De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’. De Tweede Wereldoorlog als industrie (3)

De handel in Tweede Wereldoorlogmateriaal en -informatie is een booming business. Naast de handel in goederen bestaat deze ook uit de handel in sensatieverhalen, een industrie waarin waarin jaarlijks ook honderden miljoenen worden omgezet.

Op 16 en 17 januari 2022 is het wereldnieuws: de verrader van Anne Frank is gevonden! Na zes jaar diepgaand onderzoek, onder leiding van een heuse oud FBI-agent, heeft een coldcaseteam van Amerikaanse en Nederlandse onderzoekers het mysterie dat de mensheid al zevenenzeventig jaar in de greep hield ontrafeld. En, o shock: de verrader was een Jood!

Alle details over de speurtocht en de ontdekking staan in het boek The Betrayal of Anne Frank van de Canadese bestsellerauteur Rosemary Sullivan. Het wordt gepresenteerd in een strak geregisseerde publiciteitscampagne. De aftrap vindt plaats op 16 januari in het goedbekeken CBS tv-programma 60 minutes , gevolgd door – in Nederland – het NOS-nieuws en de kranten NRC Handelsblad, De Volkskrant en Het Parool. Deze gazetten brengen het op 17 januari als jubelend voorpaginanieuws. Ook op de vele pagina’s die ze er die dag verder aan besteden is het een en al kritiekloze lofzang op het onderzoek en het bijna 400 pagina’s tellende boek (dat door geen enkele redactie grondig bestudeerd was). Na zoveel hosannah-gebrul kan de rest van de wereld niet achterblijven: nieuwsredacties van over de hele planeet papegaaien het: de Judas is gevonden!

De hele wereld?

De hele wereld? Bijna- in een klein stadje aan de Spree luiden Antonia Kleikamp en Sven Felix Kellerhoff van het Duitse dagblad Welt nog op diezelfde 17de januari de alarmbel. Ze herinneren hun lezers eraan dat in 2016 het rapportOnderzoeksverslag inzake verraad en arrestatie van de onderduikers in het Achterhuisvan de aan de Anne Frank Stichting verbonden historicus Gertjan Broek verscheen. Daarin stelt Broek dat er geen enkel hard bewijs is voor verraad – er zijn alleen aannames – en dat de arrestatie evengoed op toeval kan berusten, als bijvangst bij een huiszoeking naar gestolen bonkaarten. Ook daarvoor is geen hard bewijs – maar het toont wel aan dat elk onderzoek dat zich alleen richt op het vinden van de verrader op tunnelvisie berust.

Ook de Nederlandse historicus Bart van der Boom trekt aan de bel, middels dit artikel in De Groene Amsterdammer van 26 januari. Hij werkt al geruime tijd aan een studie over de Joodsche Raad, en dat hij dat doet is al tenminste sinds 2019 algemeen bekend bij iedereen die beroepshalve met de geschiedenis van de Jodenvervolging in Nederland te maken heeft. Van der Boom blijkt niet benaderd te zijn door het “coldcaseteam”, niet door de Canadese schrijver, niet door redacteuren van HarperCollins en Ambo Anthos, niet door de NOS-nieuwsredactie, en niet door de jubeldagbladen.

“Het verraad” 1: adreslijsten bij de Joodsche Raad

Het hele “bewijs” van het verraad berust op de aanname dat het bestuur van de Joodsche Raad de beschikking had over adreslijsten van panden met Joodse onderduikers. Er waren na de oorlog geruchten dat de Joodsche Raad dit soort lijsten gehad zou hebben, maar enig bewijs daarvoor is nooit gevonden. Het zou ook niet logisch zijn dat de Joodsche Raad, die juist opriep om niet onder te duiken, zulke lijsten bezeten zou hebben.

Het coldcaseteam stelt dat post van in Kamp Westerbork geïnterneerde Joden aan onderduikers via de Joodsche Raad bij die onderduikers belandde – maar ook dat is onzin: post vanuit Westerbork ging rechtstreeks naar de geadresseerden. Post aan onderduikers werd bovendien vrijwel altijd naar een niet ondergedoken tussenpersoon gestuurd, die de brief vervolgens, vaak via-via, aan de juiste ontvanger bezorgde.

