Bijdrage Nederland aan WO2 was niet voor niets

Dodenherdenking (oorlog) en Bevrijdingsdag (vrede) staan met de rug tegen elkaar aan. Maar wat herdenken we precies en hoe voelt dat bevrijd zijn aan. Een bezoek aan de Amerikaanse, Canadese en Britse begraafplaatsen in Frankrijk leert, dat de vrijheid duur is betaald door vreemde en onbekende soldaten die hun leven in de waagschaal legden en opofferden, opdat de Europeanen van vandaag niet onder het Duitse juk hoeven te leven. En dat Duitse juk, zo leren de jaren 40 en 45, was bepaald niet voor iedereen een pretje.

Voor veel steden en dorpen gold:

– Nederlanders heulden met de vijand
– Joodse inwoners werden gedeporteerd en vermoord
– Het verzet – zo’n 45.000 mensen – probeerde het bewind van de vijand te ondermijnen met gevaar voor eigen leven
– Burgers werden onderworpen aan strenge Duitse regels en hielpen hun noodlijdende medemens
– Kerken deden hun beklag over de draconische maatregelen bij de Duitse autoriteiten.

In de krant van woensdag 29 mei 1940 van het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden stond een verslag van twee journalisten die op de fiets door het land trokken. Zij prezen zich gelukkig dat er nog zoveel gespaard was gebleven. Maar ze vroegen zich ook af, of ze nu werkelijk door dat landsdeel reden wat oorlogsgebied is geweest of dat het feitelijk alleen om het zwaar gebombardeerde Rotterdam ging. Ze schreven:

‘Dat er toch vooral in Delft en omgeving zoveel parachutisten zijn neergelaten, wijzen de vliegtuigwrakken in de weilanden en langs de snelweg erop, dat er in de lucht hevig is gestreden en dat de moderne oorlog ook een luchtoorlog is.’

Ook was het hen onduidelijk of dat de vliegtuigen door het luchtafweergeschut waren neergehaald of dat ze geprobeerd hadden een noodlanding te maken. De gebroken verkeerspaaltjes duidde volgens hen op het laatste.

De resten werden bewerkt door Duitse en Nederlandse militairen, zodat het verkeer er in een boog omheen werd geleid. Het was druk op de weg, want velen waren op weg naar Rotterdam om hulp te verlenen, anderen om te zoeken naar familieleden en bekenden. De overwegend fietsende passanten werden door Nederlandse militairen gecontroleerd.

De journalisten fietsten van Utrecht via Soesterberg en Amersfoort in de richting van Woudenberg en vandaar via Renswoude naar Veenendaal in de wetenschap dat ook Veenendaal zwaar was getroffen. Aanvankelijk wees ook hier weinig op de geleverde strijd. Toen ze echter door de bossen reden, veranderde het beeld.

Verspreid lagen militaire voorwerpen zoals munitie, opgestapelde granaten, terwijl er ook nog enkele zware mitrailleurs aan de rand van het bos gereed stonden. Ook werd een verstrooide administratie van verlofpassen en voedselvorderingen aangetroffen. Het tweetal kwam steeds dichter bij het voormalige front.

Bomen lagen er gekapt of gesprongen, zo goed mogelijk terzijde gelegd om een doortocht vrij te maken. Op de weg naar Veenendaal droegen de huizen sporen van treffers, gehavende kazematten…met de witte vlag ervoor. Het tweetal meldde dat Veenendaal zelfs geëvacueerd was geweest, maar dat de bevolking weer terug was gekeerd en aan het werk was gegaan in de tabaksfabrieken.

Bij een deel van de Grebbelinie hadden de twee verslaggevers restanten van de strijd gezien in de vorm van een grote ruïne. Aan weerszijden stonden ingestorte en half verbrande huizen, eenvoudige woningen en landhuizen. Verder waren er tal van versterkingen, bunkers, kazematten, versperringen en prikkeldraad.

Ze fietsten verder via Ede – omdat Rhenen en Wageningen nog niet mochten worden gepasseerd – naar Arnhem, waar de spoorbrug stuk was geschoten. In Zutphen ontmoette het tweetal een kelner in een restaurant, die een buitenlands accent verraadde. Hij zei dat hij nu drie doortochten van de Duitsers had meegemaakt. De eerste keer was in Praag, en de tweede in Warschau. ‘En nu ben ik veertien dagen in ons land – want ik ben Nederlander – terug en maak dit mee.’

Ook bij Zutphen waren grote bruggen vernield. De oostelijke oever van de IJsel in Deventer was zwaar bestreden. Maar er was niets meer wat daaraan herinnerde. In de dorpjes die ze verder passeerden, waren geen Duitsers meer aanwezig. Toch waren enkele ervan voor korte tijd ontruimd geweest.

