“Een van hen zei tegen me dat het haram, verboden is dat we hier zijn,” zegt Ayad Khidher Khano (27). “Hier is geen plek voor jullie, zei hij, want het kamp is onder islamitische controle.”
Khano is een yezidi, een Iraakse religieuze minderheid, en woont al een jaar in het Malakasa-kamp buiten de Griekse hoofdstad Athene. Onder de honderden asielzoekers hier zijn veel alleenstaande mannen uit Syrië en Afghanistan. Vanaf een tent in de hoek van het kamp die als moskee in gebruik is schalt de oproep tot gebed over de caravans en tenten.
Khano ontvluchtte Irak nadat de islamitische terreurgroep ISIS daar in augustus 2014 duizenden yezidi’s vermoordde. De herinnering is nog vers, hoe de groep toen 27 leden van zijn grootfamilie doodde. “Ze gebruikten messen om munitie te sparen.”
Ongelovigen
ISIS noemt de yezidi’s ongelovigen, en vermoordde zeker zesduizend yezidi-mannen en ouderen. Meer dan zesduizend vrouwen en kinderen zijn ontvoerd en gedwongen slaaf of strijder te worden. Van hen heeft nog maar de helft kans gezien te ontsnappen. Alle vier yezidi-families in Malakasa-kamp missen nog familieleden.
En nu menen ze opnieuw omringd te zijn door dezelfde mensen als die daarvoor verantwoordelijk zijn. Het kamp, waar Khano een caravan deelt met zijn vrouw en twee zoontjes, is onder controle van Afghanen. “Die noemen me een kafir, ongelovige. Ik ben er trots op yezidi te zijn. Maar hier niet. Hier zeg ik dat ik Koerd ben.” Net als de andere yezidi’s in het kamp heeft hij alleen aan enkele vertalers die hij vertrouwde zijn echte identiteit onthuld.
Toch herkende zijn Syrische buurman, die uit ISIS-bolwerk Deir al-Zour komt, zijn identiteit: aan de rood-witte draadjes die hij om zijn pols draagt, een traditie die yezidi’s verbindt. “Hij zei tegen me dat onze vrouwen onder hun controle zijn in Syrië, en dat zijn broer er een als slaaf heeft.”
“Als de Afghanen weten dat ik yezidi ben, zullen we me levend verbranden,” zegt Kheiri Zabri (37), die een paar deuren verderop woont met zijn vrouw Zairan (24) en hun drie dochtertjes. “Ze zien ons niet als mensen.”
Vechtpartij
Vorige maand brak voor hun deur ’s nachts een vechtpartij uit zo’n ongeveer honderd Afghanen en Syriërs. Een 31-jarige Syrische asielzoeker werd gedood, acht anderen raakten gewond. De politie verrichtte naderhand tientallen aanhoudingen. Maar omdat noch de politie aan de poort, noch het leger van de basis naast het kamp tijdens het gevecht ingrepen, leven de yezidi’s nu in angst. Over de verdachte van de moord op de Syriër wordt in het kamp gezegd dat hij lid van ISIS is.
Toch is Kheiri Zabri bepaald niet bang aangelegd. Toen ISIS op 3 augustus 2014 hun dorp in de yezidi-provincie Sinjar aanviel, greep hij samen met andere mannen naar de wapens. Ze vochten tot de munitie opwas, en verloren veertig man, onder wie twee familieleden van Zabri.
Hij vond onderdak in een ontheemdenkamp in de Koerdische Regio van Irak, maar voelde zich daar niet veilig. Hij verwijt de Koerden dat die hun troepen uit Sinjar hebben weggehaald toen ISIS kwam. En hoewel zeven van zijn familieleden in 2015 waren verdronken toen ze de oversteek maakten van Turkije naar Griekenland, stapte Zabri vorig jaar toch met zijn vrouw en kind in net zo’n smokkelaarsboot. “We besloten dat als we nergens anders in veiligheid konden leven, het beter was om te sterven.”
