De bijzondere vriendschap tussen Davy Klaassen en Kevin van Kippersluis

Samen groeiden ze op in Hilversum, samen gingen ze naar Ajax. Maar waar Davy Klaassen nu aanvoerder is van Ajax, vecht Kevin van Kippersluis voor een basisplaats bij Volendam. Verslaggever Mark van den Heuvel - ook geboren in Hilversum - ging er eens uitgebreid voor zitten met beide vrienden. Een extra long read!

De eerste keer dat Davy Klaassen me vertelde over zijn vriendschap met Kevin van Kippersluis zaten we samen op de fiets, een paar jaar geleden. We reden door Hilversum, ons beider geboortedorp – Hilversum heeft weliswaar stadsrechten, maar zo heb ik het nooit ervaren. Een fietstocht, die leidde langs De Zebra’s, Davy’s eerste amateurclub, maar nu vooral een club in verval. Langs zijn lagere school en het pleintje voor de deur, waar de nieuwe aanvoerder van Ajax leerde voetballen. Langs HSV Wasmeer ook, zijn tweede club na De Zebra’s. En via de snackbar op de hoek, voorheen snackbar Hans, weer terug naar het ouderlijk huis.

In de achtertuin vertelde Davy over zijn vroege jeugd. “Ik was een rustig jochie. Volgens mij… Als we aan het voetballen waren wilde ik wel altijd winnen. En werd er soms ook wel eens gevochten. Maar over het algemeen was ik vrij serieus, een kind dat zich goed kon beheersen en altijd z’n best deed op school.”

Nooit ben ik het verhaal vergeten, dat hij vertelde over zijn vader Gert Jan, die op Davy’s middelbare school, het Roland Holst College, werkzaam was als amanuenses. “Dat was soms wel een beetje raar, ja,” zei Davy. “Hij pakte mij constant aan, ik was altijd de lul. Soms, als ik een computeropdracht moest doen, schalde het door de intercom: ‘Porno computer veertien, porno computer veertien’. Iedereen kijken natuurlijk. En dan zat-ie me toch te lachen.”

Ook verhaalde Davy over de stap van HSV Wasmeer naar de D-junioren van Ajax, samen met een zekere Kevin van Kippersluis… Ja, ze waren nog steeds bevriend, Kevin en hij. Maar tegenwoordig speelde Kevin bij FC Utrecht.

Dat was vier jaar geleden.

Het is geen naam die je daarna snel meer vergeet, Van Kippersluis…

Als Davy voor de kantine van HSV Wasmeer z’n fiets van het slot haalt wordt hij vanuit de deuropening toegeschreeuwd door een jongetje uit de aldaar gevestigde dagopvang, met een bal onder zijn arm.

“Hé Davy! Scoren hè zondag!”

Klaassen draait zich om, lacht en zegt: “Hé Joey, hoe is het jongen? Ja, ik ga scoren zondag.”

(De Zebra’s is tegenwoordig gefuseerd met Bloemenkwartier, voetbalt ergens in de buurt van Loosdrecht en heet BZC’13, Bloemenkwartier Zebra’s Combinatie 2013).

De rest van dat seizoen zou Davy Klaassen niet meer in actie komen vanwege een slepende liesblessure. Wat bleef hangen was het verhaal over vriendschap.

****

Ik heb met Davy Klaassen en Kevin van Kippersluis afgesproken in het centrum van Hilversum. De fiets blijkt vervangen door een glimmende scooter. Als ze grappend langs een winkelend meisje scheren, zeg ik bijna verontschuldigend: voetballers hè.”

Ze antwoordt: “Ja, dan krijg je dat.”

Hier kennen ze elke steeg, zeggen ze. Daarom is Davy ook in Hilversum blijven wonen, nadat hij uit het ouderlijk huis vertrok. Kevin woont op nog geen kilometer afstand, samen met zijn vriendin. Vroeger woonden ze aan de ene kant van het spoor, nu aan de andere.

