‘Terugkijkend denk ik dat de eetstoornis mij heeft geholpen om mezelf te vinden. Het was nodig om die ontwikkeling in te zetten. Ik heb er veel van geleerd en wie weet kan ik later andere mensen helpen met mijn ervaring. Ik ben nu sinds zeker een jaar stabiel. De obsessie met eten is weg en ik compenseer niet meer. Als ik snoep, triggert dat geen eetbui en sporten staat los van eten.
Heel belangrijk in mijn herstel was het verleggen van mijn focus. Weg van mijn uiterlijk, van mijn lichaam en wat anderen van mij vinden, terug naar mezelf en de dingen waar ik gelukkig van word. Ik heb een lange weg bewandeld en wat voor mij heeft gewerkt, hoeft niet persé voor een ander te werken. Om te herstellen van een eetstoornis moet je ontdekken wat jouw manier is.
Mijn eetprobleem begon in de pubertijd. Ik was heel erg zoekende naar wie ik was en bij welke groep ik hoorde. Ik was niet helemaal gelukkig met hoe ik eruit zag en erg zelfbewust. Ik maakte makkelijk vrienden en circuleerde in verschillende groepjes maar ik voelde me nergens helemaal op mijn plek. Ik kon niet volledig mezelf zijn. Thuis was ik opstandig: laat thuis, stiekem naar feestjes, roken, drinken… Ik verviel altijd in extremen. Of helemaal teruggetrokken en alleen, of meedoen tot het einde. Ik was zo bezig met goed in de smaak vallen bij anderen, dat ik mezelf onderweg steeds meer kwijt begon te raken.
Ik zie de eetstoornis als uiting van die onderdrukte identiteit. Ik worstelde met levensvragen zoals ‘wat wil ik en wie ben ik?’ en ‘bij welke mensen hoor ik en wie ben ik zonder die mensen?’ Rond mijn zestiende begonnen de stiekeme eetbuien. Ze waren geheim en privé, een manier om te ontsnappen, om niet te hoeven voelen en om verantwoordelijkheden uit de weg te gaan. Met de eetbuien creëerde ik een ‘veilige’ plek, iets van mij waar niemand bij kon.
Ik denk dat de eetstoornis ook gelinkt was aan mijn behoefte om mezelf creatief te uiten. Als klein meisje besteedde ik veel tijd aan tekenen en maken. Op de middelbare school stopte ik daarmee en richtte ik mijn aandacht naar buiten. Ik was continue zoekende naar mijn weg in het sociale en dat onrustige gevoel verdrong ik met eetbuien. Na een aantal jaar maakte de eetstoornis zo’n groot deel uit van wie ik was en hoe ik naar mezelf keek, dat het onderdeel werd van mijn identiteit. Ik kon mezelf niet meer voorstellen zonder…
Ik was altijd bezig met eten en diëten. Er waren periodes dat ik heel streng was voor mezelf en periodes waarin ik ongecontroleerd at. Ik sportte bovenmatig of gebruikte laxeermiddelen om de eetbuiten te compenseren. Soms ging het een tijdje beter, maar de struggle met meer of minder was er altijd. Ik zat volledig in de obsessie.
Het was uiteindelijke een lange zoektocht om weer terug te komen bij mezelf en mijn creativiteit. Na de middelbare school heb ik een tussenjaar genomen in Spanje en Zuid Amerika. Ik hoopte dat ik de eetbuien niet meer nodig zou hebben door veranderingen in mijn leven. Maar steeds rolde ik weer terug in mijn oude patronen. Na het reizen heb ik diverse opleidingen geprobeerd en uiteindelijk vond ik mijn plek op de Kunstacademie. Ik was 24 jaar en eindelijk terug bij mijn passie: creëren. Toch zou het nog een paar jaar duren voor ik écht durfde te geloven dat dit mijn pad was.
Mijn studiejaren waren turbulent. Ik was nog steeds zoekende en verviel nog steeds in extremen. Ik voelde me somber en depressief of ik was vrolijk en uitbundig; ik omringde me met iedereen of ik trok me helemaal terug; ik ging uit tot laat met drank en drugs of ik zei alles af; ik volgde een streng dieet of ik verloor de controle. Het gevecht werd steeds groter en ook de invloed ervan op mijn dagelijks leven. Ik wilde graag beter worden en ging op zoek naar therapie voor eetstoornissen. Ik heb diverse soorten therapie geprobeerd maar niks sloeg aan.
Ik heb een tijdje medicatie geslikt voor ADD. Dat voelde even goed, want ik had geen honger en ik had veel energie. Het heeft me geholpen tijdens de laatste fase van mijn studie. Maar daarna werd het naar. Ik voelde me de hele dag zenuwachtig. Zonder het doel van afstuderen, werkte het averechts. Toen ik ermee stopte, kwamen de eetbuien terug. De medicatie had ze slechts onderdrukt.
