Absolute BBB-overwinning in Tubbergen is niks nieuws: het CDA haalde daar jaren meer dan de helft van de stemmen

Met bijna 60 procent van de stemmen wist BBB het CDA te verbleken in Tubbergen. Jarenlang was het juist déze partij die absolute overwinningen boekte in de Overijsselse gemeente. In 2018 voor het laatst. De teloorgang van het CDA was toen eigenlijk al ingezet in Tubbergen.

“Voorzitter, u moet strak in de vergadering zitten!” Leo Stamsnieder, voormalig CDA-raadslid in de gemeente Tubbergen onderbreekt zijn voormalig coalitiegenoot Alexander Plegt, een eenmansfractie. Na een ietwat chaotische onderbreking vervolgt Plegt zijn verhaal: “Ik voel me de afgelopen jaren genegeerd. Bij deze: Dorpen Centraal is voortaan een oppositiepartij.”

Een verschil in standpunt over de bouw van een nieuw gemeentehuis plaatst het CDA en coalitiepartners Dorpen Centraal en Gemeentebelangen/VVD lijnrecht tegenover elkaar. Het CDA stemt als enige voor de bouw van een nieuw gemeentehuis, waarna Plegt midden in de online raadsvergadering per videoverbinding zijn steun voor de coalitie intrekt.

“Ik voel me de afgelopen jaren genegeerd”

Gevolgen had het niet: het CDA had met twaalf zetels de meerderheid en kon desgewenst ook alleen besturen. Het koos in 2018 liever voor samenwerking, op initiatief van toenmalig partijleider en wethouder Roy de Witte, inmiddels gedeputeerde in de provincie Overijssel. “Een absolute meerderheid ontslaat je niet van de verplichting om samen te werken. In wij-zij denken, geloof ik niet. Het is zoeken naar consensus.”

Bron voor gedoe

Het blijkt bron voor gedoe, met het debat over het nieuwe gemeentehuis als kookpunt. Maar Plegt kent meer voorbeelden waarbij het CDA de coalitie links liet liggen en alleen optrad. “Afspraken werden niet nagekomen en ik werd nergens bij betrokken.”

Het raadslid uit Tubbergen had nog een extra achterstand ten opzichte van haar coalitiecollega: Dorpen Centraal leverde geen wethouder. “Zeker zonder wethouder kom je in een samenwerking terecht waarbij je de mindere bent”, zo constateert Plegt inmiddels. “Meedoen zonder echte noodzaak kan heel frustrerend zijn.”

Meer gewicht

Gemeentebelangen/VVD, goed voor vier zetels, leverde wél een wethouder. Dat gaf de partij iets meer gewicht in de coalitie. Toch voelde ook deze fractie zich behoorlijk ongehoord, vertelt fractievoorzitter Noortje Haarman. “Het gevoel dat er gebruik van je gemaakt werd, dat overheerste wel. Het voelde soms alsof we als coalitiepartner een beetje werden overgeslagen.”

Kort na het terugtreden van Plegt trekt ook haar fractie zich uit de coalitie en roept ze haar wethouder terug. Haarman vertelt dat ze hiervoor altijd prettig samenwerkte met het CDA. Als de coalitiegenoten elkaar in de afgelopen raadsperiode vaker hadden opgezocht, was het niet zover gekomen, denkt ze.

“Het gevoel dat er gebruik van je gemaakt werd, dat overheerste wel”

De Witte, in de slotfase van de raadsperiode al vertrokken naar de Provinciale Staten, vindt dat ook. “Ik zag, op afstand, alle ruimte om de verbinding te houden. Dat het ontspoorde, daar hebben alle negentien raadsleden een rol in gehad. Ook mijn eigen club.” Hij benadrukt bovendien dat verreweg de meeste besluiten onder zijn wethouderschap raadsbreed werden aangenomen.

Plegt: “Het is ze overkomen, denk ik. Ze hebben als groep soms behoorlijk arrogant gehandeld.” Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2022 kreeg het CDA het lid op de neus: de partij blijft de grootste, maar halveert in zetels.

