Filatelist Victor Hafkamp schreef in 1974 een verhaal over het geringe aantal postzegels over sport: ‘De Nederlandse posterijen hebben jarenlang de reputatie gekoesterd niet erg “in” te zijn voor sportzegels met sportmotieven.’ Tussen 1956 en 1972 was er zelfs geen enkele sportzegel gemaakt. ‘Sindsdien lijkt de PTT de schade een beetje te willen inhalen.’
Tijdens het WK Voetbal van 1974 was de PTT dan weer wat te gretig geworden. Volgens dagblad De Tijd was de productie al begonnen van 7,5 miljoen zegels met het opschrift Holland Wereldkampioen 1974. Na afloop van de finale waren er reeds 100.000 exemplaren gedrukt, die meteen werden vernietigd. Sommige bronnen spreken trouwens over een miljoen zegels, die toen al gereed waren.
Wie toen toch postzegels wilde hebben met Nederlandse voetballers moest gaan winkelen in het buitenland. In andere landen verschenen na het WK van 1974 namelijk wél dergelijke zegels. Volgens De Leeuwarder Courant kwam er in Equatoriaal Guinea een postzegel met Johan Cruijff; Rwanda legde op een vergelijkbare manier een spelmoment vast uit Nederland – Zweden.
WK 1990
Er bestaat een spreekwoord over ezels en stenen, maar dat tegeltje hing niet bij PTT Post. Net als in 1974 was het bedrijf begonnen met het drukken van postzegels om de wereldtitel van Oranje te vieren. Dit toernooi verliep echter ronduit teleurstellend, want Nederland lag er na de achtste finale uit. Oranje had vier wedstrijden gespeeld, waarvan er geen één was gewonnen.
En dus zat PTT Post opnieuw met een gigantische strop, die volgens de NOS op 25 juni 1990 opliep tot enkele tonnen. Eén miljoen exemplaren moesten worden vernietigd, waar het bedrijf van plan was geweest er zestien miljoen uit te geven de dag na de finale.
Dan heeft de uitschakeling van Oranje voor het WK van 2018 in ieder geval één voordeel: niemand heeft nu kopzorgen of er speciale postzegels moeten komen.