Aminatta Forna: ‘Oorlog laat zien wie iemand in de basis al was’

Heel even dacht ze dat ze in de maling werd genomen. Maar schrijfster Aminatta Forna bleek onlangs wel degelijk een van de acht winnaars van de Windham Campbell Literary Prize, en daarmee werd ze in één klap honderdvijftigduizend dollar rijker. De prijs werd haar toegekend omdat Forna in haar romans steeds opnieuw laat zien wat de gevolgen zijn van oorlog en geweld voor de mensen die het hebben meegemaakt.

Aminatta Forna – Het huis met de schaduw (319 p.)
Nieuw Amsterdam, €19,95/€13,99 (e-book)

_____

Oorlog en conflict en de onderliggende oorzaken en gevolgen ervan vormen de belangrijkste thema’s in de romans van Aminatta Forna (1964). Maanschaduw (2006) en het alom bejubelde Fantoomliefde (2012) speelden in Siera-Leone, het land van haar vader. Haar nieuwste roman Het huis met de schaduw is gesitueerd in Kroatië. Het is een verhaal over de Britse vrouw Laura, die een vakantiehuis heeft gekocht in het Kroatische plaatsje Gost. Ze brengt er de zomer door met haar twee kinderen Grace en Matt, en geholpen door buurman Duro knapt ze het vervallen huis op. Laura’s komst veroorzaakt onrust in het dorp, waar de bewoners niet veel moeten hebben van buitenstaanders. Langzaam wordt duidelijk dat Duro oude banden heeft met het huis en de vorige bewoonster, Anka, die plotsklaps verdween. Stukje bij beetje valt er licht op de gebeurtenissen van twintig jaar eerder, waarin Duro zelf ook geen schone handen hield.

Aminatta Forna, woonachtig in Londen, heeft zelf oorlog en conflict van nabij meegemaakt. Ze werd geboren in Glasgow en woonde in onder meer Sierra Leone, Iran, Nigeria en Thailand. Haar vader, die arts en politicus was, werd vermoord door het regime van Sierra Leone toen zij elf jaar oud was. Forna’s ouders waren al geruime tijd uit elkaar, en doordat haar Schotse moeder was hertrouwd met een Nieuw-Zeelandse man die als diplomaat voor de Verenigde Naties van het ene naar het andere land reisde, kwam ze ook op die manier veelvuldig in landen waar het onrustig was.

'Het zijn de schrijvers met hun verbeeldingskracht die een diepere waarheid tonen.'

Als journaliste voor de BBC maakte ze documentaires over dergelijke brandhaarden, maar ze ontdekte al snel dat fictie zich beter leende voor het verhaal dat ze wil vertellen. ‘In de journalistiek wordt te weinig gekeken naar wat er aan gebeurtenissen ten grondslag ligt,’ vindt ze. ‘Journalisten beschrijven doorgaans de macropolitiek: het zijn de Hutu’s tegenover de Tutsi’s, de Kroaten tegen de Serviërs, de soennieten tegen de sjiieten. Ze vertellen wat er gebeurd is – de feiten –, maar ze bieden geen dieper inzicht. Neem het Syrië-conflict. Ik kan in grote lijnen vertellen welke partijen tegenover elkaar staan, maar dat heeft weinig betekenis voor me. Als iemand echter een verhaal vertelt over mensen die daar daadwerkelijk leven, over hoe hun zoon tot het besluit komt te gaan strijden, welke invloed dat heeft op de hele familie, hoe ze dag in, dag uit overleven en van wat voor leven ze dromen, dán begin ik het te begrijpen. Het zijn de schrijvers met hun verbeeldingskracht die een diepere waarheid tonen. Bij elk conflict liggen er dezelfde menselijke emoties en gedragingen onder. Ambitie gemaskeerd als nationalisme. Wraak vermomd als rechtvaardigheid. Kleinzieligheid. Mensen trekken zelden ten strijde omwille van een hoger ideaal.’

Die verborgen motivaties brengt Forna aan de oppervlakte in haar romans, zoals ook in Het huis met de schaduw. ‘Mijn boeken beginnen altijd met een vraag,’ vertelt Aminatta Forna. ‘De vraag die ik mezelf stelde bij Het huis met de schaduw was: wat schuilt er achter politiek geweld? En wat gebeurt er als de oorlog voorbij is? Ik herinnerde me het verhaal dat mijn stiefmoeder eens vertelde over vriendin, een docent aan de universiteit. Terwijl de burgeroorlog gaande was werden zij en haar man dood in huis aangetroffen, de keel doorgesneden. Ze bleken niet om politieke redenen te zijn vermoord, maar door een student die op wraak zon omdat hij lage cijfers had gekregen. Enige tijd later las ik een artikel over documenten uit de Tweede Wereldoorlog die de Franse regering had vrijgegeven. Het ging over brieven waarin Franse burgers andere Fransen verraadden aan de nazi’s, omdat ze verzetsstrijders zouden zijn. Deze brieven leidden tot arrestatie en vaak zelfs tot het vuurpeloton. In veel gevallen ging het om valse beschuldigingen, ingegeven door wraak of jaloezie. Ik was verbijsterd dat zo veel mensen gestorven zijn omdat iemand hen niet mocht, omdat ze iemand nog geld schuldig waren of land hadden afgenomen of overspel hadden gepleegd. Zo ontstond het uitgangspunt van Het huis met de schaduw. In de Balkan keerden buren zich tegen buren. De belangrijkste motivatie om iemand te verraden of te vermoorden is meestal van persoonlijke aard. Waarom verdween Anka? Vanwege nationalistische idealen? Omdat ze met de verkeerde man was getrouwd? Nee. Omdat haar broer Kresimir altijd jaloers op haar is geweest en haar verraadt. Omdat Anka’s man een café runt met een partner, Fabian, die de zaak voor zichzelf wil. Oorlog laat zien wie iemand in de basis al was. Zeker als het om een burgeroorlog gaat, omdat die zich afspeelt in een kleine arena, tussen mensen die elkaar al heel lang kennen.’