Het is denkbaar dat er lijsten met onderduikadressen bestaan hebben. Lijsten in het bezit van de Sichterheitsdienst (SD), opgesteld op basis van informatie verzameld door beruchte verraders als Ans van Dijk, Johnny den Droog en Anton van der Waals – om er maar een paar te noemen.

Ook is het denkbaar dat lijsten met onderduikadressen gebruikt zijn door leden van de Landelijke Organisatie – de verzetsorganisatie die de distributie van bonkaarten aan onderduikers verzorgde. Maar het coldcaseteam heeft het er niet over, althans niet in verband met de arrestatie van de onderduikers in het Achterhuis.

De Joodsche Raad

Joodse Raden werden in de bezette gebieden door de nazi’s opgericht, als buffer tussen de bezetter en de Joodse bevolking. Ze werden bestuurd door vooraanstaande Joden, die nazi-verordeningen moesten uitvoeren. De Joden die toetraden tot deze raden dachten dat ze in staat zouden zijn daarmee de anti-Joodse maatregelen te kunnen verzachten – terwijl ze voor de bezetter juist essentieel waren om de Joodse bevolking kalm te houden en de deportaties vlekkeloos te laten verlopen.

Direct na de oorlog werden de hoofdbestuurders van de Amsterdamse Joodsche Raad, die daarom van collaboratie werden beschuldigd, maar van strafvervolging is uiteindelijk afgezien. Terecht of onterecht? Anno 2022 is het onzinnig om daarover een moreel oordeel te vellen – simpelweg omdat we ons niet kunnen verplaatsen in het duivelse dilemma waarin de toenmalige bestuurders verkeerden, en waarover Bart van der Boom verhaalt in zijn eerste reactie op de “onthulling”.

“Het verraad” 2 – de notaris

De gerespecteerde notaris Arnold van den Bergh was een van de bestuursleden van de Nederlandse Joodsche Raad. Hij en zijn gezin overleefden de Shoah.

Dat hij en zijn gezin wisten te overleven is volgens het coldcaseteam geen toeval. Als bestuurslid van de Joodsche Raad zou Van den Bergh lijsten met onderduikadressen bezeten hebben. Als hij door de nazi’s gearresteerd zou worden, dan vormden die lijsten een vrijbrief. Want als hij verraadde waar Joden ondergedoken zaten, dan zouden hij en zijn gezin vrijuit gaan.

Ook deze aanname is compleet uit de lucht gegrepen. Verzetsmensen en Joden die gearresteerd werden, en al dan niet na marteling onderduikadressen prijsgaven gingen doorgaans niet vrijuit. Ze werden vrijwel altijd of neergeschoten of naar een gevangenis, strafkamp, concentratie- of vernietigingskamp gestuurd. In een paar zeldzame gevallen werden ze gespaard en ingezet als V-Mann of V.-Frau. Maar er is geen enkele aanwijzing dat notaris Van den Bergh V-Mann is geweest.

“Het verraad” 3 – het anonieme briefje

Hét bewijs voor het verraad van de notaris is, volgens het coldcaseteam dit briefje.

Het is een getypt afschrift van een anoniem briefje dat Otto Frank in of vóór 1958 ontving. Volgens The Betrayal van Anne Frank zou Otto Frank het origineel van dit briefje kort na terugkeer uit Auschwitz ontvangen hebben, dus in 1945. Maar de eerste keer dat, zover valt na te gaan, het bestaan van het origineel ergens genoemd wordt is 1958, in een brief van Johannes Kleiman (een van de mensen die de onderduikers in het Achterhuis hadden geholpen) aan Otto Frank. Dat strookt dan weer met de datering van het afschrift door de Duitse typemachinespecialist Bernard Haas – die meent dat het circa 1957 getikt moet zijn.

Coldcaseteamleden Vincent Pankoke en Pieter van Twisk (op de website van het team, 3 februari 2022, ) stellen dat Otto Frank in december 1945 in een gevangenis rechercheur Gringhuis (een van de Nederlandse politiemannen die betrokken was bij de arrestatie van de onderduikers) confronteert met de inhoud van dit briefje. Maar er is geen bewijsmateriaal dat deze stelling onderbouwt.

