De vergeten oorlog van Zuid-Thailand

HAT YAI, Januari 2014 - De ramen op de hoek van het Oliver hotel missen hun glas, en op het gescheurde pleister van de gevel zitten roetplekken. De bomaanslag van 22 december 2013, waarbij 27 mensen gewond raakten, is nog niet vergeten. Maar het leven rondom het hotel in de Thaise grensplaats Danok, dat zich afspeelt in karaokebars, nachtclubs en massagesalons, begint traag weer op gang te komen.

De aanslag bij het Oliver hotel, die de hevigste was in een serie van vier explosies in de omgeving, is niet opgeëist door enige partij. Voor de inwoners van Danok is het duidelijk werk van de islamitische separatisten die in de naburige drie provincies Yala, Pattani en Narathiwat tegen de Thaise overheid vechten. De drie provincies vormden ooit het Sultanaat van Pattani, dat in 1909 door Siam, zoals Thailand toen heette, werd geannexeerd. Nog altijd is het merendeel van de bevolking moslim, waardoor zij zich meer verbonden voelen met het islamitische Maleisië dan met het boeddhistische Thailand.

In 2004 laaide het geweld op, met een overval op een wapenopslagplaats, waarbij de separatisten honderden vuurwapens stolen. Sindsdien zijn er vrijwel dagelijks aanslagen en drive by shootings, die al meer dan vijfduizend mensen het leven kostten. Meestal is het geweld gericht op de Thaise overheid, zoals bij de wegbom afgelopen juni in Yala waarbij acht soldaten omkwamen. Omdat het conflict zich altijd heeft afgespeeld binnen de grenzen van de ‘drie provincies’, zoals ze door de Thai genoemd worden, is er echter nooit veel media-aandacht voor geweest.

Een klein jaar geleden is er een start gemaakt met vredesonderhandelingen, in Kuala Lumpur. Hassan Taib van het Barisan Revolusi Nasional – Coordinate (Nationaal Revolutionair Front) nam plaats tegenover de Thaise overheid aan de onderhandelingstafel. Hoewel Hasan Taib maar slechts een bepaalde fractie vertegenwoordigt, en niet alle rebellen, lijkt dit een stap in de goede richting. Hasan Taib stelde een vijftal eisen, die neerkwamen op bevrijding van alle gevangen rebellen en erkenning van Pattani als staat. Tegenover die eisen stelde de Thaise overheid een stop op het geweld.

Eind november heeft het Thaise ministerie van defensie officieel aangekondigd dat de vredesonderhandelingen als mislukt beschouwd kunnen worden, aangezien het geweld door is gegaan. Er waren drive by shootings op boeddhisten en aanslagen waarbij kinderen omkwamen. Volgens een anonieme bron in de Thaise krant The Nation is het geweld er specifiek op gericht om niet-moslims uit de provincies weg te jagen.

Conflict op de nationale agenda

De recente aanslag in Danok is opvallend binnen dit conflict, aangezien Danok in een buurprovincie van het conflictgebied ligt. Bovendien is Danok een grensplaat in meerdere opzichten. Aan de ene kant ligt Maleisië, waar de islamitische vrouwen een hoofddoek dragen. Aan de andere kant ligt boeddhistisch Thailand, waar je in iedere stad wel een straat vindt vol clubs waar travestieten en meisjes in minirokjes voorbijgangers naar binnen lokken.

“Boeddhisten veroordelen de mensen niet,” zegt nachtclubeigenaar Tong* (39), terwijl hij met zijn meisjes voor de ingang van zijn club zit. Kerstvakantie is hoogseizoen, en dan komen er vele Maleisische mannen de grens over om de seksclubs van Dannok te bezoeken. “Deze aanslag is rampzalig voor de business. Negentig procent van mijn klanten zijn Malay. Sinds de bom komen ze niet meer.”

Dat specifiek Danok doelwit was lijkt erop te wijzen dat het hier ook om een ideologische aanslag gaat. Een aantal recente aanslagen onderschrijven die theorie.

In maart 2012 ontplofte er een autobom onder het Lee Gardens Plaza hotel in Hat Yai, de grootste stad van de provincie Songkhla. Hierbij kwamen vier mensen om het leven, en raakten velen gewond. Het hotel bevindt zich in Pattalung, een wijk waar nachtclubs met prostituees te vinden zijn. Voor de ingang staat een tuk-tuk chauffeur die tegen voorbijgangers zegt dat hij ook vrouwen voor ze kan regelen.

Wiskundeleraar Dawn Arun (49), die om de hoek van het Lee Gardens Plaza hotel koffie drinkt, zegt dat de aanslagen in Hat Yai en Danok als doel hebben gehad media-aandacht te krijgen voor het conflict in het zuiden. Dat ze juist die plekken uitzoeken, verbaast hem niets. “Ik ben één keer in Danok geweest en ik vond het een smerige plek. Kun je nagaan wat die extreme moslims daarvan vinden.”

Een dag na de aanslag in grensplaats Danok, werd er een aanslag verijdeld in de stad Phuket. Ook hier ging het om een autobom. De originele eigenaar van de pickup, Withan Yachumnan, was een inwoner van conflictprovincie Pattani. Op 9 mei werd hij doodgeschoten bij de diefstal van zijn pickup. Phuket is ver verwijderd van de ‘drie provincies’, en een van die plekken in Thailand waar de seksindustrie groot is.

Op een videoclip op youtube van 1 december 2013 stelde Hasan Taib de Thaise overheid een nieuwe eis: minister-president Yingluck Shinawatra moest het conflict op de nationale agenda zetten. Het ziet ernaar uit dat de rebellen intussen zelf een manier hebben gevonden om hun slepende conflict na negen jaar op de nationale agenda te zetten. Aanslagen buiten de grenzen van hun provincies, in Danok, Hat Yai of Phuket.

Intussen wordt het Oliver hotel gerenoveerd. Drie schaars geklede meisjes van de massagesalon aan de andere kant van hetzelfde gebouw ontbijten bij de ingang. Ze roepen naar voorbijgangers zoals ze gewend zijn. Door de ingang van een club zijn de spiegels en danspalen te zien zijn waar ‘s nachts gedanst zal worden.

*De naam Tong is gefingeerd.

Dit is een oud artikel, opnieuw relevant vanwege de recente bomaanslagen in Thailand. Gepubliceerd in Het Parool op 29 januari 2014

Mijn gekozen waardering € -

Jurriaan van Eerten (1983) is freelance journalist. Zijn werk is o.a. gepubliceerd in Het Parool, Trouw, Vice en Al Jazeera English. Samen met fotografe Eline van Nes maakt hij human-interest verhalen over Latijns-Amerika. Zij willen niet de politicus op wie gestemd wordt belichten, maar juist de persoon die het stemvakje inkleurt.