De man die Hitler doorzag. My Battle: Hendrik Willem van Loon’s antwoord op Mein Kampf

Heel vaak wordt beweerd: "Wir haben es nicht gewusst." Toch waren er wel degelijk mensen die in de gaten hadden wat er ging gebeuren in Duitsland. Een van hen was Hendrik Willem van Loon.

Bij toeval stuitte ik midden jaren negentig in een antiquariaat in Dublin op een werkje met de curieuze titel Our Battle. De ondertitel luidde: Being One Man’s Answer to ‘My Battle’ by Adolf Hilter. Opvallend was dat het geelgekafte boekje al was geschreven in oktober 1938, nota bene een jaar voordat Hitler op 1 september 1939 de aanval op Polen opende, waarmee hij het startsein gaf voor de Tweede Wereldoorlog.

Zeker niet minder in het oog springend was de naam van de auteur: Hendrik Willem van Loon. Nederlandser kon het haast niet, maar het gekke was dat ik nog nooit van de man had gehoord die kennelijk al ruimschoots voor de overval van Hitler op Nederland wist dat we hier te maken hadden met een agressief heerschap dat maar beter serieus genomen kon worden.

Ik bladerde het boekje door en vond op de laatste pagina een beknopte biografie van de schrijver. Daarin werd onder meer vermeld dat Hendrik Willem van Loon van Nederlandse komaf was en tot zijn twintigste ook daadwerkelijk in Nederland had gewoond, ‘waarna hij naar het landgoed van zijn voorvaderen was vertrokken gelegen aan de oever van de Hudson.’ Van Loon was, zo ging de biografie verder, verslaggever bij Associated Press en was als zodanig getuige van de opstand in 1906 in St. Petersburg. In de jaren erna verbleef hij voornamelijk in Duitsland waar hij naast zijn werkzaamheden als reporter kennelijk voldoende tijd vond om aan de universiteit van München te promoveren.

Korporaal

In het 140 pagina’s tellende pamflet uit 1938 rekent Van Loon allereerst – vrij breedsprakig overigens – af met het idee dat het stalinisme, het Italiaans fascisme en het nazisme even gevaarlijk zouden zijn. Hoewel Van Loon bepaald geen fan is van de Russische en Italiaanse dictator, zijn ze een stuk minder sterk dan Hitler en daarom veel minder gevaarlijk zo betoogt hij. Doelend op het Verdrag van München tussen Chamberlain en Hitler, merkt de schrijver spottend op dat als iemand drie maanden geleden had gezegd dat de Britse premier overstag zou gaan voor de eisen van een Duitse ex-korporaal hij zou worden uitgelachen. Van Loon voorziet een langdurige oorlog tegen de man die ‘een fobie heeft tegen de Joden’.

Hij gaat uitgebreid in op de carrière van Hitler, zijn jeugd in Wenen, zijn activiteiten als soldaat en zijn geslaagde greep naar de macht en de vernietiging van de toch al zo wankele democratie in Duitsland. Deze man moet een halt worden toegeroepen zo is Van Loon van mening en daarom moet Amerika haar isolationistische koers onmiddellijk laten varen, want alleen Amerika kan de nazi’s tegenhouden; Europa is daarvoor te zeer verzwakt door de crisis en door interne verdeeldheid. Daarom zal er, zolang Hitler de baas is, geen vrede heersen tussen de Verenigde Staten en Duitsland, maar is er slechts plaats voor oorlog. Die oorlog zal pas eindigen als één van beide partijen verslagen is. En wie de partij is die het onderspit zal delven, daarover bestaat bij Van Loon geen enkele twijfel: Duitsland.

Our Battle dat besluit met de woorden ‘Voor verdere details, zie uw dagelijkse krant’, is kortom een vurig pleidooi om de strijd aan te binden met de duistere krachten in Duitsland. Van Loon ontpopt zich in het boekje als een man met een scherpe, vooruitziende blik, want terwijl half Europa nog geloofde dat er met een beetje goede wil met Hitler best viel samen te werken, was hij ervan overtuigd dat alleen gezamenlijk en militair optreden tegen de Führer vruchten zou afwerpen.

Colijn

Wie ging er schuil achter dit pittige pamflet? Was hij een Nederlander? Een Amerikaan? Wanneer was hij overleden? En had hij nog meer geschreven?

