Echt geluk zit inderdaad in de kleinste dingen, zoals bijvoorbeeld…mos

Mossen waren 350 miljoen jaar geleden de allereerste planten die de aarde bedekten. Tegenwoordig zijn ze verdrongen naar plekken waar geen enkele andere plant het uithoudt. Het groene fluweel is niet alleen streelzacht, maar ook heel erg Zen, toepasbaar in eigentijdse kunstvormen èn gezond, want mos eet gevaarlijk fijnstof!

Met mos kan het twee kanten op: sommige mensen hebben er een hekel aan, anderen zijn er juist dol op. Mosliefhebbers wonen meestal in Japan en moshaters vind je vooral in Nederland, waar tuincentra een hysterisch arsenaal aan mosdoders verkopen. Toch hebben de Japanners gelijk. Want mos moet je niet haten, je kunt er veel beter vriendjes mee worden. Dat is zachter voor het oog en beter voor de ziel.

Op een rollende steen groeit geen mos

Hoe groot de tegenstellingen tussen Oost en West zijn als het om mos gaat, blijkt wel uit het bekende Japanse gezegde ‘korogaru ishi ni koke musazu’, oftewel: ‘op een rollende steen groeit geen mos’. Westerlingen denken dat hiermee wordt bedoeld dat stilstand altijd achteruitgang is en dat je dus constant in beweging moet blijven om vooruit te komen in het leven. Maar de Japanners bedoelen er juist precies het tegenovergestelde mee, namelijk dat geduld wordt beloond en dat je dus vooral niet de hele tijd als een kip zonder kop rond moet rennen, maar je zo toegewijd mogelijk op je eigen doel(en) dient te concentreren. Nogal een verschil in opvatting!

Urenlang in de rij voor een mostuin

In Japanse tuinen wordt al vele eeuwen dankbaar gebruik gemaakt van het miniplantje, want een fluwelig mosbed in de tuin brengt de geest tot rust en nodigt uit tot meditatie en contemplatie. Mos staat symbool voor verfijning, kalmte, eerbiedwaardige ouderdom en (innerlijke) stilte. In sommige Japanse tuinen is mos zelfs de allerbelangrijkste plant, zoals in de beroemde mostuin Saiho-ji in Tokyo, waar toeristen een niet misselijke entreeprijs van bijna dertig euro betalen om urenlang in de rij te staan voor een tuinbezoekje van maximaal 90 minuten.

Voor mos moet je echt op je knieën

Mos heeft een gecompliceerd, mysterieus en onvoorspelbaar karakter, waar de gemiddelde westerling niet zo goed raad mee weet. Het oogt fragiel, maar is toch ongelooflijk taai. De frisgroene pracht van mos wordt pas echt zichtbaar als je er eerbiedig voor op de knieën gaat en er een vergrootglas bij houdt. Op het eerste gezicht lijken alle mossen op elkaar, maar als je de moeite neemt om je erin te verdiepen, dan gaat er een heel nieuwe wereld voor je open. Want mos is niet alleen de alleroudste landplant ter wereld, maar er bestaan wereldwijd wel vijftienduizend verschillende soorten van, waarvan zo’n 600 in Nederland.

Mossen waren er lang voor de eerste dino’s 

Mossen waren 350 miljoen jaar geleden de eerste planten die onze onherbergzame, nog nieuwe aarde koloniseerden. Ze leefden hier al lang voor de eerste dinosauriërs en ook lang voor de eerste bloeiende planten, die pas 135 miljoen jaar geleden verschenen. Het totale oppervlak van de aarde was ooit bedekt met dikke moskussens, waarin de allereerste varens konden ontkiemen. Daarna kwamen er meer nieuwe planten, die het prehistorische mos terugdrongen naar de onaantrekkelijkste groeiplaatsen. En daar houden ze vandaag de dag nog steeds dapper stand, op plekken waar andere planten niet willen of kunnen overleven: in donkere grotten, op twijgjes van hoge bomen, in de binnenlanden van Antarctica, in zongeblakerde woestijnen, op rotsen, boombast, rottend hout en in de diepste schaduw. Elk denkbaar tweederangs groeiplekje heeft zijn eigen gespecialiseerde mossoort.

