Autisme in de klas

Hoe kies je een goede middelbare school voor je kind met autisme? En hoe bezorg je hem of haar een fijne middelbare schooltijd midden in de chaos van klaslokalen, rumoerige tieners en verschillende docenten?

In een gesprek over calorieën vertelt puber Maureen zonder blikken of blozen tegen een meisje in haar klas dat ze dik is. Maureen snapt niet waarom haar klasgenootje boos wegloopt. Het woord kwetsend komt niet in haar op. Hoezo? Ze is toch dik?

Niet goed aanvoelen wat wel en niet sociaal gewenst is. Het is herkenbaar voor Jacoline Voorhorst die een zoon met het syndroom van Asperger (een vorm van autisme) heeft. ‘Hij zit in groep 8, gaat in september naar het middelbaar onderwijs, maar wil nog steeds zijn nieuwe speelgoed aan de juf laten zien.’

Ginette Wieken schreef het boek Schoolgids Autisme. Een boek met tips voor leerlingen en ouders om een goede middelbare school te kiezen en ook om de schooltijd voor jongeren met autisme zo fijn mogelijk te laten verlopen. Wieken is moeder van twee autistische kinderen en begeleidt kinderen met autisme op een reguliere school.

Zij vertelt: ‘Voor elk kind is de overstap van de basisschool naar de middelbare school groot, maar voor een kind met autisme is die stap extra moeilijk, zeker in coronatijd. Hoewel autistische kinderen enorm van elkaar kunnen verschillen, hebben ze over het algemeen veel moeite met veranderingen en met nieuwe dingen. Ze hebben juist behoefte aan structuur, overzicht en voorspelbaarheid. Iets wat er nu op een middelbare school met heel veel leerlingen, wisselende klaslokalen en leerkrachten niet is.’

Leaseplanten

‘Om een goede school te kiezen is het belangrijk om in gesprek te gaan met iemand van de school. Dan merk je vanzelf of ze een beetje verstand hebben van autisme’, stelt Wieken. ‘Samen kun je kijken naar wat je kind nodig heeft en daar oplossingen voor zoeken. Ik zou een school wantrouwen als er wordt gezegd: “O we hebben al eens twee autistische kinderen gehad dus dat komt wel goed.” Want autistische kinderen zijn zo verschillend.’ Daarnaast is het goed om je als ouder te laten adviseren door basisscholen en ervaringen op te vragen bij ouderverenigingen’, zegt Wieken.

Oudervereniging kunnen ook andere handvatten geven zoals bijvoorbeeld een schoolkeuze checklist. Op de website van oudervereniging Balans staat zo’n checklist, opgesteld door en voor ouders. Er staan vragen op als: wisselen de docenten van lokaal of de leerlingen? Zijn er prikkelarme werkplekken? Wordt er veel individueel of juist in groepjes gewerkt?

Ook is het goed te vragen of je op een gewone schooldag even met je kind door de gangen, aula en kantine mag lopen. Een open dag geeft volgens Wieken geeft geen reëel beeld van de school. ‘Het gebouw is altijd opgeruimder en schoner, er staan leaseplanten, het is er waanzinnig druk en er hangt een uitbundige en vrolijk sfeer.’

Q4-klas

De schoolkeus voor Johan (11), de zoon van Jacoline Voorhorst, is vorig jaar al gemaakt. Johan gaat naar een q4-klas op de Pieter Zandt in Kampen. Voorhorst: ‘Ik heb gewerkt als gespecialiseerde gezinsverzorger en weet dat er soms lange wachttijden zijn. Als wij Johan dit jaar nog wilden aanmeldden voor een q4-klas, waren we te laat geweest. Bij het zoeken naar een school, keken we vooral naar welke christelijke school de beste begeleiding voor kinderen met autisme had.’ In gesprek met een ouder van een kind met autisme hoort Voorhorst over q4-klassen, die sinds vier jaar bestaan op de Pieter Zandt. Nadat Voorhorst contact heeft opgenomen met de school wordt ze enthousiast.

Ze vertelt waarom: ‘‘Het is een afdeling binnen het reguliere onderwijs waar kinderen met een beperking in zitten, maar die wel normaal tot hoog niveau hebben. Iedere groep heeft zijn eigen docent, er zijn minder wisselingen en minder prikkels. In het eerste jaar ga je samen kijken waar je kind staat en het is de bedoeling om in het jaar daarop door te stromen naar regulier onderwijs. Maar als in het eerste jaar blijkt dat Johan het aan kan om bijvoorbeeld het vak Nederlands binnen regulier onderwijs te volgen, dan is dat ook een optie.’

Ook de in-en externe begeleiders vanuit de basisschool raden de Pieter Zandt aan: zij hebben er goede ervaringen mee. Voorhorst: ‘We hebben ook gekeken naar andere scholen en waren bereid te verhuizen. De Pieter Zandt was niet de eerste keus, maar ze bieden de beste begeleiding binnen het christelijk onderwijs in deze buurt, dat is wat we zochten.’

Openheid

Wieken is er voor om open te zijn over het autisme van leerlingen. ‘In het merendeel van de gevallen kun je het niet geheim houden. Klasgenoten zullen aan een autistisch kind dingen opmerken die anders zijn. Ze zullen niet direct denken: hij is autistisch, maar als je het niet zegt dan gaan kinderen denken: hij is raar, een nerd of een betweter. Op het moment dat je uitlegt dat er wat met een leerling aan de hand is, weten de anderen in ieder geval waar het vandaan komt dat iemand hele wonderlijke en onbegrijpelijke dingen zegt .’

De openheid is geen garantie tegen het pesten, maar het vergroot wel de kans dat iemand geaccepteerd wordt. ‘Anders vinden andere leerlingen dat hij maar gewoon normaal moet doen. Door openheid zijn er vaak wel een aantal in de groep die willen helpen en begrip tonen. Het hangt ook sterk van de klas af. De ene klas is nou eenmaal toleranter dan de andere klas. Dat heeft te maken met dom geluk.’

Mobiel aan

Er zijn nog meer praktische tips om de middelbareschooltijd zo goed mogelijk door te komen. Wieken vertelt: ‘Voor kinderen die structuur nodig hebben is het goed om alle boeken en schriften per vak een andere kaft te geven. Voor Frans een groene kaft, een groen schrift en markeer op de boekenplank een stukje groen. Pak de boeken op volgorde van de les in de tas. Moet je boeken ruilen in een kluisje? Stop de boeken die omgewisseld moeten worden in aparte plastic tassen. Autistische kinderen kunnen chaotisch zijn. Sommige kinderen in mijn klas mogen hun mobiel aan laten staan om een piepje voor een herinnering af te laten gaan. Ze zijn daar ontzettend bij gebaat.’

Voor ouders is het raadzaam om alle activiteiten goed in de gaten te houden. Wieken: ‘Als er een reis naar het buitenland is, weet dan welke docenten er mee gaan en stuur ze informatie over je kind op. Een kleine aanpassing kan enorm helpen. Sommige kinderen help je al door ze een moment op de dag even op zichzelf te laten zijn of doordat hij of zij niet in de slaapzaal hoeft te slapen waar tot laat nog wordt gekeet.

Image by Mikil Narayani from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -

Heleen Dekens schrijft interviews en achtergrondartikelen die het verhaal achter het nieuws vertellen. Ze schrijft om te informeren en inspireren. En gewoon omdat ze het niet laten kan.