Boeren voor een betere wereld

De Nobelprijs voor de Vrede gaat naar het VN-Wereldvoedselprogramma dat zijn doelen bij lange na niet gaat halen. In 2015 sprak de VN de ambitie uit om in 2030 de honger de wereld uit te hebben. Sindsdien is het aantal mensen met honger gestegen van 630 miljoen tot 690 miljoen. En dat is nog buiten de 130 miljoen coronahongerigen gerekend.

De VN-organisatie krijgt de Nobelprijs voor een nobel streven: de strijd tegen honger en het proberen te voorkomen dat honger als wapen wordt gebruikt. Aan de effectiviteit is nog steeds het nodige af te dingen. Het dumpen van Amerikaanse overschotten in hongerlanden is weliswaar niet meer hun enige activiteit. Ze kopen steeds vaker op de lokale markt. Toch is het in veel arme gebieden voor boeren nog steeds lastig een bestaan op te bouwen wanneer zij moeten concurreren tegen voedselhulp dat maar al te vaak van ver komt en gratis wordt verstrekt.
Sterk signaal
De wegen van het Nobelcomité zijn dan misschien ondoorgrondelijk, ze geven wel een sterk signaal af. “Dit is een krachtige herinnering aan de wereld dat vrede en geen honger hand in hand gaan”, luidt de reactie van het WFP.

En zo is het. De oorzaak van oorlog en terrorisme ligt maar al te vaak bij een basaal gebrek aan voedsel. Leg de kaart van de wereldconflicten en de kaart van honger langs elkaar en de gelijkenissen zijn treffend. Nog zo’n kaart die veel gelijkenis toont: woestijnen.

Alles heeft met elkaar te maken. De verwoestijning neemt toe, en daarmee het gebrek aan voedselproductie ter plekke. En dat los je niet op door er voedsel naartoe te brengen, zo zagen we eerder al.

Krijgen lokale boeren een kans zelf hun voedsel te verbouwen, dan ontwikkelt zich een lokale economie. Zo bezien heeft de boer de sleutel in handen voor een betere wereld.

Als iedereen in een regio afhankelijk is van de voedselhulp die elke ontwikkeling in de landbouw in de weg staat, ontstaat er vanzelf sociale onrust. En die sociale onrust leidt niet alleen tot conflicten ter plaatse. Het leidt tot vluchtelingen die naar betere oorden trekken zodat ook daar (lees hier) sociale onrust ontstaat.

Krijgen lokale boeren echter een kans zelf hun voedsel te verbouwen, dan ontwikkelt zich een lokale economie. Zo bezien heeft de boer de sleutel in handen voor een betere wereld. Want alles heeft met elkaar te maken.

Zo ook de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen. Het zijn geen losstaande targets, het hangt met elkaar samen: Geen armoede, gezondheid, schoon water, duurzame energie, duurzame gemeenschappen, minder ongelijkheid en natuurlijk het klimaat.

Groene planeet

Alleen de boer heeft de sleutel in handen tot de productie van voldoende voedsel dat geproduceerd is op een manier die gezond is voor mens en milieu. Dat kan door veel meer koolstof in de bodem op te gaan slaan dan nu gebeurt. Want alleen daar kan het teveel aan CO2 in de atmosfeer worden vastgelegd: in de bodem.

Door duizenden jaren ontbossing, maar vooral ook grondbewerking, is de koolstof uit de bodem verdwenen. Dat geldt voor landbouwgronden in Afrika en Zuid-Amerika evenzeer als voor percelen in West-Europa, waar de verwoestijning ook al begint op te rukken.

In de vorm van CO2 hangt koolstof ergens hoog in de atmosfeer de aarde op te warmen. En dat terwijl juist de bodem die koolstof nodig heeft voor het bodemleven.

Koolstof maakt de bodem gezond. En op een gezonde bodem groeit veel gezond voedsel. Het zijn nieuwe inzichten, maar het kan. Overal ter wereld. Het is bewezen. Regeneratieve landbouw heet dat. Meer opbrengst zonder ploegen, zonder kunstmest, zonder pesticiden. Het levert een gezondere planeet en een gezondere mens. En het is zelfs vele malen lucratiever voor de boer.

Zo krijgen we een vreedzame groene planeet waar genoeg is voor iedereen. Laat dat de boodschap van het Nobelcomité zijn.

© Marc van der Sterren

Deze opinie verscheen eerder in dagblad De Limburger

Mijn gekozen waardering € -

Marc van der Sterren is freelance journalist en blogger. Hij schrijft, fotografeert en maakt radio en tv. Hij is breed geïnteresseerd, met landbouw, natuur en milieu als specialisatie. Hij is de enige agrarisch journalist van Nederland met als specialisatie Afrika. Maar ook is hij ingevoerd in de lokale berichtgeving over politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Zoals de jeugdzorg.