'De belangrijkste motivatie om iemand te verraden of te vermoorden is meestal van persoonlijke aard.'

Naderhand moeten slachtoffers en daders vaak met elkaar verder leven. Ze leren omgaan met de schade. Duro’s vader en een zus van Duro zijn omgekomen, zijn moeder en andere zus hebben naderhand Gost verruild voor de stad. Maar Duro doet wat de meeste mensen doen: hij blijft. Hij, Kresimir en Fabian houden elkaar gevangen in een vreemd soort zwijgzaamheid. Duro’s aanwezigheid herinnert Kresimir en Fabian elke dag aan de gebeurtenissen, het is zijn stille wraak. Ze vertrekken niet uit angst dat Duro hen zal ontmaskeren. Forna: ‘Kresimir heeft de gelegenheid aangegrepen om zich op zijn zus te wreken. Hij wacht een volgende kans af, het moment waarop het machtsevenwicht kantelt. Dan moet Duro gaan oppassen. Kresimir is niet zo geworden door de oorlog, de oorlog heeft alleen zijn ware gezicht getoond. Ik heb dat in Sierra Leone aan den lijve meegemaakt. Iedereen die vreselijke dingen heeft gedaan in de oorlog, was al niet te vertrouwen voordat het oorlog werd; de schaal waarop ze het deden werd alleen groter.’

Met haar honger naar begrip en waarheid kan Aminatta Forna zich er maar moeilijk in verplaatsen dat veel mensen helemaal niet geïnteresseerd zijn in hoe dingen werkelijk in elkaar steken. ‘Ik kan níét begrijpen waarom je niet zou willen weten wat er gaande is!’ zegt ze vurig. ‘Omdat het bedreigend zou zijn? Maar toch niet heel erg bedreigend! Laura is zo iemand die ervoor kiest niet te willen weten. Er zit een zekere zelfgenoegzaamheid in die houding. Als je jezelf geen vragen stelt, kun je je bepaald gedrag veroorloven. Laura staat zichzelf toe een vakantiehuis te kopen in Kroatië, ze liegt zichzelf voor dat ze niet weet dat een gebied als dit een geschiedenis heeft waar ze van op de hoogte zou moeten zijn vóórdat ze een verlaten huis koopt. Natuurlijk, Kroatië is een prachtig land, en het zou kunnen dat het huis legaal is verkocht. Maar veel mensen stellen liever geen vragen, want wat als het antwoord niet bevalt? Toen ik in Denemarken was voor een boekpresentatie had net een van de Deense voetballers uit het nationale team een vakantiehuis gekocht in het Bosnische deel van Kroatië. In zijn team voetbalde ook een Bosnische speler. Wóédend was-ie. “Dat had wel mijn huis kunnen zijn!”, schreeuwde hij. Mensen die ik ken kregen in Kroatië een prachtig huis aan zee aangeboden voor vijftienduizend euro. Toen ze om het huis heenliepen stond op de achterkant van het huis op de muur geschreven: rot op, servische zwijnen! Iemand probeerde hun een huis te verkopen waarvan de eigenaars waren verdwenen door de etnische zuivering.’

Ze hoort wel eens zeggen: je weet nooit wat je zou doen als het oorlog was. Maar dat vindt Forna te gemakkelijk. ‘Zouden we dat eigenlijk niet gewoon wél horen te weten? Je kunt er toch op zijn minst over nadenken? Toen mijn vader gearresteerd was, probeerde mijn stiefmoeder ons in veiligheid te brengen. Ze stopte ons in de auto en belde aan bij buurtbewoners: wilt u mijn kinderen verbergen? Overal kreeg ze nul op het rekest. Ze reed langs bij een man en vrouw van wie mijn vader – die een sterk moreel kompas had – ooit had gezegd: “Dat zijn goede mensen.” Zij zeiden ja. Vele jaren later heb ik ze gevraagd waarom ze dat risico hebben genomen. “Omdat ik anders niet met mezelf had kunnen leven,” antwoordden ze. Mijn moed is nooit op de proef gesteld; ik heb nooit iemand hoeven redden die in levensgevaar verkeerde of hoeven vechten, ik heb nooit marteling hoeven doorstaan. Maar ik hoop dat als het zover komt, ik de grootst mogelijke moed zal kunnen opbrengen. Om het simpele feit dat ik niet de persoon wil zijn die ik zou zijn als ik dat niet deed.’

Mijn gekozen waardering € -