David Bowie en dood zullen nooit in één zin thuishoren

David Bowie wordt weleens omschreven als een muzikale kameleon. Een wat makkelijke poging de diversiteit in het werk van de zanger te duiden. Eerlijk gezegd heb ik Bowie nooit beschouwd als iemand die verschillende gedaantes aanneemt. Voor mij is hij in de eerste plaats een schrijver van liedjes. Een gewéldige schrijver van liedjes. Zo iemand als Bob Dylan.

Je zou kunnen zeggen dat Bowie en Dylan zich bezighouden met popmuziek. Tegelijk onttrekken ze zich aan de hardnekkige dynamiek ervan. Want ja, net als Dylan wijkt Bowie vaak af van een songstructuur die herkenbaar is en experimenteert hij met zinconstructies en teksten. En evenals bij Dylan zijn geen twee albums van Bowie hetzelfde. Maar is Bob Dylan ooit een kameleon genoemd?

Melodie

Wat Bowie zo goed maakt is zijn nimmer aflatende gevoel voor melodie. De manier waarop hij zo’n melodie laat samengaan in zang en muziek, wordt een cadeautje dat een nummer omhoog tilt. Neem Moonage Daydream. Halverwege, volkomen onverwacht, komt er zomaar een opstapje: in de vorm van een instrumentaal tegenmelodietje met piano en blaasinstrumenten. Dat Bowie van de liedjes en de melodieën is, blijkt al vroeg uit zijn carrière. Luister nog maar eens naar zijn debuut uit 1967.

Toppop

Mijn eerste echte kennismaking met David Bowie vindt enkele jaren later plaats, in 1976. Dat gebeurt in een aflevering van Toppop (wekelijks tv-programma met de nieuwste hits). In een opname van een Amerikaanse soulshow staat tussen de dansers een wat vreemd ogend heerschap. Hij draagt een blauw pak, is broodmager, de gelaatstrekken bleek, het haar lichtrood. Golden Years is een liedje dat nogal bescheiden wordt gezongen maar dat stiekem wel soepel swingt. “Run for the shadows, run for the shadows”.

Verleden

Vanaf dat moment zal ik David Bowie blijven volgen. Niet zo moeilijk. In het verloop van de jaren zeventig is hij alomtegenwoordig. Zeker aan het begin van de jaren tachtig, wanneer hij een wereldhit scoort met Let’s Dance. Voor mij hèt moment zijn verleden eens onder de loep te nemen. Om erachter te komen dat hij veel meer is dan de zoveelste popzanger. Iemand die op zijn eigen manier communiceert. Door muziek, teksten en uiterlijk te laten samenvloeien tot één geheel, tot een “sound and vision”. Iemand die bezig is zijn eigen genre te creëren.

Berlijn

Halverwege de jaren zeventig moet hij zich herpakken na een fikse cocaïneverslaving. Hoog tijd voor een andere omgeving, een andere artistieke benadering. Berlijn! Op de platen die dan volgen wijst hij de songstructuur regelmatig de deur. Om zo ongebruikelijke klankkleuren binnen te laten. In sommige nummers klinkt zelfs reggae en Afrikaanse muziek. Opzichtig toont hij zijn bewondering voor de Duitse vernieuwers Kraftwerk en Neu!. Bowie is immers zelf ook liefhebber.

Betekenis

Op de albums Lodger en Scary Monsters refereert hij verder aan gebeurtenissen die op dat moment, eind jaren zeventig, aan de orde van de dag zijn. Bijvoorbeeld aan de Koude Oorlog in Fantastic Voyage. Of aan zaken die pijnlijk genoeg niks aan actualiteit hebben ingeboet: huiselijk geweld in Repetition; dreigend fascisme in Fashion; homohaat in Scream Like A Baby. De hoes van Lodger lijkt op het doek Zelfportret als St. Sebastiaan van zijn favoriete schilder Egon Schiele. Door te verwijzen naar beeldende kunst en andere muziek geeft hij tegelijk meer betekenis aan zijn eigen werk. Een soort totaalkunst waardoor zijn oeuvre een extra meerwaarde krijgt. Het belang van iets weten is groter dan iets niet weten.

Op vrijdagochtend 8 januari 2016 bezoek ik de lokale platenzaak waar zojuist een stapeltje is binnengekomen van ★. Nietsvermoedend verheug ik me op de aanschaf van een heus nieuw album van David Bowie. Blackstar dus. Het hele weekend luister ik er een paar keer naar. Ik verbaas me over de muziek, over de hoes, over alles eigenlijk. Wat is dit allemaal? Deze hadden we niet zien aankomen. De eerste plaat van Bowie waarop hij niet staat afgebeeld. Pontificaal een gestanste ster over de gitzwarte klaphoes, onderin de losse stukjes, afgebroken.

Blackstar valt geen moment vast te pinnen. Meer verkenning dan kop en staart. De sfeer duister en rusteloos. Muziek die Bowie niet eerder maakte. Muziek die geen enkele andere popartiest eerder maakte. De nadruk ligt op wat in de buurt komt van jazzachtige ritmes. Bovendien zingt hij met een intonatie die we niet van hem kennen. Kwetsbaar, een tikje onvast. We horen hem zelfs even diep zuchten.

Overlijden

Achteraf is het zoals bekend makkelijk praten. Dan laat Blackstar zich inderdaad beluisteren als een kroniek van een aangekondigde dood. Wat op het moment van verschijnen niemand weet is dat David Bowie afscheid heeft genomen. Van het leven, van ons, van zijn fans. Alles wat onafwendbaar is schreeuw je liever niet van de daken. Zeker niet zoiets hardvochtigs als de constatering van leverkanker. I Can’t Give Everything Away luidt de apotheose van Blackstar. Bowie heeft natuurlijk wél alles gegeven. Twee dagen na de release van de plaat overlijdt hij aan de gevolgen van zijn ziekte. Zijn laatste woorden:

“Seeing more and feeling less

Saying no but meaning yes

This is all I ever meant

That’s the message that I sent

I can’t give everything

I can’t give everything

Away.”

De nalatenschap van de zanger is inmiddels zo uniek gebleken dat de woorden David Bowie en dood nooit in één zin zullen thuishoren. Een commentaar onder een YouTubefilmpje van Space Oddity: “waarom zeggen mensen dat David Bowie dood is? Hij is niet dood. Hij is er eindelijk in geslaagd naar Mars af te reizen.” Een zwarte ster kan ook schitteren.

Mijn gekozen waardering € -

Muziek. Film. Boeken. Ooit Opscene, Heaven, Platenblad. Reporters Online. Boek POSTPUNK HEDEN EN VERLEDEN (uitgeverij Koninklijke Van Gorcum, longlist nominatie Pop Media Prijs 2021)