Associated Press (AP), eens werkgever van Van Loon bood een eerste aanknopingspunt. Binnen een uur lag er een oud telexbericht op mijn bureau waarin tot mijn verbijstering was te lezen dat ‘Hendrik Willem van Loon, een Nederlands-Amerikaanse auteur van populair-geschiedkundige werken en oorlogscorrespondent voor AP tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 8 mei (1940 w.o.) voortdurend in contact had gestaan met de Nederlandse autoriteiten omdat hij zijn huis in Old Greenwich, nabij New York, had aangeboden als schuilplaats voor Koningin Wilhelmina en haar familie.’

Die Van Loon was dus niet de eerste de beste, dat was duidelijk. Een telefoontje naar het Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Riod), tegenwoordig Niod bevestigde dat hij ook daar bekend was.

Maar, opnieuw tot mijn verwondering, veel meer dan bekend was hij ook niet. In Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, het standaardwerk van Lou de Jong wordt Van Loon drie keer genoemd. Allereerst wordt melding gemaakt van het feit dat ‘de bekende en veelgelezen Amerikaans-Nederlandse schrijver’ op 8 mei 1940 de Oranjes z’n huis had aangeboden. Hij had dat al eerder gedaan, namelijk op 3 september 1939 in een telegram aan Colijn, maar die had het aanbod afgeslagen met de mededeling: ‘We keep the grandchildren here and guarantee their safety.’ In deel IV van Het Koninkrijk schrijft De Jong dat een aantal boeken uit Nederlandse schoolbibliotheken werd gezuiverd, waaronder die van Van Loon. Tenslotte noemt hij Van Loon in verband met radio-uitzendingen gericht op Nederland die de zender Wrul tijdens de oorlog vanuit de Verenigde Staten verzorgde. ‘Geruime tijd lang was Hendrik Willem van Loon, befaamd als schrijver van populair-historische werken, vaste medewerker aan het Wrul-programma. Door de moeilijke ontvangst werd er, schijnt het, in Nederland niet veel naar geluisterd.’

Daar bleef het bij wat De Jong betreft: geen woord over Our Battle. En hoewel het RIOD toch ruim gesorteerd was, was het boek dat Van Loon nu bijna zestig jaar geleden schreef, er ook al niet te vinden.

Tweehonderdduizend

Wel waren er bij het Riod twee knipselmappen aanwezig, maar die bleken niet veel meer te bevatten dan wat pietepeuterige berichtjes over zijn overlijden, één artikeltje uit 1949 van de schrijver Jan Gresshoff in Vrij Nederland en één uitgebreid Im Memoriam uit de Knickerbocker Weekly, een weekblad van en voor Nederlanders in Amerika dat reeds lang ter ziele is. Met name uit de twee laatste publicaties is een beeld te destilleren van wie die schrijver van de populair-historische werken nu was.

Hendrik Willem van Loon werd op 14 januari 1882 geboren in Rotterdam. Hij stierf op 62-jarige leeftijd, nog voor de oorlog was afgelopen dus, op 11 maart 1944 ten gevolge van een beroerte. Van Loon kwam kennelijk uit een niet onbemiddeld milieu want zijn middelbare schooltijd bracht hij door op een particuliere school in Voorschoten. Daarna vertrok hij naar Harvard en de Cornell Universiteit in Amerika waar hij geschiedenis studeerde. Hij promoveerde in 1912 in München.

In de beginjaren van deze eeuw was Van Loon correspondent van Associated Press en werkte onder andere in Warschau, St. Petersburg en Moskou. Na een kortstondig professoraat aan de Cornell Universiteit ( ‘Niemand mocht me, behalve de studenten’, zou hij er later over zeggen), stortte hij zich toch weer op de journalistiek en werkte hij voor AP en de Baltimore Sun onder andere in België, Zweden, Noorwegen, Denemarken en Nederland. Hij schreef tientallen boeken over uiteenlopende onderwerpen als Johann Sebastian Bach, How to look at pictures, The fall of the Dutch Republic en An Elephant up a Tree, het laatste, een kinderboek. Maar het bekendst werd hij door History of Mankind. Het boek werd vertaald in twintig talen en als hij al rijk was, dan werd hij nog nog rijker, want History of Mankind leverde hem alleen al de eerste twee jaar tweehonderdduizend dollar op aan royalties. Bij elkaar werden er al tijdens zijn leven zes miljoen boeken van Van Loon verkocht, boeken die hij niet alleen schreef, maar die hij, als dat zo uitkwam, ook eigenhandig van illustraties voorzag.

