Birgitta Jonsdottir kreeg een hekel aan Julian Assange, maar komt toch voor hem op

Ze was de bondgenoot van Wikileaks-boegbeeld Julian Assange, en had even kans om de eerste Piratenpartij in Europa in een regering te loodsen. Maar de kans om echt iets te veranderen ontglipte de IJslandse dichteres Birgitta Jonsdottir: ze kon de kracht van Het Systeem niet breken en belandde vervolgens zelf in een soort van burn-out. Wat ging er mis?

In een IJslands zomerhuis vlooit Birgitta Jonsdottir wekenlang beeldje voor beeldje door 38 minuten video van een Amerikaanse militaire operatie in een buitenwijk van Bagdad, Irak. Twee Iraakse journalisten van persbureau Reuters sterven, de zaak gaat in de doofpot. Onder de titel Collateral Murder zet Wikileaks de beelden in april 2010 na uitvoerige analyse online. Assange, maar ook medestanders als Jonsdottir en de Nederlandse hacker Rop Gonggrijp weten zich vanaf dan vervolgd door de FBI.

Jonsdottir: ‘Mijn taak was de stills te maken. Na keer op keer bekijken achterhaalden we de identiteit van de 11 dodelijke slachtoffers. Ik was er trots op, maar het vervolg draaide uit op een teleurstelling. Wij hebben oorlogsmisdaden aangetoond, maar niemand is vervolgd. Er bestaan beslist veel meer video’s van oorlogsmisdaden in Irak en Afghanistan, maar die zijn nergens te zien, want daarop worden geen journalisten van Reuters gedood. Ik zeg het maar bot: mensenlevens zijn daar weinig waard en wij kijken weg.’

In 2013 verfilmde Bill Condon voor DreamWorks de WikiLeaks-operatie op IJsland onder de titel The Fifth Estate met in de hoofdrol Benedict Cumberbatch als Assange. Carice van Houten speelde  Jonsdottir en zocht haar voorafgaand aan de opnames op in IJsland. Zie hier een vraaggesprekje met Van Houten en de trailer. Ook deze film werd niet het gehoopte succes.

‘Ik ben bij Wikileaks weggegaan toen Julian Assange zich als een dictator ging gedragen. Hij gaf toe dat hij geniet van macht uitoefenen, en naarmate hij meer macht kreeg, werd hij meedogenlozer. Ik stelde zijn beslissingen voor de videoproductie  ter discussie, tot zijn groeiende ergernis. Ik heb zelf de wijsheid niet in pacht, dus ik krijg graag kritische vragen om mezelf te kunnen verantwoorden. Julian liet ons in het duister. Hij stelde steeds hogere eisen qua werkuren, concentratie en inhoud van de video. We waren al met zo weinig mensen, en door dit gedrag raakten we uitgeput.’

Verder gaan met Wikileaks, constateert de IJslandse activiste, sloopt haar. Ze neemt tegelijk afscheid met Rop Gonggrijp, de Nederlandse aartsvader van de hackersgemeeschap die bij WikiLeaks er ‘manager and treasurer’ was volgens The New Yorker. Aan hem bewaart Jonsdottir wel warme herinneringen.

Klokkenluiden

Op 4 januari 2021 vonnist de Britse rechter over uitlevering aan de VS van Assange, die acht jaar opgesloten zat in de ambassade van Equador. Dat de activist Assange zich ontpopte tot een dictator, is voor Jonsdottir geen reden om ook zijn prestaties als een van ‘s werelds belangrijkste klokkenluiders met WikiLeaks te verwerpen. De dreiging dat Assange op 4 januari 2021 door Groot-Brittannië wordt uitgeleverd aan de Verenigde Staten, die hem willen vervolgen vanwege zijn activiteiten voor Wikileaks, ziet ze als een directe aanval op burgerrechten. Zelf kan ze ook niet naar de VS, vanwege lopende onderzoeken tegen de klokkenluiderswebsite: iedereen die erbij betrokken is geweest, kan worden vastgezet zolang er procedures lopen.