In Zwolle bleken enkele goederenloodsen te zijn uitgebrand. De Zwolse hotels waren voor een groot deel bezet door Duitse militairen, zodat het tweetal er niet kon overnachten. Uiteindelijk lukte hen dat in Hattum.

De volgende dag namen ze bij de rivier nog een kijkje bij de kazematten. Die waren ten dele nog bewapend. De landmijnen bij het veer waren door Duitse en Nederlandse militairen deskundig weggehaald. Maar op de zaterdag ervoor was een boer ermee in aanraking gekomen en gedood.

Over Meppel waar vele ruiten kapot waren gesprongen door het opblazen van bruggen ging het tweetal weer terug naar Groningen. Een controle door Duitse militairen herinnerde hen nogmaals aan de buitengewone omstandigheden waaronder Nederland leefde.

De bevrijding werd ingeleid op 6 juni 1944 met D-Day in Normandië toen geallieerde strijdkrachten de Atlantische verdedigingsmuur van de Duitsers doorbraken. De operatie was tot in de kleinste details voorbereid door Churchill en Roosevelt en kreeg als codenaam ‘Overlord’.

Uitgangspunt was de landing op vijf stranden: Omaha, Utah, Juno, Gold en Sword Beach. Grote troepenmachten waren bij elkaar gekomen in het zuiden van Engeland, tienduizenden vliegtuigen, meer dan vierduizend landingsschepen en vijftienhonderd oorlogsschepen waren paraat om de invasie onder leiding van de Amerikaanse generaal Eisenhouwer met 156.000 soldaten uit te voeren. Daarvoor waren de Duitsers lange tijd misleid om de echte locaties van de geallieerden geheim te houden.

De Fransen zijn nog steeds onder de indruk van de gebeurtenissen die zich op 6 juni voltrokken. Musea, monumenten, en achtergelaten tanks en jeeps herinneren nog eens aan de donkere bladzijden van 1940- 1945 en wijzen op de gruwelijkheden die een oorlog met zich meebrengen. Franse en Britse vlaggen wapperen in de straten van bijvoorbeeld een plaats als Arromanches waar de Britten een kunstmatige haven aanlegden om legeronderdelen aan te leveren. Resten daarvan liggen nog voor de kust.

Dat de geschiedenis nog volop leeft, bewijst het ‘slagveldtoerisme’. Duizenden toeristen, trekken bijvoorbeeld dagelijks naar Colleville-sur-Mer, waar veelal jonge Amerikaanse soldaten liggen begraven, die bij de landing op Omaha Beach hun leven lieten voor de bevrijding van Europa.

Er zijn meer plekken aan de kust van Normandië, waar de gebeurtenissen van D-Day levend worden gehouden. Bijvoorbeeld in Pointe du Hoc aan de Normandische kust dat door 225 Rangers vanaf het vijftien kilometer voor de kust liggende stoomschip ‘Amsterdam’ met tien
landingsvaartuigen moest worden veroverd om de Duitse kanonnen, die gemakkelijk Omaha en Utah Beach konden beschieten tot zwijgen te brengen.

Kapitein Harold Slaters landingsvaartuig zonk met dertig mannen op weg naar de kust. Het werd een bloedige slag. De kraters door bominslagen van de oorlogsschepen ‘Arkansas’ en ‘Texas’ waren zo groot, dat ze dekking boden aan dertig mannen.

De tweede missie was om de weg af te zetten en te voorkomen dat de Duitsers versterkingen konden sturen naar Omaha Beach. Van de 225 soldaten bleven negentig ongedeerd. De rest was dood, gewond of gevangengenomen door de Duitsers. De 2nd Ran­ger Bataljon werd onderscheiden voor zijn inzet. Pointe du Hoc ligt er nog net zo bij als na het gevecht.

Een ander voorbeeld is Sainte-Mère-Église, de eerste bevrijde Franse stad na de invasie, waar parachutist John Steele aan de kerktoren bleef hangen. Hij werd in zijn voet geschoten maar overleefde de strijd door zich dood te houden. Als herinnering daaraan is een pop aan een parachute aan de kerktoren gehangen. Het fragment werd verfilmd in The Longest Day.

De Weg van de Vrijheid is een eerbetoon aan de derde divisie van het Amerikaanse leger, die loopt vanaf het Franse Cherbourg via Luxemburg naar het Belgische Bastogne. Een weg die gemakkelijk kan worden doorgetrokken naar Noord-Nederland waar de laatste Duitsers door de Canadezen terug de grens over zijn gejaagd. Ver daarvandaan zijn onder meer resten van bunkers of monumenten te zien in Cap Ferret in het Franse departement Gironde en in Saint Tropez aan de Franse Rivièra.