“Het verraad” 4: het briefje bewijst niets

Alles dat te zeggen valt over de inhoud van het briefje is dat iemand Otto Frank heeft willen wijsmaken dat Arnold van den Bergh de SD een “hele lijst” van onderduikadressen heeft gegeven.

Alle verdere informatie in dit briefje had iedereen met een oud Amsterdams adressenboek (voor het adres van Van den Bergh) en die na de oorlog kranten las, waarin gemeld wordt dat de “Aussenstelle für jüdische Auswanderung” in het SD-hoofdkwartier aan de Euterpestraat gevestigd was, kunnen opschrijven, zoals in deze twee stukken uit 1952, in Het Parool en De Waarheid.

Alles wijst er dus op dat het originele briefje jaren na de oorlog geschreven is. Hoogstwaarschijnlijk na de dood van de notaris in 1950, over wiens uitvaart destijds uitgebreid verslag gedaan werd, mogelijk getriggerd door het wereldwijde succes van het toneelstuk The diary of Anne Frank (1955).

Wie heeft dit briefje geschreven en waarom? We weten het niet en we zullen het nooit weten.

Wat we wel weten is dat dit briefje, dat door andere media als “flinterdun bewijsmateriaal” is bestempeld, nog minder is dan dat.

 

Het doel van het coldcaseteam: maximale winst

Uit het voorgaande wordt een ding duidelijk: het coldcaseteam was er van meet af aan op gebrand een dader voor het vermeende verraad aan te wijzen. Waarom?

Het antwoord is simpel: maximale winst middels sensationeel nieuws.

Onderzoeksjournalisten Rosanne Kropman en Henk Willem Smits van Follow the Money, die het financiële verhaal achter The Betrayal of Anne Frank onderzochten, vatten het helder samen:

The Betrayal of Anne Frank was een hype nog voordat er een letter op papier stond. Het plan: met een onderzoeksteam onder leiding van een oud-FBI’er zoeken naar de verrader van de bewoners van het Achterhuis. Proditione Media bv, de productiemaatschappij achter het idee, haalde met luchtfietserij tonnen binnen aan voorschotten van Ambo Anthos en HarperCollins. ”

Tonnen? Jawis – volgens welingelichte bronnen 150.000 euro van Ambo Anthos en 400.000 van HarperCollins. Daarnaast verleende de gemeente Amsterdam een subsidie van 100.000 euro. De boekproductie werd verder meegefinancierd door het Nederlands Letterenfonds, dat in 2019 zijn writer’s residence in hartje Amsterdam een maand ter beschikking stelde van Rosemary Sullivan, de schrijfster van het boek. 

Dat deze luchtfietserij slaagde komt mede doordat, volgens dagblad Trouw, bij de subsidieaanvraag – en mogelijk ook bij de onderhandelingen met de uitgevers – werd geschermd met tal van namen van échte experts die van niks wisten. Een truc die óók in het boek is toegepast.

In de Boeken Top-10

Hoe het ook zij: hoewel in Nederland een ongekende een storm van kritiek uitbarst staat het boek eind januari/begin februari 2022 in Nederland in de top-10 van bestverkochte non-fictie boeken. Idem dito in de Verenigde Staten en Canada (waar de storm eerst nu begint op te steken).

Het is dus niet alleen het coldcaseteam en de schrijfster die hebben verdiend aan dit project. Hoewel de Nederlandse uitgeverij Ambo Anthos inmiddels heeft laten weten het boek niet langer te leveren aan de boekhandel en van een tweede druk af te zien, gaat de verkoop in Nederland nog gewoon door.

Net als in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada. HarperCollins heeft nog geen enkel signaal gegeven het boek uit de handel te nemen, want, zoals Bertolt Brecht het al in 1928 schreef: “Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral.”

Wrang

Vooral het gedrag van de Nederlandse boekhandelaren in deze is wrang: in 1940 haalden hun voorgangers op eigen initiatief boeken van Joodse auteurs uit de winkel en retourneerden ze aan de uitgevers, uit angst om met onverkoopbare boeken te blijven zitten. Ook drongen ze er bij de Duitse autoriteiten erop aan om een lijst met verboden boeken op te stellen zodat zij, de boekverkopers, geen verlies zouden leiden door onverkoopbare boeken in te kopen.