Gevoel van onmisbaarheid

In het gezamenlijk gesloten akkoord stonden geen afspraken over hoe het CDA om zou gaan met haar absolute meerderheid. Terwijl dat, als er dan toch voor een coalitie gekozen wordt, prima kan, volgens hoogleraar decentrale overheden Geerten Boogaard.

“Het vraagt enorme evenwichtskunst om zo’n overbodige juniorpartner wel een gevoel van onmisbaarheid te geven. Om dat te doen, zou je kunnen afspreken dat je nooit een besluit neemt zonder een tweede partij. Dan kan die juniorpartij dreigen niet mee te stemmen en dan verleg je het speelveld”, zegt Boogaard. Hoewel hij geen voorbeelden kent van gemeenten waar dat op die manier is gebeurd.

Typisch Nederlands

Een gemeentebestuur dat ook volledig onder leiding staat van slechts één partij, na een absolute overwinning, dat hebben we al twintig jaar niet meer gezien, blijkt na navraag bij de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Veel vaker wordt er toch naar coalities gezocht. En dat is typisch Nederlands, zo duidt bijzonder hoogleraar lokaal bestuur Klaartje Peters.

“We zijn in Nederland gewend om meerderheden te vormen. In de kleinere gemeenten zie je daarnaast vaak dat er ook nog eens wordt gezocht naar hele ruime meerderheden. Als slechts één partij de meerderheid behaalt, vinden we het blijkbaar van goede smaak getuigen dat je toch op zoek gaat naar een breder draagvlak. Terwijl dat voor de meerderheid niet nodig is.”

“Als je in je eentje de macht hebt, ben je in je eentje voor alles verantwoordelijk”

Boogaard onderschrijft die analyse. “Het komt in Nederland slecht over om in je eentje te regeren. Het kan ook onverstandig zijn voor de lange termijn, omdat je bij de volgende verkiezing misschien net géén meerderheid haalt. Als je dan net iedereen hebt uitgesloten, ga jíj het hok in.”

Daarnaast speelt het liever delen van de verantwoordelijkheid ook mee, denkt Boogaard. “Bij het afstaan van een beetje macht, komt er nog een andere partij bij die je ook nog ergens de schuld van kunt geven. Als je in je eentje de macht hebt, ben je in je eentje voor alles verantwoordelijk.”

Vijfde wiel aan de wagen?

Dat coalitievorming bij absolute meerderheden wel kán, toont het Overijsselse Twenterand aan. Daar haalde lokale partij Gemeentebelangen in 2018 twaalf van de 23 zetels. De partij vond de ChristenUnie als coalitiepartner, dat getalsmatig dus niet nodig was om een coalitie overeind te houden.

Maakt dat zo’n partij dan geen vijfde wiel aan de wagen? Niet met duidelijke afspraken vooraf, zegt toenmalig fractievoorzitter Gerjan Smelt, die inmiddels de lokale politiek heeft verlaten. “Je moet investeren in elkaars relatie en regelmatig evalueren. We schreven een gezamenlijk coalitieprogramma en alles wat daarbuiten viel, was een vrije kwestie.”

En dus in principe vrij spel voor Gemeentebelangen, die daar naar eigen zeggen nooit gebruik van maakte. “Dan ga je dingen erdoorheen drukken”, vertelt Marcus Elzinga, nog altijd de partijleider en fractievoorzitter. “We zochten altijd naar minimaal twee partijen die ook meestemden met onze voorstellen.”

Meer lasten dan lusten

In Tubbergen was er achteraf te weinig onderling contact tussen de coalitiepartijen, denkt voormalig CDA-leider Roy de Witte. Aan de voorhand kun je wel iets afspreken, maar het komt vooral aan op de de relatie die je met elkaar onderhoudt”, zo reflecteert de Witte op de formatiefase.

“Het hebben van een absolute meerderheid kent meer lasten dan lusten”, besluit hij. “Ik adviseer partijen die dat nu hebben: blijf werken aan de onderlinge relaties met andere partijen. Dat is bij ons te weinig gebeurd.”

Dit artikel verscheen eerder bij Binnenlands Bestuur.

Beeld: BoerBurgerBeweging

Mijn gekozen waardering € -

Jorik Simonides is freelance journalist, met een interesse voor (onderzoeks)verhalen over economie, (geo)politiek, buitenland en onderwijs.