De kerstgedachte van pianiste Marietta Petkova

De Bulgaarse jeugd van sterpianiste Marietta Petkova (1968) werd overschaduwd door het Sovjetregime. Kerstfeest kon alleen in het geheim worden gevierd. Maar des te dierbaarder is haar herinnering aan die intieme kerstavonden met hun rijke symboliek. "Mede daardoor voel ik het nu als mijn opdracht om iets van dat licht en die schoonheid te verspreiden."

In 1990 kwam Marietta Petkova naar Nederland. Ze had toen al internationaal naam gemaakt als aanstormend talent, maar wilde haar pianostudie te vervolgen bij Jan Wijn aan het toenmalige Sweelinck Conservatorium. Is Nederland intussen haar tweede vaderland geworden?

Petkova: ‘Nederland is mijn thuís. Bulgarije is mijn vaderland. Maar beide zijn heel belangrijk. Als ik in mijn geboortestad Roese kom, ervaar ik van alles wat ik hier niet vind. Het is moeilijk uit te leggen. Steden beginnen weliswaar steeds meer op elkaar te lijken, in materiële zin althans, maar ik bedoel details die daar bovenuit stijgen. Een boom van vroeger terugzien en dan even aan die stam voelen. Door de straatjes uit mijn kinderjaren dwalen. Of langs de Donau, en langs oude gebouwen met al die decoraties van vóór het Sovjettijdperk. Ergens een oud vrouwtje ontmoeten en weten: “O, zij is er ook nog steeds…” Of net als vroeger water drinken bij het straatfonteintje.

Weet je, er hangt een speciale sfeer in Roese. Het is een bruisende stad, waar van oudsher verschillende culturen elkaar ontmoetten en waar veel voor het eerst gebeurde. De schrijver Elias Canetti is er ook geboren. En Canetti zei: “Alles wat ik in mijn leven heb ervaren was daar al in een notendop aanwezig.” Nog steeds merk je daar een bepaald aristocratisch élan in de concertzaal of in de opera…’

Aristocratisch?

‘Ja, maar dan niet in uiterlijke zin. Van binnenuit, los van opleiding of status. Ook mensen die het financieel niet breed hebben, komen daar graag. Je voelt hoe dorstig iedereen is naar schoonheid. Muziek wordt zo dankbaar en respectvol ontvangen, dat hoor je gewoon aan het applaus. De bevolking staat open voor kunst en voor nieuwe indrukken. Na alles wat die mensen hebben meegemaakt − de oorlogen, het Sovjetregime − is bij hen toch iets intact gebleven wat niet onderhevig is aan welvaart of scholing. Daar heb ik grote bewondering voor.’

Hoe vierde je als kind Kerstfeest in Roese?

‘Tja, in mijn jeugd was het kerstfeest verboden. Nieuwjaar was wel een officieel winterfeest. Maar als je uitdrukking gaf aan religieuze gevoelens, kon je daarvoor worden vervolgd. Dus Kerst stond niet eens op de kalender, máár…’ – ze lacht – ‘tegelijk werd nergens ter wereld in ieder huis zó innig Kerst gevierd als juist hier!’

Ze mijmert over de kerstmaaltijden met de familie: ‘Mijn oma maakte dan zeven kleine, verfijnde gerechtjes. Zonder vlees, heel mooi verpakt in wijnbladeren. Er stonden ook schaaltjes met noten en vruchten. Elk gerechtje had een symbolische betekenis. En dan staken we kaarsen aan en zaten we als familie samen rondom de tafel te zingen. Die herinnering heeft zo’n stempel achtergelaten op mijn ziel… De geur van de kerstboom. De kleuren in het halfdonker: amber, oker; het goudbruin van de noten, de diepe barnsteenkleur van een peer – die mengeling van tinten is voor mij de kleur van het leven zelf geworden.
Het is trouwens ook traditie dat je in de kerstnacht de tafel niet afruimt. Als teken van gastvrijheid, zeg je…? Misschien, maar ik denk dat het vooral te maken heeft met een soort eerbiedige waakzaamheid, met aandacht. De rust daalt neer, maar er valt geen duisternis.”

Zet je die traditie zelf ook voort?

