Anousha Nzume en de infantilisering van het anti-racisme

Gedragen door een luidruchtig media-offensief (vrijwel identieke interviews in alle kranten) werd het werk “Hallo Witte Mensen” van Anousha Nzume de wereld ingeslingerd.

Een “handboekje” in “Jip en Janneke taal”, zoals ze zelf in de Volkskrant uitlegde. Er stond een voorpublicatie op de Correspondent van het hoofdstuk over culturele toe-eigening en toen ik dat gelezen had leek “Jip en Janneke taal” me echt te veel eer.

Ik heb in het racisme debat ‘skin in the game’ – om er ook maar eens een Engelse term in te gooien. Ik heb wel eens naar school gemoeten omdat een lerares Engels mijn stiefdochter had verteld dat ze ondanks haar donkere huidskleur zo’n goede leerlinge was. Mijn eigen dochter, ook “van kleur” zoals mevrouw Nzume dat noemt, wil na haar Panamese middelbare school in Nederland komen studeren en ik zou uiteraard graag willen dat haar het alledaagse polderracisme bespaard zou blijven. In Panama, intussen, haalt ze het maar beter niet in haar hoofd om met cornrows of dreadlocks naar school te gaan, want ze mag er de klas niet mee in: Te “exotisch.” Toen ik nog met haar moeder getrouwd was raakte ik al snel de tel kwijt van hoe vaak het blank-zwarte echtpaar werd nagestaard in de supermarkt, of van hoe vaak andere blanke mensen zich tot mij richtten in plaats van tot mijn echtgenote. Om van ernstiger voorbeelden van racisme nog maar te zwijgen.

Nog maar een paar weken geleden mocht ik hier in Nederland meemaken hoe een geheel witte rechtbank met witte officieren van justitie, witte verdachten en hun witte advocaten zich over het beledigen en bedreigen van een donkere mevrouw bogen — Sylvana Simons — en niemand die er iets van zei. Terwijl ik er toch echt een Goudse kaas onder verwed dat de geëiste straffen veel zwaarder waren uitgevallen als de verdachten Moslims waren geweest, of Antillianen.

Racisme is afschuwelijk, en het is een reëel probleem. Het is daarmee ook meteen te belangrijk om over te laten aan figuren zoals Anousha Nzume, die het debat niet verder helpt maar het infantiliseert, met haar Jip en Janneke taal.

CULTURELE TOE-EIGENING

De theorie die op de Correspondent staat houdt in het kort in dat culturele toe-eigening een onderdeel is van institutioneel racisme. Wat is culturele toe-eigening? Schrijft Nzume:

“Culturele toe-eigening is het klakkeloos overnemen van een gebruik, traditie, look, symbool, taal, of een ander cultureel kenmerk van een gemarginaliseerde groep. Je voelt ’m waarschijnlijk al aankomen, maar het is dus iets wat niet oké is.”

Waarom is dat eigenlijk “niet oké”? Omdat je, aldus Nzume, in een ongelijke machtsverhouding andermans cultuur afpakt en die acceptabel maakt door hem de witte bubbel in te trekken. Ze vergelijkt het met hoe van een vrouw steeds ideeën worden afgepakt op het werk, die dan door mannen worden “verbeterd”. Die maken er vervolgens promotie mee terwijl de vrouw nauwelijks beloond wordt voor al haar originele denkwerk.

Echter, cultuur is geen idee dat je van iemand kunt stelen maar resultaat van voortdurende verandering, beïnvloeding, overheersing en wisselwerking met andere culturen. Om dat te reduceren tot een vaststaand idee dat vervolgens door witte mensen gekaapt wordt om het salonfähig te maken en er geld mee te verdienen is simplisme. Het is dan ook weinig verbazingwekkend dat vrijwel geen enkel voorbeeld dat Nzume aandraagt enig hout snijdt.

TWERKEN

“…voordat zangeres Miley Cyrus ging ‘twerken’ werd deze dansbeweging door het gros van de witte mensen als ‘beestachtig’ beschouwd”, schrijft Nzume. Nog los van het feit dat ze deze bewering – net als de meeste andere die ze doet – helemaal nergens onderbouwt, heeft ze kennelijk ook de storm van verontwaardiging gemist die Miley Cyrus ten deel viel na haar optreden bij de MTV VMA Awards in 2013. Ging het er daarbij over of ze haar moves had gekaapt van Nicki Minaj? Ik dacht het toch niet. De kritiek kwam er vooral op neer dat ‘een vrouw dit niet hoort te doen’. Minaj kreeg voor haar nummer “Anaconda” overigens vrijwel identieke kritiek te verduren. De bewering dat Cyrus, kortom, het twerken had gekaapt en daar nu met een witte versie haar voordeel mee deed werd op zijn zachtst gezegd niet door de feiten ondersteund.

