Als volwassenen elkaar dood pesten, hoe willen we dan dat dit bij kinderen stopt?

In Boven-Hardinxveld werd vorige week op vrijdagavond een stille tocht gehouden. Zwaar geschokte familieleden, kennissen en andere dorpsgenoten deden dit voor de 14-jarige Maryana Flameling, die letterlijk werd doodgepest.

De mensen die door de straten van het Zuid-Hollandse dorp liepen, hielden een spandoek met foto vast met de tekst: ‘Achter deze lachende ogen, brandt een traan van pijn. Stop pesten, nu.’ Maryana werd tijdens haar korte leven zo gesard dat ze geen andere uitweg meer zag. Op 14 november maakte ze een einde aan haar jonge leven. Het begon al op haar basisschool. Er kwamen gesprekken, die niet hielpen. Daarna ging Maryana naar de mavo in Gorinchem, verder weg van het dorp, verder weg van haar kwelgeesten. Daar ging het goed. Ze kreeg vrienden, wilde in de leerlingenraad en kwam op voor andere leerlingen die gepest werden.

Koningin Kwelgeest

Maar de pesters in haar eigen dorp bleven komen. Tieners nu, wisselende groepjes, met één constante: een voormalige medeleerling van haar basisschool. ‘De koningin van het stel’, vertelt Bets, de oma van Maryana. En hoewel Maryana een sterk meisje was met vrolijk geverfde haren en een eigen stijl, kreeg ze last van stemmen in haar hoofd. De teksten van de treiterende leeftijdgenoten galmden in haar na. Ze ging zichzelf ‘krassen’ om het stil te krijgen en op gesprek met een psycholoog. Maar het ging inmiddels verder via sociale media. ‘Pleeg toch zelfmoord’, werd er meermaals geschreven op haar Instagram-account. En zo geschiedde.

Jong geleerd, oud gedaan

Pesten is een groot probleem met slachtoffers zoals Maryana. Dat willen we als maatschappij graag oplossen. Echter: ook volwassen mensen doen het. Hoe willen we in hemelsnaam ‘onze’ kinderen iets afleren dat ze van ‘ons’ afgekeken hebben? Een aantal jaren geleden pleegde een volwassen vrouw zelfmoord, omdat ze knettergek gemaakt was door haar werkomgeving. En zij was notabene lerares.

Niet incidenteel, maar structureel

Caroline Dijkman was volgens haar man een vrolijke, sterke vrouw totdat een aantal collega’s op de middelbare school waar ze les gaf, haar gingen pesten. De schoolleiding hield de pesters de hand boven het hoofd, terwijl zij steeds dieper in de put raakte. Ook het schoolbestuur reageerde niet adequaat op haar klachten. Caroline werd naar de afgrond gejend, getreiterd en geschoffeerd. En ze sloeg de hand aan zichzelf. In haar afscheidsbrief legde ze uit dat haar depressie het gevolg was van haar continu pestende collega-leraren. Uit onderzoek bleek hoe de hel van Caroline eruit moet hebben gezien. Als ze speciaal gekomen was voor een vergadering, werd die plotseling afgelast en als ze van niets wist, werd haar verweten dat ze afwezig was. Niet incidenteel, maar structureel. Ze werd genegeerd, buiten gesloten en voor schut gezet. ‘Lekker clubje’, zo’n docentencorps. Volgens haar echtgenoot veranderde ze van een vrolijke vrouw tot iemand die op het ravijn afging. Hetzelfde patroon als bij de 14-jarige Maryana.

Leraren die het voorbeeld moeten geven

Door de vakbonden is meermaals geconstateerd dat Pabo’s en andere lerarenopleidingen meer moeten doen om pestgedrag onder leraren onderling aan te leren pakken, want dit gebeurt vaker dan we denken. Uit onderzoek van CNV onder 4000 lesgevenden blijkt dat ruim 1 op de 10 er mee te maken krijgt. Het pesten varieert van roddelen en bijnamen geven tot het negeren of niet uitnodigen voor vergaderingen. De laatste onderzoeken wijzen volgens de stichting ‘Pesten op de werkvloer’ op een getal van 1 op de 8 werkenden. Schokkend.