Sans gêne

Schrijver Jan Greshoff die met Hendrik-Willem van Loon bevriend was, schetst in het VN-artikel een beeld van de journalist annex schrijver als een nogal onconventionele, ongepolijste man die tamelijk ruw was in de omgang – we zouden tegenwoordig misschien wel zeggen: hij was nogal Amerikaans. Van Loon was volgens Greshoff, ‘joviaal, luidruchtig, gemeenzaam, opzichtig, ijdel en hij hield van tam-tam.’ Normaal zou Greshoff een vreselijke hekel aan Van Loon hebben gehad zo deelt de Nederlndse schrijver de lezer mee, maar hij pikte al zijn escapades, ‘omdat hij alle harten verovert door zijn natuurlijke sans gêne.’ Van Loon voerde ook altijd het hoogste woord. Slechts éénmaal trof Greshoff Van Loon aan in luisterende pose: dat was tijdens een bezoek van de Duitse literator Thomans Mann.

Hoewel Van Loon zich op zijn twintigste in Amerika vestigde en Amerikaans staatsburger werd, bleef hij volgens Greshoff erg Nederlands en zette hij zich zeer in voor de Nederlandse zaak. Het probleem was alleen dat de Nederlandse Amerikaan of Amerikaanse Nederlander, niet gewend was een blad voor z’n mond te nemen en dat nam niet iedereen hem in dank af. In de briefwisseling die hij enige tijd met Greshoff onderhield schrijft Van Loon bijvoorbeeld: ‘Die hele Hollandse kolonie hier is derderangs (…) Zij verkopen petroleum en doen dat goed, maar alles wat zij anders doen, doen zij slecht.’

Ook over de hofhouding rond Juliana en Bernhard in Canada was Van Loon meer dan ironisch. ‘Die brave lieden in Canada om de prinses heen, spelen nog altijd hofje zoals Willem V te Wolfenbüttel. Ik zal ze moeten laten schieten. Het is tijd verknoeien. Er is thans voor mij slechts één enkel doel: Holland weer vrij te krijgen, daarvoor geef ik gaarne alles. Maar deze oude sleurmensen zijn alleen maar een last. Dus gaan wij alléén door.’

Roosevelt

Maar terwijl zijn contacten met de Nederlanders in den vreemde stroef verliepen, kostte het Van Loon kennelijk geen enkele moeite goede relaties op te bouwen en te onderhouden met zijn nieuwe landgenoten in Amerika. Zonder enig spoortje bluf meldt hij in een brief aan Greshoff: ‘Verleden week heb ik er met de President over gesproken prinses Juliana naar Washington te brengen, voor een bezoek dat de Hollandse zaak alleen maar goed kan doen. En ik ben met Hoover (de directeur van de FBI – w.o.) bezig over het voederen van Holland deze winter.’ Ook dr. A. Loudon, van 1938 tot 1947 Nederlands ambassadeur in Washington, roemt de vriendschapsbanden van Van Loon met president Roosevelt en de betekenis die dit had voor Nederland. Loudon noemt hem een vooraanstaand burger in de Verenigde Staten.

Dat Loudon daarmee niks teveel had gezegd, bleek wel uit het gezelschap dat aanwezig was tijdens de begrafenis van Hendrik Willem van Loon op 14 maart. Meer dan vierhonderd gasten van naam waren verzameld tijdens de rouwdienst in de First Congregational Church in Old Greenwich, waar niet alleen Butterfly of Haga ten gehore werd gebracht, maar ook het Wilt Heden nu Treden voor God den Here klonk. Onder de gasten was de toenmalige burgemeester van New York, H. LaGuardia. Franklin D. Roosevelt stuurde een telegram: ‘He was my true and trusted friend’, schreef de zieke president. Onder de vele bloemstukken die in de kerk stonden opgesteld bevond zich ook een boeket tulpen. Afzender: prinses Juliana.

Waarom ten slotte Hendrik Willem van Loon, een man die met zoveel egards werd begraven, zo onbekend is gebleven in Nederland is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat hij al tijdens de oorlog overleed. Of kwam het omdat de Nederlanders deze flamboyante man die al in 1938 Hitlers snode plannen doorzag, nooit hebben kunnen pruimen?

Beursman

Dit was wel zo ongeveer alle informatie die over Hendrik Willem van Loon te vinden was, dacht ik. Mis dus. Natuurlijk zijn er nog veel Nederlanders die zijn magnum opus, History of Mankind oftewel De geschiedenis der menschheid in de boekenkast hebben staan. Zoals mevrouw E.F. Blanes uit Amsterdam die erbij schrijft dat het boek ‘met medewerking van den schrijver voor Nederland (werd) bewerkt door Dr. C. P. Gunning, rector van het Amsterdamsch Lyceum.’ Mevrouw Blanes meldt ook dat haar vader het boekje voor haar had meegebracht, omstreeks 1937, tweedehands, waarschijnlijk van het oude Waterlooplein. Ze las het boek toen ze tien was en het was voor haar een openbaring, schrijft ze.

