Boulimia beïnvloedt niet alleen je fysieke en mentale gezondheid, het verpest ook je gebit. Nika weet er alles van: ‘Ik zat huilend bij de tandarts´

Nika (39) had tien jaar last van boulimia. Het vele overgeven beschadigde haar gebit dusdanig, dat er vorig jaar twee kiezen getrokken moesten worden.

Nika: ‘Het was mijn grootste angst. Dat mijn tanden zouden wegrotten…  Ik had er nachtmerries over! En nu is het realiteit geworden. Het voelt als een verschrikkelijk harde les, en ook heel erg als mijn eigen schuld. De rekening van wat ik mezelf heb aangedaan. Het resultaat van mijn ultieme struisvogelgedrag, van stug net doen of er niks aan de hand was. Ik heb jarenlang rond gelopen met een eetprobleem zonder hulp te zoeken. Ik durfde niet naar de tandarts, omdat ik bang was dat hij kon zien dat ik stiekem overgaf. Ik was soms dagen achter elkaar bezig met eten en overgeven. Andere dagen leefde ik op sterke drank en suiker. Kilo’s suiker heb ik verorberd! Het klinkt raar, maar als je alleen suiker eet, kom je niet aan. En sterke drank werkt geweldig tegen de honger…

Als twintiger hield ik er een destructieve levensstijl op na. Ik studeerde geschiedenis en werkte als fotomodel. Achteraf realiseer ik me dat ik me vooral heel erg alleen, onzeker en verloren voelde. Maar toen was ik zo druk bezig met ‘perfect’ zijn, dat ik amper voelde hoe ongelukkig ik was. Tot mijn achttiende functioneerde ik redelijk ‘normaal’. Ik ben enig kind en woonde bij mijn ouders. Mijn grootste probleem was dat ik Grieks was en mijn ouders geen woord Nederlands praatten. Ik voelde me altijd een buitenbeentje. Later heb ik met een psycholoog mijn jeugd onder de loep genomen, en het gevoel ‘er niet bij te horen’ heeft waarschijnlijk een rol gespeeld bij het ontstaan van mijn eetprobleem.

Toch ging het pas rond mijn twintigste, toen ik op mezelf ging wonen en voor mezelf moest zorgen, pas écht goed mis. Aan de buitenkant leek het goed te gaan. Het plaatje was mooi, glamorous zelfs . Ik had veel modellen-opdrachten, reisde de wereld rond en verdiende goed geld. Ik kreeg veel mannelijke aandacht, werd uitgenodigd voor hippe feesten en zelfs mijn studie ging redelijk. Hoe ik het allemaal deed, weet ik niet meer. Ik dronk veel, gebruikte cocaïne en at steeds raarder en slechter. Maar op de één of andere manier hield ik het vol.’

Ik wilde het goed doen, perfect zijn en vooral niet afgewezen worden.

‘Op mijn achttiende had ik maat 36. Dik ben ik nooit geweest. Maar in de wereld van de mode kijken ze met andere ogen. Ik kreeg regelmatig opmerkingen over mijn ‘dikke kont’ en ‘stevige benen’. Ik moest naar maat 34. Nu zou ik ze voor gek verklaren, maar toen was ik jong en onzeker. Ik wilde het goed doen, perfect zijn en vooral niet afgewezen worden. Het is een keiharde wereld. Ik werd er extreem onzeker van. Dus ging ik sporten als een bezetene, nog minder eten, meer drinken en meer snuiven… Ik werd dunner en dunner. Mijn vriendinnen spraken me erop aan, ze waarschuwden me dat ik te mager werd en er ziek uitzag. Ik wilde het niet horen en verklaarde ze voor gek. Zolang ik werk had, was er niets aan de hand. Als ik er slecht uit zou zien, zou ik het vanzelf wel horen van ‘de mensen die er verstand van hadden’. En die mensen complimenteerden me juist om mijn slanke maatje!

