Comedian Jan Jaap van der Wal: ‘Belgen vinden taalgrofheid wel leuk’

Comedian Jan Jaap van der Wal vertrekt volgende week tijdelijk naar België om daar zijn eerste Belgische theatershow ‘De Nieuwe Belg’ te schrijven en spelen. Cabaretjournalist Peter Schavemaker van Reporters Online sprak met hem over zijn Belgische avontuur.

Wanneer kreeg je de behoefte om naar België te gaan?
“Ik ga – als een artist in residence- twee maanden in Antwerpen wonen om te schrijven. Ik wil zo België leren kennen en de voorstelling maken. Na het spelen van mijn programma ‘Dystopia’ bleek dat de Belgen begrepen wat voor humor ik maak. Hierna besloot ik om in België een programma te willen maken.”

Ik wil voor de Belgische show iets met het actuele vluchtelingenthema doen, ook omdat ikzelf een vreemdeling in een ander land zal zijn.

Voor het, inmiddels gestopte, Belgische televisie praatprogramma Café Corsari heb je al onderzoek gedaan naar de vragen ‘Hoe versier ik een Vlaamse vrouw?’ en ‘het fenomeen van Vlaamse feestdagen’.
“Als cabaretier kijk ik toch anders naar dingen. Die tv-columns in Café Corsari werkte heel goed. Op het eerste gezicht lijkt Vlaanderen op Nederland, maar het is toch een vreemd land. Ik vind het belangrijk om voor zo’n onderzoek er helemaal in te duiken, vanuit Amsterdam af en toe een Belgische website bekijken of online de Vlaamse kranten lezen werkt dan niet.”

Is het proces van het maken van de Belgische show anders?
“Nee, het proces om een programma te maken staat weer aan. Ik wil voor de Belgische show iets met het actuele vluchtelingenthema doen, ook omdat ikzelf een vreemdeling in een ander land zal zijn.

Is er een verschil in de humor die je in België wilt, maar ook kunt brengen?
“Ik heb tijdens eerdere voorstelling al gemerkt dat ze taalgrofheid over seks, piemels en de dood wel leuk vinden, echt hard en onder de gordel vinden ze wel lastig.”

Politiek is in België na jarenlang politiek aangemodder een gevoelig onderwerp

Hoe ga je hiermee om?
“Dat maakt het voor mij wel leuk. Ik denk wel: dat soort harde grappen ga ik dus wel doen. Ik wil dan kijken waar en waarom het raakt.”

Zijn religieuze of politieke grappen in België geaccepteerd? Iets dat in Nederland wel kan.
“Het Koningshuis interesseert de Vlaming helemaal niks, daar kan ik van alles over zeggen. Maar inderdaad aan religie en politiek moet je niet te veel aankomen. Politiek is na jarenlang politiek aangemodder een gevoelig onderwerp. Ik zou in België kunnen vragen wat wel en niet kan, maar dat moet ik echt voelen op het podium. Ik maak inderdaad de show op het toneel. Maar een goede grap is een goede grap.”

Je wilt niet meer, zoals je collega cabaretiers doen, lange theater tournees maken waarbij ze een show 80 keer spelen.
“Ik doe in Nederland al best lang mee. Die lange tours vind ik niet aantrekkelijk, maar ik heb zeker niet het gevoel dat ik in Nederland klaar ben met cabaret. Ik heb mezelf de vrijheid gepermitteerd om elke keer te voelen en te kijken waar, op ik cabaret of stand-up gebied, zin in heb. Het voelt helemaal niet creatief dat ik nu al moet nadenken wat ik in 2016/2017 ga spelen. Dat geeft me een benauwd gevoel.”

Ik krijg een grap niet eens in 140 tekens

Je laatste programma ‘Dystopia’ (2014) speelde je in clubs/poptempels, zoals Paradiso en Tivoli. Daar spelen voelde ‘perfect’, zei je.
“Bij voldoende materiaal voor een show kan ik over drie maanden in clubs al spelen. Daar komt ook publiek – een nieuwe doelgroep – dat voor mij nieuw en fris was.”

‘Stand-up in een poptempel’, zei je ook.
“Mijn stijl is stand-up geworden in de loop der jaren. Het verschilt niet zoveel van cabaret als je er naar kijkt en luistert, maar het gaat om een soort beleving bij mij en het publiek. Er moet de hele tijd een soort spanning hangen. Improvisatie in clubs is belangrijker dan in theaters. In clubs ligt het programma minder strak vast. Ik ben dan aan het koken met de ingrediënten die er zijn. Met Comedy Train speel ik af en toe in theaters. Als ik daar speel voelt het theater log en zwaar, in clubs is er lucht, vrijheid, de mogelijkheid om emoties op te zoeken en zware onderwerpen aan te snijden. Hierdoor wordt het weer theater, maar kan ik het licht houden.”

Cabaret is eigenlijk filosofie dat, op een luchtige manier, wel overkomt

In ‘Dystopia’ zitten zeer persoonlijke onderwerpen, zoals jullie kinderwens. Je maakt verhalend cabaret/stand-up. Is het essentieel dat je vanuit dat soort onderwerpen schrijft?
“Ja, het begint altijd met iets wat ik heb meegemaakt of lees. Schrijven gebeurt altijd vanuit een persoonlijk gevoel.”

Je werkt mee aan het VPRO televisieprogramma’s ‘Dus ik ben’ en ‘Brainwash’ (zondagavond NPO 2, red.). Presentatrice Stine Jensen zei tegen mij dat ze hoopt op een combinatie tussen filosofie en cabaret.
“Binnen het cabaret zijn er een aantal mensen die eigenlijk ook tegen de filosofie aanzitten. Met niet te veel fantasie zijn Freek de Jonge en Lebbis ook filosofen te noemen. Ik werk ook op dezelfde basis, omdat ik iets probeer te doorgronden. Cabaret is eigenlijk filosofie dat, op een luchtige manier, wel overkomt.”

Je maakt ook graag televisie. Waarom wil je dat naast je theateractiviteiten doen? Leidt dat niet af?
“Nee, televisie is op een andere manier humor maken. Televisie maken houdt me scherp en ik vind het leuk om met een groep mensen iets te doen en een klik met tv-makers zoals Chantal Janzen (vanaf 17 oktober samen te zien in ‘Collectief Geheugen’) te hebben. Het is ook prettig om, via tv, een groter publiek te bereiken.”

Ik las dat je het prettig vind dat mensen, in je omgeving, kritisch reageren op je show. ‘Dat houdt je scherp’, zei je. Doe je ook aan zelfkritiek?
“Ja, ik zit wel bij mezelf op de eerste rij. Ik moet wel iets maken waar ik een goed gevoel bij krijg en wat klopt. Maar inmiddels weet ik, na al die jaren, ook wel wat mijn kracht is. Ik ben niet zo van de try-outs, omdat ik in mijn hoofd al redelijk snel in de gaten heb hoe ik iets wil vertellen. Het enthousiasme en het struikelen wat daarbij hoort maakt mij juist sterker.”

Veel cabaretiers twitteren – soms halve programma’s aan-  grappen. Dat doe jij niet. Ik las dat je grappen graag binnen de context van een voorstelling wilt houden.
“Ik ben het niet met je eens dat het soms halve programma’s zijn. Het is ook een manier van uitproberen als je iets op sociale media zet en er wordt gereageerd. Ik kan met voorstellen dan je als cabaretier denkt dat er iets in zo’n twittergrap zit. Ik vind inderdaad dat je, vooral harde of scherpe grappen, moet zien in de context van een voorstelling. Grappen op twitter zijn vaak onliners, daar ben ik niet van. Cabaret is wel een vak. Ik geef soms via Twitter en Facebook commentaar. Ik krijg een grap niet eens in 140 tekens.”

Mijn gekozen waardering € -

Peter Schavemaker (1967) is een media-, popmuziek-, theater- en internationaal animatiejournalist, moderator en radiopresentator. Op 14 februari 2018 verscheen zijn 512-pagina tellende eerste boek 100 jaar Hilversum Mediastad. Hij schrijft/schreef voor ZippyFrames.com, Animation Magazine, Helsinki Times, Müürileth, Spreekbuis.nl, Dagblad De Gooi- en Eemlander, De Telegraaf, AD, VARA Gids, Radio2.nl, HUMO, Broadcast Magazine, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, en verschillende regiokranten.