Over muziek gesproken: “Ook muziek wordt structureel toegeëigend. Ik ken veel witte mensen die een grote liefde hebben voor hiphop, maar niet echt oog hebben voor zwarte mensen buiten de bekende stereotypes,” beweert Nzume. Hiphop is echter big business die met miljoenen aan marketing budgetten aan de man wordt gebracht door zowel blanke als zwarte labels, compleet met de bijbehorende visuals en het typische taalgebruik. Je kunt dan moeilijk gaan klagen dat diegenen die het product kopen misschien wat minder attent zijn op hoe multimiljonairs zoals “Kendrick Lamar, Beyoncé en haar zusje Solange hun pijn, wanhoop, frustraties en woede (uiten) door middel van muziek,” zoals Nzume dat graag zou zien.

DÖNER HIPSTERS

Het wordt echt hilarisch als Anousha Nzume haar belerende toontje (“Lieve witte mensen,” begint ze paragraaf na paragraaf alvorens ons de les te lezen) loslaat op yogalessen en dönergerechten. Nzume en haar deskundigenpanel van vriendinnen hebben namelijk in het Parool gelezen dat de een of andere hipstertent in de Pijp nu leuke dingen doet met het populaire Turkse fastfood:

“Het punt is; je brengt döner niet naar een hoger plan en ook de Turks-Nederlandse döner-ondernemers niet. Je neemt een concept uit een in Nederland gemarginaliseerde cultuur en maakt het ‘eigen,’ verdient er geld mee en versterkt alleen maar het denigrerende beeld dat echte Turkse döner ‘ordinair’ is. Maar bij jou, witte, correcte pompoenliefhebber, is het ‘anders.’ Als in beter. Als in wit.”

Dit is nou wat je krijgt als racismebestrijders zich nooit buiten de grachtengordel begeven. Als Nzume namelijk ook maar een beetje haar best had gedaan op haar handboekje, dan had ze geweten dat döner, net als haar zusjes shawarma en gyros, zich al decennia lang in allerlei richtingen ontwikkelt. Met sla, met broodjes, met ui, met weet ik veel, of als grondstof voor iets dat “kapsalon” heet. Het verstandshuwelijk tussen de Turkse döner en het westerse broodje voltrok zich in Duitsland begin jaren zeventig en werd gearrangeerd door een handige Turkse ondernemer die het tot een nu typisch Duits fastfood gerecht omvormde. Reis naar Duitsland en je kunt het overal op straat kopen – net als kerrieworst trouwens. Met dat als achtergrond is de term “ordinair” en “katervoer” niet zo heel vreemd, en dat hipsters ermee aan de haal gaan was te verwachten — net zoals ze dat ongetwijfeld met de saté, de rauwe haring en de zure bom zullen gaan doen. Maar de stelling dat de döner nu pas “beter” en geaccepteerd zou zijn omdat zij door de hipsters is witgewassen wordt niet echt gesteund door het feit dat het gerecht al lang vóór Donnies razend populair was dwars door de rassen heen.

Het zou allemaal nog om te lachen zijn als het niet zo gevaarlijk was, want met haar obsessie voor de dönerveredeling fietst Nzume met een grote boog om het echte probleem heen, namelijk dat van de gentrificatie. De steeds verder oprukkende eenvormigheid van de steigerhouten meubelen en lampen gemaakt van taartbakvormen is niet alleen cultureel en visueel armoedig; het is ook nog eens overheersend wit. Loop in Rotterdam vanuit het centrum de Binnenweg af, en het eerste stuk is één groot pretpark van hippe koffietenten, hippe restaurants, tweedehands winkels die zich “vintage” noemen en ga zo maar door, en alles met een oogverblindend wit publiek. De Amsterdamse döner-hipsters, zelf gevestigd in een buurt die door eenzelfde proces heenging, passen er zo tussen. Pas bij de Heemraadssingel begint het weer een beetje normaal aan te doen en doet ook een Turkse supermarkt weer recht aan de diversiteit van de stad. Dezelfde tweedehands kleding die in het centrum als retro chic voor veel geld in de rekken hing werd, toen uw verslaggever op onderzoek uitging, hier op een marktje voor een fractie van die bedragen verkocht aan Marokkaanse koopjesjagers. Gentrificatie is een jacht op meer geld, hogere huurinkomsten enzovoorts, met overduidelijke racistische gevolgen. Je komt er natuurlijk nooit achter als je over döner met pompoen blijft zeuren, maar de meeste ‘mensen van kleur’ zullen zich meer zorgen maken over oplopende huurprijzen en huisvesting in de binnenstad dan over de kwestie van een paar hipsters die döner met kikkererwten verkopen. En als Nzume met haar gedram haar zin zou krijgen en eerbied en respect voor het Turkse gerecht en haar aartsvaders zouden zijn hersteld, dan staan die mensen nog steeds in de kou want Nzume’s anti-racisme lost namelijk helemaal niets op.