‘Nee, ik ben hem niet gaan opzoeken in de gevangenis in Londen, vermoedelijk ben ik niet erg welkom. Het is veel belangrijker dat hij vrijkomt, al is het maar met een enkelband. Hoe fout Assange ook is met zijn egocentrische en dictatoriaal gedrag met WikiLeaks, en hoe hij me ook van streek heeft gemaakt, ik blijf hem verdedigen tegen uitlevering. De oproepen om uitlevering aan, en vervolging in de VS van Amnesty International en van Reporters without Borders krijgen te weinig steun. De media veroordelen zijn persoonlijkheid en zien over het hoofd welk gevaar de Amerikaanse aanklacht is voor de onderzoeksjournalistiek, ook al was Assange voornamelijk een klokkenluider. Deze vervolging criminaliseert de nieuwsgaring door de Amerikaanse regering en betekent een groot gevaar voor de vrijheid van informatie en voor de positie van journalisten.’

‘Ik kan van alles proberen om aandacht te vragen, maar er heerst zo’n kuddegeest in de media. Ze lopen allemaal achter elkaar aan en berichten over dezelfde onderwerpen. Alles draait om kliks en attentiewaarde, chefs zijn bang om iets te missen van de grote onderwerpen. Ik zie dat sommige journalisten de moed tonen om de echte problemen van de samenleving te onderzoeken in plaats van mee te gaan met de zoveelste stunt van Trump. Er gebeurt zo veel meer in de wereld.’

‘Het is een grondrecht dat burgers geïnformeerd worden en dat zij gekozen volksvertegenwoordigers ter verantwoording kunnen roepen. Klokkenluiden is geen vies woord, aanslagen zijn geen reden om mensenrechten in te perken, we moeten ze juist verdedigen. In Nederland sprak ik op de Dag van de Persvrijheid (van 2011) over wetgeving rond de vrijheid van informatie. Na mijn presentatie gaf uw minister Donner een bureaucratische toespraak. In plaats van zijn democratie en wettelijke openbaarheid te verdedigen, begon hij over de kosten van deze wetten voor de overheid en de samenleving. Klokkenluiders krijgen nog altijd enorme tegenstand van bedrijven met diepe zakken die eindeloze procedures aanspannen, terwijl de overheid en het publiek hun belangstelling verliezen.’

Verandering

Al voor Wikileaks is Birgitta Jonsdottir politiek begonnen aan de lange mars door de instituties: ze wil  invloed uitoefenen en in IJsland een directe democratie bewerkstelligen; het volk werkelijke macht toebedelen en de macht van de instituties, ministeries en banken aanpakken. In 2009 haalt haar eerste partij, Borgarahreyfingin (Burgerbeweging) vier van de 63 zetels in het parlement op een programma van radicale verandering en collectief leiderschap. Ze komt in het parlement, maar verlaat de partij nog datzelfde jaar om via enkele omzwervingen uiteindelijk de Piratenpartij op te richten, om haar idealen voor directe, op maatschappelijke acties gerichte democratie.

In 2013  haalt deze drie zetels. Als de Panama Papers in 2016 onthullen dat de IJslandse premier privé in financiële claims tegen zijn land verwikkeld is, staat de Piratenpartij onder leiding van Jonsdottir lang bovenaan in de peilingen, met circa 40 procent, maar de verkiezingsuitslag stelt teleur: 15 procent, oftewel 10 zetels. Toch dient zich een kans aan. De regeringsvorming loopt vast, en de Piraten mogen proberen om een coalitie te vormen; bij succes zou dat de partij de premier kunnen leveren.