Ik was ondertussen relatief open over mijn eetprobleem. Mijn ouders had ik het verteld toen ik een jaar of twintig was. Mijn moeder had wel gemerkt dat er dingen verdwenen uit de la en dat ik ‘s nachts in de keuken bezig was. Die dingen vielen op de plek toen ik het vertelde. Ook toen ik op kamers ging met een vriendin heb ik het verteld. Maar ik liep er nooit mee te koop. Ik probeerde het alsnog te verbergen. Ik schaamde me voor mijn eetbuien. Ik moest echt ergens doorheen breken om voorbij die schaamte te komen. Het mooie was, dat toen ik er eenmaal over durfde te praten, de schaamte minder werd. Delen is een belangrijk onderdeel geweest van mijn herstel.
Na mijn studie viel ik in een gat. Ik wist niet wat ik wilde en ik was niet tevreden met mijn werk in de horeca. Het eten ging steeds meer berg afwaarts en daarmee ook mijn eigenwaarde. De boulimia werd binge eating en ik kwam veel aan. Ik werd er uiteindelijk zo boos van, dat ik ging zoeken naar andere vormen van therapie. Toen kwam ik terecht bij groepstherapie van Stichting JIJ. Dat was het omslagpunt. Eindelijk ging het balletje de goede kant op rollen…
Het fijne van groepstherapie was dat ik voor het eerst met mensen kon praten die zelf ook een eetprobleem hadden. Voorheen voelde ik me altijd veroordeeld, ook door therapeuten. Dat viel nu volledig weg. De herkenning over en weer was heel fijn. Er was een sfeer van openheid en veiligheid, iedereen leert van elkaar. Tegelijkertijd was het heel confronterend. Er waren ook oudere vrouwen die al hun hele leven worstelden met een eetprobleem en nog steeds zoekende waren. Dat zette me aan het denken. Dat wilde ik niet voor mezelf.
Ik heb drie groepen gevolgd van elk ongeveer driekwart jaar en daarnaast persoonlijke begeleiding. Ik kreeg steeds meer inzicht in mijn eetprobleem. Hoe het was begonnen en waar het mee te maken had. Het is moeilijk om één oorzaak aan te wijzen want het was een samenloop van dingen. Maar ik zag wel duidelijk dat ik altijd zoekende was en de obsessie met eten een stabiele factor had gemaakt. Ik begon in te zien dat ik op de verkeerde plekken had gezocht: buiten mezelf.
Een opdracht die veel indruk maakte, was het opschrijven en analyseren van een lastige situatie. Wat gebeurde er precies? Wat voelde ik? Welke gedachtes had ik en wat was het resultaat? En vooral: herkende ik dit gedrag in meer situaties? Door te reflecteren op hoe ik omging met dingen, leerde ik mezelf goed kennen en kreeg ik inzicht in mijn patronen. Ik begon in te zien hoe mijn eetprobleem een copingmechanisme was. Het ging om wat eronder zat.
Mijn herstel was een wervelstorm met veel fases. In eerste instantie leek het alleen maar erger te worden. Ik werd geconfronteerd met alles wat ik jarenlang met eetbuien had verdrongen. Ik kwam steeds een laagje dieper. Ik begon weer te voelen en álles raakte me opeens. Ik greep terug naar wat ik kende als coping: eetbuien. Dat patroon zat zo diep ingesleten… Toch voelde ik dat ik op de goede weg was. Mensen in de groep herkenden het ook als deel van het proces en die bevestiging gaf vertrouwen.
Een belangrijke mijlpaal was dat ik anders naar mijn lichaam durfde te gaan kijken. Ik had ontzettend veel oordeel over mijn lichaam en ideeën over wat anderen wel niet van mij denken. Die knop moest om. Ik moest herontdekken wat mijn lichaam voor mij betekent. De focus verleggen van uiterlijk naar de kracht van kunnen en doorstaan. Een eetstoornis, een knieoperatie, bovenmatig sporten, drinken, drugs… Ik kreeg respect voor de veerkracht van mijn lijf. Zodra dit besef ging overheersen, werd ik meer ontspannen en zelfverzekerd over mijn lichaam.
Door het reflecteren op mijn gedachtes, ontdekte ik hoe onzeker ik was over mezelf. Ik identificeerde met de eetstoornis en dat stond in de weg van de persoon die ik écht was en kon zijn. Ik weet nog dat ik in een opdracht moest benoemen wat mij blij en gelukkig maakt en wat mij kracht en energie geeft. Op mijn lijst stonden allemaal dingen die ik niet meer deed, creatieve dingen voor mezelf. Dat was een eyeopener. Ik heb een museumjaarkaart genomen en een zeefdrukcursus gedaan. Ik heb een atelier gehuurd en een plan gemaakt voor mijn onderneming.
Het komt erop neer dat ik bewust stappen ondernam om mezelf en mijn creatieve kant serieus te nemen. Ik schrapte dingen die te veel energie kostten en richtte me op dingen waar ik blij van werd. Dat was de sleutel. Gaandeweg ging het eetprobleem – met ups en downs – steeds minder een rol spelen. Het raakte natuurlijkerwijs op de achtergrond. Nu spelen dingen die mij energie geven een grotere rol dan het eten ooit gedaan heeft. De oplossing lag in alles wat níet met het eten te maken heeft. Ik heb eindelijk mijn leven eigen gemaakt.’
Foto van Brooke Cagle via Unsplash