Primitief, maar doeltreffend

Mos is zo primitief dat het niet eens wortels heeft. Het blijft op z’n plek met een paar plakkerige draden, zoals een mossel. Mossen groeien dus op de bodem, niet er in. Regenwater en voedingsstoffen die de wind aandraagt, nemen ze direct via hun celwanden op. Verder planten ze zich op zeer primitieve wijze voort: met sporen, net als paddestoelen. Sporen zijn zo licht, dat de wind ze over grote afstanden naar nieuwe horizonten kan vervoeren. Maar omdat ze zo klein zijn, dragen ze weinig voedsel met zich mee. Dus als ze op de verkeerde plek landen, gaan ze meteen dood.

Een beroep met toekomst: mosboer!

Noordamerikaanse indianen gebruikten mossen als luiers en maandverband. Logisch, want mossen kunnen tien keer hun eigen gewicht in water opnemen. Dit absorberend vermogen maakt mos ook in deze moderne tijden zo populair, met name in de bloemisterij en tuinindustrie. Mossen worden gebruikt als verpakkingsmateriaal bij het transport van droogtegevoelige bloembollen en plantmateriaal. Of ze worden verwerkt in kransen, bloembakken en hanging baskets. De zakken tuinturf die je in tuincentra kunt kopen, bestaan voor het grootste deel uit veenmos. Helaas wordt er momenteel in zo’n hoog tempo mos geoogst uit de vrije natuur voor commerciële doeleinden, dat het amper de gelegenheid krijgt om weer terug te groeien. Want mos breidt zich nu eenmaal zeer traag uit: sommige soorten halen nauwelijks 1% groei per jaar! Een groen beroep waar dus absoluut toekomst in zit is mosboer. Het illegaal oogsten van mossen uit de natuur is zorgwekkend, want mossen spelen een belangrijke rol in het ecosysteem: ze gaan erosie tegen en ze bieden leefruimte aan vele soorten kevers en andere insecten. Verder zorgen mossen voor luchtvochtigheid en helpen ze om water vast te houden. Mossen zijn betrouwbare graadmeters voor de gezondheid van ecosystemen, omdat ze heel gevoelig zijn voor veranderingen in het milieu.

Totaal onschadelijk mos wordt fel bestreden 

Mos is groen in herfst, winter, voorjaar en vaak zelfs ook ’s zomers. Het voelt heerlijk aan onder je blote voeten. Toch hebben de meeste mensen er weinig oog voor, behalve wanneer het op hun dak groeit. Dan moet het er af. Daarnaast spenderen we jaarlijks grote sommen geld aan het bestrijden en vergiftigen van mos in gazons. Dat is natuurlijk ontzettend jammer, vooral als je bedenkt dat mossen momenteel in groten getale uit de natuur worden gehaald voor handelsdoeleinden. Mos veroorzaakt geen enkele schade aan muren en daken. Het kan hooguit lastig zijn op paden, omdat je er bij vochtig weer op kunt uitglijden. Je spaart veel geld uit als je bodembedekkend mos niet langer bestrijdt, maar juist aanmoedigt.

Mos in het gazon… so what?

Het is sowieso een goed idee om je eens te verdiepen in de mossen die in je eigen tuin groeien. Een gemiddeld tuintje kan makkelijk twaalf verschillende soorten herbergen. De meeste mensen zijn zich totaal niet bewust van de complexe mosgemeenschappen in hun directe omgeving. Veel huisbezitters zijn alleen maar bang dat mossen het gazon overnemen, terwijl mos helemaal niet in staat is om de competitie aan te gaan met een gezond gazon, maar zich alleen de lege plekjes toeëigent waar geen gras wil groeien. Mos bezet graag plekken waar geen enkele andere plant het uithoudt, zoals lichtzure, verdichte bodems met een slechte afwatering en veel schaduw, of op oude muren van bakstenen, cement of natuursteen. Wie het mos uit zijn gazon met alle geweld weg wil hebben, moet dus de groeiomstandigheden voor het gras verbeteren of speciaal gras voor in de schaduw zaaien. Maar het is nog veel beter om op dergelijke probleemplekken gewoon mos te kweken. Dat leidt uiteindelijk ook tot een mooi groen tapijt, dat nooit gemaaid hoeft te worden. Misschien denk je dat mos onkruid is omdat je het overal tegenkomt. En dat klopt ook wel, maar alleen als het zich goed voelt. Ooit hoorde ik iemand zeggen: het is heel makkelijk om een fruitvliegje dood te slaan, maar zet er maar eens eentje in elkaar! Precies hetzelfde geldt voor mos: pas als je het per se op een bepaalde plek wilt hebben, wordt ineens duidelijk hoe moeilijk het is om mos te kweken. Mossen vragen namelijk geduld en begrip, geen geld. Dat is een deel van hun aantrekkingskracht.