Maar het zijn niet alleen de uitgevers en boekhandelaren die profiteren. De losse verkoop van kranten die het “nieuws” op 17 januari pontificaal op de voorpagina hadden gezet, zal significant hoger zijn geweest dan normaal. De tv-shows die het nieuws brachten hadden hoge kijkcijfers, en dus meer reclameopbrengsten.

Fase 2

En dit alles is nog peanuts. Want het boek, dat nu al de bestsellerstatus heeft, was niet het doel maar het middel om fase 2 te bereiken: een tv-documentaireserie over de spectaculaire zoektocht en sensationele vondst van de verrader!

Een documentaire gelijk de idiote, maar goed bekeken History Channel-documentaire over de zoektocht naar de ontsnapte Adolf Hitler in Argentinië, over Hitlers geheime seksleven, et cetera. Ook daarin figuren voormalige FBI-agenten en weinig integere wetenschappers in het team als experts om de geloofwaardigheid op te krikken. Ook daarin presenteert men ‘nieuw ontdekte’ oude documenten, die al jaren bekend zijn. Waaromheen de documentairemakers het verhaal opbouwen en de zoektocht van tevoren uitstippelen, om vervolgens zogenaamd van alles te ontdekken.

In zúlke documentaireseries zit het echte geld: de tv-rechten kunnen in de miljoenen lopen.

Het onderzoek en het boek

Het onderzoek van het coldcaseteam onder leiding van de Nederlandse filmproducenten Pieter van Twisk en Thijs Bayens – lieden zonder enige onderzoekservaring – en oud FBI-agent Vince Pankoke – een man zonder noemenswaardige expertise op coldcasegebied, in 60 Minutes verklaarde hij dat zijn oudste coldcase een slechts vijf jaar oude zaak was) staat uitgebreid beschreven in The Betrayal of Anne Frank.

Zo uitgebreid, dat zelfs zaken die makkelijk via internet te achterhalen zijn, als spannende speurtochten met sensationele ontdekkingen worden weergegeven.

Het coldcaseteam bestond volgens het boek uit maar liefst eenendertig personen, gesteund door een team van twintig “consultants to the team”.

Inmiddels is duidelijk geworden dat sommige teamleden niets meer dan een eenmalige presentatie aan het kernteam verzorgden, en dat meerdere (zo niet alle) “consultants” alleen zijdelings geraadpleegd zijn. Hun namen worden alleen opgevoerd om hun onderzoek en boek op te pimpen.

Precies hetzelfde gebeurt in het literatuuroverzicht: een lange waslijst aan boeken, maar in het notenapparaat (van het originele Engelstalige boek) blijven de meeste van die werken ongenoemd. Daar zie je vooral in het Engels verschenen werken. Dat is enerzijds vreemd, anderzijds heel begrijpelijk, want de schrijfster, Rosemary Sullivan, spreekt geen woord Nederlands.

Een gecorrumpeerde boekrecensie als bron?

En dan wordt het pas echt gek: in het literatuuroverzicht staat het boek De bewakers van Westerbork, van Frank van Riet. In het hoofdstuk over Westerbork wordt echter niet naar dat boek verwezen, maar naar een gecorrumpeerde Volkskrantrecensie van dat boek, geschreven door Ad van Liempt, en kennelijk door iemand voor de schrijfster vertaald. What the fuck?: verwijzen naar een recensie, in plaats van naar het eigenlijke boek?

Maar het kan nog gekker: de allerlaatste noot betreft een verwijzing naar… Wikipedia (en dan niet naar een van datum voorziene versie, maar naar het algemene lemma, waar iedereen naar hartenlust op kan knoeien).

Voor een wetenschappelijk verantwoord geschiedkundig werk zijn dit alleen al twee doodzonden.

