Wie het boek ziet, moet wellicht even slikken. Erasmus Dwarsdenker telt maar liefst 776 pagina’s inclusief noten. Het boek is groots in omvang én inhoud. Want zelfs als je denkt al het een en ander te weten over Erasmus (zoals ik) zal dit boek je verrassen. Langereis duikt nauwgezet en diep in het leven van Erasmus en plaats hem tegelijkertijd in de bredere context van de historische ontwikkelingen van zijn tijd. Niemand leert je Erasmus kennen zoals Sandra Langereis…
Het boek begint met een wonderlijk proloog over de expeditie van het schip De Liefde naar Japan, ruim 30 jaar na het overlijden van Erasmus. Het brengt je in verwarring en maakt alert. En dat is nodig, want wie dit boek leest, moet bij de les blijven. Langereis wijdt van begin tot eind uit over van alles en nog wat: de beproevingen van middeleeuwse zeelui, de Spartaanse regels in het klooster, ontwikkelingen in het onderwijs, het ontstaan van de boekdrukkunst, religieuze dogma’s op de universiteit, reizen ten tijde van struikrovers en plunderende huursoldaten…
Erasmus was Europa´s eerste bestseller-auteur en een beroemdheid in zijn tijd
Uiteraard is de rode lijn van het boek het leven van Erasmus, de beroemde bastaardzoon van een Rotterdamse priester die op veertienjarige leeftijd als wees in het klooster terechtkomt en vervolgens als ‘kloosterdeserteur’ jarenlang door Europa reist. Hij geeft les aan studenten om bij te verdienen, ontvangt giften van mecenassen (rijke begunstigers) en schrijft als eerste Europeaan bestsellerboeken. Ondertussen wijdt hij zich onvermoeibaar aan zijn levenswerk: de her-vertaling van het nieuwe testament, zijn Betere Bijbel.
Langereis geeft context en achtergrond bij bekende werken van Erasmus. De Lof der Zotheid bijvoorbeeld, dat hij schrijft tijdens een logeerpartij bij zijn goede vriend Thomas More in Londen. In dit boekje (dat Erasmus zelf een niemendalletje noemt) laat hij ‘vrouwe Zotheid’ de spot drijven met de heersende elite. Langereis beschrijft hoe Erasmus deze stijlconstructie afkijkt van zijn geliefde Griekse schrijver Loukianos, wiens werken hij samen met More vertaalt uit het Grieks naar het Latijn. Loukianos schreef in de tweede eeuw na Christus maatschappijkritische teksten, verpakt in satirische dialogen uit de mond van goden, doden en… vrouwen!
Erasmus levert ook onschatbare bijdrage aan de ontwikkeling van taal in Europa. Zijn destijds immens populaire Adagia, een verzameling spreekwoorden en gezegden uit de klassieke oudheid voorzien van bijdehand commentaar, was een ware bestseller en werd in honderden edities gedrukt en verspreid door heel Europa. Hij zette de lezende en schrijvende Europeaan aan tot een speelser en intelligentere manier van schrijven. Erasmus bleef de verzameling aanvullen en verbeteren tot meer dan vierduizend lemma’s en bijna 1.200 pagina’s in atlasformaat.
Maar de belangrijkste bijdrage van Erasmus aan de moderne tijd, was zijn aanzet tot literair wetenschappelijk onderzoek. Langereis zet Erasmus dan ook terecht vanaf het begin neer als de humanistische letterheld die hij is. In zijn allereerste boek – Tegen de Barbaren – dat hij schrijft als jonge twintiger maar pas dertig jaar later wordt gedrukt, houdt hij een strijdlustig en gedurfd pleidooi voor de studie van de klassiekers (door de kerk afgedaan als heidens) afgewisseld met felle aanvallen op de échte `barbaren’, de ongeletterde schoolmeesters en kloosterbroeders van zijn tijd.
Het is Erasmus´ levenstaak: het blootleggen van de intellectuele bekrompenheid van de oude garde en het inspireren en instrueren van een nieuwe generatie intellectuele lezers
Erasmus blijft de rest van zijn leven trouw aan deze humanistische pijlers: literair wetenschappelijk (bron)onderzoek en individueel, kritisch denken. In zijn vijftiger jaren schrijft hij in een opdrachtbrief hoe hij in zijn jeugd door een onstuitbare natuurkracht naar de letteren werd gejaagd. Langereis beschrijft het als zijn lot en levenstaak: het blootleggen van de intellectuele bekrompenheid van de oude garde en het inspireren en instrueren van een nieuwe generatie intellectuele lezers.
