Heeft u deze week op kantoor nog ‘werk ontwijkend gedrag’ vertoond? Filmpjes op YouTube gekeken, privémails verstuurd, Facebook gebruikt? U moet het zelf weten, maar er komt een tijd dat de baas daar achter komt. Nu steeds meer van het werk plaatsheeft op de computer, kan het gedrag van werknemers beter worden vastgelegd. Welke woorden gebruikt een werknemer het meest in e-mails? Op welke uren is hij het meest productief? Het is goed mogelijk dat uw werkgever zich daar nu nog niet in verdiept – maar de reden daarvan is niet dat het technisch onmogelijk is.
In het eerste hoofdstuk van het boek De Datameesters (oorspronkelijke titel: The Numerati) schetst journalist Stephen Baker een toekomstbeeld waarbij met kantoormedewerkers hetzelfde is gebeurd als met de arbeiders aan de lopende band: de werknemer wordt gezien als een pakketje vaardigheden en kennis die een bepaalde tijdseenheid nodig heeft om een taak te verrichten. Een project waarbij de financiële waarde van werknemers op die manier wordt berekend, is al gaande, bij het Amerikaanse IT-bedrijf IBM.
‘Datameesters’ zijn de wiskundigen, ingenieurs en computerwetenschappers die conclusies kunnen trekken over menselijk gedrag uit de gigantische hoeveelheid data die sinds de opkomst van de informatiemaatschappij verzameld is, een "potentiële goudmijn aan gedragsinformatie", aldus Baker. Zijn boek onderzoekt de gevolgen van die ontwikkeling.
Het boek is verdeeld in de rollen die (sommige) mensen in de samenleving spelen. Vooral de hoofdstukken werknemer, klant, kiezer en patiënt bieden nieuwe inzichten. Baker geeft vlot beschreven praktijkvoorbeelden, waardoor zijn argumenten aan overtuigingskracht winnen. Waar veel trendboeken doorslaan in optimisme of pessimisme, geeft Baker een goede balans van voor- en nadelen.
Tovertapijt
Een van de terreinen waar grootschalige dataverzameling van nut kan zijn, is de zorg. Baker beschrijft hoe moeilijk het was om zijn moeder, die met een zwakke gezondheid kampte, ertoe te bewegen zich dagelijks te wegen. Maar een ‘tovertapijt’, een stuk keukenvloer met daaronder een netwerk van sensoren, zou het aantal kilo’s periodiek via internet naar de arts kunnen sturen. Dat klinkt misschien als een extreme maatregel, maar de kosten voor computeronderdelen zijn de afgelopen jaren zo gedaald, dat dergelijke oplossingen rendabel beginnen te worden. En hoe meer data van zieken, hoe beter ziektepatronen in kaart kunnen worden gebracht.
"Zullen overheden een bepaald niveau van elektronische rapportage eisen?”
Deze ontwikkeling brengt natuurlijk wel ethische vragen met zich mee, die Baker dan ook stelt. "Zullen degenen die de sensoren afwijzen als roekeloos worden beschouwd, zoals vandaag de dag geldt voor mensen die zich jaren achtereen niet medisch laten keuren? Zullen overheden een bepaald niveau van elektronische rapportage eisen?"
Klantenkaart
Vraagtekens kun je ook stellen bij de klantenkaart. Zo wilde Albert Heijn veel meer doen met de gegevens van Bonuskaarten. Klanten die zich hebben geregistreerd zullen persoonlijke aanbiedingen krijgen. Een stap verder is het ‘slimme winkelwagentje’, waarbij je je klantenpas door de wagen haalt en vervolgens persoonlijke aanbiedingen krijgt. Maar dat is niet per se goed nieuws voor koopjesjagers, schrijft Baker. Als een winkelier het precieze gedrag van klanten kent, kan hij de koopjesjagers er ook uit vissen en hen juist geen kortingen meer geven.
Zo’n ‘klassenjustitie’ kan ook gaan gelden voor de werknemers. "Hoe kunnen we terugvechten? Met getallen", schrijft Baker. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar we hoeven van Baker niet allemaal wiskundigen te worden. Hij voorspelt dat er een nieuwe beroepsgroep zal komen: advocaten die met arbeidsgegevens kunnen aantonen waarom iemand een loonsverhoging verdient.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad op zaterdag 28 januari 2012