Boetebeu

Boetes zijn één van de middelen om een pandemie te lijf te gaan, en waarschijnlijk niet het minst effectieve. Vrijwel alle landen strooien er kwistig mee voor wie de coronamaatregelen overtreedt. In Nederland begint het nu te rommelen rondom die coronaboetes. Advocaten en politici roepen burgers op om bezwaar aan te tekenen, eigen belang zal daar niet vreemd aan zijn. Juristen vinden dat de noodverordeningen rechtsgeldigheid missen. Het recht op privacy en op vergadering komen in het geding. Vaak zijn de regels te vaag. Zo waren tot 1 juni samenkomsten op afspraak verboden, maar een toevallige ontmoeting met hetzelfde aantal personen was dat niet. Termen als willekeur en rechtsongelijkheid vallen.

Het lijkt mij haarkloverij. Dat er mazen in het net zitten, betekent nog niet dat je dat hele net dan maar verder moet openscheuren. Nederlanders, intelligente lockdowners bij uitstek, zouden hun eigen verantwoordelijkheid kunnen grijpen, omwille van een groter, algemeen belang. Je had namelijk nog steeds de vrijheid om die toevallig passerende bekende vriendelijk van een afstandje te groeten, ‘we bellen nog’ te roepen, en door te lopen.

Elders meer en strenger?

Hoe erg is het eigenlijk met die boetes in Nederland? Verhoudingsgewijs is er weinig bekeurd. Tot 10 mei, anderhalve maand na het afkondigen van de maatregelen, werd er 18.200 keer iemand op de bon geslingerd, wat leidde tot 7400 boetes. In België waren na één maand al meer dan 36.000 boetes uitgedeeld, inmiddels is dat aantal verdrievoudigd. In Frankrijk stond de teller medio april op ruim 760.000. Nederland behoort tot de meest coulante landen, de figuur illustreert dat nog eens.

De bedragen zijn in Nederland intussen wel hoger dan in omringende landen. Een eenvoudig vergrijp tegen de regels van social distancing kost je in Nederland 390 euro, in Frankrijk 135 euro. In België ben je 250 euro kwijt. Tegen de Brusselaar die 13 maal geverbaliseerd werd, heeft het Openbaar Ministerie 3 maanden cel geëist, dat dan weer wel.

In Duitsland verschilt de strafmaat per deelstaat. De Bußgeldkatalog beschrijft dat keurig. Een samenkomst met meer dan 2 personen wordt in Noordrijn-Westfalen met 200 euro bestraft. In Berlijn konden bekeuringen voor eenvoudige overtredingen oplopen tot 500 euro, behalve dat het Hooggerechtshof er korte metten heeft gemaakt met de coronaboetes. De motivering van dat vonnis is interessant, omdat ze niet vertrekt vanuit het standpunt van de overtreder, maar dat van de regels respecterende burger. De regels zijn onscherp geformuleerd, luidde het oordeel. Daarom zullen juist de gezagsgetrouwen nog voorzichtiger worden en zichzelf onnodig beperken in hun vrijheid.

Het kan strenger dan in Nederland. In een land als Spanje, dat vroeg en hard getroffen werd, beginnen de geldstraffen bij 600 Euro. Corrigeer je voor koopkracht (Figuur 3), dan voelt de gemiddelde Spanjaard bij een zelfde overtreding bijna tien keer zoveel pijn in zijn portemonnee als een Stuttgarter. Wie zich in Taiwan aan een opgelegde quarantaine onttrekt, riskeert er een boete van 150.000 NTD (circa 4500 Euro), maar bezuurt dat ook in Griekenland (5000 Euro) of Italië (tot 3000 Euro). Wel erg bont maakt Qatar het. Het niet dragen van een mondmasker in het openbaar wordt er bestraft met een boete van zo’n 50.000 euro (200.000 rial) of een gevangenisstraf van 3 jaar.

Het kan ook ludieker. De Indiase politie laat coronaovertreders 50 strafregels schrijven of schrijft ze kniebuigingen voor, al naar gelang het humeur van de dienstdoende agent.

Maar of er nou elders meer, strenger, ludieker of zelfs vernederender wordt gestraft: Nederland lijkt boetebeu. Dat de regels vanaf 1 juni versoepeld zijn, dat die boetes toezien op overtredingen die vandaag geen overtredingen meer zijn precies omdat de maatregelen effect gesorteerd hebben, helpt niet. Dat ideale virusclusters als demonstraties, al zijn de intenties nog zo nobel, doorgaan, ook als de principes van social distancing met handen en voeten getreden worden, druist in tegen alles wat we van dat virus weten. Elke vorm van handhaving van coronaregels lijkt voortaan onbegonnen zaak. Het hek van de dam, zogezegd.

Eieren voor mijn geld

Een generaal pardon dan maar? Bij volgende golven ben je dan één instrument definitief kwijt. Maar deze golf is gaan liggen en d’r moeten weer echte boeven gepakt worden, dat sentiment proef je steeds vaker.

Goeie ouwe tijd. Ik was wat verbaasd toen ik de envelop opende. De boete dateerde van 2 maart dit jaar, uit de tijd dat ik nog als een onbekommerde snelheidsduivel door het Luxemburgse landschap raasde. Ik was geflitst op 94 km/uur, wat gecorrigeerd was tot 91 km/uur. De maximum toegelaten snelheid was 90 km/uur. De boete bedroeg 49 euro. Omdat ik een huurauto reed, bracht de verhuurder me ook 35 euro in rekening.

Dit is nog eens een duidelijke regel met een stevige juridische basis: 90 km/uur, geen pietsje meer. Ik zou die boete natuurlijk kunnen betwisten. Ik zou de statistische significantie van de overtreding in twijfel kunnen trekken. Ik zou kunnen aanvoeren dat die ene kilometer per uur mijn remweg met maar 2,2% verlengd heeft. Niet goed te praten natuurlijk, maar de coronaovertreder die 3 man, elk met een bubbel van 4 andere contacten, te dicht bij zich heeft, roept direct een risico af over 12 mensen. Hij zet een keten van besmettingen in gang waar hij zelf geen weet van heeft.

Geen schijn van kans zou ik maken. Met alledaagse logica kom je niet ver in de rechtspraak. 84 euro: daarvoor had ik best 100 strafregels willen schrijven, desnoods nog wat – niet te veel – push-ups gedaan. Maar ik koos eieren voor mijn geld en betaalde. Zou ik met zo’n coronaboete ook doen trouwens.

Het delict: 1 kilometer per uur te snel

Dit artikel is ook verschenen bij Elsevier Weekblad, 11 juni 2020

Afbeelding bij titel: Animaflora PicsStock via Shutterstock

Mijn gekozen waardering € -