Eén van de belangrijkste inzichten waar Erasmus zijn leven lang op hamert, is die van de wetenschappelijke problematiek van religieuze teksten. Bij het vertalen en kopiëren van Griekse bronteksten naar het Latijn werden (logischerwijs) menselijke fouten gemaakt. Om religieuze teksten goed te kunnen begrijpen, is daarom uitmuntende kennis nodig van het Latijn. Niet het gebrekkige religieuze klooster-Latijn uit de middeleeuwen, maar het échte levende Latijn uit de oudheid.
Erasmus had dit Latijn geleerd op de vooruitstrevende Latijnse school in Deventer, waar de humanistische rector Hegius de scepter zwaaide. Zijn jaren op deze school waren zo vormend, dat Erasmus zichzelf later in brieven en boeken omschrijft als de intellectuele zoon van Hegius en intellectuele kleinzoon van de leermeester van mijn leermeester Rudolf Agricola, oftewel Roelof Huisman uit Groningen: de grondlegger van het humanisme in Noord-Europa.
Erasmus trekt het idee van de erfzonde in twijfel door te wijzen op het klungelige Grieks van apostel Paulus waarop dit idee gebaseerd is
Maar uitstekende kennis van Latijn alléén is niet voldoende. Latijnse (religieuze) teksten zijn tenslotte op hun beurt weer vertaald uit Griekse bronteksten. Om écht tot de kern te komen, is kennis van het oude Grieks vereist en dus maakt Erasmus zich het Grieks eigen. Hij begint vervolgens met het onderzoeken en herstellen van brieven en bijbelcommentaren van kerkvader Hieronymus en werkt daarna jarenlang aan zijn levenswerk: de her-vertaling van het Nieuwe Testament (Novum Testamentum) die hij na een eerste slordige poging in verbeterde versie uitbrengt in 1519.
Erasmus komt met baanbrekende taalkundige (en religieuze) inzichten. Zo trekt hij het bestaan van de erfzonde in twijfel door te wijzen op het klungelige Grieks in de brief van apostel Paulus waarop dit idee gebaseerd is . Ook ziet hij verbetering voor de openingszin van het Johannes evangelie: ‘in het begin was het woord, en het woord was bij God’, kon volgens hem veel beter vertaald worden met: ‘in begin was de boodschap en de boodschap was God…’
Erasmus hoopt met zijn taalkundige inzichten de Bijbellezer intelligenter te maken, maar in praktijk roept hij de toorn van zowel de katholieken als protestanten over zich af. Langereis laat zien dat Erasmus als vernieuwer en hervormer zijn tijd ver vooruit is. Hij probeert mensen voor zichzelf te laten denken, in plaats van gedachteloos de autoriteit en dogma’s van kerk en staat te volgen. Actief lezen. Inhoud bevragen. Discussie. Vandaag de dag vinden we het normaal. Ten tijde van Erasmus was het ongekend. En gevaarlijk.
Ondanks gevaar voor eigen leven hield Erasmus vast aan zijn humanistische, wetenschappelijke idealen
Erasmus valt tussen wal en schip. Er woedt een religieuze oorlog in Europa en beide kampen verwijten Erasmus te heulen met de vijand. De spanningen lopen op. De inquisitie is genadeloos. Erasmus ziet zich uiteindelijk genoodzaakt te vluchten naar het relatief veilige Freiburg, waar hij een aantal jaar onder de radar woont. Financieel is hij eindelijk onafhankelijk. In 1535 verhuist hij naar Bazel, waar hij een jaar later op 66e jarige leeftijd sterft in het huis van zijn goede vriend en drukker Froben. Volgens het officiële overlijdensbericht waren zijn laatste woorden: lieve God.
Er valt nog veel meer te vertellen over het imposante boek van Sandra Langereis. Maar ga het vooral zelf lezen! Leer Erasmus kennen als mens van vlees en bloed. Als de Hollandse held die hij was. Aanjager van de moderne tijd. De beroemdste Rotterdammer ooit. Ondanks gevaar voor eigen leven hield hij onvermoeibaar en standvastig vast aan zijn humanistische, wetenschappelijke idealen. Langereis geeft Erasmus de aandacht en eer die hij verdient. Het is wachten op de filmmaker die deze fantastische biografie bewerkt tot een verhaal voor het grote doek…
Sandra Langereis: Erasmus – Dwarsdenker – Een biografie
De Bezige Bij
€ 39,99