‘Die besprekingen waren een diepe teleurstelling. Ik kreeg geen steun van opportunistische politici die meer belang hechten aan hun macht dan aan hun geweten. Het overleg ging direct over traditionele politiek en onnozele details. Terwijl wij de steun hadden van zo veel IJslanders die het tijd vonden voor fundamentele verandering, te beginnen met aanpassing van de grondwet waar al een referendum over was gehouden. Wij wilden directere vertegenwoordiging van de burgers in de besluitvorming, invloed op het eigenaarschap van publieke diensten en goederen. Machthebbers zien zulke veranderingen altijd als een bedreiging. Ze wisten het proces zo ingewikkeld te maken, dat het vastliep.’

Jonsdottir kreeg ook bonje binnen de Piratenpartij over de richting en de poppetjes. ‘Mijn eigen partij is net zo verantwoordelijk. De meeste mensen kunnen niet overweg met macht. Met een beter team dat de details kende had ik het systeem misschien kunnen hacken en tweaken. Dat is noodzakelijker dan de macht grijpen, alleen omdat het kan. Ik wil geen macht, ik ben een activist. Premier worden was niet mijn verlangen, de functie zou me vernietigd hebben tussen al die enge mannen die ook waren gekozen. Als ik iets wilde zijn in die regering, dan was het zoals John Bercow in het Britse parlement, een echt onafhankelijke voorzitter namens het volk.’

De coalitie zonder de Piratenpartij breekt snel, maar bij nieuwe IJslandse verkiezingen in oktober 2017 ontbreekt Birgitta Jonsdottir op de kandidatenlijst.  Ze kan niet meer. ‘Mensen begonnen naar mij te luisteren als een persoon met macht en invloed, daar werd ik doodsbang van. Wat zou er van mij worden in zo’n machtige positie? Ik was niet meer mezelf, maar ik moest voldoen aan het beeld van anderen. Wegwezen dus, en snel.’

Activistisch regeren?

Kritiek op het systeem raakt een snaar bij kiezers, blijkt overal in Europa. Maar partijen die zulke kritiek omzetten in een verkiezingsoverwinning, veranderen het systeem niet. Hoe fris waren de ideeën van Macron en de Vijfsterrenbeweging? Een compromis met het bestaande systeem en de geïncorporeerde macht is onvermijdelijk, of anders loopt de regeringsdeelname stuk. Jonsdottir wil niet dat de haar Piratenpartij op één hoop gegooid wordt met populisten:

‘Kiezers hebben het heus wel door als een nieuwkomer alleen maar macht wil hebben. De attractie van het populisme komt voort uit het marginaliseren van gewone mensen, die wel belasting betalen terwijl de prestaties van de overheid uitblijven: gebrekkige huisvesting, problemen in het onderwijs. Populistische politici leiden de aandacht af naar de vermeende dreiging van vreemdelingen, vluchtelingen en migranten. Als ze worden gekozen, hebben ze niet de kennis en ervaring om het systeem te veranderen.’

Piraten en populisten stuiten wel op hetzelfde systeem: ‘Je ziet hetzelfde als ergens een nieuwe minister aantreedt die het departement anders wil aanpakken. Wie heeft daar nu echt de leiding? Dat zijn de hoge ambtenaren die het systeem al tientallen jaren hebben geperfectioneerd. De serie Yes Minister is behalve satire ook een documentaire over hoe het werkt in het openbaar bestuur.’

‘Wij activisten krijgen vaak te horen dat ons model niet werkt op de schaal van ministeries. Onzin. We moeten kleinere eenheden van bestuur inrichten die verantwoordelijk zijn voor hun eigen omgeving.  Je hebt helemaal geen macht nodig om zaken te veranderen. Ik had de Robin Hood van de macht willen zijn: neem het af van de machtigen en geef het aan de machtelozen. Ik kan heus beredeneren dat ik dan eerst dingen moet doen die worden verwacht van mensen met macht, maar ik zou mezelf niet meer aan kunnen kijken in de spiegel als ik het had gedaan.’