Taboe

Toegeven dat je gepest wordt op je werk is niet gemakkelijk. Niemand wil slachtoffergedrag vertonen immers. Er ligt voor zowel volwassenen als voor kinderen een groot taboe op toegeven de voetveeg te zijn en velen van hen zoeken de schuld in eerste instantie bij zichzelf. Slachtoffers schamen zich en houden liever hun mond dan dat ze bij hun leidinggevende aan de bel trekken, of ze kunnen er niet terecht omdat dat juist degene is die de rotsituatie in stand houdt.

Waar sta jij?

Het zet mij in elk geval aan tot nadenken. Ben ik zelf gepest? Ooit? Waar en waarom? Ja, dat zeker. Maar ik was altijd al gewend ‘anders’ te zijn dan de rest. Ik kwam als 8-jarige vanuit Den Haag terecht op de Veluwe, met naar de maatstaven van mijn dorpsgenootjes ‘stadse fratsen’. En terwijl het gros van de kinderen er blond en donkerblond was, blank, met stijl haar en blauwe ogen, liep ik als lang meisje met kroeshaar en bruine ogen wel ‘in the picture’. Dat had net zo goed fout kunnen aflopen, als de school waar ik op zat niet zo ontzettend oplettend was geweest.

Gepakt

Was ik dan zelf ooit een pester? Ik geloof het niet. Maar ik maakte dan ook mee hoe mijn spastische broertje door een aantal buurt- en leeftijdgenootjes van zijn fiets (met zijwieltjes) getimmerd werd. Ja, ik beken: ik heb terug ‘getimmerd’, want ik kwam er langs en krijg tot vandaag aan toe een waas voor mijn ogen als ik aan die situatie terug denk. Bij mijn broer was en is ‘het anders zijn’ zichtbaar, maar pesters en pestertjes weten ook als dit niet direct van de buitenkant valt af te lezen, intuïtief waar iemands zwakke plekken zitten. En zo is iedereen, inclusief de zogenaamd sterkeren onder ons, te pakken. En uiteindelijk kapot te krijgen.

Meelopers

Uit de tijd dat ik zelf voor de klas stond herinner ik me dat er eigenlijk maar weinig echte pestkoppen zijn. Het gros behoort tot de categorie ‘meelopers’ die bang zijn voor hun eigen hachje en dus maar doen wat de ‘zilverruggen’ voorschrijven. Dat maakt dat die meelopers tegelijkertijd levensgevaarlijk zijn. ‘Met z’n allen tegen die ene’ is zo ongelooflijk fnuikend en bij volwassenen gaat dat nog verneukeratiever dan bij kinderen. Ik haat het. In de loop van mijn leven heb ik een net zo grote weerzin opgebouwd tegen de meelopers als tegen de openlijke pesters.

Ajax-Feijenoord

Ik durf niet te beweren dat ik nooit ooit ‘eieren voor mijn geld’ koos. Ik ben echter allergisch voor groepsdruk en ben regelmatig voor ‘verrader’ uitgemaakt omdat ik het opnam voor iemand die doelwit was van treiterijen. Mijns inziens is het altijd belangrijk om ~of je nu collega, ondergeschikte of leidinggevende bent~ daar zuiver mee om te gaan. En dat wordt steeds moeilijker in een tijd waarin het op sociale media veelal lijkt op Ajax-Feijenoord. Als je niet voor het een bent, ben je blijkbaar vanzelf wel voor het andere. Bullshit! In een dergelijke sfeer ontstaat dodelijk hooligan-gedrag.

Wees alert

Mijn tip: probeer eens met een andere blik te kijken naar die collega met die andere visie, dat andere uiterlijk en/of die andere manier van spreken. Dat is namelijk de diversiteit waar we allemaal zo hoog over opgeven. Daar kan je organisatie, bedrijf of project alleen maar beter van worden. Of vraag eens door bij dat teamlid die zijn of haar mening nauwelijks geeft. Dat geldt ook voor docenten die voor de klas staan. Die ene jongen of dat ene meisje dat altijd net buiten de boot valt. Daar kon weleens een enorme groepsdruk (lees pesterij) achter zitten. Steek vooral je kop niet in het zand als je de symptomen ervan vermoedt! Je wilt echt geen suïcide op je geweten hebben. Het drama van Maryana moet in elk geval een groepsgesprek op iedere school zijn de komende weken. Dan is zij wellicht niet helemaal voor niets gestorven.

Beeld: Pixabay

Mijn gekozen waardering € -