Afghaanse politievrouwen riskeren hun leven

Geen Afrika maar wel belangrijk. Afghaanse politiecommandante Islam Bibi, een belangrijk rolmodel, is donderdag doodgeschoten. Drie jaar terug maakten we dit verhaal over de politievrouwen van Afghanistan.

Islam Bibi werd donderdag doodgeschoten toen ze achterop een motor op weg was naar haar werk. In Lashkar Gah in de provincie Helmand gaf ze als politiecommandante leiding aan 23 politievrouwen en werd gezien als een belangrijk rolmodel. Maar niet iedereen was blij met haar hoge functie bij de politie. 'Mijn broer, vader en zussen waren allemaal tegen me', zei de 37-jarige Afghaanse vrouw eerder dit jaar in een interview. 'Mijn broer heeft me drie keer geprobeerd te vermoorden.’

Vrouwelijke agenten zijn onmisbaar in het islamitische Afghanistan maar worden vaak weggemoffeld als koffiejuffrouw of riskeren op straat hun leven. Doordat de Taliban langzaamaan weer meer grip krijgt op het land, zullen de Afghaanse politievrouwen het de komende jaren alleen nog maar moeilijker krijgen. Lees hier de reportage die we drie jaar terug maakten in Kabul, Herat en Mazar-i-Sharif over de politievrouwen van Afghanistan.

Zonder wapen de straat op

‘Ze weigeren ons een wapen te geven.’ Treurig kijkt Sima van onder haar witte hoofddoek voor zich uit in het kantoor van de provinciale politie van Herat. Haar glimmende zwarte jasje, zwarte pantalon en ballerina’s doen allerminst vermoeden dat het iele 25-jarige meisje politieagent is. ‘Ze hebben alleen grote mannenuniformen. Ik heb geen geld om die te vermaken’, vertelt ze plukkend aan de rafelende draadjes van de bank. Het is heet in het kantoor. Een dikke laag stof bedekt het grote bureau. De bureaustoel erachter wordt met tape bij elkaar gehouden. Enkel het opgevouwen bidkleedje bovenop de metalen kapstok lijkt onbezoedeld.

Ondanks haar jonge leeftijd is Sima al weduwe. Vier jaar geleden overleed haar man bij een verkeersongeluk. Om zichzelf en haar drie kinderen te onderhouden, ging ze bij de politie. Niet dat het een vetpot is. Een gemiddeld politiesalaris schommelt rond de 150 dollar per maand. Haar ouders waren allerminst blij. ‘Erg bang dat me iets overkomt.’ Politievrouwen in Afghanistan zijn een geliefd doelwit van de Taliban. Zeker vijf vrouwelijke agentes zijn de afgelopen twee jaar vermoord.

Doodgeschoten op weg naar haar werk

Bekendste is Malalai Kakar, de luitenant-kolonel uit Kandahar die zowel binnen als buiten Afghanistan grote bekendheid genoot vanwege haar uitzonderlijke gedrevenheid het geweld tegen vrouwen en kinderen de kop in te drukken. Vorig jaar werd ze doodgeschoten op weg naar haar werk. Ondanks dat een agente in Herat vorig jaar hetzelfde lot onderging, heeft het merendeel van de vrouwelijke agentes in de West-Afghaanse stad nog altijd geen wapen.

Sima’s stem wordt feller: ’Bij mij was het argument dat ik er niet mee om kon gaan. Terwijl ik een half jaar geleden op de politieacademie ben getraind in het schieten met zowel een pistool als kalasjnikov. Na een landelijk bevel van de minister van Interne Zaken om alle politievrouwen een wapen te geven, was het opeens te gevaarlijk. Mensen op straat zouden het pistool van me af kunnen pakken.’ Sima kijkt verdrietig in de verte. ‘Niemand interesseert zich voor ons. We zijn symbolische agenten. In theorie klinkt het prachtig. Maar in de praktijk kijken ze op ons neer.’

