Sommige dieren zijn altijd alleen, maar toch nooit eenzaam

Eenzaamheid is een sluipend probleem in onze moderne, individualistische maatschappij. Je kunt er zelfs ziek van worden. Hoe gaan solitair levende dieren daar eigenlijk mee om, zijn zij nooit eenzaam?

Het is alweer een maand geleden dat hij voor het laatst patrouilleerde langs de zuidgrens van zijn territorium. Hij snuffelt bedachtzaam aan een vaag geurspoor, achtergelaten op een schijnbaar willekeurige boomstam. Het is van hemzelf. Sinds hij hier de laatste keer zijn hoogstpersoonlijke geurvlag plaatste, is er dus geen enkele andere tijger in de buurt geweest. Andere mannetjes laten het wel uit hun hoofd om zijn grondgebied te betreden. Niemand heeft zin in een gevecht met 260 kilo gestreept gevaar. Er is ook geen krols vrouwtje komen buurten, anders had ze dat wel laten weten. Hij kan dus gewoon verder met zijn dag, in alle eenzaamheid.

Het is normaal dat een mannetjestijger zijn hele leven, dat tien tot vijftien jaar kan duren, vrijwel geen contact heeft met soortgenoten. Zo vanaf zijn vierde of vijfde levensjaar trekt hij op gezette tijden weleens een weekje op met een willige tijgerdame, waarmee hij dan meerdere keren per dag paart. Maar daarna gaan ze weer ieder hun eigen weg. De tijgervrouw blijft na de bevalling ongeveer twee jaar samen met haar kinderen. Zodra die groot genoeg zijn om hun eigen kostje bij elkaar te jagen, leeft ze weer alleen en tolereert ze mannelijk gezelschap alleen wanneer ze wil paren.

Hun isolement dient een doel

Veel andere roofdieren die aan de top van de voedselpiramide staan, leiden precies zo’n einzelgängersbestaan als de tijger. Condors, sneeuwpanters, poema’s, luipaarden, ijsberen, jaguars, grote wurgslangen en de meeste uilen en arenden stellen gezelschap van soortgenoten allerminst op prijs. Ze hebben de bescherming van een groep niet nodig en zitten evenmin te wachten op voedselconcurrenten. Hun zelfverkozen isolement dient een doel: het is een overlevingsstrategie die zijn succes bewezen heeft.

Dit artikel lees je gratis. Als je het waardeert kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven

Moeder Natuur weet precies hoeveel toppredatoren een gebied kan ‘hebben’. Volgens berekeningen van wetenschappers verslindt een toppredator ongeveer een zesde van het beschikbare aantal prooidieren binnen zijn jachtgebied. Prooidieren die deze dans ontspringen, bezwijken aan ziekte, verwondingen, parasieten, onderlinge gevechten, voedselgebrek of ouderdom.

Zolang toppredatoren niet meer dan dit zesde deel van de andere dieren opeten, is er sprake van een zeker natuurlijk evenwicht. Zijn er te veel roofdieren, dan raakt de balans ingrijpend verstoord. Dat heeft vaak akelige kettingreacties tot gevolg, omdat alle levensvormen binnen een ecosysteem nu eenmaal nauw met elkaar zijn verweven. Deze ongeschreven natuurwet verklaart meteen waarom grote roofdieren zo vaak de jongen van soortgenoten doden, of andere vleeseters. Ze tolereren eigenlijk alleen concurrenten van eigen genenmateriaal. En soms zelfs dat niet eens! Het is eenzaam aan de top. Maar dat moet ook, anders worden er te veel prooidieren opgegeten.

Solitair betekent nog niet asociaal

Op momenten dat er voedsel in overvloed is en territoriumdrift (tijdelijk) niet aan de orde, worden die grote, gevaarlijke loners ineens een stuk vriendschappelijker. Solitair is namelijk niet het tegenovergestelde van sociaal, het betekent alleen dat een dier niet samenwerkt met anderen.

Tijdens de zalmenpaaitijd in Alaska, wanneer de vette vis hen letterlijk om de oren vliegt, kunnen grizzlyberen prima met elkaar opschieten, en hetzelfde geldt voor de Amerikaanse zeearenden.

Ook ijsberen zijn liever alleen, maar in dierentuinen (waar ze altijd genoeg eten krijgen) stellen ze elkaars gezelschap juist op prijs. Aan de zuidgrens van hun leefgebied komen elke herfst honderden ijsberen bij elkaar rond de Canadese Hudson Baai, om daar –terend op hun vetreserves- te wachten tot er genoeg zeeijs is gevormd om richting Noordpool te trekken, waar ze de rest van het jaar op zeehonden jagen. Terwijl ze daar op wachten, vermaken ze zich vaak met goedmoedige onderlinge worstelpartijtjes.

Zo’n 80 tot 95% van de vleeseters is verstokt kluizenaar. Daar horen ook roofdieren bij waar je minder snel aan denkt, zoals marterachtigen en kleine kattensoorten.

Zelfs dieren die géén toppredator zijn, kunnen kiezen voor een lonersbestaan. Zoals bijvoorbeeld orang oetans. Of de Aziatische bamboeratten, die in hun eentje in een eigen ondergronds holenstelsel leven, knagend op plantenwortels. Sommige soorten dassen zijn solitaire dieren, in tegenstelling tot onze eigen Europese das, die juist in gezellige familiegroepen woont.

Maar soms is de waarheid toch heel anders dan we altijd dachten. Zo meenden biologen altijd zeker te weten dat neushoorns solitaire dieren waren. Dankzij de super-lichtgevoelige nachtcamera’s van nu weten we dat neushoorns elkaar ’s nachts in groten getale opzoeken bij drinkplaatsen, en het dan reuze gezellig met elkaar hebben!

