De wereldwijde waaier aan religieuze denkbeelden fascineert hem. Als antropoloog ging André Droogers op zoek naar de rode draad die deze beschouwingen verbindt. En daarbij nam hij gelijk het atheïsme mee.
Met uw boeken over religie hoopt u ook zoekende atheïsten aan te spreken. Hoe?
‘In God 3.0 borduur ik voort op mijn boek Zingeving als spel uit 2010. Ik probeer het godsbegrip te verruimen en zo de conflictstof eruit te halen.’ Droogers legt zijn hand op een exemplaar van zijn Engelstalige werk Religion at play voor hem op zijn keukentafel. ‘Als mens zijn we in staat betekenis te geven aan de wereld om ons heen’, vervolgt hij. ‘We beschikken daarvoor over het vermogen symboliek te gebruiken. Dit geeft ons een extra dimensie. Met symboliek als taal kun je spreken over wat afwezig, onzichtbaar of toekomstig is. En laten deze zaken in religie nu juist geassocieerd worden met het goddelijke. Je kunt dus een religieus label hangen aan deze extra dimensie en die God noemen, maar dat hoeft niet. Ook atheïsten herkennen dit universele verschijnsel.’
Wat verstaat u onder religie?
‘Wetenschappers definiëren religie enerzijds als een verwijzing naar een andere, sacrale werkelijkheid, hoe je die verder ook benoemt. Naast deze verwijzende definitie bestaat een functionele, die zegt wat religie doet. Bijvoorbeeld antwoord geven op levensvragen. Je kijkt dan naar alle verschijnselen die deze functie hebben. En dan valt ook een seculiere levensbeschouwing als het humanisme onder religie. Hieromheen bestaat nog een interessant grijs gebied. Tijdens mijn colleges liet ik vaak een documentaire zien over de Presleytarian Church of Elvis the Divine. Volgelingen van deze kerk kleden zich als Elvis, houden diensten en zien hem als de nieuwe Heiland. Mensen roepen soms met elkaar een werkelijkheid op waarin ze gaan geloven. Er is onderzoek gedaan naar games die religieuze proporties aannemen en een tijdje geleden promoveerde iemand op religievormen rond de boeken van Tolkien. Fans hebben deze fictie tot werkelijkheid verheven, de Tolkien-religie.’
U maakt geen onderscheid tussen het geloof in God of kabouters?
‘Zodra je iets benoemd hebt waarmee jij je verbonden voelt en waaraan je jouw identiteit kunt ontlenen, wordt het echt. Met de benoeming alleen al krijgt het reden van bestaan. Wanneer dit geïnstitutionaliseerd is, zoals God in het christendom, weegt dat bestaansrecht nog veel zwaarder. In de natuurwetenschappen werkt men ook met deze benoemingen. Neem het Higgs-deeltje. Jarenlang werd het bestaan ervan enkel vermoed. Toen de bewijzen na langdurig onderzoek op tafel kwamen, was dit groot nieuws.’
André Droogers leunt op de tafel aan het keukenraam. De tuin van de eengezinswoning in Driebergen draagt inmiddels zijn herfsttooi. De antropoloog betoogt in zijn werk dat ons betekenisgevend vermogen ook een keerzijde heeft. Het lukt ons maar niet er optimaal gebruik van te maken, omdat wij en onze omgeving doorlopend veranderen. Zo kunnen zaken hun betekenis verliezen. Ook krijgen we geen vat op zaken die ons overstijgen zoals tijd, ruimte en ons zelfbegrip. Dus blijven we bezig met betekenis toekennen door symboliek. De extra dimensie die we hiermee creëren noemt hij transcendentie, het terrein van de verbeelding. Droogers koppelt transcendentie hiermee los van het sacrale, goddelijke. En zo maakt hij dit begrip verteerbaar voor atheïsten.
Waar gelooft u zelf in?
‘Ik zoek, vind en zoek weer verder. En probeer mijn theorie te verzoenen met mijn religieuze achtergrond. Ik geloof nog steeds in God, maar de absolute zekerheid is verdwenen. Zingeven is voortdurend spelen met betekenissen. Dat moeten we ook in religie meer durven doen. Niets staat voor eeuwig vast. Het blijft dus een spel, dat je overigens wel serieus moet spelen. Je mag er in opgaan. Maar het gaat niet om de knikkers. Wanneer één godsbeeld tot waarheid wordt verheven, is het gedaan met het zingevingsspel.’
Als we geen keus maken en blijven spelen, geloven we nergens écht in.