Een oefening in afblijven en geduld hebben

Volgens George Schenk, schrijver van de mosbijbel Moss Gardening is tuinieren met mos slechts weggelegd voor een kleine elite. Het is een oefening in afblijven en geduld hebben, en dat gaat de meeste mensen slecht af in een wereld die steeds meer gericht is op snelle resultaten. Bovendien is een mostapijtje in de tuin niet bepaald onderhoudsarm. Afgevallen blad en andere rommel moet zo snel mogelijk worden verwijderd, want boombladeren die twee of drie weken blijven liggen, beletten het mos om water en voedsel uit de lucht op te nemen, waardoor het in droogteslaap gaat en bruin wordt. Verder moet iedere vorm van concurrentie genadeloos worden uitgeschakeld. Japanners plukken ongewenste zaailingen uit met een pincet: een tijdrovend, maar uiterst meditatief werkje. Als je eenmaal besluit om mos te kweken in je tuin, dan is het raadzaam om zo klein mogelijk te beginnen. Concentreer je bijvoorbeeld op het mos dat vlakbij de ingang van je huis groeit. Ga dat vervolgens actief koesteren en vertroetelen, door dagelijks elk opkomend sprietje van andere planten onmiddellijk te verwijderen. Veeg afgevallen blaadjes gerust met een kwastje van je mos en laat je buren maar lachen.

Mos kweken met karnemelk 

De meeste mossen houden van flink verdichte, zure grond met een Ph-waarde van rond de 5.5. Je kunt je tuingrond eventueel wat zuurder maken met speciale mest voor rhodondendrons of heide. De meeste mossen groeien het beste in de schaduw, maar sommige soorten kunnen ook flink wat zon hebben, vooral ‘s morgens en aan het eind van de middag. In de herfst, als de meeste mossoorten een flinke groeispurt doormaken, kun je een beetje met water verdunde karnemelk spuiten langs de randen van bestaande mosplakkaten, zodat ze zich sneller uitbreiden. Als je mos van de ene naar de andere plek in je tuin wilt verhuizen, dan kun je het meestal gewoon oppakken of voorzichtig loshalen met een spatel. Druk het mos daarna stevig aan op de nieuwe plek. Als je een vrij groot oppervlak met nieuw mos hebt aangelegd, dan kun je daar een plaat hout op leggen waar je even op gaat staan, zodat het verplante mos gelijkmatig wordt aangedrukt.

Mostapijtje maken? 

Leg voor een mostapijtje stukjes mos in een gelijkmatig patroon op ongeveer 30 centimeter afstand van elkaar en geef de klompjes vervolgens alle tijd om naar elkaar toe te groeien. Veranker de stukjes mos eventueel in de grond met een paar cocktailprikkers, zodat ze niet wegwaaien. Pas verplant mos heeft dagelijks een sproeibeurt nodig om aan te slaan. Gebruik daar alleen verzameld regenwater voor, want in kraanwater zit te veel chloor en kalk. Als je mos eenmaal is aangeslagen (vaak na een week of zes) hoef je het nooit meer water te geven. Ook niet tijdens hete zomers. Verder kun je de ondergrond waar je het nieuwe mos wilt hebben extra aantrekkelijk maken door wat bouwzand door de bovenste bodemlaag te werken. Ook melkpoeder, rauw eiwit, cocopeat van Ecostyle, bier, yoghurt, karnemelk, porseleinklei of onverdunde vis-emulsie verrijken de bodem met stoffen waarop mossen graag groeien.

…of liever mosgraffiti op je muur?

Op internet zijn tientallen recepten te vinden voor mosshakes, oftewel zelfgebrouwen mengsels die mosgroei op gang brengen. Het idee is simpel: verzamel wat mos uit eigen tuin en verkrummel dat in de blender, samen met een of meerdere van de merkwaardige ingrediënten uit bovenstaande alinea, plus wat aarde en water. Zorg dat je een lekker dik mosprutje krijgt en smeer dat op alle poreuze oppervlakken die je graag stijlvol bemost wilt hebben, zoals betonnen tuinbeelden, terracotta potten, bakstenen, rotsblokken, wrakhout, muren of boomstammen. Als de besmeerde oppervlakken voldoende vocht en schaduw krijgen, kun je al na een paar weken de eerste mosgroei verwachten. Maar als het vlak daarna keihard gaat regenen, spoelt je mospap er weer af en kun je opnieuw beginnen, dus hou ook het weerbericht in de gaten… Met die zelfgebrouwen mosprutjes uit de blender kun je trouwens niet alleen natuurlijk ogende mosgroei stimuleren, maar ook andere leuke dingen doen. Wat dacht je bijvoorbeeld van mosgraffiti? Google maar eens op de Hongaarse Edina Tokodi en de Britse Anna Garforth, twee kunstenaressen die de laatste jaren beroemd zijn geworden met hun dichtregels en tekeningen van mos op stadsmuren. Volgens Michael Fletcher, schrijver van het Moss Growers Handbook, kun je zelfs moscreaties op kale muren plakken met watervaste lijm op siliconenbasis.

