Er staat een metershoog standbeeld van een Koerdische peshmergastrijder langs de snelweg die door de oliestad Kirkuk loopt. Dat is net zo symbolisch als de tank van Saddams leger die, vrolijk beschilderd door kinderen, jarenlang verderop langs de snelweg richting Sulaymania stond. Van allebei is de boodschap: Kirkuk is Koerdisch.
Voor de Koerden is het duidelijk: de oliestad is hun Jeruzalem. Om de stad te Arabiseren had Saddam Hussein zo’n 100.000 Koerden verjaagd en er Arabieren uit het zuiden voor teruggehaald. Daarmee was de toen al ingewikkelde demografie alleen nog verder gecompliceerd, en helemaal toen de Koerden na de val van Saddam terugkeerden. Plus nog duizenden anderen zonder die wortels.
Daardoor vormen ze de meerderheid in de stad. Tussen 2014 en 2017 hadden ze ook de politieke en militaire controle en wisten ze de stad uit ISIS-handen te houden. Tot hun strijders en bestuurders na het houden van een referendum over Koerdische onafhankelijkheid dat de stad zou omvatten, werden verjaagd door het Iraakse leger en sjiitische milities.
Niet alleen de Koerden claimen dat Kirkuk ‘van hun’ is. Ook de Turkmenen stellen dat dit historisch gezien voor hen het geval is. Arabieren hebben geprobeerd land dat Koerden na 2003 terugkregen, weer in handen te krijgen, en zijn daar deels in geslaagd. Beide groepen claimen dat de Koerden hun meerderheid jarenlang hebben misbruikt om alleen hun eigen belangen te behartigen.
Brij
Om het nog ingewikkelder te maken zijn er zowel sjiitische als soennitische Turkmenen. Is er ook nog een christelijke minderheid in Kirkuk (Assyriërs, Chaldeeërs en anderen). Er zijn (sjiitische) Fayli Koerden, en Kakais (aanhangers van een oud geloof, het Yarsanisme). Waar de groepen voor de Arabisering naast elkaar woonden, elkaars talen spraken en een zekere eenheid vormden, is dat nu allemaal weg.
Het moge duidelijk zijn dat dit een hete brij is, die met een beetje hulp wel wil overkoken. En dat gebeurde de afgelopen dagen. Met doden en gewonden tot gevolg.
Dat de vlam in de pan sloeg heeft te maken met het feit dat er in december provinciale verkiezingen zijn, waarbij volgens de demografie de Koerden wel weer eens de meerderheid zouden kunnen behalen. Alleen werken de twee grootste partijen, KDP en PUK sinds ze uit Kirkuk zijn verjaagd niet meer samen. En dat willen veel andere partijen graag zo houden.
De problemen begonnen met de beslissing van premier Sudani dat de KDP haar voormalig hoofdkantoor aan de snelweg terug moet krijgen. Dat was in 2017 geconfisqueerd door het Iraakse leger, waarna de KDP zich terugtrok uit Kirkuk. Deze teruggave is onderdeel van afspraken die Bagdad en Erbil hebben gemaakt, waardoor de KDP meedoet in Sudani’s regering en bereid was de verkoop van olie uit handen te geven aan Bagdad.
Terug
Turkmenen en Arabieren zagen de bui hangen; de KDP terug in Kirkuk en in het bestuur. Een Arabisch stamhoofd ging in beroep bij het hoogste Iraakse hof, want de KDP zou de grond hebben gestolen van het Iraakse ministerie van Financiën.
Iran zag een mogelijkheid de boel eens even lekker op te schudden. Het heeft sinds 2017 Iraakse sjiitische milities in Kirkuk, zoals Assaib al-Haq, zonder dat daar een demografische achtergrond voor is. Sinds oktober 2017, dus al bijna zes jaar, hebben deze pro-Iraanse milities een stevige voet aan de grond. Net als in Mosul spelen ze niet alleen militair maar ook economisch een rol. De Iraakse veiligheidstroepen laten hen hun gang gaan, die hebben nauwelijks iets te zeggen in Kirkuk.
