De Afrikaanse olifant moet beschermd worden. Maar hoe?

De afgelopen dertig jaar is het aantal olifanten in Afrika met gemiddeld 75 procent afgenomen. Zowel de savanne- als de bosolifant staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Meer en betere bescherming is nodig. 'Maar dan moet die bescherming wel community based zijn', zegt Antoinette van de Water van Bring the Elephant Home.

De IUCN, International Union for Conservation of Nature, brengt jaarlijks een rapport uit met plant- en diersoorten die bedreigd worden met uitsterven. Deze Rode Lijst van bedreigde soorten is de meest uitgebreide informatiebron over de status van dier- en plantsoorten over de hele wereld. De lijst spoort aan tot meer en betere bescherming van kwetsbare soorten.

In Afrika leven zo’n 415.000 olifanten in het wild. Dat lijkt veel, maar nog geen 50 jaar geleden waren het er 1,5 miljoen. Per jaar verdwijnen er dus meer dan 20 duizend olifanten van het Afrikaanse continent. Het aantal bosolifanten is met bijna 90 procent afgenomen, het aantal savanneolifanten met meer dan 60 procent.

Extra druk op bescherming

Dat de Afrikaanse olifanten nu op Rode Lijst van bedreigde soorten staan, is een goede zaak, zegt Christiaan van der Hoeven van het Wereld Natuur Fonds. ‘Nu de bosolifant ernstig bedreigd is, in plaats van kwetsbaar – maar liefst twee categorieën hoger – moeten jachtquota worden bijgesteld en is er een motief om extra druk te zetten op landen om de olifanten beter te beschermen.’

Maar hoe kun je wilde olifanten het best beschermen? Daarover zijn de meningen in Afrika verdeeld. Sommige landen, zoals Zuid Afrika, kiezen voor zogeheten ‘fortress conservation’: beschermen van wilde dieren hun leefgebied af te sluiten met hekken. Landen die kiezen voor deze strategie pleiten vaak ook voor legale ivoorhandel en trofeejacht. Het argument is dan dat de jacht geld oplevert voor natuurbescherming. De natuur geldt in deze gevallen – of het nu gaat om overheids- of privéeigendom als verdienmodel.

Aan de andere kant staan community based strategieën zoals olifant-vriendelijke landbouw en ecotoerisme, waarbij de lokale bevolking op allerlei manieren betrokken wordt bij de natuurbescherming. Ook hier spelen economische motieven een rol, maar waarden als natuurbescherming en sociaaleconomische rechtvaardigheid staan voorop.

Volgens wetenschappers zijn vooral die community based strategieën zinvol en duurzaam. Bioloog Antoinette van de Water van Bring the Elephant Home, een non profit organisatie die zich inzet om het uitsterven van de olifant in de natuur te voorkomen, doet onderzoek naar de verschillende natuurbeschermingsstrategieën in zuid Afrikaanse landen. Dat de ouderwetse manier van wilde dieren beschermen niet werkt, is voor haar duidelijk.

Natuur voor witte rijke elite

Van de Water: ‘In Zuid Afrika zie je goed wat zo’n exclusief systeem teweeg brengt. De witte, rijke elite rijdt in safariwagens over de savanne, toeristen worden regelrecht het Krugerpark in gevlogen. De arme, lokale bevolking, die ooit deel uitmaakte van dit ecosysteem, wordt op militaristische wijze buiten de hekken gehouden en heeft geen toegang tot of profijt van de natuur. Die extreme sociale ongelijkheid leidt tot broeiende frustratie bij de lokale bevolking wat vervolgens weer leidt tot criminaliteit en stroperij.’

De illegale stroperij naar ivoor is een groot probleem. In de meeste Afrikaanse landen zie je een gewelddadige, militaristische anti-stroperij aanpak. Ook Kathleen Gobush, hoofdonderzoeker van de Afrikaanse olifanten voor de IUCN Rode Lijst pleit voor effectievere anti-stroperij maatregelen om de ivoorjacht aan te pakken. ‘Goed opgeleide en goed uitgeruste bewakers zijn nodig, net als inzicht in de internationale, criminele netwerken van de  ivoorhandel.’

Maar dat is niet genoeg, zegt Antoinette van de Water. ‘Want met gewelddadige anti-stroperij programma’s wordt het onderliggende probleem niet aangepakt: de armoede, de sociale ongelijkheid en de broeiende frustratie die dat voortbrengt. In de media wordt vaak een zwart wit beeld geschetst over de ivoorjacht. Stropers zijn slecht, anti-stroperij is goed. Maar de realiteit is dat witte boeren en rijke Amerikanen wel mogen jagen – dan heet het trofee jacht – maar als de lokale zwarte bevolking het doet, is het stroperij…’

‘Lokale anti-stroperij activiteiten zullen nooit een definitief einde aan stroperij maken, zolang er machtige criminele en internationale organisaties zijn die veel geld verdienen aan ivoor. Als regeringen deze organisaties, noch de vraag naar ivoor effectief bestrijden, kun je zoveel stropers doodschieten als je wil, er zullen altijd weer nieuwe jongens geronseld worden…’

Fragmentatie leefgebied

Een ander probleem van de elitaire ‘fortress conservation’ – de hekken-eromheen-strategie –  is dat het leefgebied van olifanten steeds verder wordt ingeperkt. Van de Water: ‘Olifanten komen terecht in losstaande ‘pockets’, geïsoleerde kleine gebieden. Met andere woorden: hun leefgebied wordt gefragmenteerd. Terwijl olifanten van nature veel ruimte nodig hebben. Ze hebben geen vast territorium maar verplaatsen zich continue langs eeuwenoude grensoverschrijdende migratieroutes. Ze trekken honderden kilometers van gebied naar gebied op zoek naar water, voedsel en andere olifanten. Bij de bescherming van olifanten is het dus belangrijk dat leefgebieden open zijn en op elkaar aansluiten.’