J. Werneri uit Diemen wees me er op dat Van Loon’s uitnodiging aan het koninklijk huis ook in het boekje van Wanda van der Zee, Om erger te voorkomen, wordt genoemd en dat Juliana, mede namens koningin Wilhelmina, Van Loon zou hebben geantwoord: ‘Als geboren Nederlander en kenner van de Nederlandse geschiedenis behoorde u te weten, dat vijf eeuwen lang het huis van Oranje voor geen enkel gevaar op de vlucht is geslagen. Onze plaats is hier in Nederland, of er gevaar dreigt of niet. Wij zullen onze post nooit verlaten.’

Ook schrijft Werneri dat de schrijver Adriaan van der Veen in zijn autobiografische roman Vriendelijke Vreemdelingen uit 1969 uitvoerig schrijft over zijn ontmoetingen in Amerika met H.W. van Loon. Hij schrijft er onder meer over dat Van Loon een soort vaderfiguur voor hem was. Hij zag er, aldus Van der Veen, uit als een beursman, ‘maar hij was veel meer, hij stond op zichzelf, als een hoogst uncommen man.’ Het mocht dan wel een vaderfiguur voor hem zijn, Van der Veen vond hem zeker ook een rare kwast, want ‘zelfs Van Loon, die toch werkelijk niemand haatte, was in staat tot vreemde opmerkingen over joden.’

Juwelier

Het meest verbaasd was ik echter over een e-mailbericht van een zekere Greyling Mark Peoples, woonachtig in Amsterdam, maar geschreven in het Engels. Peoples schrijft dat hij in een tweedehands boekwinkel in Los Angeles was gestuit op een biografie over Hendrik Willem van Loon, geschreven door zijn zoon Gerard Willem. Volgens die biografie was de vader van Van Loon een rijke juwelier die de zaak in 1890 aan de kant deed. Zijn moeder was een zus van Jan Hanken, stichter van een poliklinisch ziekenhuis in Den Haag.

Volgens Gerard Willem betekende het succes van zijn vader als schrijver zo ongeveer de redding van de noodlijdende New-Yorkse uitgeverij Simon & Schuster.

Van Loon’s vooruitziende blik betrof overigens niet alleen nazi-Duitsland. Ook in Japan zag hij in 1930 al weinig goeds. Hij schreef in de New York Herald Tribune dat de Japanners op het gebied van bloedvergieten inmiddels een aardige reputatie hadden opgebouwd.

Van Loon’s boeken werden gelezen over de hele wereld. Overal kreeg hij goede recensies, met uitzondering van één land: Nederland. Daar deed men nogal zurig over hem. Zo klaagde de voormalige Haagse krant Het Vaderland dat in het boek The Arts met geen woord werd gerept over Vondel, terwijl er wel een hele pagina werd ingeruimd voor Shakespeare! Ook de historicus Johan Huizinga deed erg neerbuigend over het werk van Van Loon. Die Van Loon mocht dan wel een smeuïg verhaal kunnen vertellen, erg objectief was hij niet.

In eigen land niet geëerd, maar ondertussen was hij wel de beroemdste Nederlander in Amerika. Hij vertelde even makkelijk schuine bakken in de zeeliedenclub van Manhattan als hij, liggend op het bed van de Lincolns slaapkamer in het Witte Huis, converseerde met prinses Juliana.

Biertje

Toch werd deze wonderlijke snuiter niet helemaal genegeerd in z’n voormalig vaderland want in 1937 werd hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Maar zo besluit Peoples: ‘Ook al konden zijn boeken de Nederlanders niet bekoren, het beeld van Hendrik Willem van Loon, die samen met Franklin Delano Roosevelt tot diep in de nacht bij de open haard van het Witte Huis zit met een Nederlands biertje in de hand, zou op z’n minst door de Nederlanders als hartverwarmend moeten worden beschouwd.’

In 2005 kwam er dan toch eindelijk gerechtigheid voor Hendrik Willem Van Loon en verscheen er een meer dan vierhonderd pagina’s tellende biografie over hem van professor dr. Cornelis A. van Minnen met als titel Amerika’s beroemdste Nederlander. Dat was niks teveel gezegd over deze Nederlandse Amerikaan die al voordat Hitler met de inval van Polen het startschot gaf voor Wereldoorlog II, waarschuwde voor deze crimineel en zijn plannen in Our Battle: Being One Man’s Answer to ‘My Battle’ by Adolf Hitler.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.