We kunnen ook op het dakterras terecht, zegt het meisje van de bediening als we op een rookvrij terras gaan zitten. “Jij mag bepalen,” zegt Kevin tegen Davy. “Jij bent tegenwoordig eerste aanvoerder…”

Het is een tone of voice die meteen bevalt. Hilversummers onder elkaar. Ze zitten hier eigenlijk wel prima, zo wordt besloten.Kevin, een grote, rijzige jongen – meer het type El Ghazi dan De Sa – staat tegenwoordig onder contract bij FC Volendam.

Ze waren een jaar of negen toen ze elkaar leerden kennen, Davy als speler van De Zebra’s en Kevin bij het aanpalende HSV Wasmeer, samen op hetzelfde sportpark(je). Nu zijn ze het beste wat Hilversum op voetbalgebied heeft voortgebracht, ooit.

Davy zegt ‘Kip’ tegen Kevin. En Kevin noem Davy ‘Dave’.

Davy: “Ik kan me nog goed de eerste keer herinneren dat ik mijn vader een wedstrijd zag keepen voor De Zebra’s. Ik zal een jaar of vier zijn geweest en stond aan de hand van m’n moeder achter het doel, in de stromende regen. Al vroeg in de wedstrijd stopte hij een strafschop. Op dat moment dacht ik echt dat hij de beste keeper ter wereld was. Het vervulde me van trots. Dat was mijn vader, die een strafschop had gestopt… Wow! Later is dat beeld wel een beetje bijgesteld… Mijn vader bleek inderdaad een goede keeper, maar slechts op amateurniveau. Achteraf vind ik het interessant om te zien hoe je zoiets als kind hebt beleefd. Want het is voor mij wel een blijvende herinnering.”

Kevin: “Wij zijn van dezelfde lichting, uit ’93.”

Davy: “Mijn overgrootmoeder, de oma van mijn vader, was mede-oprichterster van De Zebra’s. Dus daar liep ik vrijwel dagelijks rond, zo lang ik me kan herinneren eigenlijk. Onze hele familie was betrokken bij die club. Mijn opa, Jaap Klaassen, speelde bij De Zebra’s. Mijn vader Gert Jan,  was keeper bij De Zebra’s. En mijn broertje Aron en ik hebben er ook gespeeld. Ik ben bij De Zebra’s opgegroeid, zou je kunnen zeggen.”

Kevin: “Onderlinge wedstrijden tussen Wasmeer en De Zebra’s eindigden meestal in een gelijkspel, weet ik nog. Ik had een beter team om me heen en Davy moest het iets meer van z’n individuele kwaliteiten hebben. Dat hield elkaar meestal in balans.”

Davy “Op mijn tiende heb ik de overstap van De Zebra’s naar Wasmeer gemaakt, zoals al mijn vrienden later. Mijn ouders hadden het gevoel dat ik bij De Zebra’s niet zoveel meer kon leren. Ik stond een beetje stil in mijn ontwikkeling. En dat was jammer, want ik had onmiskenbaar talent. Bij Wasmeer wonnen we het jaar daarop eigenlijk meteen alles met de E1. Eigenlijk vanaf het moment dat Kevin en ik samen in één elftal gingen spelen.”

Kevin: “Dat was lopende bandwerk. Tegen sommige tegenstanders hadden we de regel ingevoerd dat het drinken en eten op kosten van de trainer was, als ze het onder de tien hielden. En als het boven de vijftien was, dan ging ie de plomp in.”

Davy: “Ik weet nog goed, dat het een keer 9-1 werd, tegen Altius volgens mij. Dat werd gevierd alsof ze de Champions League hadden gewonnen.”

Kevin: “Na zeven wedstrijden zaten we op een doelsaldo van plus honderd. We wonnen echt alles.”

Davy: “Op het middenveld speelde Mike van der Klis, die was ook echt goed. Hij heeft later even bij FC Utrecht gespeeld, maar heeft het niet gehaald.”

Kevin: “Nee, is niks geworden.”

Davy: “Vooral niet op mentaal gebied.”

Kevin: “Iedereen denkt dat voetballen zo makkelijk is, maar dat is slechts ten dele waar. Natuurlijk, het is maar een balletje, maar vergeet niet dat een voetballer in mentaal opzicht soms behoorlijke tikken krijgt.”