‘Spel is het menselijke vermogen om met verschillende werkelijkheden om te gaan. We moeten oppassen dat we niet te verrukt raken van een van die werkelijkheden. De wetenschap versterkt het idee dat het gaat om eenduidige zekerheden. Die zijn er niet. Wanneer ‘echt’ de maatstaf is, zijn we het spel voorbij. Dan wordt religie een gestolde versie van zichzelf, een draaiende film waarvan wat stills zijn gemaakt.’
‘Je hebt een ruim kader nodig waarop je je kunt oriënteren voor de onvermijdelijke levensvragen. Een zinnige start van de zoektocht naar een antwoord. Iedereen geeft op eigen wijze betekenis aan zijn ervaringen. Daar hoef je geen kerkgebouw meer voor neer te zetten. Je ankerpunten kunnen deel zijn van wat je hebt meegekregen, een ervaring of iets dat je oppikte uit de media. Het kan een popsong zijn, een column die je aan het denken zet of een oud lied dat is blijven hangen. Niet zo samenhangend misschien, maar het gaat erom dat je er iets mee kunt. Consistentie is voor het theologische betoog.’
Kunnen atheïsten ook iets religieus beleven of een openbaring krijgen?
‘De taal is flexibel. Zij zullen het wellicht een inzicht noemen. Je leest een gedicht of maakt iets mee dat je raakt en denkt: hier staat het of hier gaat het om. Dit is die extra dimensie. Een gelovige noemt dit heilig, een humanist zal eerder spreken over het goede. De humanist kan hier overigens heilig van overtuigd zijn’, vertelt Droogers met een lach.
‘Als je het gevoel hebt dat deze ervaring je aangereikt wordt, van buitenaf, dan spreek je van intentionaliteit. Iets of iemand heeft er een bedoeling mee, het is een openbaring. Dan ben je het dus al aan het invullen, je speelt een zingevingsspel. Een christen zal hier de hand van God zien. Dat is prima, ik wil niemand iets afpakken.’
Geeft of ontvangt u zin?
‘Zeven jaar geleden werd mijn kleinzoon Sam dood geboren. De avond voor de bevalling was alles nog in orde. Toen de weeën begonnen, had hij geen hartslag meer. Een verschrikkelijk drama. Dan ga je hard op zoek naar de betekenis ervan, evenals mijn zoon en schoondochter natuurlijk.’ Droogers knikt naar de tuin achter het keukenraam. ‘Toen ik hier later met mijn twee andere kleinzoons bramen plukte, kwam er een vlinder, een atalanta, aangefladderd. Het was ons al opgevallen dat op de begraafplaats van Sam veel atalanta’s vlogen.’
‘Op veel kindergrafjes staan plastic vlinders, als een symbool van de pop die toch zijn vleugels en vrijheid krijgt. De atalanta in de tuin bleef zitten, terwijl wij bezig waren.’ Droogers loopt naar de woonkamer en komt terug met een fotolijstje. ‘Ik heb hem vastgelegd. Voor ons kwam Sam nog even mee plukken. En dan gaat het er niet om of we dat wel of niet geloven. Geloof kent veel gradaties. Het draait hier om het spel, een knipoog, zonder een vlinderkerk te stichten of een genootschap tot troost van bedroefde ouders. We spelen met deze mogelijkheden, vaak zonder het in de gaten te hebben. Als iemand zegt het in zijn volgende leven anders te willen doen, gelooft hij niet direct in reïncarnatie.’
Macht en marge spelen een hoofdrol in uw werk. U heeft zich aangesloten bij de doopsgezinden in de marge van de christelijke gemeenschap. Dat trekt u aan?
‘Inderdaad. De macht zetelt in het centrum. Alles wat aan de rand gebeurt, onttrekt zich aan de controle van het centrum. Dit betekent meer creativiteit, spel en vrijheid om je geloof vorm te geven. Lees de biografieën van godsdienststichters en zie hoe belangrijk hun marginale positie was. Juist zo konden ze met iets nieuws komen. Wanneer de religie vervolgens institutionaliseert, ontstaat een machtscentrum. Dan is het weer wachten op iemand die opstaat en vraagt waar we mee bezig zijn.
Wat macht betreft sluit ik aan bij socioloog Max Weber. Hij zag macht vooral als het vermogen om anderen te beïnvloeden. Zelfs tegen hun zin. Macht is al in het spel waar twee of drie mensen bij elkaar zijn, in wiens naam dan ook. Hulpbronnen die macht versterken zijn geweld, specialistische kennis, geld, charisma en traditie of regels.’