“Niet om bij te dragen aan de wetenschap”

Hoho! Waarom zou dit werk wetenschappelijk verantwoord moeten zijn? Op 3 februari 2022 verklaarden Vince Pankoke en Pieter van Twisk op de website van het coldcaseteam:

“Medio oktober 2017 hebben wij in de publiciteit gebracht dat we een Cold Case zouden uitvoeren met als centrale vraag: wat leidde tot de inval in het Achterhuis op 4 augustus 1944. Meteen is daarbij duidelijk gemaakt dat het onderzoek onder leiding zou staan van de gepensioneerde FBI-rechercheur Vince Pankoke. Daarmee maakten wij duidelijk dat we uitdrukkelijk niet kozen voor een historisch wetenschappelijke benadering, maar een opsporings benadering. Opsporingswerk omvat een grondig en systematisch onderzoek naar iets specifieks. De focus van de onderzoeker is om een specifieke zaak op te lossen en niet om bij te dragen aan de wetenschap.”

Nu dient juíst opsporingswerk wetenschappelijk verantwoord te zijn. Een onderzoeksrapport bij opsporingswerk is in de eerste plaats bedoeld voor een Officier van Justitie, die wettig en overtuigend bewijs aan een rechter moet presenteren om een zaak op te lossen.

Nu zijn “wetenschappelijk verantwoord” en “wettig en overtuigend” niet precies hetzelfde, maar ze komen uiteindelijk wel overeen. En bovendien, als de leden van het coldcaseteam “uitdrukkelijk niet kozen voor een historisch wetenschappelijke benadering”, waarom voeren ze dan wel een hele batterij wetenschappers op? Om te verhullen dat het CCT-onderzoek in wezen weinig verschilt van onderzoek middels een heksenproef?

Heksenproef en algoritmes

Want uiteindelijk is het hele CCT-onderzoek niets meer dan dat. Dit blijkt ook uit deze passages:

“By midsummer 2019 the Cold Case Team had only four theories about the betrayal that still seemed viable. All others had been eliminated, either because the team found them improbable, or, for a few, because there was not enough information to investigate further.” (blz. 272)

De theorie dat er mogelijk sprake was van toeval was toen al op oneigenlijke gronden van tafel geveegd (met zo’n theorie maak je natuurlijk geen spannende tv-documentaire).

En:

“When Vince sat down with the scientists from Xomnia (een software-bedrijf), they suggested that because the team was working on such an old case with missing data, the puzzle of the August 4, 1944, arrest would almost certainly never be complete. Yet at some point the program’s algorithms would be able to predict what or who was the likely suspect.” (blz. 102)

Oftewel – terwijl allerhande gegevens ontbreken, zoal bijvoorbeeld de namen van mensen die nooit van verraad verdacht zijn geweest, maar het theoretisch wel gedaan zouden kunnen hebben – rolt er door gegoochel met algoritmes de meest waarschijnlijke verdachte uit.

Met precies zulke algoritmes en drogredenaties hielp de Nederlandse Belastingdienst tienduizenden gezinnen de vernieling in, in wat we kennen als De Toeslagenaffaire. Dat zal de oud-FBI agent ontgaan zijn: hij beheerst immers het Nederlands niet.

De schrijfster

Ook de schrijfster, de Canadese Rosemary Sullivan, spreekt geen Nederlands. Op zich is dat niet onoverkomelijk, maar dat heeft er wel mede toe bijgedragen dat de Engelse versie van het boek, het originele boek waar alle andere versies aftreksels van zijn, wemelt van verkeerd weergegeven Nederlandse woorden. Dat zijn op zich kleine gebreken, al is het raar om voortdurend “Uitgiverij ” te lezen of zoiets als “heet gerechthof in München.” 

Wat deze onkunde problematisch maakt, is dat de schrijfster daardoor alleen in het Engels of naar het Engelse vertaalde boeken als bron heeft kunnen gebruiken. Enkele losse Nederlandse artikelen werden voor haar vertaald – maar meer ook niet. Ze werkte dus met enorme taalkundige oogkleppen op.