Dat het openen en aansluiten van gebieden goed werkt voor olifanten, bewijst het Kavango-Zambezi Transfrontier Park (KAZA), een groot natuurgebied met savanne, bos en moeras van 450.000 vierkante kilometer dat vijf landen met elkaar verbindt: Angola, Botswana, Namibië, Zambia en Zimbabwe. Kathleen Gobush van de IUCN Rode Lijst: ‘In dit KAZA gebied zien we dat de savanne-olifant het relatief goed doet. Vooral als lokale gemeenschappen worden betrokken en ook meedelen in de voordelen van natuurbescherming, kunnen ze belangrijke beschermers zijn van ‘hun’ wilde dieren.’

Community based natuurbescherming

Ook Antoinette van de Water benadrukt het belang van community based projecten. ‘Hoe meer de lokale bevolking wordt betrokken bij natuurbescherming, hoe meer zij het belang ervan inzien en weer trots worden op ‘hun’ wilde dieren. Community based natuurbescherming en ecotoerisme bieden ook werkgelegenheid en vergroten het stigma op stropen. Het zijn vaak arme jongens met weinig perspectief die door internationale criminele netwerken worden geronseld om te stropen. Als een groot deel van je familie of gemeenschap betrokken is bij natuurbescherming, is er meer sociale controle en de stap naar stroperij vele malen groter.’

Een argument om toch vast te houden aan de ouderwetse hekken-eromheen- strategie, is de toename van human-wildlife-conflicten in open gebieden: levensbedreigende confrontaties tussen olifanten en mensen. Olifanten verwoesten bijvoorbeeld plantages en waterputten in hun zoektocht naar eten en water. Van de Water: ‘Conflicten tussen olifanten en mensen kunnen inderdaad hartverscheurend zijn. Maar je lost deze problemen niet op door olifanten op te sluiten in steeds kleinere gebieden. We moeten ons juist richten op samenleven (co-existence) tussen mens en dier. Het gaat om de relatie tussen mens en dier. Hoe kan die verbeteren?’

Samenleven met wilde dieren

‘In Namibië en Kenia zien we positieve voorbeelden. In Namibië is droogte een groot probleem, voor zowel mens als olifant. Om ervoor te zorgen dat olifanten de waterputten niet verwoesten, bouwen de mensen muren om de putten en speciale watervoorzieningen voor olifanten. Dat werkt heel goed, de mens-olifant-conflicten nemen af.’

‘Ook in Kenia leven mensen al generaties samen in balans met wilde dieren. Er is veel respect voor en begrip voor de natuur. Ze werken er met open systemen, ze omheinen hun parken niet. Er is ecotoerisme vanuit de lokale gemeenschap en om landbouwgrond te beschermen, omheinen boeren hun plantages af met bijenkorven. De bijen houden de olifanten op afstand en zorgen tegelijkertijd voor meer bestuiving, honingoogst en meer biodiversiteit.’

Dergelijke vormen van community based natuurbescherming zorgen voor een brede positieve sociale ontwikkeling in het gebied op allerlei vlakken. Antoinette van de Water ziet in haar onderzoek dat niet alleen de conflicten tussen mens en olifant afnemen, mensen leren ook nieuwe vaardigheden, organiseren workshops voor andere boeren, vinden werk in natuurbeschermingsprojecten, hebben meer tolerantie en waardering voor olifanten en de stroperij neemt af. Win, win win…

De juiste strategie

Door te kiezen voor community based strategieën kunnen natuur, wilde dieren én lokale gemeenschappen floreren. Kathleen Gobush van de IUCN Rode Lijst: ‘Als lokale gemeenschappen ook de voordelen zien van natuurbescherming door ecotoerisme en werkgelegenheid, kunnen ze essentiële beschermers worden van ‘hun’ olifanten en een belangrijke bijdrage leveren aan het in stand houden van olifantenpopulaties.’

Nu de Afrikaanse olifanten met uitsterven bedreigd worden, komt er in ieder geval meer druk op landen om natuurbescherming serieus te nemen. Christaan van der Hoeven van Wereld Natuur Fonds: ‘Of het nu gaat om nationaal park beheer, anti-stroperij of voorlichting, de Afrikaanse landen herbergen nu een ‘critically endangered’ soort waardoor de publieke druk om de olifanten te beschermen toeneemt. Olifanten zijn nu een bijzondere soort en kunnen fungeren als symbool voor het nationaal natuurlijke erfgoed.’

Naast die publieke druk, wijzen ook de internationale sustainable development goals in de goede richting. De meeste Afrikaanse landen hebben zich aan deze doelen gecommitteerd. Antoinette van de Water: ‘Dat betekent dat hun natuurbeschermingsstrategieën moeten voldoen aan specifieke doelen zoals het vergroten van gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en gendergelijkheid, het terugdringen van biodiversiteitsverlies en het scheppen van werkgelegenheid. In theorie weten we heel goed wat werkt en wat nodig is. In de praktijk wordt het nog weinig toegepast. Hopelijk zorgt de nieuwe status van de Afrikaanse olifanten voor een duurzame verschuiving!’

Wil jij een bijdrage leveren aan de bescherming van de Afrikaanse olifanten?
Steun Bring the Elephant Home met slechts 5,- euro per maand.

Beeld: Bring the Elephant Home

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11