Davy: “Je moet ook met teleurstellingen om kunnen gaan. Je vervolgens toch weer focussen op een nieuw doel. Er telkens toch maar weer vol voor gaan. Het is mij ook niet allemaal zomaar komen aanwaaien. Er zijn maar weinig mensen die weten wat ik er allemaal voor moet doen en laten.”

Kevin: “Je houdt altijd rekening met het voetbal. Ja, over zulke dingen praten we soms wel met elkaar. Wat dat betreft begrijpen wij elkaar toch het beste.”

Davy: “Maar we praten meer over andere dingen, dan over voetbal. Soms serieus. Soms iets minder…”

Kevin: “Ja, over normale dingen.”

Davy: “Dat seizoen speelden we met HSV Wasmeer E1 ook een keer tegen de E3 van Ajax.”

Kevin: “Wonnen we met 8-2. Davy en ik stonden samen voorin.”

Davy: “Ik rechts, hij links.”

****

Kevin: “Een jaar eerder was ik al eens op proef bij Ajax geweest, maar toen werd ik nog te licht bevonden. Een jaar later zijn Davy en ik samen naar zo’n instuif gegaan.”

Davy: “Ik weet het nog goed. Danny Blind belde om te vertellen dat ik was aangenomen en mijn zusje was alleen thuis. Omdat mijn vader altijd geintjes maakt aan de telefoon, geloofde ze er niks van. ‘Pa, doe eens normaal man’, zei ze. Maar het bleek toch echt Danny Blind te zijn…”

Kevin: “Wij waren op vakantie, maar mijn vader dacht ook aan een grap. ‘Alleen kan ik er niet om lachen’, zei hij nog. Als het dan toch echt waar blijkt te zijn, zijn dat spannende momenten. Na drie proefwedstrijden en een paar trainingen werden we definitief aangenomen door Ajax.”

Davy: “We hebben ook nog samen stage gelopen bij FC Utrecht, weet je nog?”

Kevin: “Ja, ik moest echt een keuze maken, tussen FC Utrecht en Ajax, maar mijn voorkeur ging uit naar Ajax. Wie wil dat nou niet?”

Davy: “Ik heb in die periode zelfs nog een wedstrijd voor FC Utrecht gespeeld.”

Kevin: “Bij Ajax, in de D3, waren we vooral op elkaar aangewezen.”

Davy: “We kenden elkaar, dat is natuurlijk handig als je ergens nieuw binnenkomt.”

Kevin: “We reden vaak samen op en neer naar van Hilversum naar Amsterdam en terug.”

Davy: “Mijn opa zat meestal achter het stuur. Hij was al met pensioen en vond het altijd leuk om mee te gaan. Later vond hij zelfs het jammer dat ik een eigen auto had… Ik kan dat hele elftal van toen nog zo opnoemen, tachtig procent heeft het betaald voetbal gehaald, schijnt vrij bijzonder te zijn.”

Kevin: “Schmitz, Sporkslede, Van Nieuwpoort, Schenk, Bouy, Denswil, De Sa, El Hasnaoui, Davy, Robert Klaasen ook, ik zelf. Dat is een redelijke score hoor.”

Davy: “Vanaf de C1 zijn we eigenlijk elk jaar kampioen geworden.”

Kevin: “Het scoren ging gewoon door. Elke bal die Davy raakte ging er in. Zo was het gewoon. Davy heeft altijd makkelijk gescoord.”

Davy: “Kevin en ik vonden elkaar vrij makkelijk. Ik heb in de loop der jaren op veel verschillende posities gespeeld bij Ajax. Ik werd gehaald als rechtsbuiten, maar kwam al snel in de spits terecht. Later heb ik ook op het middenveld gespeeld en in de C2 zelfs nog centraal achterin, samen met Stefano Denswil.”

Kevin: “Daarom was ik helemaal niet zo verrast toen Davy vorig seizoen als verdedigende middenvelder werd opgesteld. Gewoon, omdat hij dat ook kan. Davy doet het liefst alles met één keer raken. En als dat niet lukt, twee keer raken. Als je de bal na je eerste aanname meteen goed hebt liggen, kan je het spel verplaatsen in het juiste tempo. Zijn kwaliteit is zijn inzicht en zijn scorend vermogen, maar als je geen controlerende middenvelder hebt, dan is Davy een prima alternatief.”