‘Het kan ook anders, met medeleven en begrip. Veel schrijvers en journalisten hebben geen idee van de invloed die hun woorden kunnen hebben. Kijk naar Greta Thunberg, de Dalai Lama. Zij oefenen geen macht uit, toch beïnvloeden ze verandering. Niet genoeg misschien, maar de reden daarvan is dat het klimaat en de situatie van de Tibetanen nog te veel mensen koud laten.’

Burn-out en poëzie

Na haar terugtreden uit de politiek sloeg de vermoeidheid toe. Twee jaar lang vernam de wereld niets over Birgitta Jonsdottir, die met een vorm van burn-out thuiszat: ‘Ik was uitgeput na negen jaren met WikiLeaks en de politiek waarin ik zo veel van mezelf in de waagschaal moest stellen. Het was letterlijk slopend. Het bedreigde m’n persoonlijkheid, m’n diepste wezen.’

Ze leefde van haar spaargeld, inmiddels verhuurt ze haar appartement om rond te komen. ‘Ik ben geen gezelligheidsdier, alleen zijn bevalt me prima. Momenteel probeer ik piano te leren spelen, maar ik zou wat meer geld kunnen gebruiken voor een echte leraar en een beter instrument. Hadden we maar een basisinkomen, dat zou zo veel mensen de gelegenheid geven hun werkelijke capaciteiten in te zetten voor de samenleving.’

‘In de kern ben ik een verteller, dat is de basis van al mijn activiteiten en de uiteenlopende versies van mijn persoonlijkheid. Vertellen geeft me structuur. Misschien kan ik een podcast maken over creativiteit. Ik ken veel bijzondere mensen, maar ze krijgen steeds dezelfde vragen. Nadia van Pussy Riot bijvoorbeeld moet altijd over Poetin praten, terwijl ze zo veel meer kan vertellen over de zin van haar leven, toekomstvisie en creativiteit. Denk aan Edward Snowden, altijd gaat het over zijn onthullingen over de geheime spionage door de NSA. Zulke interviews worden vervelend. In onze conversation for Arte met Snowden ging het dus niet daarover, maar over de toekomst van onze democratie.’

‘Er liggen gedichten genoeg voor een dichtbundel en ik heb ook gewerkt aan een biografie en een roman, maar het is lastig om alles in eigen hand te houden. Gesprekken met literaire agenten en uitgevers zijn frustrerend: je moet hun aanwijzingen volgen, ze helpen me niet genoeg om problemen buiten het schrijven om op te lossen.’

‘Geïsoleerd leven in dunbevolkte delen van IJsland is voor mij gewoon en prettig, dus ik heb weinig last van de beperkingen door corona. Ik vlieg geen twee keer per maand meer en kan niet naar evenementen, maar ervaar dit niet als beperking. Ik steek veel op van het boeddhisme en ik zoek nog een goede mentor. Lastig, want boeddhisme is op IJsland niet echt in zwang.’

‘Je kunt zoveel meer bereiken als je open staat voor alles, als je je niet laat inperken door je verwachtingen. Voor mijzelf geldt: er is een verschil tussen wat je nodig hebt en wat je verlangt. Voor mij draait het om privacy, sociale betrokkenheid en het recht om mezelf te laten horen. Zolang dat in orde is, is het leven oké. Het is prettig je haar te laten doen in een kapsalon, maar ik kan het ook zelf knippen en dat doe ik.’

*) Met dank aan Miro Lucassen voor de bewerking en eindredactie

Mijn gekozen waardering € -

Peter Olsthoorn schreef boeken over internet, Google en The Power of Facebook,Πartikelen over ICT, media (internet vooral), inlichtingendiensten en innovatie. Hij spreekt over deze onderwerpen, treedt op als dagvoorzitter en interviewer op het podium. Was journalist in Oost-Europa, correspondent en oprichter van netkwesties.nl.