We zitten voornamelijk binnen

Eén a twee keer per week mag ze met haar mannelijk collega’s mee naar buiten om op straat of bij huiszoekingen vrouwen te fouilleren. In het Islamitische Afghanistan mag dit alleen door vrouwen worden gedaan. Andere taken krijgt ze niet. ‘Ik zou heel graag het werk van de politiemannen doen. Maar we zitten voornamelijk binnen, niets te doen. Stom, want als geletterde vrouw zou ik prima administratief werk kunnen doen.’ Dan steekt een mannelijke politieagent zijn hoofd om de deur. Een vlaag urinelucht – vermoedelijk van de urinoirs tegenover het kantoor – zweeft binnen. Sima moet mee naar een checkpoint aan de rand van de stad om, indien nodig, vrouwen te fouilleren.

Als we haar daar twee uur later opzoeken, zit ze in een groene politiecontainer treurig naar buiten te kijken. Haar mannelijke collega’s zijn buiten vooral druk met niets doen. Sima wil niet meer met ons praten. In de tussentijd heeft iemand van de politie haar broer gebeld, die het allerminst kon waarderen dat zijn zusje werd geïnterviewd door buitenlandse journalisten. Een eerder afgesproken bezoek aan haar huis, gaat evenmin door.

Zoontje komt mee

Terug in het centrum is het een chaos van claxonerende auto’s en stof. Een vrouwelijke agent voor een politiehokje trekt de aandacht. De stoer uitziende vrouw in groen uniform en bijpassende hoofddoek draagt wél een wapen. In de deuropening van het hokje kijkt een jongetje nieuwsgierig naar buiten. ‘Mijn zoontje van zeven. Na schooltijd komt hij altijd mee’, vertelt de politievrouw met een trotse glimlach.

Ze heet Mariam (26) en nodigt ons uit bij haar thee te komen drinken. Het huis op een kwartier van het centrum is eenvoudig ingericht. In een hoekkast – het enige meubelstuk in de huiskamer – prijkt een foto van Mariam in wit uniform en bijpassende politiepet. Ook zij is weduwe. Haar 10-jarige dochter zet verlegen een dienblad met thee op het rode tapijt. ‘Ik ben dol op mijn werk’, vertelt Mariam terwijl ze in kleermakerszit op de grond plaatsneemt. ‘Bij een huiszoeking probeerden laatst twee vrouwen in burka te ontsnappen. Toen ze na twee waarschuwingen nog niet bleven staan begon ik te schreeuwen en richtte mijn wapen op hen. Verstijfd staken ze hun handen de lucht in. Onder hun burka bleken ze een pistool en een kalasjnikov te hebben. De mannen hadden die met de vrouwen naar buiten proberen te smokkelen.’

‘Ze riepen me te zullen vermoorden’

Dat Mariam in tegenstelling tot veel collega’s een wapen heeft, is het gevolg van een bedreiging en een verstandige baas die acuut in actie is gekomen. ‘Twee gemaskerde mannen op motoren riepen dat ze me zouden vermoorden als ik zou doorgaan met mijn werk.’ Nadat ze dit meldde bij haar directe leidinggevende, kreeg ze binnen enkele dagen een pistool.

Volgens Mariam hebben veel vrouwelijke collega’s ook nog geen wapen vanwege bureaucratisch geharrewar. ‘Het ministerie van Interne Zaken in Kabul heeft veel agentes nog niet officieel op hun functie benoemd. Hierdoor mogen ze nog geen wapen.’ Geen goede reden, geeft de agente toe.

Maar ze heeft ook het idee dat veel collega’s bang zijn en eigenlijk geen wapen willen. Al voor ik mijn pistool had, vond ik het geen probleem voor werk naar buiten de stad liggende districten te gaan. Andere politievrouwen smeekten me niet te gaan, anders zouden zij ook moeten.’ Ondanks de bedreiging is de agente niet bang. ‘Ik heb de mannen nog gezocht, om ze te arresteren. Toen ik voor de politie koos heb ik alles overwogen, ook het risico te worden vermoord.’

Terugdringen van huiselijk geweld

Politievrouwen in Afghanistan moeten een grote rol gaan spelen in het terugdringen van het op grote schaal voorkomend huiselijk geweld. Door heel Afghanistan zijn bij politiebureaus daarom zogeheten Family Response Units (FRU) geplaatst. In deze meestal door agentes bemande containers kunnen vrouwen met problemen terecht. Zo ook in Mazar-e-Sharif – de vierde stad van Afghanistan vlakbij de grens met Oezbekistan.