****

Kevin: “Ik kreeg ik na twee seizoenen Ajax te horen dat er geen plaats meer voor me was in de selectie. De grond zakte onder m’n voeten vandaan, ik wilde eigenlijk meteen stoppen met voetballen.”

Davy: “Ik weet nog goed dat Kevin erg down was in die periode.”

Kevin: “Ik was alleen maar bezig met het voetballen, met Ajax ook. Stelde mezelf voortdurend nieuwe doelen. Ik zag dit absoluut niet aankomen. De keuze ging tussen mij en een andere jongen. En die andere jongen is twee maanden later gestopt met voetballen… Maar veel tijd om te balen kreeg ik niet, laat staan om te stoppen. Want een dag later belde FC Utrecht.”

Davy: “Bij wedstrijden tussen de jeugdteams van Ajax en FC Utrecht stonden later altijd veel mensen van HSV Wasmeer langs de lijn. Daar werd in Hilversum echt naar uitgekeken. We waren nog steeds bevriend, maar we zagen elkaar niet vaak in die periode.”

Kevin: “Davy zat zes keer in de week in een busje naar Ajax. En ik in net zo’n busje naar Utrecht. Destijds spraken we elkaar wekelijks. Nu is dat vrijwel dagelijks.”

Davy: “Onze vriendschap is de laatste jaren alleen maar sterker geworden.”

Kevin: “Ik weet hoe Davy zich voelt en andersom is dat precies hetzelfde. We steunen elkaar waar we  kunnen.”

Davy: “Ik hou er van om mee te denken. Heb ik met al m’n vrienden. Het is veel lachen en dollen, maar soms ook met een serieuze ondertoon.”

Kevin: “Daar ben je vrienden voor.”

Davy: “We hebben dezelfde vriendengroep, een man of zes, zeven. Allemaal jongens die elkaar al heel lang kennen. Bijna ons hele leven.”

****

Kevin: “Mijn grote voorbeeld was Marc Overmars. Die was ook altijd op de brommer. Vond ik prachtig om te zien, maar je hebt tegenwoordig vrijwel geen linksbenige linksbuitens meer. Daar speel ik het liefst. Ik moet het ook echt van m’n trap hebben. Ik hoef m’n tegenstander niet voorbij om een goede voorzet te geven. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?”

Davy: “In Engeland lopen ze nog wel rond, zulke spelers.”

Kevin: “Die voorzet van Blind op Van Persie, tijdens het WK in Brazilië? Dat had mijn voorzet kunnen zijn. Zo geef ik ze graag. Mijn probleem is alleen dat ik vaak iets teveel stappen voor uit denk, waardoor mijn medespelers me soms  niet begrijpen…”

Davy: “Bergkamp en Litmanen waren spelers waar ik graag naar keek,  maar voorbeelden? Nee, die had ik niet echt. Ik was niet echt van de helden. Voor mij is het wel heel bijzonder om bij Ajax samen te werken met Dennis Bergkamp. Ik leerde hem al kennen bij de A1 en nu zitten we al vier jaar bij het eerste elftal. In het begin was ik echt onder de indruk van zijn aanwezigheid. Maar later wordt het weer bijna gewoon, eigenlijk best raar hoe dat gaat. Toch zijn er nog altijd momenten op de training, als Bergkamp heel soepel een bal doodlegt bijvoorbeeld, dat je denkt: wow, dat kan niet iedereen.

“Dennis staat niet snel te roepen, maar ik heb de laatste jaren veel van hem geleerd. We hebben samen veel getraind op afwerken. Op m’n aanname ook. Want als je aanname goed is, dan schiet je de bal er een stuk makkelijker in. Het is niet één advies waarom Bergkamp zo waardevol is voor me. Het is het totaalpakket van allerlei kleine dingetjes. Bergkamp was één van de beste spelers op mijn positie, dus is er geen betere die mij kan adviseren.”

Kevin: “Zijn eerste aanname was vaak tachtig procent van het doelpunt dat hij maakte. Daar was hij een koning in.”

Davy: “Ik raak nooit uitgeleerd, denk ik.”

Kevin: “Naarmate je ouder wordt krijg je vaak een andere rol in het elftal. Ajax heeft John Heitinga nu ook teruggehaald met het idee om jonge spelers aan te sturen, om jonge verdedigers met al zijn ervaring wegwijs te maken.”

Davy: “Ik kan als nieuwe aanvoerder van Ajax alleen maar blij zijn met de aanwezigheid van Heitinga. Ook al speelt hij niet altijd, hij is altijd met anderen bezig. Zo helpt hij mij ook  met kleine dingetjes. En Heitinga verzaakt geen moment, hij heeft nog geen training gemist.”

****

Voor Davy Klaassen zou je het huidige seizoen gerust ‘het seizoen van de waarheid’ kunnen. Mede vanwege zijn aanwezigheid en het grote vertrouwen dat Frank de Boer in Klaassen heeft, ging het systeem van Ajax zelfs op de schop. Ajax speelt nu ‘met de punt naar voren’ op het middenveld, in plaats van een ‘punt naar achteren’. (Met de punt naar voren betekent in vakjargon spelen met een schaduwspits, achter een diepe spits en in de rug gedekt door twee middenvelders. De punt naar achteren is een controlerende middenvelder, die links en rechts geflankeerd wordt door aanvallend ingestelde middenvelders. In grote lijnen.)

Davy: “Op papier is een systeem met de punt naar achteren aanvallender dan met de punt naar voren. Maar in de praktijk hebben we nu standaard vier aanvallend ingestelde spelers. De tien en de drie spitsen. Voorheen waren die twee middenvelders toch iets minder vaak voorin te vinden. Ik denk dat we in dit systeem, met de punt naar voren, gevaarlijker zijn. Met voorzetten helemaal. Een systeem met de punt naar achteren moet je helemaal tot in de perfectie beheersen voordat het rendement oplevert.”

****

Johan Cruijff, de leider van de zogenaamde revolutie, is geen voorstander van de punt naar voren, zeg ik.

Davy: “Ik ben nog van voor de revolutie, dus eh… Het enige wat ik kan zeggen is dat ik nu wel op mijn favoriete positie kom te spelen. Dit is gewoon duidelijker. De 9 en de 10 zorgen voor druk, de twee daarachter passen zich aan. Vorig seizoen was het vaak de vraag wie van de  middenvelders nou druk moest zetten. Ik verwacht dan ook dat we ons ten opzichte van vorig seizoen zullen verbeteren, dat lijkt me duidelijk. Het ziet er ook beter uit dan vorig seizoen, vind ik. Veel attractiever. Er zit gewoon meer in. De onderlinge verhoudingen liggen dichter bij elkaar.

“Ik moet als schaduwspits in het nieuwe systeem wel oppassen dat ik niet teveel doe, daar praten we ook veel over. Je kan niet altijd druk zetten, niet negentig minuten lang, dan ga je kapot. In de eerste wedstrijd tegen Rapid Wien bijvoorbeeld hebben we dat niet goed gedaan.”

Kevin: “Talenten van zestien jaar worden tegenwoordig makkelijker bij de A-selectie gedropt. In de hoop dat die die jonge jongens zich optrekken aan het niveau. Dat was voorheen niet normaal. Het gaat sneller tegenwoordig.”

Davy: “Het gaat ook om de ervaring, kan ik op m’n 22ste al zeggen. Van een paar wedstrijden in de Champions League leer je meer dan een heel seizoen Eredivisie. Het is grootser en sneller, gewoon niet te vergelijken. Heel anders. Net als bij het Nederlands elftal. Gaat ook veel sneller.

“Een middenveld met Bazoer, Sinkgraven en Klaassen is te jong, zeggen critici. Maar je kan moeilijk volhouden dat Bazoer als een jongen van 18 jaar speelt, zeg ik dan op mijn beurt. Hij gaat dwars door je heen. Het feit dat Bazoer kan concurreren met een miljoenenaankoop als Gudelj zegt genoeg over de onderlinge verhoudingen. Die zijn een stuk kleiner geworden. Leeftijd is tegenwoordig niet zo’n issue meer.”

****

Kevin: “Nee, ik denk niet dat Davy en ik ooit nog samen zullen spelen in het betaald voetbal. Dat gaat het hem niet worden voor mij. Davy is mijn niveau ontstegen, zo realistisch moet ik gewoon zijn. Ik zie hem over twee jaar bij een buitenlandse topclub spelen en mijn max ligt in de Nederlandse subtop, zoals de situatie nu is. En daar is niks mis mee. Die doelstelling heb ik nog steeds. Ik ben nog relatief jong.”

Davy: “Maar als we straks zijn gestopt met betaald voetbal gaan we weer samen spelen in een vriendenteam bij Wasmeer.”

Kevin: “Dat zou mooi zijn, over een jaar of veertien, dan zijn we allebei 36 jaar.”

Davy: “In het achtste elftal, zo’n klassiek bierteam.”

Kevin: “Davy is dit seizoen aanvoerder van Ajax en ik vecht in de Eerste Divisie voor mijn plekje, bij FC Volendam. Ik kan wel zeggen, dat ik naar Real Madrid wil, maar Davy z’n grenzen liggen hoger. En van enige jaloezie is bij mij geen sprake. Davy is mijn maat, ik vind het alleen maar mooi voor hem. Alle paden lopen anders, maar onze vriendschap, dat is wel iets wat blijft. ”

Davy: “Ik merk het wel hoor aan mensen, dat ze anders naar mij kijken dan naar Kevin. Maar dat doen alleen mensen die ons niet kennen. Dan stellen ze mij allerlei vragen, weet je wel, hoe het met me gaat en zo, terwijl we toch echt met z’n tweeën zijn. Daar zijn we inmiddels wel aan gewend hoor, maar in principe slaat het nergens op. Want hij is een vriend van mij. Dan maakt het toch niks uit waar je voetbalt?

“Sommige mensen denken dat ze me anders moeten benaderen of zo. Kinderen kijken zelfs tegen me op, merk ik. Dat is wel raar, want nergens voor nodig. Ik ben nog steeds hetzelfde hoor, ook als speler van Ajax.”

****

Kevin: “Geluk dwing je af, zeggen ze, maar in mijn geval moet het balletje dit seizoen net even goed vallen. Ik zit bij FC Volendam in mijn laatste contractjaar, met een optie voor nog twee jaar, dus ik heb nu even een mazzeltje nodig. Kijk naar iemand als Henk Veerman, mijn oude ploeggenoot bij Volendam. Hij was twee seizoenen geleden helemaal rond met Lienden, maar schoot er de laatste wedstrijd van het seizoen vier ballen in en kreeg toch een nieuw contract.

“Vorig seizoen, hetzelfde verhaal. De trainer zag het weer niet in hem zitten, maar de eerste spits raakte geblesseerd, Veerman maakt in dertien wedstrijden achttien doelpunten en speelt nu bij Heerenveen. Dat bedoel ik met een beetje mazzel hebben. Als ik er komend seizoen tien inleg, met tien assists, dan krijgt de subtop belangstelling. Dat is ook voetbal. Het harde werken wordt op een gegeven moment vanzelf beloond.”

Davy: “Als ik de gouden tip had voor Kevin zou ik hem geven… Het heeft mij nooit echt tegen gezeten, alleen in mijn eerste seizoen was ik lang geblesseerd. Het is, om te beginnen, vooral een kwestie van hard werken. En daarnaast moet je de wind inderdaad soms even mee hebben.”

Kevin: “Ik werk mezelf het stront voor de ogen. Investeer echt in mezelf. In krachttraining, in voeding, ik doe er alles aan om m’n lichaam zo functioneel mogelijk te maken, maar het gaat uiteindelijk toch om de statistieken, om doelpunten en assists, dat is het enige wat telt als buitenspeler.”

Davy: “Je moet belangrijk zijn.”

Kevin: “Ik kan wel leuk een mannetje passeren, maar de voorzet moet wat opleveren, anders heb je er niks aan. Voor mijn gevoel kan ik wel een goede wedstrijd gespeeld hebben, maar het helpt als je dat na afloop ook terug kan lezen in de cijfers.”

Davy: “Bij Ajax kijken we ook veel beelden terug.”

Kevin: “Dat heeft, denk ik, de grootste ommekeer in het moderne voetbal gebracht, het gebruik van beeldmateriaal.”

Davy: “Je kan precies zien wat er is gebeurd. Er is geen ontkomen aan als je met je neus op de feiten wordt gedrukt. Beelden zijn genadeloos. Of het nou goed of slecht is.”

****

Davy: “Ik ben de laatste jaren veel mondiger geworden, steeds meer een leider. Ik was vroeger vrij verlegen, ik zei eigenlijk nooit wat. Ik deed wat ik moest doen, ik voetbalde en ik maakte doelpunten, maar ik had nooit praatjes. Was heel rustig. Naarmate ik ouder werd, heb ik geleerd om me te uiten, heb ik meer verantwoordelijkheidsgevoel gekregen ook. In de B2 ben ik al korte tijd aanvoerder geweest en in de A1 werd ik de vaste aanvoerder. Ik vond het een grote eer, was er ook erg trots op, het was een taak die ik zo goed mogelijk wilde uitvoeren, maar het heeft me als voetballer niet echt veranderd. Het heeft me wel mondiger gemaakt, dat is zeker. Tegenwoordig kijk ik een wedstrijd terug en zie ik mezelf voortdurend praten.”

Kevin: “Geloof me, binnen het veld is Davy een teringleier eerste klas, excuses voor het woordgebruik. Doet hij er echt alles voor om wedstrijden te winnen. Let maar eens op, als er een relletje is, dan staat hij altijd vooraan. Maar buiten het veld is hij zo relaxed, maakt hij zich eigenlijk zelden druk. Dat vind ik wel een opvallend verschil.”

Davy: “Dat hoor ik wel vaker. Ik sta voor mijn ploeg en mijn ploeggenoten, dat had ik ook al toen ik nog geen aanvoerder was. Ik laat niemand over me heen lopen. Als iemand een beetje gek begint te doen, dan zeg ik: kom maar op. Dat zou ik vroeger niet zo snel hebben gedaan. Hij eerder.”

Kevin: “Ja, ik eerder. ”

****

We besluiten, tegen het einde van het gesprek, om een nieuwe afspraak te maken, over een jaar of vijf. Waar staan ze dan, bij welke clubs zullen ze tegen die tijd spelen?

Davy: “Ik denk dat Kevin dan bij een mooie club in de Eredivisie speelt, bij AZ of Heerenveen. Of anders in het Engelse Championship, bij Queens Park Rangers of zo.”

Kevin: “Dat zou mooi zijn, lijkt me prachtig. Ik denk dat Arsenal over vijf jaar een grote kans maakt bij Davy. Anders zie ik hem bij Barcelona spelen. En dat heeft hij dan helemaal zelf afgedwongen.”

Davy: “Zo! We zetten hoog in, ik voel meteen de druk op m’n schouders…”

Kevin: “Duitsland zou ook een goede competitie zijn voor hem, Davy is een loper.”

Davy: “Het enige wat ik kan doen is de stijgende lijn vasthouden en zorgen dat ik gezond blijf. Ik moet niet gaan denken, dat ik het al helemaal heb gemaakt. Als ik gewoon zo door blijf gaan en mijn best blijf doen, dan gaat het de goede kant op. Iedereen streeft het hoogst haalbare na, een internationale carrière, dus ik ook. Maar het is ook weer niet zo, dat ik straks zomaar even een contract bij Real Madrid kan tekenen. Ik moet wel realistisch blijven.”

Kevin: “Davy is in potentie een speler voor de internationale top, laten we het daar op houden. Maar ik zie hem niet naar de Italiaanse competitie gaan en ook niet naar een club als PSG.”