Sullivan is ook niet bepaald bekend met de kaart van Nederland: zo heeft ze het over een in 1960 overstroomde plattelandsregio ergens noordelijk van Amsterdam – waarmee ze Tuindorp-Oostzaan bedoeld, een wijk in Amsterdam-Noord. Kamp Westerbork situeert in een moerassig veengebied – terwijl het midden op de Drentse zandgronden ligt. Groningen ligt volgens haar vlakbij Amsterdam, maar Arnhem is volgens haar, ten opzichte van Amsterdam, “the distant eastern city”.

Gespeend van topografische kennis

Voor wie net als Sullivan gespeend is van topografische kennis: de afstand Amsterdam-Groningen bedroeg in 1944 tenminste 200 kilometer (tegenwoordig, dankzij snelwegen en polders teruggebracht tot 179 km), Amsterdam-Arnhem was toen en is nu zo’n 100 kilometer.

Ook haar algemene geschiedeniskennis verbaast: volgens Sullivan financierden Duitse industriëlen Hitler ná zijn machtsovername – terwijl ze dat juist ervóór deden. En ook stelt ze dat Duitse bedrijven als Bayer, BMW, Krupp, Daimler, en IG Farben rijker uit de oorlog kwamen dan dat ze ervoor waren – het is haar kennelijk ontgaan dat Duitsland in 1945 grotendeels in puin lag en dat genoemde bedrijven zo goed als failliet waren. En dat wat er nog aan fabrieken in het oostelijk deel stond, door de Sovjets naar de Sovjet-Unie versleept werd.

Sullivan stelt ook dat de NSB in 1935 verboden werd. Onzin, dat gebeurde eerst in 1944, door de Nederlandse regering in ballingschap. Volgens haar ook stond de NSB onder invloed van Hermann Göring. Ook dat is quatsch – in 1940 schonk Mussert een luidklok aan deze nazibons – die vervolgens niets van zich liet horen.

En de Spoorwegstaking, die door dezelfde regering werd uitgeroepen op 17 september 1944, bij het begin van operatie Market Garden oftewel de Slag om Arnhem, plaatst Sullivan al vóór de arrestatie van de onderduikers in het Achterhuis, op 4 augustus 1944. Als Sullivan gelijk had, dan waren de onderduikers uit het Achterhuis niet verder gekomen dan Westerbork. Helaas…

Rosemary Sullivan ging niet in op vragen onzerzijds. Wel gaf ze in januari, vóór het boek verschenen was, een interview aan de Canadese krant Globe and Mail, dat veel inzicht geeft in haar werkwijze (dit werd eerst op 5 februari gepubliceerd). Over de vergoeding voor haar schrijfwerkzaamheden berichtte ze dat ze: “not getting paid very much” was. Sure.

 

De conclusie van het coldcaseteam en Sullivan

Hoewel coldcaseteamleden in interviews rond het boek beweren dat het verraad van Arnold van den Bergh maar voor 85 tot 87% vaststaat, oftewel, dat ze een flinke slag om de arm houden, staat in het boek dit:

“The fact that a respected Dutch Jew had likely passed addresses to the SD, that someone not all that dissimilar from Otto Frank himself had been Otto’s betrayer… it is shocking. But they could not remain silent. As Rabbi Sebbag had told Thijs at the beginning of the investigation, the most important thing, the only real loyalty any of us should have is to the truth.”

Dit is geen 85%, geen 87%, maar een zeer stellige veroordeling.

Vincent Pankoke en Pieter van Twisk gingen niet in op vragen onzerzijds.

Het gedraai van uitgeverij Ambo | Anthos

De Nederlandse uitgeverij heeft tot dusverre twee verklaringen afgegeven. De eerste, per mail aan de auteurs uit het uitgeverijfonds, dateert van 31 januari 2022. Daarin stelt de uitgeverij:

“Omdat de wereldrechten werden gekocht door HarperCollins bepaalden zij de inhoud. Op dit moment worden de conclusies van het onderzoek door verschillende onderzoekers in twijfel getrokken. Het spijt ons zeer dat de inhoud van een uitgave van onze uitgeverij een dergelijke reactie uitlokt. (…) Wij wachten op antwoorden van het onderzoeksteam op de vragen die zijn gerezen en stellen de beslissing om eventueel bij te drukken voorlopig uit.

We bieden onze oprechte verontschuldigingen aan, aan eenieder die zich door het boek gegriefd acht.”

