De beste klimaatpartij is de partij die de VVD kan overtuigen

Klimaat staat tijdens de verkiezingen van dit jaar hoog op de politieke agenda. Op een enkele uitzondering na hebben vrijwel alle partijen op dit gebied een uitgebreid verkiezingsprogramma. Maar zijn die plannen ook haalbaar? En welke partij zet zich, als puntje bij paaltje komt, het meest in voor een groene toekomst?

Immigratie, identiteit, zorg en de woningmarkt. Dat waren de belangrijkste thema’s bij de verkiezingen in 2017. Dat klimaat toen nog geen heet hangijzer was, is nu nauwelijks meer voor te stellen. Woorden als klimaatmars, vliegschaamte en klimaatspijbelaars werden in no-time algemeen gebruikte uitdrukkingen en Greta Thunberg verwierf even zo snel internationale bekendheid. Het mag dan ook geen verrassing heten dat klimaat nu wél centraal staat in de verkiezingscampagne. Tweederde van de Nederlandse kiezers vindt het klimaatstandpunt van een partij belangrijk voor de uiteindelijke stemkeuze, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Milieudefensie.

En dat zie je ook terug in de verkiezingsprogramma’s. Volgens adviseur Public Affairs bij Natuur & Milieu Karen van den Einden, heeft klimaat bij bijna alle partijen een prominentere plek gekregen in het verkiezingsprogramma in vergelijking met vier jaar geleden. ‘Destijds hadden partijen als de VVD en het CDA, met het uitvoeren van het energieakkoord van 2013, eigenlijk helemaal geen grote nationale ambities op het gebied van klimaat,’ zegt ze. Als voorbeeld geeft ze de CO₂-heffing op de industrie. ‘Dat is nu in het Klimaatakkoord opgenomen, destijds had alleen GroenLinks dat in het programma staan.’

Maar de afgelopen vier jaar is de ernst van de klimaatkwestie steeds meer tot Den Haag doorgedrongen. In 2017 was het debat volgens Van den Einden van heel andere aard. ‘Toen ging de discussie er nog over of het écht nodig was om harde afspraken te maken over de klimaatdoelen en of die moesten worden vastgelegd.’ Zo was de VVD van mening dat het terugdringen van CO₂-uitstoot geen taak voor de overheid is. Maar op 28 juni 2018 was het Klimaatakkoord een feit. Hierin presenteerde het kabinet de belangrijkste afspraken op het gebied van klimaat voor 2030. Het belangrijkste doel is om de CO₂-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 met 49 procent terug te dringen. De afspraken uit het akkoord staan volgens Van den Einden inmiddels niet meer ter discussie. ‘Ook niet bij partijen als de VVD en het CDA. De vraag is niet meer óf er een duurzaamheidstransitie komt, maar hoe we gaandeweg de knelpunten oplossen en wie de rekening betaalt.’

Koplopers versus volgers

Voor een verstandig klimaatbeleid zitten kiezers bij de meeste partijen volgens Louise van Schaik wel goed. Van Schaik is afdelingshoofd EU & Global Affairs bij het Clingendael Instituut en leidt daar het onderzoek naar klimaatverandering. ‘Alleen Forum voor Democratie, de PVV en in minder mate de SGP zijn hierop een uitzondering,’ zegt ze. Forum voor Democratie ontkent dat er überhaupt sprake is van zoiets als een klimaatcrisis en ook volgens de PVV zijn schommelingen in het klimaat volkomen normaal. Een klimaatbeleid is volgens de partij dus nergens voor nodig. De SGP ontkent de klimaatcrisis niet, maar vindt wel dat het doel van 49 procent CO₂ -reductie minder bindend moet zijn en uit de Klimaatwet moet worden gehaald.

Bij de rest van de partijen heb je koplopers en volgers. ‘De VVD en het CDA houden zich aan de Europese klimaatdoelstellingen, terwijl progressieve partijen zoals D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren een stapje meer willen zetten,’ zegt van Schaik. Afgelopen december sloten de Europese leiders een nieuw akkoord wat betreft de klimaatdoelen: de CO₂-reductie moet in 2030 met 55 procent verminderd zijn ten opzichte van 1990.

De ChristenUnie volgt dat streven naar zeker 55 procent reductie, DENK houdt het op 40 procent, 50PLUS noemt geen percentages maar wil een ‘krachtig klimaatbeleid’. D66 en GroenLinks vinden dat niet snel genoeg gaan en mikken op 60 procent. De PvdA, in veel opzichten vergelijkbaar wat betreft klimaatbeleid, houdt het op 55%. Als het aan fractievoorzitter Rob Jetten van D66 ligt, komen de klimaatambities van Nederland de komende vier jaar alleen maar hoger te liggen. ‘Dat zal wel moeten, als we de doelstellingen van Parijs willen halen,’ legt hij uit. Daarom presenteert D66 in het verkiezingsprogramma van dit jaar nog een aantal extra maatregelen. Jetten: ‘We pleiten voor een duurzaamheidsheffing op slecht geproduceerd voedsel en we willen een generieke heffing voor elke ton CO₂ die bedrijven uitstoten.’

De vraag is alleen of zulke ambities haalbaar zijn. Van Schaik: ‘Dat betekent dat we een enorme inhaalslag moeten maken op het gebied van duurzame energie. Daarin lopen we nu al achter op de rest van Europa. Daar komt bij dat we geen bergen hebben en een dichtbevolkt land zijn. Dat helpt niet mee.’ Van den Einden tekent wel aan dat D66 veel beloftes uit het vorige verkiezingsprogramma is nagekomen. ‘De verplichte CO₂-reductie van 49 procent als afspraak in het regeerakkoord is echt te danken aan D66, en de ChristenUnie.’

