De onheilige alliantie tegen de Publieke Omroep

Ik heb de petitie tegen de bezuinigingen op de publieke omroep niet getekend. Ik verklaar elke dag mijn liefde aan NOS, VPRO of RTV Utrecht als ik op ze afstem.

En met mij nog miljoenen Nederlanders, dus het leek me overbodig. De korting op de korting hebben de omroepen ook niet aan de petitie te danken, maar gewoon aan de ChristenUnie.

Ik was ook niet zo blij met die spotjes ter ondersteuning van de acties. Je laadt snel de verdenking op je dat je met belastinggeld je eigen salaris probeert veilig te stellen terwijl iedereen in Nederland de crisis in zijn portemonnee voelt. Niet handig.

Reclamevrij

Van erg handig opereren kan de NPO overigens meestal niet beschuldigd worden. De kleine lettertjes bij hun ter beschikking gestelde filmpjes (nota bene een suggestie van dagblad-lobbyist NDP) waarin ze aangeven de video’s later van pre-roll reclame te voorzien, was een stomme zet.

Efficiënter

Ook zou ik wel eens willen weten of de vorige bezuiniging gewerkt heeft. Is Hilversum efficiënter gaan werken? Is het legertje bobo’s, coördinatoren, chefjes, managers, beleidsmedewerkers, consultants, directeuren en papierschuivers inderdaad teruggebracht tot aanvaardbare omvang ten gunste van programmamakers en journalisten?

Dat neemt allemaal niet weg dat de Publieke Omroep (3 netten) voor veel Nederlanders nog steeds erg belangrijk is: 62% kijkt elke dag, 90% elke week en 97% minstens één per maand. De cijfers voor RTL (4 netten) en SBS (3 netten) liggen lager (SKO Jaarrapport).

Er zijn mensen die meteen “kijkcijferterreur” roepen wanneer er ergens een cijfer opduikt, maar cijfers oefenen natuurlijk geen terreur uit, het zijn mensen die dat doen.

De kritiek (aanval, haat volgens anderen, of “gebrek aan liefde” volgens weer anderen) die de Publieke omroep ten deel valt, komt van drie kanten.

Telegraaf

De oudste kritiek (daterend van het begin van de vorige eeuw) komt van de dagbladen en tijdschriften, de Telegraaf voorop. Toen ging het om de drukorder voor de AVRObode, nu om de reclame die de STER van zou afsnoepen. Een bizar argument, als de STER stopt, zullen vooral RTL en SBS daarvan profiteren. Ook zou de publieke omroep zich op internet niet al te sterk moeten profileren en al helemaal geen reclame verkopen. Dat laatste kunnen ze inderdaad beter niet doen (het levert trouwens ook niks op).

Daarnaast zijn er politieke partijen als VVD en PVV die zich al jaren ergeren aan die ‘linkse’ omroep. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om de publieke omroep een toontje lager te laten zingen. Het argument is onuitroeibaar. Over dit fenomeen is een grote hoeveelheid onderzoek (Hostile Media). Het zijn spoken waar men bang voor is, maar ook voor spoken kan je echt bang zijn natuurlijk.

Puriteitse elitisten

De derde soort van kritiek komt van de nieuwe puriteitse elitisten, mensen die graag ‘kwaliteit’ bij de publieke omroep zien, en vinden dat amusement daar niet thuis hoort. Nu is ‘kwaliteit’ lastig te meten en ‘amusement’ kan voor iedereen wat anders betekenen. Maar daar hebben de kwaliteits-liefhebbers weleen antwoord op: een lijstje van programma’s dat wel geschrapt kan worden, Teun van de Keuken wil Frans Bauer weg, JP Geelen ziet ook Lingo, één tegen 100 en DNA onbekend liever verdwijnen. Alhoewel, verdwijnen… er wordt gesuggereert dat dit soort programma’s best naar de commerciëlen kan.

Maar willen de commerciëlen de amusementsprogramma’s wel? Vrijwel al deze programma zijn op Nederland 2 of Nederland 1 te zien. Wie kijkt daarnaar? In vergelijking met andere zenders zijn dat oudere kijkers: bij Ned 1 is 66% ouder dan 50, bij Ned 2 is dat zelfs 72%. Geen enkele andere zender komt daarbij in de buurt. De commerciële zenders ziijn helemaal niet geïnteresseerd in dat soort kijkers, en dus ook niet in dat soort programma’s. Die programma’s gaan dus niet naar de commerciëlen als ze verdwijnen, nee, dan verdwijnen ze gewoon.

Nederland 1 en 2 – de zenders met de meeste ‘amusements’-programma’s – hebben voor adverteerders (en dus voor commerciële zenders) een relatief ongunstig profiel: de minste jonge (20-49 jaar) boodschappers (17 en 14%) en de minste hoog opgeleide en goed verdienende mannen (8 en 7%). Dat publiek komt af op een bepaald soort programma’s – inderdaad Frans Bauer, Lingoéén tegen 100 en DNA onbekend.

De puriteinse elitisten hebben een onheilige alliantie met de rechts-populisten en de uitgevers gesloten. Ze hebben niet alleen een hekel aan amusement, ze hebben ook een onverholen minachting voor de mensen die naar die programma’s kijken: ouderen, lager opgeleiden en minder kapitaalkrachtigen…

Mijn gekozen waardering € -

Lector Piet Bakker analyseert ontwikkelingen in de mediawereld.