Tegenover het bergmassief staat geheel afgezonderd Meru. Majestueus gelegen naast de stad Arusha. Ooit in een ver verleden was Meru de hoogste berg totdat bij de laatste eruptie de top van de berg werd geblazen. Het verschil tussen Meru en Kilimanjaro is niet alleen de hoogte, 5.895 meter versus 4.566 meter, maar ook de wijze van beklimming. Kilimanjaro bestaat uit diverse plateau’s, waarbij je geleidelijk omhoog wandelt. Bij Kili zijn er veel minder dieren waar te nemen dan bij Meru. Aan de voet van Meru kun je in Arusha National Park giraffen, zebra’s olifanten, gazelles en wrattenzwijnen tegenkomen. Of de enige albino baviaan in heel Tanzania.
In de tropische bossen die daarop volgen zijn diverse aapsoorten en tropische vogels te zien totdat je bij het magische met mos behangen bos terechtkomt. Onder begeleiding van een parkwachter en gidsen klim je zigzaggend naar boven. Je wordt gewaarschuwd voor buffels, die tot aan de boomgrens kunnen voorkomen. De wachter is er niet voor niets. Buffels zijn zeer gevaarlijk en onvoorspelbaar. Ze kunnen zomaar vanuit het niets uit het gewas aanvallen. In die zin zijn ze gevaarlijker dan hyena’s of luipaarden. De buffel stop je niet zo maar en zeker niet als ze van een helling komen afrazen.
Meru heeft een hogere moeilijkheidsgraad dan Kilimanjaro wat betreft het beklimmen van de berg. We spreken dan niet over de kans op hoogteziekte, maar de verschillende ondergronden waarover je loopt. Graslandschap, tropisch bos, mos bos, graslandschap, steen, los zand en rotsen. Op sommige plekken zoals berghellingen en bergkammen zijn kettingen geplaatst waaraan je kan vast houden. Op de bergkammen kan het flink spoken. Je staat niet alleen bloot aan de elementen als regen en wind, maar op sommige stukken kan je gegeseld worden door zand die over de bergruggen geblazen wordt. Bij hevige regenval kan het ook op Meru sneeuwen. Er is dan op de weg naar de top weinig dat bescherming biedt. De tocht naar Meru top wordt ‘s nachts voltooid. Om 00.00 uur, onder een sterrenhemel als je mazel hebt, wordt aan de klim begonnen. Op 4 kilometer hoogte is het koud. Het vulkanisch zand en rotsen schitteren als diamanten van de vrieskou. In stilte en zwaar ademend klim je stap voor stap naar boven. De gids huppelt als een dik dik over de losse ondergrond en rotsen. Hij heeft Meru al 120 keer beklommen. Het is voor hem een wandeling. Met de andere begeleiders kwebbelen ze over dagelijkse dingen. De rest van de klimmers zwoegen. Ongeveer 6 uur later, precies bij zonsopgang kom je aan op de top. Rechts van Kilimanjaro verrijst de zon en zet het wolkendek in een lichtroze en blauwe gloed, totdat de zon als een rode vuurbal vrijgekomen is.
De schaduw die Meru bij zonsopgang over het achterland werpt heeft de vorm van een pyramide. Je moet wel geluk hebben. Vaak is de top van Meru in de wolken gehuld. Dan geen zicht op Kilimanjaro of de stad Arusha. Afhankelijk van de duur van de trip, wordt na ongeveer 20 minuten ruimte gemaakt op het benauwde platform en wordt de afdaling ingezet. Helemaal naar beneden, naar de uitgang bij Momella Gate (uitgang Arusha Park). Een knieënslopende afdaling. Neem voortaan wandelstokken mee…
Jochem Botman” Jochem Botman”