De VVD zal de afspraak uit het Klimaatakkoord van 49 procent in ieder geval nakomen. Van Schaik: ‘De partij zegt te streven naar 55 procent, maar houdt daarbij wel een slag om de arm.’ Daar komt bij dat de partij van Mark Rutte de CO₂-uitstoot, net als het CDA (D66 houdt de deur op een kier), wil terugdringen door meer te gaan werken met kernenergie. Volgens Tweede Kamerlid voor de VVD Mark Harbers is dat noodzakelijk. ‘Met alleen windmolens en een aantal andere technieken gaat het ons niet lukken om vrijwel geen CO₂ meer uit te stoten. Daar komt bij dat de vraag naar elektriciteit enorm zal stijgen, bijvoorbeeld door het gebruik van elektrische auto’s’.

De meeste andere partijen zien hier niets in. Vanwege de veiligheid, omdat ze denken dat de reductie ook gehaald kan worden zonder nieuwe kerncentrales en omdat niet duidelijk is wat er met het afval moet gebeuren. Kernenergie creëert volgens Van Schaik in feite een nieuw probleem. ‘Kerncentrales produceren afval dat duizenden jaren intact blijft en schadelijk is. Dat afval moet je wel ergens opslaan.’

Ook valt er wel wat af te dingen op het beleid dat de VVD voert ten opzichte van de luchtvaart. ‘De VVD is één van de weinige partijen die zijn mening wat betreft Schiphol, de afgelopen vier jaar niet heeft bijgesteld,’ zegt Van den Einden. ‘Je ziet dat de meeste partijen vinden dat ook de luchtvaart gewoon moet voldoen aan het klimaatbeleid, alleen voor de VVD staat de deur open voor groei.’ De VVD vindt dat de Nederlandse luchtvaart ook in de toekomst ‘beheerst kan blijven groeien’. ‘Maar we willen wel dat er serieuze verduurzaming plaatsvindt’ zegt Harbers. ‘Bijvoorbeeld door het heffen van accijns op kerosine en het bijmengen en schaalbaar maken van biokerosine.’

De inzet van schonere, en stillere, vliegtuigen zal milieuwinst betekenen, zoals vermindering van de CO₂-uitstoot, denkt de VVD. Maar volgens Van den Einden is dit scenario veel te optimistisch. ‘We kunnen de doelstellingen voor 2050 alleen halen als de uitstoot veroorzaakt door de industrie, de landbouw én de luchtvaart drastisch omlaag gaat,’ zegt ze. ‘De luchtvaart verduurzamen is niet genoeg. Bovendien gaat de ontwikkeling van schonere vliegtuigen nu nog te langzaam.’

Waar de VVD de luchtvaart lijkt te willen sparen, wil het CDA dit bij de landbouw. De partij vindt dat de overheid de duurzaamheidsdoelen vast moet leggen, maar de uitvoering aan de sector zelf moet laten. Van den Einden: ‘Andere partijen zijn hierin veel dwingender en hameren op de rol van de overheid en het belang van het maken van concrete afspraken.’

Niet haalbaar

Van de progressieve partijen heeft de Partij voor de Dieren het meest ambitieuze programma. Zo wil de partij onder andere dat de veestapel met 75 procent krimpt. Ook is het de bedoeling dat Nederland in 2030 al volledig klimaatneutraal is, wat betekent dat we niet of nauwelijks nog CO₂ uitstoten. Volgens Van Schaik is dat op zo’n korte termijn niet haalbaar. ‘Voor zo’n transitie heb je allerlei investeringen nodig, bijvoorbeeld op het gebied van landbouw. Negen jaar is dan écht te kort.’ Ook het Eurosceptische karakter van PvdD een probleem zijn. Van Schaik: ‘Juist bij een groot thema als klimaat moet je op Europees niveau samenwerken, anders hebben maatregelen maar een heel beperkt effect.’

Het Klimaatakkoord mag dan niet meer ter discussie staan, de vraag is wel wie de rekening gaat betalen. Een heikel punt is de overstap van aardgas naar duurzame energie. Het is de bedoeling dat 1,5 miljoen huizen in 2030 van het gas af zijn. Maar het aardgasvrij maken van je huis kost duizenden euro’s en niet iedere eigenaar kan of wil dat betalen. Partijen als GroenLinks, D66 en PvdA vinden dat de overheid hier een leidende rol in moet spelen en subsidies voor bijvoorbeeld isolatie moet verstrekken voor het verduurzamen van woningen. De VVD daarentegen legt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de eigenaar zelf en wil niet overgaan tot verplichten.

De klimaatexperts zijn het er daarmee over eens: GroenLinks, D66, PvdA en de Partij voor de Dieren vormen de voorhoede in het oplossen van de klimaatcrisis. Op welke van de vier te stemmen? Ze brengen zelf liever geen stemadvies uit, maar tijdens de coalitieonderhandelingen zullen veel van de groene doelstellingen van bijvoorbeeld de PvdD waarschijnlijk sneuvelen. Een beetje pragmatisme bij de stemkeuze kan volgens Van Schaik dan ook geen kwaad. ‘Je hebt niet zoveel aan ambitieuze klimaatplannen als die niet worden vastgelegd in een akkoord. De kans dat minder radicale partijen er samen met de VVD en CDA uit zullen komen is veel reëler, het kan daarom lonen om daarop te stemmen.’

Afbeelding van Robin Wolff via Pixabay

Mijn gekozen waardering € -

Hagar Jobse werkt sinds 2012 als freelance journalist. Sinds 2014 doet ze dit vanuit Madrid en schrijft ze over Spanje. Ze schrijft graag over de menselijke verhalen achter de politiek en economie. Ook blogt ze over haar eigen ervaringen.