‘O ja. Mijn moeder is overgekomen uit Roese, ze brengt altijd bij mij de kersttijd door. Maar ook in bredere zin zet ik die traditie voort. Het samenzijn, samen delen, is voor mij bijzonder gebleven. Of het nu een maaltijd is of een moment van rust. Als iemand de tijd neemt om een kop koffie met je te drinken. Even helemaal uit je vaste stramien zijn, persoonlijke aandacht van elkaar krijgen… Dat is niet meer vanzelfsprekend. Het leven is zo hectisch geworden. Daarom hecht ik extra waarde aan zulke momenten.’

Ooit zei je in een interview: ‘In mijn hart heb ik me altijd een rebel gevoeld.’ Heeft dit te maken met je jeugd onder het Sovjetregime?

Stellig: ‘Ja, absoluut. Die behoefte aan vrijheid speelt een dagelijkse rol in mijn werk als musicus, in de keuzes die ik maak. Ik wil zorgvuldig afstand bewaren van een wereld die je dwingt om voor zekerheden te kiezen, om te pleasen. Omdat ik weet dat die wereld niet mijn voedingsbodem is.
En dat komt waarschijnlijk voort uit mijn Sovjetjeugd, met de grauwe cultuur en opgelegde beperkingen. Je moest je aanpassen aan de massa, je moest zorgen dat je met Kerst of Pasen niet in de kerk werd gezien. Want de muren hadden oren: elke tweede of derde persoon die je tegenkwam kon je verrader zijn. En toch: enerzijds was er zo veel duisternis, maar anderzijds waren er ook zo veel lichtpunten. Mensen die een baken waren, die hun best deden om het licht te verspreiden.’

Wie waren jouw lichtbakens?

‘Ik had het geluk om als zevenjarige in aanraking te komen met twee bijzondere vrouwen: een pianolerares en een lerares Frans. Zij hebben mij ingewijd in verschillende kunstvormen. Door hen kreeg ik bijvoorbeeld boeken te lezen van Antoine de Saint-Exupéry en leerde ik Italiaans. Ik was een heel gretige leerling. Want hoe meer restricties, des te sterker je verlangen en des te groter je ontvankelijkheid.
Op mijn beurt voel ik nu een missie om zelf iets van dat licht te verspreiden. Ik treed nog regelmatig op in Roese en geef daar dan masterclasses aan kinderen. En ik wil me sterk maken voor jonge talenten in moeilijke omstandigheden.’

Marietta Petkova vertelt over de ontmoeting met een zangstudente die haar ontroerde, zowel qua stem als qua persoonlijke situatie: ‘Achttien jaar oud, een groot zangtalent, geen financiële middelen, een problematische gezinsachtergrond… Ik besloot om haar in contact te brengen met de Stichting Passaggio in Apeldoorn, een initiatief van de Roemeense zangpedagoge Manuela Ochakovski.’
Manuela is een soort lotgenote, legt ze uit: ook een Oost-Europese musicienne in Nederland. ‘Ze organiseert zangmasterclasses en haalt daarvoor docenten van naam en faam naar Apeldoorn. En ik besefte: “Daar moet dit meisje heen, ik betaal gewoon dat cursusgeld voor haar.” Het leek me goed dat ze haar blikveld zou verruimen en internationale contacten opdoen. Ach, en als je had gezien hoe bescheiden en dankbaar dat kind reageerde…’

Geëmotioneerd: ‘Weet je, ik ben zelf immers ook met niks begonnen. Ik zat eerst ook moederziel alleen in Wenen, als arme Oostblokstudente. En o, wat was ik blij als ik iets van iemand kreeg, al was het maar een stukje bladmuziek! Zulke kleine dingen kunnen enorm belangrijk zijn. Ik ben nooit vergeten hoe andere mensen mij toen hielpen.’
Juist daarom wil ze nu ook graag iets voor anderen betekenen. ‘Dat kunnen ook heel kleine dingetjes zijn. Even een attentie bij iemand langsbrengen, even een dierbare opbellen: “Hoe gaat het met je?” Telkens wanneer ik anderen een steuntje in de rug kan geven, voel ik me daar rijk bij.’

Meest recente soloalbum van Marietta Petkova:

Feux d’Artifice | Debussy, 24 Préludes
(Live opgenomen in Lausanne, juni 2019, door haar levenspartner en ‘Tonmeister’ Leo de Klerk (1958-2020)
Bloomline BS19-096
Zie www.mariettapetkova.rocks

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.