Brazilië: het land van economische ‘boom’, blijheid en balletjetrap. Of niet?

OPINIE // Vandaag begint in Brasília de FIFA Confederations Cup. Tot na de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in 2016 zal Brazilië niet uit het nieuws weg te denken zijn. Maar wat voor beeld krijgt u de komende drie jaar van het land voorgeschoteld?

Minder dan twee weken voor de aftrap van de Confederations Cup – de generale repetitie voor het WK van volgend jaar –  zag ik in Salvador, één van de zes speelsteden, in de bus van het vliegveld naar het centrum een jongetje van een jaar of acht met flesjes frisdrank venten. Het jochie was graatmager, de vodden hingen om zijn lijf en het huilen stond hem nader dan het lachen, want niemand kocht wat. En ik dacht bij mezelf: is dit het beeld dat het buitenlandse medialegioen in Brazilië – in de afgelopen maanden in omvang verdubbeld – de komende drie jaar aan de wereld gaat laten zien?

Vermoedelijk niet. En dat is jammer.

Een plaatje voor op een ansichtkaart

Ik ben bang dat in de nazomer van 2016, als de Olympische Spelen van Rio de Janeiro achter de rug zijn, het eindresultaat van drie jaar intense media-aandacht voor Brazilië samen te vatten zal zijn met de foto bovenaan dit artikel: een cliché, een plaatje voor op een ansichtkaart.

Laten we wel wezen, deze voetballende jochies op het strand van Flamengo in Rio de Janeiro zijn niet ingehuurd door het Braziliaanse toeristenbureau. Ze zijn even echt als de Suikerbroodberg op de achtergrond. Het beeld dat deze foto van Brazilië suggereert is niet onjuist, eerder onvolledig. En dat is het probleem.

Snoepjes voor de camera

Op een ansichtkaart uit Rio verwacht je de Suikerbroodberg, Christus de Verlosser of blote billen op het strand van Ipanema. Maar sinds een jaar of vier leurt de stad ook met een ander beeld: dat van de gepacificeerde favela

Rocinha, de sloppenwijk waar de foto rechts genomen is, werd anderhalf jaar geleden gepacificeerd. De drugsbendes die er dertig jaar de macht hadden uitgemaakt werden verjaagd en een permanente politiemacht bewaakt er nu de vrede. Hetzelfde gebeurde in nog zo’n dertig favela’s. De vrolijke flats in de voorgrond maken deel uit van een stadsvernieuwingsproject en worden ongetwijfeld snoepjes voor de camera’s van de buitenlandse pers.

Want reken er maar op dat hoofdredacteuren in de hele wereld de komende drie jaar mooie menselijke verhalen willen, verhalen die laten zien hoe het land van voetbal en samba de strijd aangaat met georganiseerde drugsmisdaad, sociale ongelijkheid en andere maatschappelijke problemen. Liefst met een positief sausje, want de rest van het wereldnieuws is al zo deprimerend. 

Geen probleem! Blonde, blauwogige verslaggevers zijn van harte welkom om een kijkje te nemen in een wijk als Rocinha, waar speciaal voor de gelegenheid geselecteerde buurtbewoners hen kunnen voorzien van pakkende quotes over hoe hun leven sinds de pacificatie verbeterd is. Nog snel even een presentatie door de plaatselijke capoeiraclub en dan kunnen de gringo’s weer hun minibusje in, terug naar het FIFA-perscentrum in Copacabana.

Correspondenten die al een jaar of wat in Brazilië werken en niet hebben zitten slapen weten dat de pacificatie van de favela’s van Rio de Janeiro een schaduwkant heeft. Niet alleen de drugsbendes werden verjaagd, de oorspronkelijke bevolking wordt dat ook, en wel door de wetten van de huizenmarkt. Sinds de pacificatie zijn de huren in centraal gelegen favela’s als Rocinha verdubbeld en ziet menige familie zich gedwongen naar de stadsrand te vertrekken.

Wijken voor naderend sportgeweld

Niet alleen stijgende huren, maar ook het WK en de Olympische Spelen zelf dwingen tienduizenden Brazilianen om tegen hun wil te verkassen. Zo staat in São Paulo bijvoorbeeld Zorrilho, de favela in de foto hieronder, op de lijst van buurten die voor het naderende sportgeweld moeten wijken, in dit geval voor het stadion waar volgend jaar de openingswedstrijd van het WK gespeeld moet worden.

Op de plek waar de favela ligt zijn toegangswegen naar het stadion gepland. Als die plannen doorgaan wordt de mensonterende armoede die in de foto te zien is letterlijk onder een tapijt van asfalt geveegd. Natuurlijk wordt de bewoners van wijken als Zorrilho elders huisvesting beloofd – aan de rand van de stad, of daar voorbij.

Don’t mention the war

“Brazilië huilt! Een minuut stilte. Eerbetoon aan families die hun kinderen verloren,” staat er op de muur in de foto hieronder, genomen in Nilópolis, een voorstad van Rio de Janeiro. Het is het enige gedenkteken dat ik ooit zag voor de slachtoffers van de oorlog die al tientallen jaren in Brazilië woedt.

Je leest het goed: in het land dat het WK van volgend jaar en de Olympische Spelen van 2016 organiseert woedt een oorlog. Maar het is zeer de vraag of de buitenlandse pers de komende drie jaar het lef (of de tegenwoordigheid van geest) zal hebben om dat woord in de mond te nemen. De Braziliaanse media doen dat namelijk niet, ondanks het feit dat João-met-de-pet er niet voor schuwt.

Dat het wel degelijk om een oorlog gaat wordt met één blik op de statistieken zonneklaar. Jaarlijks komen er in Brazilië zo'n vijftigduizend mensen door geweld om het leven – het merendeel van de slachtoffers valt in de strijd tussen drugsbendes onderling en tussen drugsbendes en de politie. Per jaar gaat het om meer doden dan er ooit, sinds de oprichting van de Joodse staat in 1948, in het conflict tussen Israël en de Palestijnen vielen.

De weerwil van zowel de Braziliaanse als de buitenlandse media om dit monumentale bloedvergieten een oorlog te noemen – en er de bijbehorende aandacht aan te besteden – hangt samen met het feit dat de meeste slachtoffers drugscriminelen zijn. Dat slechts weinigen voor een carrière als drugssoldaatje zouden kiezen als ze betere toekomstkansen hadden wordt hierbij over het hoofd gezien.

Wat het voor de Braziliëcorrespondent niet makkelijker maakt om in de media van zijn thuisland aandacht te krijgen voor deze onophoudelijke slachtpartij is dat deze oorlog niets met geloof of politieke ideologie te maken heeft. Er kleeft wel een raciaal aspect aan: verreweg de meeste slachtoffers zijn zwarte jongens van niet ouder dan een jaar of twintig. Maar ook dat blijkt niet voldoende om voor hen dezelfde aandacht te krijgen als voor geweldslachtoffers in landen als Afghanistan en Irak. Het zijn immers drugscrimineeltjes.

Hoe beelden niet doorbroken worden

Is er in de buitenlandse pers wél aandacht voor deze Braziliaanse oorlog, dan is de nuance vaak ver te zoeken. Dit artikel van de Britse tabloid The Daily Mail over drugsgeweld in de arme wijken van Salvador, maar vooral de bijbehorende foto’s die de krant van persbureau Reuters betrok, deden favelabewoners in mei op hun achterste benen staan. Natuurlijk ging The Daily Mail kort door de bocht, maar het stuk is volkomen representatief voor het in Europa en Noord-Amerika heersende beeld van het leven in een Braziliaanse favela.

“Ik kreeg tranen van woede in mijn ogen toen ik dat artikel zag,” zegt Enderson Araújo van de jeugdorganisatie Mídia Periférica (foto rechts.) “Ik ben dag in dag uit in touw om dat beeld te doorbreken. Ja, drugsgeweld bestaat, maar het heeft een oorzaak: nalatigheid van de staat. Waarom zetten correspondenten dat er niet bij als ze hierover schrijven? En waarom zien ze niet dat favela’s buurten zijn als elke andere, waar mensen ook gewoon gelukkig zijn?”

Enderson heeft groot gelijk: ondanks geweld, sociale achterstand en belabberde infrastructuur zijn de meeste favela’s namelijk goed functionerende gemeenschappen waar het grootste deel van de bevolking met eerlijk werk zijn brood verdient en kinderen rustig buiten spelen. Dat is pas nieuws!

Maar kom daar maar eens mee aan bij de hoofdredacteur van een krant die ergens op een industrieterreintje in Londen, New York of Amsterdam zit en zelf zijn hele leven blootgesteld is aan het beeld dat Braziliaanse sloppenwijken een hel op aarde zijn. Want die zegt: “Goed nieuws verkoopt niet.” Vervolgens zit de correspondent met een probleem, want er moet wel brood op de plank komen. Dus tikt hij toch maar weer een stukkie waar in de favela de kogels je om de oren vliegen. Zo worden bepaalde beelden nooit doorbroken.

Bij DNP heb ik hier gelukkig geen last van: hier staat immers geen hoofdredactie tussen de journalist en de lezer.

Het land van economische boom, blijheid en balletjetrap

Terug naar de hamvraag. Wat voor beeld krijgt de wereld de komende drie jaar van Brazilië voorgeschoteld? Als ik de voetballende jongetjes hiernaast was zou ik buitenlandse journalisten voortaan een real per foto in rekening brengen. Brazilië is het land van economische boom, blijheid en balletjetrap: een beeld dat zowel Brazilië zelf als de buitenlandse media de komende drie jaar met verve zullen uitdragen. 

Tenzij het nog eens zo spectaculair mis gaat als eerder deze week in São Paulo.

Alle foto's bij dit artikel zijn van Alex Hijmans.

 

Mijn gekozen waardering € -

Alex Hijmans (1975) is internationaal correspondent en schrijver. Zijn standplaats is Salvador, de derde stad van Brazilie, waar hij in een volksbuurt woont en verder kijkt dan voetbal, samba en zogenaamde Wirtschaftswunderen. Hij schrijft, net zoals weleer voor de papieren De Pers, journalistieke reportages en persoonlijke columns. Met veel beeld en altijd met de blik van een local.

Geef een reactie