‘Het meeste komen hier vrouwen die worden mishandeld door hun man’, vertelt Friba (45) in de met houten plankjes beklede container met naast haar op de versleten bank haar collega’s Zahra (50) en Shahnaz (46). ‘Bij een mishandeling registeren we eerst de klacht van de vrouw’, vervolgt Friba. ‘Vervolgens laten we de man komen. Hij moet beloven het niet meer te doen.’

‘Vreest een vrouw door haar echtgenoot te worden vermoord, dan nodigen we ook de ouders van het echtpaar bij het gesprek uit. De man waarschuwen we dan dat hij verantwoordelijk zal worden gesteld voor zijn daden. Na de ontmoeting bellen we regelmatig met de vrouw om te vragen hoe het gaat.’ Alle drie de vrouwen verblikken noch verblozen. Ze lijken overtuigd van hun methode.

Rechtsomkeert bij treffen mannelijke rechercheur

Over zwaardere zaken zoals verkrachtingen gaan ze niet. Die worden doorverwezen naar de recherche, waar in Mazar helaas geen vrouwen bij werken. Een onbegrijpelijke situatie als je nagaat dat Afghaanse vrouwen volgens de islam onder geen beding met een vreemde man over seksuele zaken mogen praten. Verkrachte vrouwen gaan dan ook vaak rechtsomkeert als ze enkel een mannelijke rechercheur aantreffen. Het is dan toch onmogelijk voor hen om aangifte te doen van een verkrachting.

De drie vrouwen van de Family Response Unit geven toe dat het een verre van ideale situatie is. ‘Het is de keuze van de korpsleiding.’ Die blijkt evenmin prioriteit te leggen bij de werkzaamheden van de Family Responce Unit. ‘Onlangs was een vrouw door haar man in elkaar geslagen.’, vertelt Friba. ‘Ik wilde ernaartoe om de man te arresteren. Maar onder geen beding kreeg ik een auto mee. Uiteindelijk heb ik een taxi genomen om in ieder geval de vrouw te helpen. De man is pas een dag later gearresteerd.’

‘Mannelijke collega’s wilden met me naar bed’

Het verhaal van de eveneens uit Mazar komende politievrouw Nazreen (30) illustreert op nog indringender wijze de droeve staat van vrouwenrechten in Afghanistan. ‘Mijn man is drie jaar geleden naar Iran gevlucht. Ik had hem bij de politie aangegeven omdat hij mij al jaren mishandelde. Maar de politie liet hem gaan, waarna hij vluchtte. Enkele maanden geleden begon ik plotseling telefoontjes te krijgen van mannelijke collega’s van de recherche die met me naar bed wilden.’

‘Na mijn telkens afwijzende houding, stond op een avond plotseling de recherche op de stoep. Ik had een bevriend stel en een mannelijke kennis op bezoek. Samen met die man werd ik gearresteerd voor overspel. Ruim twee maanden zat ik in de gevangenis. Een verschrikkelijke ervaring. Maar erger was het voor mijn drie zoontjes.’ De vrouw in zwarte jurk en hoofddoek begint te snikken. ‘Tijdens mijn gevangenschap zijn ze ondergebracht bij mijn broer en zus. Maar die hebben amper genoeg geld om hun eigen gezin te voeden. Als ik te lang vast zou zitten, zouden ze mijn kinderen naar het weeshuis sturen.’

Een borgsom van meer dan een maandsalaris

Nazreen’s moeder betaalde uiteindelijk een borgsom van tweehonderd dollar – voor veel Afghanen meer dan een maandsalaris. Maar de zaak van de politievrouw loopt nog bij de Hoge Raad. Nazreen kan enkel van haar man scheiden als ook hij tekent. Maar hij is spoorloos verdwenen. ‘Wat heeft dit land voor regering die mij niet eens mijn scheiding kunnen geven.’

‘De problemen liggen niet alleen aan de mannen. Het probleem is onze cultuur’, stelt kolonel Shafika, de hoogste baas van de onlangs opgerichte Gender en Mensenrechten afdeling binnen het ministerie van Interne Zaken in Kabul. ‘Afghaanse vrouwen zijn niet gewend voor zichzelf op te komen en zaken te eisen. Daardoor werken er maar weinig vrouwen bij de recherche. En daarom hebben veel vrouwen nog geen wapen. Aan mij ligt het niet. Ik heb een officieel bevel uitgevaardigd dat alle vrouwen een wapen moeten krijgen.