Ondertussen was ik een wandelende voedselencyclopedie geworden. Ik wist precies wat ik wel en niet moest eten, welke combinaties ‘goed’ waren en welke niet. Vet was uit den boze. Suiker kon wel. Ik at het zó, uit de zak, handen vol. Ik werd er helemaal hyper van, sliep nog amper en maakte ruzie met iedereen die zich met mij bemoeide. Sluipenderwijs kreeg ik last van eetbuien. Soms at ik drie dagen achter elkaar helemaal niets, om vervolgens een hele dag in de weer te zijn met koken, eten en overgeven. Schalen pasta met saus, patat met mayo en appelmoes, rijst met curry… Ik had vooral behoefte aan hartig, warm eten, ‘echte’ maaltijden. Na zo’n periode van eten, switchte ik weer op over suiker. Dan mocht ik niets anders van mezelf.

Rond mijn 28e kwam het keerpunt. Het modellenwerk werd minder en ik vond  – godzijdank – een leuke baan bij een internationaal bedrijf. Daar ontmoette ik mijn vriend. Hij was mijn redding! Hij was de enige die voor me mocht zorgen. Als hij voor me kookte, kon ik het eten. In het begin miniporties, maar heel langzaam aan lukte steeds een beetje meer. Tot ik weer maaltijden kon eten. Helemaal ‘normaal’ zal ik nooit meer worden. Er zit een boulimia-monster in mij dat geen grenzen kent. Maar het monster is al jaren rustig, ingetoomd. Soms voel ik nog wel drang om door te slaan, maar ik kan de neiging weerstaan. Spugen doe ik al jaren niet meer.

Wat betreft eten gaat het dus weer goed met mij. Maar helaas was het te laat voor mijn tanden…  Mijn gebit heeft veel te lijden gehad. Van mijn achttiende tot mijn vijfentwintigste heb ik geen tandarts gezien. Als kind had ik een nare ervaring met het vullen van een gaatje. De tandarts vond een verdoving niet nodig, maar deed het uiteindelijk na lang aandringen toch. Toen hij ging boren, deed het onverwacht toch enorm veel pijn, waardoor ik in een reflex mijn hand voor mijn mond trok. De tandarts reageerde woest. Als ik me nog één keer zou bewegen, dan…! Trillend van angst heb ik de sessie uitgezeten.  Ik was een jaar of zes. Sindsdien ben ik als de dood voor de tandarts.’

Ik had gaatjes, ontstoken tandvlees, kreeg twee wortelkanaalbehandelingen en twee kronen.

‘Tot mijn achttiende moest ik met mijn moeder mee naar de tandarts. Toen ik op kamers ging, hoefde dat niet meer. Ik loog erover. Ondertussen werd de angst alleen maar groter. Ik begreep natuurlijk dat zoveel suiker en overgeven, niet goed was voor mijn gebit. Ik was ook bang dat de tandarts aan mijn tanden zou zien wat ik allemaal deed, of dat ik wondjes in mijn keel had door het vele overgeven…  Er was niemand meer die zei dat ik moest gaan, dus ging ik niet. Soms had ik kiespijn, maar dan slikte ik pijnstillers en snoof wat coke. Meestal ging het na een paar dagen of weken weer over. Mijn tanden zagen er ook prima uit. Ik had ze een paar keer laten bleken. De problemen zaten achterin, bij mijn kiezen…

Op mijn vijfentwintigste kreeg ik verschrikkelijke kiespijn. Er viel niet tegenop te slikken. Via een kennis kwam ik terecht bij een speciale tandarts, gespecialiseerd in mensen met angst. Huilend van de pijn met een grote zonnebril op, ging ik erheen in de tram. Een hoopje ellende. Er moest natuurlijk van alles gebeuren. Ik had gaatjes, ontstoken tandvlees en kreeg in korte tijd twee wortelkanaalbehandelingen en twee kronen. Het was verschrikkelijk!

Maar toch nog lang niet zo erg als het trekken van mijn kiezen. Ik was er gewoonweg van in de rouw. Na het trekken werd ik twee weken lang iedere ochtend wakker met het beeld van die vieze, rotte kies op mijn netvlies. Vorig jaar gebeurde het. Ik was alweer jaren niet naar de tandarts geweest, en de pijn was weer zó erg, dat ik niet anders kon. Kiespijn is moeilijk te beschrijven. Ik vind het de ergste pijn die er is. Het trekt door je hele hoofd, in golven. Zo overweldigend, dat ik dagen huilend en kreunend van de pijn in bed lag. Ik wist dat het goed mis was, want de smaak in mijn mond was niet te harden. Ik wist van de vorige keer: dit is de smaak van een ontsteking.

Mijn vriend bracht me uiteindelijk naar de tandarts. Een nieuwe tandarts, want we woonden ondertussen in een andere stad. Mijn vorige tandarts, hoe goed hij ook was met mijn angst, bleek niet zo goed te zijn in zijn werk. Onder de kroon zat een enorme ontsteking en dat veroorzaakte de pijn. De tandarts heeft geprobeerd mijn kies te redden. Zo’n jonge meid als ik… Maar er was geen redden meer aan. Hij moest eruit. Ik schrok me wild! Ik dacht aan wortelkanaalbehandelingen en dat soort dingen. Maar trekken!? Ik had een week nodig had om het nieuws te verwerken.’

Ik voelde me vies, verdrietig en schuldig.

‘Het trekken van de kies viel mee. Qua pijn. Ik kreeg uiteraard een verdoving. Desondanks voel je het wrikken en trekken. De man stond met een tang over me heen, zeker tien minuten in mijn mond te wroeten.  Tot hij ineens los kwam, en in een bakje voor mijn neus lag. De arts had niks teveel gezegd. Ik heb nog nooit zo’n vies ding gezien in mijn hele leven. Hij was ontstoken, bruin en hij stonk. Een vieze rotte kies. Ik schaamde me zo! Ik kon niet langer mijn kop in het zand steken. Voor mij lag het resultaat van mijn eetprobleem. Dit had ik met mijn tanden gedaan! Ik was blij dat de kies eruit was, maar ik voelde me vies en verdrietig. En schuldig, dat ik het zover had laten komen…

Tot overmaat van ramp begon de kies ernaast ook pijn te doen. De tandarts had me er al voor gewaarschuwd, maar ik hoopte er toch het beste van. Tevergeefs. Binnen een maand moest ook die kies eruit. Zelfde verhaal, al ging deze iets makkelijker. Nu had ik echt een gapend gat in mijn mond. Ik voelde me gebrandmerkt. Ik moest mijn boterhammen in de koffie dopen, en durfde niet meer te lachen. Ik was continu bang dat mensen het zouden zien. De tandartsassistente gaf me een gouden tip waar ik haar zeer dankbaar voor was. Als jij het niet vertelt, zei ze, dan zien mensen het niet. Ik ben een enorme flapuit, maar deze keer heb ik me ingehouden. Niemand heeft mijn gat gezien. Zelfs mijn vriend en beste vriendin niet. Het is té intiem.

Drie maanden heb ik rondgelopen met het ‘gapende gat’ zoals ik ben gaan noemen. Toen kreeg ik een implantaat. Eentje, want twee kan ik niet betalen. De weken voor de ingreep was ik een nervous wreck. Ik zag er ontzettend tegenop. De arts boort een gat in het kraakbeen en zet er een schroef in, waarop later de kroon geplaatst wordt. Toch was het vooral een emotionele kwestie. Alsof al het verdriet dat ik jaren lang had weg gegeten en uitgespuugd, nu naar boven kwam. Het boren was een hel. Ik lag stilletjes in de stoel te huilen.

Tot drie keer toe voelde ik mijn mond vollopen met bloed. De bloedspatters zaten letterlijk op mijn gezicht. Het duurde ongeveer een uur. Misschien wel het langste uur van mijn leven. Maar op een bepaalde manier ook een heel belangrijk uur…. Mijn ergste nachtmerrie is uitgekomen en ik leef nog! Ik heb een nieuw respect voor mijn lichaam en voor mezelf. Ik wil nu vooral lief zijn voor mezelf en goed voor mijn lichaam zorgen. Drie maanden geleden is de kroon geplaatst. Ik heb weer een mooie kies, al is hij nep. En het fijnst van alles? Ik kan weer hard en onbevangen lachen!’

Afbeelding van Reto Gerber via Pixabay

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11