Ook de Duitsers hebben een stevige prijs moeten betalen. Hun begraafplaatsen zijn toonbeelden van treurnis en rouw. Nabestaanden koesteren hun familieleden die hun leven verloren en lering getrokken uit het verleden net zo goed een pleidooi houden voor vrede op de wereld. Duitsland zoekt nog naar zo’n honderd duizend omgekomen soldaten.

De victorie zorgde voor een ommekeer in de Tweede Wereldoorlog en leidde tot het verlies van nazi-Duitsland en de bevrijding van Europa. Na Normandië̈ zou het nog elf maanden duren, voordat Nederland zou worden bevrijd.

De bijdrage van Nederland aan de Tweede Wereldoorlog is relatief bescheiden geweest, maar niet voor niets geweest. De Irene-brigade (drieduizend man), de Engelandvaarders, het 323ste squadron (de ‘baby’ van wijlen prins Bernard) – een Nederlandse vliegeenheid van de Royal Air Force (R.A.F.), en achthonderd koopvaardijschepen werden waar mogelijk ingezet. Van de koopvaardijschepen vergingen er vierhonderd. Schepen werden bijgebouwd in de Verenigde Staten. Bovendien schonk het Prins Bernardfonds diverse Spitfighters aan de R.A.F.

Veldmaarschalk Montgomery nam in zijn hoofdkwartier op de Lüneberger Heide de capitulatie van alle eenheden van de Weermacht in Noordwest- Europa in ontvangst. De capitulatie zou ingaan op 5 mei om acht uur ’s morgens. Generaloberst Blaskowitz aanvaardde aanvankelijk de capitulatie niet voor West-Nederland, maar slechts voor het gebied rond Delfzijl. Bevelhebber Koot van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) moest in verband hiermee zijn bevel tot mobilisatie van alle leden van de BS herroepen. In hotel ‘De Wereld’ in Wageningen besprak Blaskowitz de capitulatie van de Duitse troepen in Nederland en kreeg een etmaal uitstel.

Hij ondertekende tenslotte in de aula van de Landbouwhogeschool in Wageningen de capitulatie van de 117.000 overgebleven Duitse soldaten in Nederland in aanwezigheid van generaal Charles Foulkes van het Eerste Canadese leger en van prins Bernard. Daarmee kwam een eind aan een bittere strijd.

Als de Amsterdammers op 7 mei 1945 bevrijding vieren komt het nog tot een schietpartij tussen BS’ers en Duitse soldaten. Het resultaat: 22 doden en tientallen gewonde burgers. De schietpartij zou zijn ontstaan toen Duitsers werden ontwapend en andere dat niet konden verkroppen en op de menigte begon te schieten. Ook in andere delen van het land grepen nog incidenten plaats.

Koningin Wilhelmina hield een radiotoespraak voor ‘Radio Herrijzend Nederland’ en sprak haar vreugde uit over het einde van ‘vijf jaar onderdrukking, verschrikking en hongersnood.’ Minister-president Gerbrandy zei voor Radio Oranje: ’Ge zijt vrij. Uw bevrijding is met bloed, zweet, angst en honger gekocht.’ De gezamenlijke illegaliteit riep na de oorlog op tot eensgezindheid en stelde dat het de plicht was van Nederland ook Nederlands-Indië  te bevrijden.

Onder het toeziend oog van generaal Dwight Eisenhower en afgevaardigden van Britse, Franse en Russische strijdmachten tekenden Jodl en Von Friedenburg de onvoorwaardelijk Duitse capitulatie-overeenkomst in Reims. In Berlijn-Karlhorst ondertekenden generaal H. J. Stumpff, veldmaarschalk Keitel en admiraal H. von Friedenburg de onvoorwaardelijke capitulatie- overeenkomst tegenover de Sovjet-Unie en vertegenwoordigers van de Westerse bondgenoten.

Toch was daar niet overal de vrede mee bezegeld. Het laatste Europese slagveld woedde op het eiland Texel, dat bekendheid kreeg als de opstand van de Georgiërs die begonnen te muiten toen de Duitsers aan de verliezende hand waren. Dit kostte aan 565 Georgiërs, 120 Texelaars en zo’n 800 Duitsers het leven. Op 20 mei was de oorlog op Texel afgelopen. De schade was groot.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog droeg de wereld een grote smart met zich mee. Vijftig miljoen families over de hele wereld werden getroffen en vele namen werden een droevig symbool. Van de toen negen miljoen Nederlanders kwamen er ongeveer 250.000 om het leven. Dat is één op elke 35 mensen. De vrijheid was duur betaald. Maar het gevoel van vrijheid, blijheid werd na alle processen en zuiveringen algauw weer verdrongen door onvrede over de gang van zaken, de zorgen van alledag en nieuwe oorlogen.

Mijn gekozen waardering € -