Alle hulp aan Ambon

Nu zoveel jaren na dato de discussie oplaait over de proportionaliteit van de aanval op de treinkapers...

Een discussie over de treinkaping haalt het weer naar boven

Ook een  kwestie over de Molukse woonwijk in Hoogeveen. Molukkers…. Bij ons thuis heette het vroeger gewoon Ambon en Ambonezen. Dat Ambon is de belangrijkste van de eilandengroep in de Nederlands-Indische archipel, thans Indonesië.

Ambon moet vrij
Dank zij mijn vader wist ik al vroeg: ‘Ambon moet vrij’. Dan kwam er meestal een omstandig verhaal. De Ambonezen waren tot het laatst toe loyaal aan Nederland. Dat ging zover dat zij de opdracht van de Nederlandse regering na de soevereiniteitsoverdracht (27 december 1949) opvolgden. Toen Nederlands-Indië  ineens Indonesië werd kwamen deze militairen op bevel met hun gezinnen naar Nederland. In afwachting van terugkeer verbleven zij in kampementen en woonwijken. Die terugkeer bleek steeds minder haalbaar en allerminst tijdelijk. De ‘Verenigde Staten van Indonesië’ liet die ruimte niet en ontpopte zich tot een eenheidsstaat met zelfs territoriale ambities. Denk aan de overdracht van Papua Nieuw-Guinea in een latere fase.

Stichting
Om deze Molukse landgenoten te ondersteunen was er de Stichting ‘Door de Eeuwen Trouw’.  Deze stichting (DDET) stelde de zich tot doel om morele en financiële steun te bieden. Mijn vader was actief medewerker. In een van zijn plakboeken trof ik dit (niet gedateerd) pasje, overigens met de aanhef ‘Alle hulp aan Ambon’. Ik herinner mij nog goed dat ik als scholier met mijn vader in onze woonplaats Utrecht propaganda materiaal ging ophalen.

ZEEP
Op een zeker moment verkochten wij vanachter een marktkraampje stukken zeep ten behoeve van de Stichting DDET. Maar ook had mijn vader regelmatig contact met vooraanstaande Ambonezen. Ook later toe er werd gesproken over de RMS, Republik Maluku Selatan. Hij bezocht ook toogdagen in de Houtrusthallen in Den Haag. Ja, wij waren verontwaardigd over het feit dat Nederland zich zo weinig gelegen liet liggen aan de Molukse zaak. De Molukkers voelden zich nog steeds militairen in dienst van de Nederlandse overheid.

Treinkaping
Ik kan het mij nog goed herinneren. Ik was op bezoek bij studie vrienden in Nijmegen. Een mooie serene en zonnige zaterdagochtend (11 juni 1977). Maar via de televisie wisten wij maar al te goed dat het elders in het land los ging. De duikvlucht met straaljagers op de trein bij de Punt in Drenthe. Het voelde allemaal heel dubbel en dat niet alleen op die dag. Immers de Molukkers keerden zich tegen ons. Wij, die persoonlijk altijd sympathie hadden getoond. Er kon geen discussie zijn over het feit dat dit niet getolereerd kon worden. Met alle consequenties van dien.

Proportionaliteit
Nu zoveel jaren na dato de discussie oplaait over de proportionaliteit van de aanval op de treinkapers zegt dat naar mijn smaak veel over deze tijdgeest. Destijds was het helemaal duidelijk: de overheid draagt het zwaard niet tevergeefs. Dat betekent dat ingrepen mag, maar ook moet worden. Het bevreemdt zelfs dat nazaten van de treinkapers zich nu beklagen bij diezelfde staat der Nederlanden.

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering voor auteur Jan Taco te Gussinklo laten blijken door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -