De vertaler verhaalt… Overal en altijd weer

Harrie Lemmens geldt als dé vertaler van boeken uit het Portugese taalgebied, en bracht Nederlandse lezers onder meer het werk van José Saramago en António Lobo Antunes. Zijn nieuwste vertaling is 'Overal en altijd weer' van de Braziliaanse schrijver Michel Laub, 'een roman die evenzeer aangrijpt als aanzet tot nadenken'.

Je hebt van die boeken die erin slagen op een ogenschijnlijk eenvoudige manier diepgaande kwesties aan te roeren. Het recent verschenen Overal en altijd weer van Michel Laub (1973) is zo’n boek, vertaald door de onvolprezen Harrie Lemmens. Het verhaal bestrijkt drie generaties: een grootvader, een vader, een zoon. Ieder op hun eigen manier worstelen ze met de gevolgen van de Holocaust, hun herinneringen, het willen vergeten van het verleden of juist niet. En ieder op hun eigen manier proberen zij het persoonlijke en het collectieve verleden, het persoonlijke en het collectieve geheugen, met elkaar te verbinden. Op een indrukwekkende manier laat Michel Laub de houding ten opzichte van de Endlösung zien, die voortdurend kantelt. Met als resultaat een roman die evenzeer aangrijpt als aanzet tot nadenken.

Harrie Lemmens (Weert, 1953) vertaalde proza en poëzie uit het Duits, Engels, Spaans en Portugees. Van auteurs als Fernando Pessoa, José Saramago, António Lobo Antunes, Cormac McCarthy en Mia Couto. In 2006 kreeg hij de vertaalprijs van het Nederlandse Fonds voor de Letteren. In het voorjaar van 2014 verschijnt een boek van zijn hand over Brazilië, God is een Braziliaan, bij Athenaeum-Polak & Van Gennep.

‘Er wordt me vaak gevraagd of een boek moeilijk te vertalen was. Het antwoord is altijd ja, in die zin dat elke roman en ieder gedicht uniek is, een eigen ritme en muziek bevat, een heel specifieke toon heeft, wordt voortgedreven door een aparte stijl en woordkeus en verwijst naar ideeën en werelden die jij recht moet doen in je vertaling. En dat is altijd zoeken, omdat elke schrijver respect verdient. Zo ook Laub, met zijn staccato zinnen, zijn verschuivende registers, zijn merkwaardige puntsgewijze vorm, als een opsomming (die door noten wordt onderbroken, die dan weer een verhaal lijken te zijn), zijn onverwachte wendingen en niveauverleggende herhalingen. Al die elementen moeten ook in het Nederlands terug te vinden zijn, met inbegrip van de bedrieglijke eenvoud, die onderwoords immens complex is. Kijk, en daar word je dan als vertaler weer gelukkig van!

Het vertalen van een roman is één grote uitdaging, die van schrijver tot schrijver verschilt, maar in wezen steeds weer op hetzelfde neerkomt: vertalen is verzinnen wat er staat. Zo pleeg ik mijn métier te definiëren. Je moet een tekst die al bestaat, bijvoorbeeld in het Portugees, helemaal opnieuw bedenken in het Nederlands en de lezer laten denken dat hij precies hetzelfde leest als de Portugese lezer leest in het Portugees.

Wat er speciaal is aan dit boek? De durf waarmee Laub aan gevoelige kwesties raakt en onbetwistbare zekerheden ter discussie stelt. De manier waarop hij als een nazaat van Dostojevski praat over schuldgevoel en boetedoening, en als een kleinzoon van Camus over verantwoordelijkheid, gewetensnood en onvermogen. Waarbij hij ook nog eens verschillende manieren beschrijft waarop het geheugen teloorgaat en evenzovele manieren om dat verlies op te vangen − en dat is dan in feite weer niets minder dan een soort definitie van literatuur.

Ik kwam met zijn werk in aanraking toen ik via een link op zijn website terechtkwam, waar hij het eerste hoofdstuk had gepubliceerd. Het raakte me meteen en ik probeerde uitgeverijen te overtuigen. Dat lukte pas toen datzelfde eerste hoofdstuk werd opgenomen in het Granta-nummer over de twintig belangrijkste jonge Braziliaanse schrijvers. Via de Engelstalige versie van dat nummer en het werk van literair agenten werd het ineens wél opgepakt.'

Overal en altijd weer

De zin die me met name is bijgebleven is deze: A inviabilidade da experiência humana em todos os tempos e lugares, noteert de dagboekschrijver in het slothoofdstuk, letterlijk vertaald: ‘De ontoepasbaarheid van de menselijke ervaring in alle tijden en op alle plaatsen’. Dat beviel me niet, omdat inviabilidade een ruim betekenisveld heeft en omdat experiência zowel ‘ervaring’ als ‘experiment’ betekent. Waar het om gaat is dat de mens simpelweg te klein is om iets te doen met al zijn ervaringen en daarover doordenkend kwam ik terecht bij die ene even beroemde als gelukkige titelvertaling, de manier waarop Du Perron La condition humaine van Malraux vertaalde: Het menselijk tekort. Eigenlijk is dat fout, omdat er sprake is van interpretatie, maar het is zo sterk en aansprekend dat het een vaste wending en een vast begrip in het Nederlands werd. ‘In alle tijden en op alle plaatsen’ als vertaling voor em todos os tempos e lugares klonk weer veel te stroef (vooral omdat de zin een paar keer herhaald wordt, als een mantra), dus het werd: ‘het menselijk tekort overal en altijd weer’. Om toch de experiência niet helemaal los te laten, heb ik de mantra de eerste keer vooraf laten gaan door ‘de nutteloosheid van ervaringen’. Hoe gelukkig de vondst was, blijkt wel uit het feit dat uitgeverij Anthos daaruit de uiteindelijke titel haalde: Overal en altijd weer.

Ik vind het buitengewoon plezierig om, liefst via een ontmoeting, kennis te maken met de schrijvers wier werk ik vertaal – niet om hen allerlei vragen te stellen over vertaalproblemen die zich voordoen, want die moet ik toch zelf oplossen, maar om te weten wie er achter de woorden zit die ik moet omzetten. Bij Michel Laub kwam daar nog bij dat ik hem wilde opnemen in mijn boek over Brazilië, God is een Braziliaan, dat in het voorjaar van 2014 verschijnt bij Athenaeum-Polak & Van Gennep. Daarvoor heb ik hem per e-mail een aantal vragen voorgelegd die met zijn biografie en zijn plaats als schrijver te maken hadden. Een ontmoeting moest wachten tot deze maand, op de Buchmesse in Frankfurt, waar Brazilië het gastland was. Een wat frêle ogende, uitzonderlijk aardige man met grote vriendelijke ogen. Zo’n man die eerder een zoon dan een vader lijkt. Met zijn zachte stem praatte hij over het succes van zijn boek en de daaruit voortvloeiende verplichtingen, over zijn manier van schrijven, die hij vrij wil houden van allerlei invloeden − vandaar dat hij bijvoorbeeld niet wil vertalen, zoals zijn generatiegenoot Daniel Galera, eveneens uit Porto Alegre, wel doet −, en over de Nederlandse titel. Hij is er blij mee, net als met de uitgave van Anthos.’

Michel Laub – Overal en altijd weer (180 p.)
Vertaling Harrie Lemmens, Anthos, € 17,95

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie