Corona in een studentenhuis: Wat doet dat met de sfeer?

Het studentenhuis Villa Il Quarto in Ede werd na een besmetting een plaatselijke coronahaard. Lisette van Dalen stak bijna de helft van haar huisgenoten aan, twaalf van de vijfentwintig raakten besmet. Het eens zo levendige studentenhuis veranderde voor een aantal weken in een ziekenoord. In dit artikel blikt Lisette zelf terug.

Op de wc-deur hangt nog een gescheurd briefje waarop staat: ‘Geen klachten’. Het resultaat van een verwoede poging orde in de chaos te scheppen toen het halve huis in isolatie zat. Geen klachten, wel klachten, getest, corona. Eén van de eerste discussies die losbrandde, betrof de wc’s. Na een onoverzichtelijk gesprek in de groepsapp kwam huisgenoot Sterre naar buiten rennen en schreeuwde: ‘Waar moet ik nu plassen?’ De chaos was compleet.

We gingen absoluut niet lichtvoetig om met de coronamaatregelen. Als huis hebben we vrij strikte regels gehad om corona buitenshuis te houden. Maar het risico dat het een keer mis kon gaan was er altijd. Met vijfentwintig studenten is Il Quarto het grootste studentenhuis in Ede en onderling afstand houden is niet te doen.

Twee keer eerder was er een coronageval in het huis. Beide keren bleef het er bij eentje. De besmette huisgenoot bleef op zijn kamer en alle andere huisgenoten bleven thuis. Er werd een corona-douche en -wc aangewezen, één iemand deed de boodschappen en we speelden spelletjes in de woonkamer met iedereen die nu toch niks te doen had. Tot het eind maart behoorlijk mis ging.

Ik wilde geen onrust in het huis brengen

Ik was een weekend bij mijn ouders geweest en was niets vermoedend teruggekeerd naar Ede. Ik kreeg van mijn moeder een appje dat ze benauwdheidsklachten had gekregen nadat ik haar gezien had, en dat ze zich voor de zekerheid liet testen. Ik hield mijn mond even, want ze had nog geen klachten toen ik bij haar was, dus ik waande mij veilig. Bovendien wilde ik geen onrust in het huis brengen.

Een paar dagen later kwam het slechte nieuws. Mijn moeder had corona. Ik mocht mij vijf dagen na het laatste contact met haar laten testen en dat zou al de volgende dag zijn; vanaf die tijd bleef ik op mijn kamer. Een paar dagen later kwam mijn uitslag – positief.

Met dit nieuws stond het huis weer even op scherp, en niet alleen als het ging om de coronamaatregelen. Er werd onderling flink gepraat over hoe iedereen met de situatie om ging. Wie laat zich testen en wie niet? Wie is er eigenwijs en verlaat toch het huis? Wie kiest er voor een minder betrouwbare sneltest? De meesten kozen voor de reguliere GGD-test en lieten zich na mijn bericht en ook na de aangegeven vijf dagen direct testen.

Een paar huisgenoten voelden zich niet zo lekker, dus ook zij bleven uit voorzorg op hun kamers. Il Quarto vreesde voor het ergste. Voor ik wist dat mijn moeder positief was, had ik immers zorgeloos rondgelopen. Ik had zelfs een klasgenoot aangestoken. Op verzoek van een aantal bezorgde huisgenoten werd er die avond snel een huisvergadering gehouden in de voortuin. Hoe worden de boodschappen geregeld en wanneer kan er worden getest?

Er ontstond onenigheid over het laten helpen van ouders en kennissen. Terwijl twee huisgenoten druk in gesprek waren over het doen van een bestelling via PicNic, probeerde Elisua hen op de afstand te wijzen, en weer een ander schreeuwde iets over haar vader die wel boodschappen kon doen. Ik zat met een kleedje in de vensterbank op afstand mee te luisteren en had op mijn laptop Annamarie via een videogesprek gebeld, zij was bij haar ouders en vroeg zich af of ze nu wel terug moest komen. Tussen het gekakel door probeerde ik haar op de hoogte te stellen van de dingen die werden besproken.

Beeld: Tirza van Holten – In de voortuin waar de huisvergadering werd gehouden, wordt nu weer met elkaar gegeten

Toch leek het ook deze keer goed te gaan. Met het afnemen van mijn klachten, verdwenen ook langzaam de spanningen in huis toen de ene na de andere negatieve testen binnen kwamen. Er werden weer wat grapjes gemaakt en ik mocht de uren gaan aftellen tot ik mijn kamer weer mocht verlaten.

Tot woensdagochtend 31 maart. Een huisgenoot moest voor een doktersafspraak een negatieve test kunnen laten zien en liet zich uit voorzorg testen. Vrij onverwacht bleek die uitslag positief. Het hele circus begon weer van voren af aan. In kleine groepjes gingen mensen weer op weg naar de teststraat. Maar zonder mij. Ik was al een paar dagen klachtenvrij en had de GGD gebeld met de vraag wat ik moest doen, bang dat mijn huisgenoten wel weer een mening zouden hebben over het feit dat ik mijn kamer af zou gaan. Het advies luidde: niets. Door mijn immuniteit, was ik volledig vrij om te gaan en staan waar ik wilde, terwijl de rest van mijn huis weer opgesloten zat.

Een aantal mensen met klachten besloot de uitslag van de test met elkaar op één kamer af te wachten. Ze hadden immers allemaal toch al klachten. Niet iedereen was het daarmee eens, een fikse ruzie ontstond. Een huisgenoot besloot met stemverheffing zijn onvrede hierover te uiten. De sfeer leed onder de onzekerheid die de situatie met zich mee bracht. Die avond druppelden de uitslagen binnen, een voor een bleken ze positief te zijn. Op 2 april hadden elf mensen corona. Huisgenoot Henri meldde dat we verantwoordelijk waren voor 17,5 procent van alle besmettingen in Ede op dat moment.

De GGD moet een dagtaak aan ons huis gehad hebben.

Een aantal negatief geteste huisgenoten vluchtte naar hun ouders toe en het werd langzaamaan stil in Il Quarto. Het callcenter van de GGD moet een dagtaak aan ons huis hebben gehad. We werden platgebeld. Ze wilden maar al te graag weten wie er nu eigenlijk verantwoordelijk was. Omdat ik als eerste corona kreeg, leek ik de veroorzaker. Maar in theorie kon ik niet de oorzaak zijn voor de hele uitbraak, ik kreeg na een paar dagen quarantaine namelijk pas klachten. Een aantal anderen bleken achteraf al langer klachten te hebben gehad en daar niets over te hebben gezegd. Daar werd onderling veel over gepraat en geroddeld.

Ik belde huilend mijn moeder, alle discussies leken hun oorzaak te vinden in mijn besmetting. Toen ik dit aan Élise en Elisua vertelde, stelden zij mij gerust; het was onvermijdelijk dat dit een keer zou gebeuren. Ondertussen liep een gefrustreerde huisgenoot de voortuin in, boos omdat hij niet naar zijn afspraken kon en we volgens hem totaal onverantwoordelijk met de maatregelen waren omgegaan. Iedereen reageerde anders op de vreemde situatie. De een besloot het schap met paracetamols leeg te trekken en kocht pakken latex handschoenen – voor het geval het huis zonder zouden komen te zitten – en weer een ander probeerde met humor de situatie wat dragelijker te maken.

Beeld: Tirza van Holten – In de woonkamer was het ook uitgestorven

Zo veel meningen

Dat laatste was eigenlijk het beste medicijn. Een anders overvolle keuken was rond etenstijd nu ineens helemaal leeg en de woonkamer bleef akelig stil. Maar samen met Sterre maakte ik een van de eerste avonden (ik was zelf al niet meer besmettelijk) een enorme pan met een linzengerecht. Die brachten we langs bij iedereen aan de deur, bordje naar buiten en opscheppen maar. Ons huis was ineens een soort internaat geworden. Deze hilarische situatie schonk weer wat lucht in de gespannen sfeer.

Sommige huisgenoten belden elkaar via teams voor de gezelligheid terwijl ze aten. Anderen gooiden de deur open en kletsten vanuit hun deuropening met elkaar. Een aantal bestelde thuis-testen om te kijken of die zouden werken en er werden via het raam wijntjes en biertjes samen gedronken.

Toch kon een aantal het binnen echt niet volhouden en zij besloten op een late avond een rondje te gaan lopen met elkaar. Dat laatste werd niet door iedereen gewaardeerd en dat was weer reden voor een zoveelste discussie in de groepsapp. Voor je eigen gemoedstoestand kon je je maar beter afzijdig houden in de app. Omdat veel mensen toch niks te doen hadden, was dat dé plek om lekker te zeuren. Hoewel je de discussies niet kon vermijden, werkte ‘ze negeren’ eigenlijk het beste, meestal ging het toch nergens over. Zoveel mensen, zoveel meningen. Als er echt een belangrijke beslissing werd gemaakt dan hoorde je dat vanzelf wel.

Coronahol

Toch had ben ik blij dat ik mijn quarantaine in Il Quarto uit heb gezeten en ik niet bij mijn ouders zat. ‘Als we gaan, gaan we met zijn allen’ werd met een knipoog de afgelopen maand een beetje de lijfspreuk van het huis. Ondanks de hectiek en spanning zorgde de situatie namelijk ook voor genoeg hilariteit en vooral ook voor verbinding. Terwijl ik vanuit mijn raam gezellig mee at, grapten we volop over de bizarre situatie.

Ons huis werd voor even ons ‘coronahol’, waarin goed de verhoudingen duidelijk werden. In de weken erna is er nog heel wat gesproken over hoe het zo ‘mis’ kon gaan. Op de verdwaalde papiertjes op de wc-deuren en de grappen over corona na, is in Il Quarto weinig meer te zien van de quarantaine. Maar we leerden elkaar wel op een hele andere manier kennen, je zag wat frustratie, vermoeidheid en spanning met huisgenoten deed en hoe ze daarop reageerden. De opluchting die na drie weken quarantaine heerste, deed veel van de spanning vergeten. En gelukkig bleek dat juist veel huisgenoten eenvoudig met humor die spanning en frustratie verwerkten, ruzies susten en mensen bij elkaar probeerden te brengen. Met zoveel mensen is het namelijk onmogelijk frustraties te voorkomen als je drie weken op elkaars lip zit. We moesten een manier vinden om ‘te leven en te laten leven’ en daar zijn we, sinds de quarantaine, wel wat beter in geworden.

Mijn gekozen waardering € -