Davy: “Ik sla wel eens een Italiaanse competitiewedstrijd over ja… Ik zou Ajax alleen verruilen voor een club waar ik het idee heb dat ik iets kan betekenen. En waar ik verder kan doorgroeien. Maar daar kan ik nu verder niks over zeggen, ik weet niet waar ik over twee jaar sta. Hoe goed ik dan ben. Maar ik zal altijd Ajacied blijven, die band is heel speciaal.”

Kevin: “Ik zie het al voor me, Arsenal-QPR in de halve finales van het FA Cuptoernooi. Een bal die ertussen blijft hangen… Dan gaat Davy dus over de boarding. Hahaha. Nee hoor, ik ga Davy niet schoppen. Maar ik zal het duel wel willen winnen. Tackelen ja, z’n benen meenemen nee.”

Davy: “Ikke wel hoor. Ik zou er vol ingaan…”

****

Kevin: “Als het voetballen niks wordt, wil ik de stap naar het leger maken. Naar de commando’s. Heb ik altijd gezegd. Lijkt me mooi, om voorop te gaan in de strijd.”

Davy: “Mensen vragen mij ook wel eens: wat zou je zijn geworden als je geen voetballer was? Ik heb echt geen flauw idee. Nooit over nagedacht. Ik wilde altijd voetballer worden.”

Davy: “Ja, ik was best wel een goede leerling. Ik heb vijf jaar VWO gedaan, maar uiteindelijk heb ik mijn HAVO-diploma gehaald omdat het in combinatie met het voetballen een beetje te druk werd. Naast het voetballen had ik ook weinig andere interesses. Maar ja, dat krijg je met een vader die al dertig jaar een seizoenkaart heeft bij Ajax.”

Davy: “Kevin en ik trekken steeds vaker met elkaar op. In de ochtend en de voormiddag trainen we, in de namiddag zijn we meestal vrij. Dat was vroeger wel anders. Dan werd je vaak pas om acht uur ’s avonds met het busje thuisgebracht. Nu hebben we meer tijd.”

Kevin: “Nu eten we ook vaak samen ’s avonds. Davy is onze chef-kok.”

Davy: “Eerst vond ik er niks aan, koken, maar sinds ik op mezelf woon, in Hilversum uiteraard, heb ik er plezier in gekregen. Sinds ik geen relatie meer heb, weten ze me steeds vaker te vinden.”

Kevin: “En dan vooral de salade Davy-speciaal.”

Davy: “Ik maak alles zelf. Ook pizza’s.”

Kevin: “De gezonde versie.”

Davy: “Ze komen langs omdat ik lekker kan koken, dat zeggen ze tenminste.”

Kevin: “Ik denk dat onze vriendschap altijd zal blijven. Ik zou niet weten wat daar tussen kan komen.”

Davy: “Tegen mijn vrienden ben ik altijd openhartig, helemaal nu ik geen vriendin heb, valt me dat op. Ik vertel die gasten in principe alles.”

Kevin: “Dat vind ik ook belangrijk in vriendschap. Davy begrijpt mij beter dan wie dan ook, helemaal op voetbalgebied. Als ik ergens mee zit, bel ik hem als eerste. Al was het maar omdat Davy zich onmiddellijk in mijn situatie kan verplaatsen.”

Davy: “Ik praat ook wel met jongens van Ajax, maar binnen onze vriendengroep is Kevin degene die mij het beste begrijpt als het over voetbal gerelateerde dingen gaat.”

Kevin: “Dat is een mooi groepje hoor… Natuurlijk, er zijn momenten waarop Davy en ik niet mee kunnen, op vrijdag- en zaterdagavond bijvoorbeeld, maar die jongens werken allemaal keihard aan hun eigen carrière.”

Davy: “Ze komen langs, ik maak eten klaar en we spelen een kaartspelletje, zo gaat dat meestal. Om een uur of elf gooi ik ze de deur uit. Dan hoor ik de volgende dag wel wat er is gebeurd.”

Kevin: “Gisteravond kreeg ik alleen maar slechte kaarten, was m’n ziel al in de auto op weg naar huis terwijl ik zelf nog aan tafel zat…”

Davy: “Ik ging zelf ook niet met een lekker gevoel naar bed.”

(@MJvdHeuvel / Hard gras)

Mijn gekozen waardering € -

Sportcolumnist