Gaan macht en religie wel samen?
‘Als iemand een idee heeft en volgelingen krijgt, dan ligt een beweging in het verschiet. En die moet georganiseerd worden. Je maakt afspraken over gedrag en legt deze vast. Hoe meer organisatie, hoe sterker het machtsproces. Posities worden gelegitimeerd en versterkt, waardoor de personen in kwestie soms meer macht toebedeeld krijgen dan nodig. Dan is de kans op verstarring groot. Ik maak onderscheid tussen middel- en doelmacht. Middelmacht is nodig om zaken binnen een gemeenschap te regelen. Denk aan de bevoegdheden van de politie om ons gedrag te sturen. Als middelmacht naar doelmacht omslaat, is het in stand houden van die macht het doel geworden. Bij kerken valt veel af te lezen aan het belang van sacramenten. Blijven deze het monopolie van de clerus, terwijl de inzet van leken wenselijk is, bijvoorbeeld bij een gebrek aan priesters? Dan wordt primair een ambt overeind gehouden.’
Heeft de kerk nog wel een toekomst als iedereen zijn zin bij elkaar sprokkelt?
‘Daarvoor moet de kerk een breder publiek aanspreken. Mijn doopsgezinde gemeente bijvoorbeeld, organiseert een palet aan activiteiten. Ik verzorg zelf poëziemiddagen, met afsluitend een poëziedienst. Er zijn lezingen en we hebben een florerende meditatiegroep die bijbelse en mystieke teksten leest. De deelnemers aan deze activiteiten zijn lang niet allemaal doopsgezind. Ik zou zelf graag iets doen met twintigers, omdat zij een eigen problematiek hebben. Je hoeft er niet eens bij te zitten, maar geef ze een plek waar ze elkaar ontmoeten en ervaringen kunnen uitwisselen. De kerk kan zingeving in de ruimste zin van het woord faciliteren.’
‘Eigenlijk ben ik schatplichtig aan hoogleraar religieuze antropologie Jan van Baal bij wie ik colleges volgde. Zijn kernidee was dat mensen zich losmaken van hun omgeving door over zichzelf en de wereld na te denken. Daarvoor gebruiken ze symboliek. Maar ze willen er ook bijhoren. Dit levert een spanningsveld op. Symboliek is de oorzaak én de oplossing van het spanningsveld. Met religie creëren we een gemeenschappelijke symboliek, een andere werkelijkheid waardoor we ons niet alleen voelen staan. Ik heb dit idee altijd voor ogen gehouden. Zo kun je naar de wereld kijken, niet alleen naar religie, maar naar levensbeschouwing in het algemeen.’
Meer lezen over de manier waarop we betekenis geven? Meld je hier aan.
Volgende maand gaat André Droogers met de Kieswijzer aan de slag tijdens een vijfdaags verblijf in het Franse Vézelay. Mee?
Bio
-Andreas Frederik Droogers is emeritus hoogleraar culturele antropologie, in het bijzonder religieuze en symbolische antropologie, aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.
-Studeerde culturele antropologie aan Universiteit Utrecht en promoveerde cum laude aan de VU op jongensinitiatie bij een vissersstam in Congo.
-Werkte bij het Instituut voor Godsdienstwetenschap en de afdeling antropologie van de VU. Onderzocht levensbeschouwelijke veranderingen in Congo en Nederland.
-Doceerde vijf jaar in Brazilië bij de Theologische Faculteit van de Lutherse kerk. Deed onderzoek naar volksreligie, Pinksterkerken en Afro-Braziliaanse religies. Was daarnaast gastdocent in Argentinië, Chili en Cuba.
-Publiceerde in 2010 Zingeving als spel. Over religie, macht en speelse spiritualiteit. Een gids voor vrije zinzoekers (Parthenon, 296 blz., € 22,90). In 2013 verscheen bij dezelfde uitgeverij het vervolg God 3.0. Voorbij godsdienst en atheïsme; hoe ziet God er uit in de 21e eeuw? (172 blz., € 14,90). Een half jaar geleden kwam Kieswijzer levensbeschouwing uit, een praktische zingevingsgids ((AUP, 242 blz., € 19,95).
-Genoot een gereformeerde opvoeding en is actief bij de Doopsgezinde Gemeente Zeist.
-Is getrouwd en heeft twee zoons.
-André Droogers schrijft wekelijks columns over zijn vakgebied op www.andredroogers.nl
Een vorige versie van dit artikel verscheen in Volzin magazine.