In een van de drie dankwoorden in “The Betrayal of Anne Frank” schrijven Thijs Bayens, Pieter van Twisk en Luc Gerits, drie heren die zowel fimproductiemaatschappij Proditione Media als lid waren van het coldcaseteam:

“Our gratitude also extends to our publishers, managing director Tanja Hendriks and publisher Laurens Ubbink of Ambo | Anthos, who gave us valuable input during the writing process.”

Dus hoezo wist men bij Ambo | Anthos van niets van de inhoud?

Op zondag 5 februari kwam deze uitgeverij met een tweede verklaring:

“Rond het boek Het verraad van Anne Frank geschreven door Rosemary Sullivan is dusdanig veel commotie ontstaan dat wij als uitgever, na overleg met de onderzoekers, besloten hebben het boek tijdelijk niet uit te leveren. We zijn in overleg met de betrokken partijen op welke manier uitlevering hervat kan worden.”

In tegenstelling tot wat veel nieuwsmedia bericht hebben, heeft Ambo Anthos dus nog steeds geen publieke excuses aangeboden.

Uitgeverij Ambo | Antos ging niet in op vragen onzerzijds.

Ook het Letterenfonds, dat Rosemary Sullivans verblijf in Nederland faciliteerde (zie Jaarverslag 2019, bladzijde 70), reageerde niet op onze vragen.


HarperCollins Deutschland

Op 22 maart 2022 staat de publicatie van de Duitse vertaling van het boek aangekondigd. Momenteel onderzoekt men het boek inhoudelijk. Jürgen Welte, de uitgever van de uitgeversgroep Harper-Collins Duitsland, verklaarde aan Welt: De relatief late verschijningsdatum van de Duitstalige uitgave toont aan dat wij uiterst verantwoordelijk met dit gevoelige onderwerp omgaan”.

HarperCollins Canada

Aan de Globe and Mail verklaarde de Canadese tak van HarperCollins op 5 februari 2022: “At this time, HarperCollins and international affiliates will not be commenting on another Publisher’s decision.”


HarperCollins International

De hoofdverantwoordelijke voor de ontstane ellende, uitgeefconcern HarperCollins, heeft vragen onzerzijds onbeantwoord gelaten.

Protest van het Europese Joodse Congres

Op 1 februari 2022 heeft het Europese Joodse Congres, de overkoepelende organisatie van de Joodse gemeenschappen in Europa, er bij HarperCollins op aangedrongen het omstreden boek uit de handel te nemen, omdat het de herinnering aan Anne Frank en de waardigheid van Holocaust overlevenden aantast.

HarperCollins noch Ambo | Anthos hebben hierop gereageerd.

Juridische stappen?

Op 5 februari berichtte het AD: “Ondertussen beraadt de familie van de beschimpte notaris Arnold van den Bergh zich op juridische stappen, zegt nabestaande Elise Tak. Een kleindochter van Van den Bergh, die aan het coldcaseonderzoek meewerkte, deed dat volgens haar omdat zij dacht dat het ging om een familieportret. ,,De insteek bleek heel anders. De familie is in shock. Dit is niet meer recht te zetten.’’”

Reacties van Holocaustoverlevenden

Avraham Roet, een school- en leeftijdsgenoot van Anne Frank, overleefde de oorlog doordat zijn ouders met zijn broers en hem wisten onder te duiken – twee van zijn zussen en zijn grootvader werden echter in Auschwitz vermoord. In The Jerusalem Post spreekt hij zijn afschuw uit over The Betrayal of Anne Frank.

Eddy Boas  (1940) werd met zijn ouders en oudere broer werd in 1944 vanuit Kamp Westerbork naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Ze overleefden, als enigen van twee families. Zijn vader, uitgeput door alle ontberingen en de strijd met de naoorlogse Nederlandse bureaucratie, overleed in 1948.  In 1954 emigreerde zijn moeder met zijn broer en hem naar Australië – het wonen in het harteloze Nederland meer dan beu. Boas geeft zijn mening over de huidige affaire in the Australian Jewish News  

