingevingspel is macht onvermijdelijk, maar je moet haar wel goed inzetten. Wie bepaalt welke boodschap verkondigt wordt en met welke middelen, denk aan mensen en geld. Die vragen dien je expliciet te maken.”
U refereert in uw boek aan een voetbalwedstrijd. Schaart u dat spel ook onder de levensbeschouwingen?
“Het spel kan beperkt blijven tot twee maal drie kwartier, maar ook een doel in iemands leven worden. Dan kunnen waarden en normen een rol spelen. Zoals een sterke vereenzelviging met de club en saamhorigheid. Het wij-gevoel versterkt een zij-gevoel en fans onderscheiden zich door herkenbare shirts, petjes en sjaals te dragen. En ze verdedigen elkaar. Ajax-aanhangers kunnen na overlijden zelfs hun as laten verstrooien op gras uit het oude Ajax-stadion. Massaal een wedstrijd bijwonen doet iets met mensen, fans gaan voor de ervaring. Hetzelfde verhaal kan gelden voor bezoekers van popconcerten.”
Velen stevenen ongetwijfeld in de automatische piloot af op het graf. Heeft u een boodschap aan hen?
“Kijk minstens eens per jaar in de spiegel en vraag je af of dit is wie je wilt zijn. Je kunt jezelf altijd nog gelijk geven. Je blijft op de dood afstevenen, maar wellicht kom je op het idee om bakens te verzetten. En vergeet die knipoog niet.”
Meer lezen over de manier waarop we betekenis geven? Meld je hier aan.
Dit najaar gaat André Droogers met de Kieswijzer aan de slag tijdens een vijfdaags verblijf in het Franse Vézelay. Mee?
Kieswijzer levensbeschouwingen, André Droogers, 244 p., AUP, € 19,95.
The post Waarom we een levensbeschouwing nodig hebben appeared first on Jolanda Breur | Journalist en cultuurvorser.