Onder de leiding van de milities werd er bij het voormalige KDP-kantoor een blokkade opgetuigd, waardoor de belangrijkste verbinding tussen Kirkuk en Koerdistan een week lang onderuit lag. Wat pijnlijk is voor de vele Koerden die leven van de handel. Pas toen de hoogste Iraakse rechter bepaalde dat de beslissing om het pand aan de KDP over te dragen moest worden opgeschort, kwam daar na een week een einde aan.
Koerden in Kirkuk gingen de straat op. Wat begon als een protest tegen de blokkade, werden pro-Koerdische protesten. Een van de betogers vertelde de Tv-zender Rudaw kort voordat hij werd doodgeschoten dat ‘Kirkuk een Koerdistaanse stad is’. De Koerdische meerderheid voelt zich al zes jaar onderdrukt en had niet veel nodig om in opstand te komen.
Scherp
Al snel begonnen de milities met scherp op betogers te schieten. Veel Irakezen zullen daarbij zijn herinnerd aan de Tizreen betogingen in Bagdad van jongeren tegen de corruptie, waarbij milities datzelfde deden. In Kirkuk leidde het zaterdag tot vier doden en vijftien gewonden.
De Koerden werden ook flink geprovoceerd. Op het peshmergastandbeeld werd de Iraakse vlag gehesen, wat de Koerden als een belediging zien. In het kamp dat pro-Iraanse Hashed-milities elders in de stad hebben opgezet, worden slogans tegen de Koerden geroepen. De militieleden zweren dat ‘ze geen enkele Koerd in Kirkuk in leven zullen laten’. En terwijl de Iraakse premier beloofde de daders te zullen vinden, deed het Iraakse leger juist huiszoeking in de merendeels Koerdische wijken.
Ook Turkije deed graag mee. De Turkse minister van buitenlandse zaken Hakan Fidan benadrukte tijdens een bezoek aan de Iraanse hoofdstad Teheran zondag dat ‘Kirkuk het thuisland is van de Turkmenen’. Bovendien bleef hij de zwarte piet bij de Turks-Koerdische PKK leggen, waarvoor geen enkele aanwijzing is maar wat past in het vijandsbeeld dat Turkije in eigen land en erbuiten uitdraagt.
Er is niet heel veel waar Ankara en Teheran het over eens zijn. Maar dat een stabiel Irak voor hen geen goede zaak is, daarvoor geldt dat wel. Nu zijn het Iraakse milities die op instigatie van Teheran in Kirkuk de spanning tussen Koerden en Arabieren opdrijven. Turkije zorgt in Irak voor verdeeldheid met bombardementen in de Koerdistan Regio.
Imago
Voor de pro-Iraanse milities komt de opdracht als geroepen. Sinds de terreurgroep ISIS in juli 2017 verslagen werd verklaard, is hun invloed afgenomen. En dat geldt ook voor hun populariteit onder de Iraakse bevolking, door de corruptie, de zelfverrijking en het geweld tegen opposanten. Door Kirkuk te verdedigen als Iraakse stad, proberen ze hun imago bij te schaven.
In zes jaar tijd hebben de milities zorgwekkend veel macht gekregen, en worden ze nu ingezet om Irakezen tegen elkaar op te zetten. Niet alleen in Kirkuk. Ik schreef eerder al over de problemen in de provincie Nineveh, waar christenen en de (sjiitische) Shabak-minderheid tegenover elkaar staan. In Tal-Afer werven de milities de sjiitische Turkmenen en zetten hen verder op tegen de soennitische Turkmenen (van wie velen ISIS-sympathieën hadden). In Sinjar spelen ze yezidi’s tegen elkaar uit met een eigen militie, en voorkomen uitvoering van het Sinjar-akkoord dat terugkeer van de duizenden ontheemde yezidi’s mogelijk moest maken.
Kirkuk is Iraaks, was de boodschap toen de Iraakse leger in 2017 de Koerden de deur wees. Maar als het zo uitkomt is het Turkmeens, of misschien toch Arabisch. Alleen nooit Koerdisch. (Iraakse) eenheid is hier ook ver te zoeken.
Zolang de milities zoveel macht houden dat er in feite twee machtscentra zijn in Bagdad, zal er in Irak geen stabiliteit zijn en dus geen veiligheid. Daaraan worden de Irakezen dezer dagen in Kirkuk nog maar eens pijnlijk herinnerd.