Het wrange aan dit alles: we´ve seen it all before

Wat rond The Betrayal of Anne Frank gebeurd is, is helaas geen incident. In februari 2016 bracht een Nederlandse uitgever het boek Bloemen van het kwaad uit dat gedichten van Adolf Hitler zou bevatten. Toen begon het mediaoffensief in dagblad Trouw. Hoewel we nog op dezelfde dag aantoonden dat tenminste een van die gedichten absoluut niet door Hitler geschreven was, wilde Trouw niet rectificeren. Enkele dagen later opende De Wereld Draait Door, de destijds best bekeken tv-talkshow met datzelfde fake Hitlergedicht, dat wederom als authentiek gepresenteerd werd. Vervolgens gingen alle nieuwsmedia in Nederland en Vlaanderen met de waan mee, want Hitler verkoopt, net als Anne Frank.

Eerst een jaar later, nadat Jaap van den Born en schrijver dezes aantoonden dat ook alle andere zogenaamde Hitlergedichten in dat boek vervalsingen waren, en dat het werk grotendeels uit plagiaat was opgebouwd, volgden schoorvoetend de rectificaties. Het idiote boek bleef echter gewoon te koop.

Een vrijwel zeker echt Hitlerschilderij!

In november 2017 volgde het tweede incident: de Volkskrant en het NIOD creëerden wereldnieuws door rond te bazuinen dat het instituut een “vrijwel zeker echte” Hitleraquarel te hebben verworven. Media van over de hele wereld namen het nieuws kritiekloos over. Nadat Van den Born en schrijver dezes binnen enkele weken aantoonden dat er geen enkel bewijs was voor de authenticiteit van dat werk (sterker nog: vrijwel alles duidde op een vervalsing), volgde rectificatie door de Volkskrant. Het kostte het NIOD echter een jaar om de claim in te trekken.

Jack the Ripper was een Hollander!

In februari 2018 was schrijver dezes co-auteur van een Engelstalige studie over de 19de eeuwse Nederlandse seriemoordenaar Hendrik de Jong, die in 1893 in de pers was aangeduid als “de Hollandse Jack the Ripper”. Niet omdat men destijds dacht dat hij werkelijk Jack the Ripper was, maar om aan te geven wat voor moordzuchtig persoon de heer De Jong was. Engelse kranten snapten dat niet, en beweerden vervolgens dat Jack the Ripper een Nederlander zou zijn. Iets waar nog geen greintje bewijs voor bestaat.

Toen het artikel over De Jong gepubliceerd werd, gebeurde er weer precies hetzelfde. Zowel de kwaliteitskrant Times als de Britse tabloids brulden dat The Ripper een kaaskop zou zijn. Nederlandse media kwaakten hen vanzelfsprekend na. Jack the Ripper verkoopt! Ditmaal volgden de rectificaties in Nederland snel – maar Engelse media zijn daartoe nooit overgegaan. 

Vervolgartikelen:

Deel II: De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’: the show must go on.
Deel III: Interview met Rosemary Sullivan. De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’.
Deel IV: De datering van het anonieme briefje.
Deel V: Gerommel in Duitsland en mysterieus gedoe in Nederland.
Deel VI: Ondanks vernietigend rapport blijft HarperCollins het boek wereldwijd verkopen.
Deel VII: Razend knappe tv-documentaire.
Deel VIII: Raad voor Journalistiek: NRC onzorgvuldig in berichtgeving Het Verraad van Anne Frank.
Deel IX: Amsterdam doet heronderzoek terugvordering subsidie.

Deze artikelen zijn ook in het Engels verschenen, zie “The Betrayal of Anne Frank. A 21st century canard“.

Met medewerking van Jaap van den Born en met dank aan Gaston Vrolings.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Dit is deel 3 in een serie over De Tweede Wereldoorlog als industrie.
Deel 1: 75 Jaar Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn.
Deel 2: Ciney 2021.
Achtergrond:  Tweede Wereldoorlog herinneringscentra, oorlogsbegraafplaatsen en – musea in Nederland, 2021 / bezoekersaantallen 2019.

Mijn gekozen waardering € -

Onderzoeksjournalist, dichter en samensteller van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie.
Werkt aan een boek over het Hitler-de-kunstenaar en het nazivervalsingencircuit.