Het is een op-zijn-kopse variant op de Baudetiaanse homeopatische verdunning die Nzume predikt in de Correspondent. De puurheid van gekleurde cultuur mag niet verwaterd worden door witte mensen binnen ongelijke machtsverhoudingen, want daar komt racisme van. En ze onderbouwt deze opinie met voorbeelden die ze óf niet goed heeft uitgezocht óf niet lijkt te begrijpen.

ULTRA-WITTE YOGALESSEN

Waarom, bijvoorbeeld, is yoga zo wit? Is dat omdat de witte mensen zich de eeuwenoude yoga cultuur hebben toegeëigend en hebben gezuiverd van haar oorspronkelijke kleur? Dat is wat Nzume suggereert, maar niets is minder waar. Yoga zoals we dat vandaag de dag kennen is om te beginnen geen duizenden jaren oud, maar relatief nieuw. Het werd vanuit India actief gepromoot in het Westen, en doorliep verschillende cirkels van export, opnieuw geïmporteerd in India, opnieuw geëxporteerd.

Auteur Michelle Goldberg schreef in 2014 in The New Yorker:

“Until the twentieth century, educated Indians and Westerners alike tended to disdain the occult practices denoted by the term “hatha yoga.” “We have nothing to do with it here, because its practices are very difficult and cannot be learnt in a day, and, after all, do not lead to much spiritual growth,” wrote Swami Vivekananda, who did much to popularize yoga philosophy in the West with his 1896 book, “Raja Yoga.” Only in the modern era has hatha yoga been transformed into a wholesome, accessible regimen for health and well-being. A central figure in this transformation was B. K. S. Iyengar, the author of the 1966 yoga bible “Light on Yoga,” who died this week at the age of ninety-five.”

En over hetzelfde onderwerp, op het populaire yoga blog Yoga Dork:

“And what they did is they took some practices that had been part of the kind of mystical yogic tradition going back to medieval times. They combined them with physical practices that came from Indian wrestlers, you know, particularly kind of what they called dands or push-ups. They took elements from a gymnastics system that had become popular with the British Army – so kind of British Army calisthenics and gymnastics. And they took elements of traditional Indian gymnastics, things that had not before been seen as part of any sort of a religious or spiritual tradition. And there was a number of innovators who were kind of mixing all of these things together.”

Net als bij de döner en de gentrificatie ligt het bij de witte yoga van Nzume heel anders dan zij ons wil doen geloven. Het probleem met yoga in het westen is dat het een product is geworden dat wordt geadverteerd aan diegenen die het betalen kunnen. De meeste yogastudio’s in de VS moeten het hebben van het opleiden van nieuwe yoga instructeurs; niet van de groepslessen. Die opleidingen kosten duizenden euro’s, en net zoals met de meeste andere dure producten het geval is wordt dit vooral geadverteerd naar witte mensen met geld. Dat is wel racistisch, maar niet zoals Nzume het beschrijft. Haal het winstbejag uit de yoga en het wordt vanzelf meer divers. Start een coöp. Maar het is natuurlijk veel gemakkelijker om te roepen dat witte mensen, de witheid, zich de authentieke yoga van die arme Indiërs hebben toegeëigend.

KIJK-NAAR-MIJ ACTIVISME

Er zijn twee soorten activisten. Als er ergens een berg vuilnis ligt, dan heb je mensen die aan de slag gaan en organiseren dat dat vuil wordt opgehaald of opgeruimd; dat het probleem wordt opgelost. En dan heb je activisten die bovenop die berg rotzooi klimmen en hard gaan roepen dat het een schande is, en “kijk mij eens roepen hoe erg het is!” Anousha Nzume is van de laatste categorie.

Ze beschrijft bijvoorbeeld in het Volkskrant interview dat gekleurde kinderen gemiddeld een lager school of studie advies krijgen dan blanke kids. Je zou verwachten, of minstens hopen, dat er dan druk op de inspectie komt om daar beter toezicht op te houden. Of dat er bij de politiek beleid wordt afgedwongen dat dit racisme onmogelijk maakt. Speciale aandacht voor het fenomeen bij lerarenopleidingen. Juridische stappen tegen scholen waar dit soort discriminatie wordt aangetroffen. Maar dat is allemaal enorm veel un-glamorous werk, en het levert geen interviews en boekverkopen op. En dus heeft ze het over witte mensen die, heel fout, etnische jurkjes kopen bij de H&M. Dat is veel erger dan Jip en Janneke; het is anti-racistische clickbait. Infantilisering van het debat. Trap er niet in!

Mijn gekozen waardering € -

Tropical Journalist. Covered conflict and corruption in Syria, Afghanistan, Panama, Latin America, the Balkans.