Veiligheid
Maar ze kwamen van de regen in de drup, want die veiligheid ontbreekt ook in Malakasa, vindt Hussein Khidher (29). “Veel mensen hier zijn dezelfde Daesh als die wij ontvluchtten,” zegt hij, de lokale naam voor ISIS gebruikend. “Ze noemen ons ongelovigen,” vult zijn vrouw Ilhan (19) aan. Ze maakt een simpele lunch van rijst en vlees in het piepkleine keukentje van de hun caravan, en vertelt over de waarschuwing die ze kreeg van een Syrische vrouw in het kamp. Die was het ISIS-bolwerk Deir-al-Zour ontvlucht. “Ze waarschuwde me om niet openlijk slecht over Daesh te praten, omdat er zovelen van hen hier zijn.”
Haar echtgenoot herinnert zich de gesprekken die hij hoorde toen hij eerder dit jaar in het beruchte, overbevolkte Moria-camp op Lesbos in de rij stond voor eten. Daar brachten zij hun eerste twee maanden in Griekenland door. En daar probeerden tijdens de afgelopen ramadan radicale moslims mensen te straffen die niet vastten, wat leidde tot een exodus van Koerden en yezidi’s.
Khidher spreekt Arabisch en Farsi, en hoorde hoe Arabieren en Afghanen in onderlinge gesprekken anderen voor ongelovigen uitmaakten. “Ze noemden Griekenland en Europa zelfs de landen van de ongelovigen. Dus waarom zouden ze hier dan willen zijn? Omdat ze gezocht worden in eigen land, want het zijn criminelen.”
Op Lesbos was Ayad Khano ‘keukenbaas’ in het familiekamp, blijkt uit een ID-kaart die hij kreeg van een Nederlandse hulporganisatie. “De situatie daar is hetzelfde als in Sinjar,” zegt hij vol ingehouden woede. “De Daesh die we in Irak hadden is nu hier. Ik kan je iemand laten zien die bommen heeft geplaatst in Falluja.” Dat was de eerste Iraakse stad die ISIS in 2014 veroverde.
Verwarring
Hij zegt dat hij zowel hulporganisaties als het Griekse ministerie van Migratie op de hoogte heeft gebracht van de bedreigingen en zijn angst voor de veiligheid van zijn familie. “Maar niemand zorgt voor ons. Ze zeggen: We kunnen niets voor je doen.”
In een reactie zegt woordvoerster Christine Nikolaidou van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Athene, dat de Griekse autoriteiten beslissen welke asielzoekers waar worden ondergebracht. Maar ze suggereert dat het feit dat de yezidi-families zich Koerdisch noemden – zelfs al was dat uit angst – de autoriteiten in verwarring kan hebben gebracht. Het Griekse ministerie van Migratie wil de situatie in het Malakasa-kamp stabiliseren door nationaliteiten te verhuizen, maar of daar yezidi’s bij zijn is onduidelijk.
Volgens Griekse media hebben de autoriteiten na de dodelijke vechtpartij in het kamp onderzoek ingesteld naar de claims dat er islamitische radicalen betrokken waren met banden met ISIS, maar hebben zij daarvoor geen concreet bewijs gevonden. De Griekse politie op Lesbos vertelde de Ekathimerini.com website dat “sinds begin van het jaar 498 buitenlanders zijn gearresteerd voor diverse wetsovertredingen, maar niemand had aantoonbare banden met islamitisch terrorisme”.
Yezidi activisten in het buitenland hebben geprobeerd yezidi’s die in een penibele situatie in de Griekse kampen wonen te helpen. Ze legden contact met Europese parlementariërs en konden afspraken maken dat zevenhonderd yezidi’s uit de Griekse kampen welkom waren in Portugal. Die deal strandde echter op de weigering van de Grieken en de EU om onderscheid te maken tussen asielzoekers en bepaalde groepen een speciale behandeling te geven.
(Na publicatie van dit verhaal bij DW zijn de vier yezidi-families door de Griekse overheid overgeplaatst naar een nieuwe plek waar ze zich veilig voelen)