Mosdaken zijn licht en goedkoop

Een andere eigentijdse toepassing van mos is het mosdak, dat sinds twee jaar door verschillende groene dakspecialisten wordt aangeboden. Mosdaken zijn niet alleen de goedkoopste, maar ook de lichtste vorm van groene dakbedekking. Ze worden kant en klaar aangeleverd en zijn eenvoudig te plaatsen. De aanleg van een mosdak kost ongeveer 20 euro per vierkante meter. Mos verlengt de levensduur van (vooral platte) daken, doordat de dakhuid wordt beschermd tegen schadelijke UV-straling, uitdroging en temperatuurschommelingen. Mostapijten hebben ook een laag gewicht, zodat ze op vrijwel ieder dak geplaatst kunnen worden. De rollen bestaan uit een waterbergende vezellaag, een laag met moskiemen en een laag met driedimensionale vezels die de wortelloze mossen vasthoudt. Het totaal is ongeveer 1 centimeter dik. De mosplantjes gaan pas groeien als de matten eenmaal op het dak liggen en vormen uiteindelijk een laag van 6 centimeter dik. Mosdaken zijn ook gezond voor mensen. Want mossen produceren niet alleen zuurstof, maar ze binden en vernietigen ook gevaarlijk fijnstof. Zeker in drukke steden zouden mossen daarom gekoesterd moeten worden. Uit onderzoek van de universiteit van Bonn is gebleken dat één vierkante meter mos jaarlijks ongeveer twintig gram fijnstof ‘eet’.

Zo maak je je tuin mosvriendelijk 

Als je eenmaal hebt besloten om te gaan tuinieren of knutselen met mos, dan zijn de soorten die je nu al in je tuin kunt vinden altijd het beste vertrekpunt. Het moge duidelijk zijn dat mosroof uit de vrije natuur geen optie is. Speur dus langs de randen van je huis, onder bosjes, op de noordkant van boomstammen en je zult vast en zeker vinden… Of zoek uit welke van je buren een hekel aan mos hebben, en bied aan om het eigenhandig uit hun tuin te verwijderen voordat zij er met de gifspuit op los gaan. Hoe dichter bij huis je je mos haalt, hoe groter de kans dat het aanslaat. Want mossen die je uit totaal andere ecosystemen hebt ontvoerd, leggen vrijwel zeker het loodje in je eigen tuin. Als je echt omhoog zit, kun je ook eens bij een boer of particuliere boseigenaar aankloppen voor een paar handjes mos. Maar het beste is toch om je eigen tuin zo mosvriendelijk mogelijk maken. Michael Fletcher noemt in zijn handboek een tuin in de Engelse Cotswolds, waar de bezitter jarenlang elke plant die geen mos was uittrok, waardoor zich in zijn tuin een dik tapijt van inheemse mossen ontwikkelde. Deze tuinman introduceerde geen enkele nieuwe mossoort in zijn tuin, sterker nog: hij kon de verschillende soorten zelf niet eens uit elkaar houden! Maak je tuin dus zo aantrekkelijk mogelijk voor mossen, dan komen ze vanzelf. De lucht is immers bezwangerd met miljarden mossporen, op zoek naar een warm welkom. En dat kun jij ze bieden.

Bronvermelding: www.newmossgardening.com; www.mossacres.com; Gathering Moss: A Natural and Cultural History of Mosses, door Robin Wall Kimmerer; Moss Gardening, door George Schenk; Moss Growers Handbook, door Michael Fletcher (te downloaden via internet).

Image by Andreas from Pixabay | https://pixabay.com/photos/ice-cream-icy-ice-rain-moss-frozen-3883074/

Mijn gekozen waardering € -

Journaliste met een zwak voor de natuur EN de menselijke natuur. Werkt(e) onder meer voor natuurmagazine Roots, Wereld Natuur Fonds, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en is mede-auteur van zeven boeken over de natuur.