Veel ex-Taliban bij politie

Volgens Apolonia Bos, mensenrechtenadviseur van de Europese politiemacht EUPOL  – heeft het veel te maken met mannelijke leidinggevenden die de vrouwen niet serieus nemen. Ook werkt het niet mee dat er veel ex-Talibanstrijders bij de politie zitten. ‘Op voorwaarde dat zij hun wapens inleverden, is tijdens het ontwapeningsproces van de Verenigde Naties een andere baan gezocht, veelal bij leger en politie. Dit heeft zijn weerslag op de visie van veel politiemannen. Sommigen zijn nog steeds van mening dat vrouwen de kelder terug in moeten. De bedreigingen richting agentes komen dan ook regelmatig van binnenuit de politie.’

Om binnen vijf jaar 4400 politievrouwen te werven, moet volgens Bos allereerst de veiligheid van de agentes worden verbeterd. ‘Malalai Kakar heeft voor haar dood meerdere keren aangegeven te worden bedreigd en daarom tijdelijk verlof te willen. Het ministerie negeerde haar. Was er geluisterd, dan had ze mogelijk nog geleefd.’

In samenwerking met onder meer EUPOL werkt het ministerie nu aan een telefoonnummer waar bedreigde politievrouwen naartoe kunnen bellen voor acute hulp. Noorse agenten gaan in opdracht van het ministerie de komende jaren alle politievrouwen in heel Afghanistan een zelfverdedigingcursus geven. Eerst zijn dertien Afghanen opgeleid tot trainer. Onder toezicht van de Noren gaan zij de agentes trainen.

Geen kogels bij schietcursus voor vrouwen

Onderdeel is een schietcursus. Dat leverde nog wel wat problemen op. ‘Per cursist kregen we maar tien kogels’, vertelt Jane Bakken van het bilaterale verband NORAF. ‘Pas toen we dreigden dan maar geen schietcursus te geven, kwamen ze met meer kogels over de brug. Dit soort problemen heb ik van mijn EUPOL-collega’s nog nooit gehoord over schiettrainingen voor mannelijke agenten.’ Een ander groot probleem is het analfabetisme. Na drie decennia oorlog is 65 procent van de mannen en 86 procent van de vrouwen analfabeet. Ook binnen de politie is zeventig procent ongeletterd.

Najiba is één van de Afghaanse trainers opgeleid door NORAF. We treffen de 26-jarige vrouw met hoofddoek op de politieacademie in Kabul waar ze ons een rondleiding geeft. Bij de indoorschietbaan blijft ze staan en wijst naar een paar meisjes in uniform die verlegen in een hoekje naar de jongens kijken die schietles krijgen. ‘Zo gaat het altijd. Vrouwen worden niet geacht aan fysieke oefeningen mee te doen. En zelf durven ze hun rechten niet op te eisen.’

Dan wordt toch één van de meisjes door de mannelijke docent naar voren geroepen. Ze is vrij klein en telkens nadat ze is gebukt om haar pistool van de grond te pakken, trekt een vrouwelijk klasgenootje haar jasje snel weer over haar kont. De mannelijke studenten gieren het ondertussen uit van het lachen. ‘De jongens riepen dat ik te klein en langzaam ben voor de politie’, vertelt het meisje dat Liza blijkt te heten, na de les. ‘Ik voelde me zo opgelaten.’

‘Bij schietcursus was ik beter dan de mannen’

Volgens Najiba zal het nog zeker tien jaar duren voordat er meer gelijkheid is binnen de politie. Ze hoopt voor meisjes een rolmodel te kunnen zijn. ‘Als die zien dat vrouwen aan mannelijke agenten iets kunnen leren, zal dat hen zelfvertrouwen geven. Bij haar eigen schietcursus bij de Noren deed ze haar mannelijke collega’s in ieder geval versteld staan. ‘Ik was de beste. Zelfs beter dan de mannen.’

Dit verhaal verscheen eerder in maandblad Opzij.

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafΠJeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deΠontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.

Geef een reactie