Brazilië’s democratie loopt gevaar

Of het echt een coup van het leger wordt, valt te bezien. Er zijn andere manieren om Brazilië’s democratie om zeep te helpen. Er ontvouwt zich een bloedstollend machtsspel tussen president Bolsonaro en zijn zoons aan de ene kant en het Hooggerechtshof aan de andere kant.

Terwijl het coronavirus steeds genadelozer toeslaat in Brazilië, groeit de politieke crisis. President Bolsonaro zit in het nauw omdat bewezen kan worden geacht dat hij heeft geprobeerd invloed uit te oefenen op onderzoek van de Federale Politie. Daar heeft hij verschillende redenen voor: zijn oudste zoon Flávio wordt verdacht van corruptie en zijn tweede zoon Carlos wordt verdacht van het verspreiden van fake news om politieke tegenstanders van zijn vader in diskrediet te brengen. Beide zoons liggen onder de loep van de politie en vooral rond Carlos is het nu hommeles.

Woensdag 27 mei ‘s ochtends vroeg viel de politie bij 29 medestanders van Bolsonaro binnen die worden verdacht van betrokkenheid bij het verspreiden van fake news: bloggers, politici en zakenmensen. Carlos Bolsonaro wordt gezien als het brein achter dit fake news. Hij zou de leider zijn van wordt genoemd ‘het kabinet van de haat’. De 29 mensen bij wie een inval is gedaan worden er ook van verdacht met dit fake news tijdens de verkiezingen in 2018 tegenkandidaten van Bolsonaro te hebben benadeeld. Het bekendste voorbeeld is het nieuws over de kit gay, zogenaamd ingevoerd in het onderwijs door Fernando Haddad, Bolsonaro’s belangrijkste tegenstander toen, van de linkse Arbeiderspartij. Haddad zou als toenmalig minister van onderwijs (2005-2012) boekjes op scholen hebben laten verspreiden die kinderen stimuleren homoseksueel te worden. Het werd door de conservatieve achterban van Bolsonaro, die pal staat voor de traditionele familie en niets moet hebben van LHBT-rechten en feminisme, gevroten.

Ingrijpen van het leger

Dat er nu een onderzoek is gestart naar de verspreiding van dit soort nieuws en de bekostiging ervan door onder andere het bedrijfsleven, kan grote gevolgen hebben. Het is zelfs denkbaar dat de verkiezingen van oktober 2018 ongeldig worden verklaard en dat er nieuwe moeten worden uitgeschreven. Het hek is dus ook van de dam bij de familie Bolsonaro. Zoon nummer drie, Eduardo, zinspeelde woensdagavond op een breuk tussen de regering en het Hooggerechtshof en Bolsonaro dreigde met ingrijpen van het leger. Hij klaagde over een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting door het Hooggerechtshof, dat het onderzoek in gang heeft gezet. Volgens hem staat artikel 142 van de Grondwet het leger toe te interveniëren in overheidsinstellingen als deze niet naar behoren functioneren. Het Hooggerechtshof staat ook onder druk van procureur-generaal Augusto Aras, de hoogste baas van het Openbaar Ministerie, door Bolsonaro benoemd in september 2019 en beschouwd als een trouw vazal, om het onderzoek op te schorten. Het Hof heeft dit van de hand gewezen.

Hamvraag is of justitie in staat blijft om weerstand te bieden tegen het grensoverschrijdende gedrag van Bolsonaro. Op de procureur-generaal kan niet worden gebouwd. Wat als er nog meer ja-knikkers op belangrijke posten worden benoemd? En wat als de president zo in het nauw wordt gebracht door de feiten die het onderzoek boven water brengt dat hij in de verleiding komt om een coup te plegen? Dat zijn vragen die veel Brazilianen bezig houden.

Roemruchte ministerraad

De gebeurtenissen rond het fake news zijn een climax van een reeks aanvaringen van Bolsonaro met politie en justitie. Het begon eind april met het aftreden van minister van justitie Sérgio Moro. Hij werd als een top-aanwinst in de strijd tegen de corruptie beschouwd omdat hij als rechter in 2017 de populaire linkse ex–president Lula achter de tralies bracht vanwege vermeende corruptie. Bolsonaro’s aanhang verafschuwt Lula en was dus erg gecharmeerd van Moro als minister van justitie.

Tegen de zin van Moro had Bolsonaro het hoofd van de Federale Politie vervangen om een vriend van de familie te kunnen benoemen. Moro trad af en begon een juridisch gevecht om Bolsonaro ten val te brengen. Een van zijn bewijsstukken is de roemruchte video-opname van de ministerraad van 22 april 2020 die vrijdagavond 22 mei 2020 werd vrijgegeven. Veel van wat diverse ministers zeiden leidde tot publieke verontwaardiging, maar vooral van belang is in dit artikel wat Bolsonaro zelf ter tafel bracht: “Ik sta niet toe dat iemand mijn familie naait. Ik vervang iedereen van de veiligheid. Ik vervang de chef, ik vervang de minister.” Later verdedigde de president zich door te zeggen dat veiligheid in die opmerking niets had te maken met de politie, maar met de persoonlijke beveiliging van zijn zoons. Berichten via de telefoon aan Moro zouden echter bevestigen dat Bolsonaro wel degelijk op de politie doelde met zijn opmerking.

Een andere opmerking van de president tijdens de vergadering van 22 april ging over de bewapening van burgers. “Ik wil dat iedereen wordt bewapend. Een bewapend volk wordt nooit tot slaaf gemaakt”, zei hij letterlijk, terwijl hij kritiek leverde op gouverneurs en burgemeesters, die tegen zijn zin de bevolking opdragen zo veel mogelijk thuis te blijven voor het coronavirus.

Een van de mensen waar op 27 mei huiszoeking is gedaan in verband met het fake news is Sara Winter, een activiste die er ook van wordt verdacht met een groep Bolsonaro-aanhangers militaire trainingen te volgen. Ze is veel in het nieuws, onder andere als aanvoerster van een fakkeloptocht van een groep gemaskerde Bolsonaro-aanhangers naar het gebouw van het Hooggerechtshof in Brasília. Veel mensen legden het verband met een rally van extreem-rechtsen in Charlottesville in de Verenigde Staten.

Politieke vijanden

De politie deed nog een andere inval, een dag eerder, op 26 mei: in de ambtswoning van een van Bolsonaro’s grootste politieke tegenstanders, Wilson Witzel, gouverneur van de deelstaat Rio de Janeiro. De aantijging tegen de gouverneur luidt verduistering van geld dat voor de strijd tegen het coronavirus was bestemd. Hij en zijn collega in São Paulo João Dória worden beschouwd als twee van de belangrijkste politieke vijanden van Bolsonaro. Beiden hebben presidentiële aspiraties. Beiden liggen nu onder vuur om beschuldigingen van corruptie. Vreemd genoeg wisten een politieke medestander van Bolsonaro in het congres, Carla Zambelli, en zijn zoon Eduardo maandag 25 mei al van de operatie van de politie in Rio op die woensdagochtend. Ze spraken er openlijk over in de media.

Procureur-generaal Augusto Aras is de man die moet gaan beslissen of de president zal worden vervolgd wegens inmenging in politieonderzoek. Maandag 25 mei meldden Braziliaanse media dat Bolsonaro de procureur-generaal een verrassingsbezoek had gebracht. Op donderdag 28 mei beloofde de president Aras een zetel in het Hooggerechtshof. Maar de eerste twee zetels komen pas vrij in 2022, als er twee magistraten met pensioen gaan.

Het Hooggerechtshof zelf heeft inmiddels verklaard eenstemmig achter de magistraten te staan die zaken in behandeling hebben die de zoons van Bolsonaro kunnen schaden en niet te wijken voor politieke druk of zelfs bedreigingen. Alexandre Moraes, die het dossier fake news onder zijn hoede heeft, werd expliciet via de social media bedreigd door activiste Sara Winter. Zeker de helft van de officieren van justitie heeft in een manifest afstand genomen van hun hoogste baas Augusto Aras.

Dreigende taal van generaal buiten dienst

Een moeilijk te doorgronden partij in dit hele machtsspel is het leger. Ruim een derde van de ministersposten wordt gevuld door een militair. Het ministerie van gezondheidszorg, dat achtereenvolgens werd geleid door twee artsen, heeft nu ook een militair als leider en een twaalftal ambtelijke posten worden eveneens door militairen bezet.

In het conflict tussen Bolsonaro en het Hooggerechtshof kiezen de militairen voorzichtig voor Bolsonaro. Generaal buiten dienst Augusto Heleno, chef van het veiligheidskabinet van de regering, ging het verst en sprak dreigende taal toen het Hooggerechtshof bepaalde dat president Bolsonaro zijn mobiele telefoon moest inleveren voor justitieel onderzoek naar inmenging in politie-aangelegenheden. Maar, zoals de Braziliaanse politieke wetenschapper Anthony Pereira tijdens een webinar van het King’s College in Londen zei: het leger heeft na het eind van de dictatuur (1964-1985) veel vertrouwen opgebouwd door zich als staatsinstelling te gedragen die onafhankelijk van de regering is. Als het nu optrekt met Bolsonaro, zet het zijn betrouwbaarheid op het spel.

Eind aan scheiding der machten

De situatie in Brazilië wordt weleens vergeleken met de situatie onder wijlen de socialistische president van Venezuela Hugo Chávez. Zowel Bolsonaro als hij zijn militair en hebben het leger een centrale plaats in de macht gegeven. Chávez maakte een eind aan de scheiding der machten door het justitiële apparaat geheel aan zijn macht te onderwerpen. Bolsonaro wil niets liever en heeft de procureur-generaal van het Openbare Ministerie al in zijn zak. Chávez bewapende civiele politieke medestanders, die Círculos Bolivarianos werden genoemd, en later Colectivos. Bolsonaro heeft al zonder omwegen laten weten een soortgelijke weg te willen bewandelen. Chávez’ opvolger Nicolas Maduro zit nog steeds stevig in het zadel in Venezuela.

Het grootste gevaar voor de Braziliaanse democratie schuilt misschien wel eerder in zulke gewapende irreguliere groepen, dan in het leger, dat veel meer heeft te verliezen. Er bestaat al een variant van: de milícias, gewapende bendes van ex-politiemensen en -militairen. Bolsonaro’s oudste zoon Flávio wordt verdacht van banden met zulke bendes. Hij zou onder andere illegaal gebouwde panden van milícias met overheidsgeld hebben gefinancierd.

Tegenstanders de straat op

Waar staat in dit hele machtsspel het volk? Tot nu toe gaan op zondag alleen medestanders van Bolsonaro de straat op om te demonstreren tegen het Hooggerechtshof en tegen elke politicus die zich niet gedraagt zoals de president dat wenst. Elke zondag verschijnt Bolsonaro dan om zich te laten toejuichen. Zondag 31 mei verscheen hij zelfs heel stoer te paard.

Maar diezelfde zondag gingen ook voor het eerst tegenstanders de straat op, daarmee de anti-coronamaatregelen negerend die hen aanvankelijk weerhielden van straatprotest. In São Paulo raakten voor- en tegenstanders slaags met elkaar. Er zijn veel klachten dat de politie alleen optrad tegen tegenstanders van Bolsonaro.

Inmiddels hebben zich twee bewegingen voor het behoud van de democratie gevormd, die beogen links en rechts te verenigen tegen het extremisme van Bolsonaro: ‘We zijn met 70 procent’ (Bolsonaro kan nog steeds rekenen op een kleine 30 procent van de kiezers, WU) en de movimento estamos juntos (beweging we trekken samen op).

Nieuwe demonstraties tegen de president zijn aangekondigd voor zondag 7 juni. De strijd tegen het coronavirus moet even wijken voor de strijd vóór de democratie.

Mijn gekozen waardering € -

Wies Ubags (1962) werkt vanuit Brazilië voor oa het ANP. Ze is ook te horen op de Nederlandse en Belgische radio (vooral BNN, WNL en VRT).  Ze schrijft over ambitie in Latijns Amerika, in het klein en in het groot. Economische onderwerpen krijgen veel aandacht.