Bruiloftszanger nu festivalact

Omar Souleyman (1966) zong jarenlang op bruiloften in thuisland Syrië. Tegenwoordig bouwt hij feestjes op grote festivals over de hele wereld.

Omar Souleyman draagt traditionele kleding – lang Arabisch gewaad, rood-wit geblokte hoofddoek – en verstopt zijn ogen steevast achter een grote spiegelzonnebril. Een imposante borstelsnor maakt de gimmick compleet.  Althans, het lijkt op een gimmick. Maar zo zag de Syrische artiest er vroeger al uit, toen hij in eigen land bruiloften op stelten zette. Souleyman zal altijd zichzelf blijven, verklaart hij in interviews. Ook op muzikaal vlak. Journalisten die zijn opzwepende muziek associëren met techno wijst hij terecht. “Ik maak geen techno. Dit is de muziek van het Syrische volk”, zegt hij dan.

Eisen
Souleyman interviewen kan alleen in het Arabisch. Of met een tolk erbij. Dat is lastig door de telefoon, dus wordt een compromis gevonden in vragen stellen via email, die de zanger zal beantwoorden en zijn manager daarna vertaalt in het Engels.
De artiest, en vader van tien kinderen, stelt wel heel veel eisen. Vragen over de oorlog in Syrië zijn taboe. Ook de vraag, waarom hij niet over zijn religieus en politiek verscheurde vaderland wil praten. De oorlog mag zelfs niet in het artikel aangehaald worden. Dan maar geen interview.

Souleyman kiest geen kant in het conflict, vertelde hij drie jaar geleden tegen 3voor12. “Ik ben artiest. Ik hou van vrijheid, maar ook van veiligheid. Ik wil neutraal blijven. Als ik iets zeg over het regime of over de rebellen dan wordt één van de twee boos. Natuurlijk vind ik het verschrikkelijk wat er in mijn land gebeurt. Ik ben tegen het moorden aan beide kanten.”

In ieder geval verbroedert zijn opwindende, a-politieke volksdansmuziek, dabke genaamd. Het is een mix van muzikale tradities van de  Koerden, Assyriërs en Syrische arabieren in het noordoosten van Syrië, waar hij vandaan komt. Daar geeft Souleyman een moderne – lees: elektronische – draai aan. Christenen, moslims en atheïsten; overal ter wereld dansen ze op zijn opzwepende liedjes over vrouwen en liefdesverdriet.  “We wilden al die verschillende stijlen gebruiken, zodat iedereen onze muziek leuk vindt”, zei hij tegen The Stool Pigeon, een inmiddels ter ziele gegane Britse muziekkrant.

‘Ontdekker’
“Nee”, meldt Mina Tosti, zijn Amerikaanse manager van Joegoslavische komaf, Souleyman wil ook niet praten over zijn ‘ontdekker’, Mark Gergis van het platenlabel Sublime Frequenties uit Seattle. Op vakantie in Syrië zo’n tien jaar geleden ontdekte de platenbaas de volkszanger op markten tussen stapels muziekcassettes. Het waren opnamen van de bruiloften. Gergis destilleerde er drie cd’s uit. Het nummer Jeh Lani werd een grote dancehit.
Er volgden muzikale samenwerkingen Björk en Damon Albarn (Blur, Gorillaz) en een optreden tijdens Glastonbury. Voor de grote doorbraak zorgde de Britse muzikant Kieran Hebden, beter bekend als Four Tet. Hebden produceerde in 2013 Souleymans eerste echte cd, Wenu Wenu. Opvolger Bahdeni Nami verscheen vorig jaar.

Ook de vraag of Souleyman iets meer kan vertellen over toetsenist en jeugdvriend Rizan Said, valt verkeerd bij manager Tosti. “Omar werkt al lang niet meer samen met Rizan Said. Dus schrap deze vraag ook alsjeblief.”

Toetsenist Hamid Almousa begeleidt Souleyman tegenwoordig. Niet iedereen is te spreken over zijn muziek. Recensent Mischa Andriessen van Trouw schreef het volgende na een optreden in de Melkweg in  Amsterdam. “Feestmuziek. Wat Björk in hem zag, blijft een raadsel.” Op platen weet Souleyman soms te verrassen, maar op het podium geenszins, signaleerde de criticaster. “Dat elke toon piepend en knarsend uit de boxen komt, is charmant, maar vooral buitenkant. Een toevallige gimmick, net als Souleymans kleding.”

Mijn gekozen waardering € -