De laatste van hun soort

Voelen wilde dieren zich nooit eenzaam? Een uitgerangeerde mannetjesleeuw die door een jonger en sterker exemplaar uit zijn groep wordt verjaagd, voelt zich zeker niet prettig en gaat meestal al gauw dood. Hetzelfde geldt voor hufterige alfamannetjes die definitief worden verbannen uit een groep apen. Terwijl alfamannetjes van het type ‘streng, maar rechtvaardig’ nog wèl in de groep mogen blijven wanneer er een nieuwe leider is opgestaan.

En hoe zit het met dieren die bijna zijn uitgestorven en dus zelden soortgenoten zien omdat die er gewoon niet meer zijn? Lonesome George was daar een beroemd voorbeeld van, hij was een ondersoort van de Galapagosreuzenschildpad, die alleen voorkwam op het eiland Pinta. George werd in 1971 ontdekt, toen verwilderde geiten zijn eiland al zo goed als kaal hadden gevreten. Om te voorkomen dat George zou verhongeren, werd hij toen overgebracht naar een onderzoeksstation. Wetenschappers hoopten nog meer schildpadden van deze ondersoort op Pinta te vinden, en samen met George een fokprogramma te beginnen. Maar helaas werd er geen enkele schildpad van zijn soort meer gevonden. George kreeg daarom twee vriendinnen van een andere, nauw verwante, ondersoort. Maar hoewel hij deze dames regelmatig besteeg en zij daarna ook eieren legden, kwamen die nooit uit. In juni 2012 stierf George op hoge leeftijd (hij was waarschijnlijk 102) aan hartklachten, een normale doodsoorzaak voor bejaarde reuzenschildpadden. In november 2012 vonden wetenschappers op het Galapagoseiland Isabela ineens 17 reuzenschildpadden die deels afstamden van dezelfde ondersoort als George, wat doet vermoeden dat hij toch niet de laatste van zijn soort was.

Een ander schrijnend geval is de geheimzinnige walvis 52 Hertz, die de eenzaamste walvis ter wereld wordt genoemd en in 1989 voor het eerst werd opgemerkt door de Amerikaanse marine. We weten niet tot welke soort 52 behoort, maar zijn (of haar!) zang lijkt het meest op dat van de blauwe vinvis. Alleen zingt hij met zijn 52 Hertz veel hoger dan blauwe vinvissen, die een toonhoogte tussen de 10 en 40 Hertz aanhouden. Betekent dit dat 52 tot de laatste van zijn soort behoort en zwervend door de Stille Oceaan wanhopig roept om een soortgenoot? Misschien wel, misschien ook niet… Verschillende mensen hebben geopperd dat 52 Hertz misschien een dove walvis is, en daarom een spraakgebrek heeft. Anderen vermoeden dat hij gewoon in een ongebruikelijk dialect zingt. Sommige wetenschappers denken dat deze mysterieuze walvis zijn lied inmiddels toch wat meer heeft afgestemd op zijn soortgenoten, en inmiddels al een flink stuk lager zingt, op 47 Hertz. Maar verreweg de meeste wetenschappers vermoeden dat 52 een kruising is tussen een blauwe vinvis en een gewone vinvis, en daardoor minder goed bij stem.

De eenzaamste dieren ter wereld

Eenzaamheid lijkt niet echt een probleem in de dierenwereld. Het wordt pas zielig wanneer een groepsdier gedwongen alleen moet leven, zoals vaak gebeurt met papegaaien en kaketoe’s die als huisdier worden gehouden. Die kunnen letterlijk knettergek worden van eenzaamheid en aan ernstige zelfbeschadiging gaan doen. Je reinste dierenmishandeling dus.

In laboratoria zijn proeven gedaan met het isoleren van mieren en ratten. Mieren die gedwongen werden om in hun eentje te leven, kregen ernstige spijsverteringsproblemen. Mieren hebben namelijk een gemeenschappelijke maag en voeren elkaar bij het minste verzoek opgebraakte hapjes. Eenzame mieren werden niet ouder dan zes dagen, terwijl hun soortgenoten die wel samenleefden gemiddeld 66 dagen oud werden. In isolement levende ratten –met name de vrouwtjes!- gingen juist wanhopig veel eten en werden dik en depressief. Zelfs de gezondheid van fruitvliegjes holt hard achteruit als ze geen contact kunnen hebben met andere fruitvliegjes. Eenzaamheid is dus een reactie op de afwezigheid van gezelschap wanneer dat wel gewenst is. Daarom zijn sociale dieren die tot een solitair leven worden gedwongen de eenzaamste dieren ter wereld.

Zolang we dieren in de vrije natuur niet kunnen interviewen over hun emoties, zullen we nooit met zekerheid weten of ze ooit eenzaamheid ervaren zoals een mens dat kan voelen. Ziet een tijger bijvoorbeeld de apen en vogels in zijn territorium toch als gezelschap? Of de schoonheid van het landschap zelf? Ontlenen ze troost aan het feit dat ze deel uitmaken van het grote geheel van de natuur? We kunnen er slechts naar raden, maar het lijkt er wel op.

Image from Ian Lindsay from Pixabay | https://pixabay.com/photos/tiger-bengal-stripes-eyes-close-2850130/

Mijn gekozen waardering € -

Journaliste met een zwak voor de natuur EN de menselijke natuur. Werkt(e) onder meer voor natuurmagazine Roots, Wereld Natuur Fonds, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en is mede-auteur van zeven boeken over de natuur.