Alle dagen vaderdag – 3

Ruud van Gessel verhaalt over zijn demente vader: een man in de war.

‘Als het gas aan blijft staan moeten we iets doen’ is één van de vage afspraken die ik met mijn broer gemaakt hebt over onze vader. Mijn vader woont nog thuis en hoewel het beter voor hem zou zijn als hij naar een verzorgingstehuis zou gaan is dat moment nog niet gekomen. Wat hem betreft zal dat moment er ook nooit komen. Het onderwerp is simpelweg onbespreekbaar. Als ik er over begin dan zegt hij dat hij niet gaat wonen in een hok van een paar vierkante meter met een bed in de woonkamer. Als je er op doorgaat krijg je vanzelf ruzie, hij wil het gewoon niet. Welk argument je ook aandraagt. 

Er is nog een reden dat hij nooit naar verzorgingshuis met leeftijdgenoten wil. Hij wil niet als enige man tussen alleen maar vrouwen zitten. Dat zit hem echt hoog, elke dag tussen vrouwen die de hele dag zitten te kwekken, hij moet er niet aan denken. Sinds wij hem een poes gegeven hebben heeft hij er nog een argument bij gekregen. In veel verzorgingshuizen zijn huisdieren nu eenmaal niet welkom. Voorlopig houden we het maar op de dame van de thuiszorg die een maal in de week langs komt. 

Wanneer neem je de beslissing

Maar wanneer moet je als kind nu wel een beslissing nemen? Kortom, je eigen zin doordrijven ook al is de consequentie een vreselijke ruzie. Een jaar geleden werd ik gebeld door mijn vader. Hij was erg in de war en zijn stem klonk zorgelijk. Wat bleek, hij kon zijn auto nergens meer vinden. Ik was aan het werk en het was buiten donker en guur. Over die auto had ik met mijn broer ook al zo’n vage afspraak gemaakt. Als de politie belt met iets over de auto mag hij niet meer van ons rijden. Stoer niet waar, maar de politie had niet gebeld, het was onze eigen vader. 

Ik heb de volgende ochtend en dagen daarna gezocht. De auto kon nooit ver weg zijn. Mijn vader rijdt hoogstens nog een paar kilometer in de week en dan nooit verder dan het kerkhof waar moeder ligt of het grote winkelcentrum. Ik kon hem alleen nergens vinden. Er blijken opeens wel heel veel grijze Volvo 440’s te bestaan en als je vanuit zijn huis een cirkel met een middellijn van 8 kilometer trekt dan moet je wel honderd straatjes en doodlopende weggetjes af. Dat zijn nu eenmaal de geneugten van de jaren zeventig nieuwbouwwijken in Nederland. Aan mijn vader had ik ook niets. 

Waar we ook reden, niets kwam hem meer bekend voor en het bleef wat hem betreft bij: ‘Ik snap er geen barst van…’ Zou dan nu het moment zijn aangebroken om zelf de politie te bellen?

Een sterke gaslucht

In het weekend kwam mijn broer een poging doen om de auto te vinden. Hij woont een paar uur van onze vader vandaan en komt daarom niet zo vaak langs. Een bezoekje combineert hij altijd met een ‘tour de nostalgie’ langs de huizen uit zijn jeugd. Na zijn huwelijk vanuit huis heeft hij op een paar plekken in de stad gewoond. Zo is zijn eerste huis een van de grote flats bij het stadscentrum. Omdat het zondag is staan er een stuk minder auto’s en als hij het parkeerterrein oprijdt ziet hij hem direct staan: de muisgrijze Volvo 440 zonder een enkele beschadiging!

Hij belt met triomfantelijk op en ik denk bij mezelf ‘waarom heb ik dat ding nou niet gezien?’ Hij is naar Pa gereden en samen hebben ze de auto weer voor de deur gezet. Daar staat hij nog steeds en elke keer als ik langs kom schrijf ik de kilometerstand op. Daar komt amper iets bij maar het verbaast ons nog altijd dat we toch de moed niet hadden om de autosleutels af te nemen. 

Er was toch niets gebeurd zeiden we tegen elkaar, hij was alleen maar vergeten waar die stond? Dat overkomt jezelf in de parkeergarage toch ook wel eens? Maar wat moeten we nu als ik in het dagjournaal van de thuiszorg lees: ‘Bij binnenkomst reuk ik een sterke gaslucht…’

info@ruudvangessel.nl

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie