Carmien Michels, Europees kampioen Poetry Slam: ‘Ik hoop dat ik veel mensen die extra duw kan geven om op hun eigen ontdekkingstocht te gaan’

De beste performers zijn op het toneel een paar koppen groter dan in het echte leven. Dat geldt ook voor Carmien Michels. De schrijfster, performer, slam poet en duizendpoot in het culturele leven kende ik vooral van haar legendarische optredens tijdens het NK Poetry Slam in 2016 en de Nacht van de Poëzie in september 2017. Uitstraling en présence, die werkten tot in de achterste rijen van TivoliVredenburg in Utrecht.

In Het Gegeven Paard, het overvolle café onder dat festivalpaleis, is het allemaal veel prozaïscher. Vlaams bescheiden, zoals wij Hollanders dat noemen. En zo gewoon gebleven, wat hier te lande een pre schijnt te zijn. We kunnen het ook anders zien. Buiten de spotlights wil Carmien Michels vooral gewoon kunnen leven.

Modeontwerpster

‘Ik was op mijn twaalfde al eens aan een boek begonnen’, vertelt ze, wanneer ik haar vraag of dat talent er altijd al was. ‘Vanwege een actie op school voor straatkinderen. Ik wilde daarover schrijven, dus schreef ik tijdens elke speeltijd. Daarna wilde ik toch liever modeontwerpster worden. Ik wilde eigenlijk altijd wat anders dan we moesten. Tijdens wiskunde of biologie las ik stiekem boeken, onder tafel. Klassiekers uit de Engelstalige literatuur, zoals 1984. Daarna vooral veel Zuid-Amerikaanse literatuur.’

De ster van Carmien Michels rijst inmiddels snel. Ze denderde in januari 2016 Nederland binnen met een klinkende overwinning tijdens het kampioenschap Poetry Slam, om niet lang daarna derde van de wereld te worden. In november van 2016 won ze met glans het Europees kampioenschap. Michels heeft het genre van de podiumdichtkunst, dat lang minder serieus genomen werd in de wereld van de letteren, een flinke boost gegeven.

Zoals ik op deze site constateerde na afloop van die legendarische NK-finale: ‘Met deze historische finale gaat de stand-up dichtkunst wel een nieuw tijdperk in. De voordrachtsvorm waar sommigen op neerkijken, omdat hij gaat over winnen, over applausmeters en over cijfers, zou alleen maar tot vervlakking leiden. Vrijdag 29 januari 2016 liet zien dat een poetry slam ook kan gaan over betekenis, stilte en ontroering.’

Leuven

Maar wie is die Carmien Michels eigenlijk? Misschien vertellen haar gedichten er iets over. In november werd haar eerste bundel in Nederland ten doop gehouden. Die bundel, getiteld ‘We komen van ver‘, bevat een vijftigtal gedichten, waaronder gedichten die haar volgers al kennen van haar optredens, maar ook veel nieuw werk. Een van de juweeltjes is het gedicht over Leuven, haar geboortestad.

‘De septemberkermis trekt koortsblazen aan

ondersteboven komt een zonderling

tot de beste inzichten die hij beneden

in de handtas van een hondenvrouw spuwt.’

Michels groeide op in de kleine universiteitsstad, maar wilde er zo snel mogelijk weg, vertelt ze: ‘Ik besloot al snel dat ik niet meer in Leuven wilde blijven. Ik wilde een opleiding doen die daar niet te studeren viel. In Leuven kon ik wel een dramaopleiding doen, maar er bestond niet zoiets als Woordkunst, dat onderwezen werd aan het Conservatorium in Antwerpen. Ik zocht dus allereerst een manier om buiten Leuven op kot te kunnen.’

‘De opleiding had mijn voorkeur omdat ik graag las en veel bezig was met taal. Ik wist niet direct wat ik ermee wilde doen. Op de website van Woordkunst stond ook dat je goed moest zijn in vragen stellen, omdat je er ook leert interviewen en radiodocumentaires maken. Dat sprak me erg aan, ook omdat ik erom bekend sta dat ik heel erg indringende vragen stel. Vaak vraag ik dingen en dan antwoorden mensen wel, maar zeggen ze daarna: “Ik heb nu iets verteld waarvan ik had gezworen dat het nooit iemand zou vertellen. Dat heb je me ontfutseld”.’

Podium

Op het conservatorium werkte Michels verder aan haar schrijftalent: ‘Ik was eigenlijk heel slecht in schrijven. De eerste twee, drie jaren schreef ik heel nare verhalen. Verhalen om het grote verdriet van de wereld te beschrijven. Het waren verhalen met zware thema’s en als ik die nu nog lees, denk ik: Oei, zó veel clichés. Maar ik moest dat wel doen om uiteindelijk vanuit een eigen waarachtigheid te schrijven.’

Het podiumdier Carmien kwam ook vrij laat tot wasdom, vertelt ze: ‘Mijn eerste optreden buiten de opleiding was tijdens mijn master. Ik deed toen mijn aan de text on stage wedstrijd Frappant TXT. Daar kwam ik voor het eerst in aanraking met slam poetry.’

Ze ging zelf aan slam wedstrijden meedoen, eerst wel schoorvoetend. Het fenomeen wedstrijd staat een beetje haaks op het artistieke doel van een opleiding.’

En toch ging je door?

‘Ik ben altijd ongeduldig geweest. Altijd gedacht: beter nu dan nooit. Een medeleerling zei: “Wat? Ga je nu al een boek schrijven? Je bent 21. Je hebt nog niets te zeggen over de wereld!” Ik dacht: “Wat nu nog niet kan, ga ik op den duur wel kunnen.” Het is ook zo met poëzie. Het is eng, dus zeg ik tegen mezelf dat ik het nu moet doen, omdat het anders nooit lukt. Ik doe mezelf voortdurend allerlei uitdagingen aan. Ik beloof een dichtbundel aan de uitgeverij en denk dan pas: Shit, nu moet ik ook een bundel schrijven.’

Je website staat boordevol projecten: radiodocumentaires, museumprojecten, lezingen, muziektheater. Hoe houd je tijd over om te dichten?

‘Oh, die website is al twee jaar niet meer geüpdatet. Dus het is alleen nog maar meer geworden.’

Het is niet alleen veel, er zit ook een geweldige drive achter alles wat je doet, een ongewoon engagement.

‘Ik denk dat je gelijk hebt. In mijn eerste teksten en in mijn eerste roman zit inderdaad een soort gejaagdheid, een drive, een engagement. Ik heb in mijn dichtbundel juist geprobeerd om een rustpunt te zoeken. Om stiltes te laten vallen. Ik heb aan veel van die gedichten heel lang gewerkt om juist die combinatie tussen drive en verstilling goed te krijgen. Dat je wel een noodzaak voelt, maar niet dat je gelijk moet doorbladeren. Die rust probeer ik nu ook in mijn leven te vinden. Ik doe al twee jaar yoga.’

‘Ik ben een workaholic en zoek steeds nieuwe dingen. Als ik me ergens in stort komen weer duizend ideeën in mij op, waarvan ik denk dat het zonde is om die niet op dat moment uit te werken. Recent was ik bij de bestuursvergadering van PEN Vlaanderen, en dacht ik: daarvoor wil ik me volledig inzetten: freedom of speech, auteurs in de verdrukking. Dus bedenk ik daar veel ideeën voor, die ik wil uitvoeren. Dan is het best vervelend dat ik al zoveel heb gepland.’

Veel gedichten zijn ook tijdens festivals geschreven.

‘Tijdens buitenlandse festivals zit ik in residentie en heb ik buiten het optreden niet zo veel te doen. Dan kan ik e-mails beantwoorden of gedichten schrijven. Dan poppen er wel dingen op. Ik weet hoe het openingsgedicht uit mijn bundel ontstond: ‘Baarkamer’. Ik liep door Londen op weg naar Tate Modern. Op het ritme van mijn stappen kwamen de eerste woorden en zinnen. Het ritme van dat gedicht komt voort uit mijn rare staptempo. Ik loop niet heel militaristisch, eerder heel quirky. Dat is ook zo met mijn parlando, dat dat soms onverwacht hapert en stokt. Dat past wel bij mijn schrijfstijl.’

‘Dit is de baarkamer

hier glanst mijn moeder

met open benen

boek om in te bladeren’

‘Ik hoor wel eens van mensen dat ik wandel als een raar dier. Een gans. Als kind vond ik het altijd leuk om niet te weten hoe mijn volgende stap zou zijn. Ik zette dus elke volgende stap wat trager of juist sneller dan ik zelf zou verwachten. Daardoor heb ik een aritmisch staptempo. Zo heb ik mijn eigen ritme en kom ik gemakkelijker tot gedichten. Het uiteindelijke werk is natuurlijk aan de schrijftafel.’

Veel rust is er niet om in stilte te schrijven. De psychiater zou vragen: ‘Waar ben je bang voor?’

‘Ik zit regelmatig in het vliegtuig voor die buitenlandse optredens. Het is niet dat ik grote vliegangst heb, maar ik ben wel bang voor controleverlies. Als er iets met het vliegtuig gebeurt is, er niets wat ik daaraan kan veranderen. Dat zorgt voor een ommekeer: opeens voel ik een soort berusting. Als het nu gedaan zou zijn, kan ik tevreden zijn.’

‘Niet dat ik geen ambitie meer heb, integendeel, maar ik doe alles wat ik wil doen. Daarom vind ik die yoga ook belangrijk. Het is goed om stil te staan en te reflecteren. Dan heb ik tijd om tegen mezelf te spreken en niet de hele tijd dingenoutput naar de buitenwereld te sturen.’

Hoe wil je herinnerd worden?

‘Niet per se met een titel. Misschien is het dat wel: dat ik als kind al zag dat mensen om mij heen een leven leidden en dingen deden die ze niet graag wilden. Een kantoorjob, lusteloos thuiskomen. Ik zie dat ook in sommige vriendengroepen. Ik wilde daar heel graag uit weg.

‘Als ik herinnerd wil worden, wil ik vooral herinnerd worden door mensen voor wie ik iets heb betekend. Dat gaat niet over helpen, hè. Want soms kun je helpen uit medelijden, maar dan zet je jezelf boven iemand anders. Dat wil ik niet. Ik hoop dat ik veel mensen die extra duw kan geven om hun eigen ontdekkingstocht te maken. Ik vind het zo triest als mensen dat niet doen. Wanneer ze niet genoeg vragen stellen. Dat is waarom ik zo veel vragen stel. Om tot dat essentiële leven te komen.’

Wat voor advies heb je voor iemand die nu 18 is en jouw ambities heeft?

‘Word geen kopie van een ander. Besef dat je veel gemeen hebt met andere mensen. Ga op zoek naar de specifieke manier waarop jij naar de wereld kijkt. Zodat je je bewust bent van je programmering. Roem en wedstrijden winnen mag nooit een doel op zich zijn. Iedereen kiest een ander pad.’

Goed om te weten

De bundel van Carmien Michels is te koop in de betere boekhandel en online.

Carmien Michels live meemaken? Het Schrijversfeest 2018 (op Festival Winternachten) wordt geopend door Carmien Michels die een van haar gedichten voordraagt. Vervolgens geeft Arie Storm, romanschrijver en literatuurcriticus (Het Parool, Vrij Nederland), zijn visie op ‘De Staat van de Nederlandse letteren’.

Mijn gekozen waardering € -

Coöperatie van journalisten én lezers. Sinds 2009.